Een goede warming-up is cruciaal voor elke korfbaltraining. Het bereidt de spieren voor op de explosieve bewegingen die de sport vereist en helpt blessures te voorkomen. Hoewel de warming-up soms als een minder leuk onderdeel wordt gezien, is het een essentieel onderdeel van de training. Gemiddeld duurt de warming-up ongeveer 10 minuten. Leon Braunstahl, assistent-bondscoach van TeamNL Korfbal en fysiotherapeut, benadrukt het belang van plezier vanaf de eerste seconde van de training en ziet het als een uitdaging om de warming-up aantrekkelijk te maken.
Dynamische Loopvormen: De Basis voor een Goede Start
Een warming-up met bal kan voorafgegaan worden door een warming-up zonder bal met verschillende dynamische loopvormen. Het is uiteraard van belang dat de spelers deze oefeningen goed uitvoeren om blessures te voorkomen. Deze warming-up is geschikt voor spelers van O13 en ouder.
Warming-up Voorbeelden Gericht op Omschakelen
Hieronder staan drie warming-up voorbeelden die gericht zijn op trainingen met de doelstelling omschakelen. De drie warming-up voorbeelden dienen als variatie en kunnen dus apart van elkaar gebruikt worden.
Variaties voor een Uitdagende Warming-up
Om de warming-up gevarieerd en uitdagend te houden, zijn er verschillende variaties mogelijk.
Lijnen sprint: Maak 5 lijnen en nummer deze van 1 tot en met 5. De spelers staan allemaal op één lijn. De trainer noemt een nummer en spelers moeten zo snel mogelijk naar deze lijn rennen. Dezelfde oefening als hierboven maar dan elke speler met bal. Dezelfde oefening als oefening 1 en 2 maar de laatste die bij de lijn komt valt steeds af. Laat spelers die af zijn niet stilstaan tot het einde van een spel maar geef ze een opdracht.
Lees ook: De beste warming-up voor honkbalprestaties
Parcours: Maak 3 groepjes van 5 en maak 3 gelijke parcours. Ieder parcours heeft hetzelfde aantal pionnen, de kleur van de pionnen verschilt per parcours.
Vakken: Je maakt 3 groepjes van 5 en zet 4 gelijke vierkanten neer. Elk groepje komt in een vak te staan en één vak blijft leeg. Op het teken van de trainer moeten de groepjes zo snel mogelijk naar een ander vak dat nog leeg is. Dezelfde als oefening 1 maar dan iedereen met bal. Dezelfde als oefening 2 maar dan met één bal die in het vierkant wordt rondgespeeld. Tijdens het spelen roept de trainer het nummer van een vak.
Moeilijker maken: Het veld groter maken. Maximum aantal aanrakingen instellen. Tijdslimiet instellen.
Makkelijker maken: Het veld kleiner maken.
Vijf Oefeningen om je Training Goed Mee te Starten
Leon Braunstahl deelt een aantal warming-up games die plezier en essentiële korfbalvaardigheden combineren:
Lees ook: warming-up spelletjes voor handbal
- Hoepel Tik: "Deze warming-up game speel je in tweetallen met één hoepel en één bal. De tweetallen houden samen één hoepel rechtop vast en tikken de bal om beurten door de hoepel. Samenwerken? Dan is je doel om de bal zo vaak mogelijk over te tikken. Wedstrijdje? Probeer de bal dan zo te tikken dat de ander hem niet meer terug kan tikken", legt Leon uit. "Versnellen, vertragen, uitwijken, samenwerken en reageren: dat zijn een aantal aspecten die in deze warming-up game naar voren komen."
- Pionnenroof: "Je speelt hem met vijf personen. Zet de 5 pionnen ongeveer twee meter uit elkaar in een cirkel. Vervolgens wijs je vier ‘bewakers’ en één ‘loper’ aan. De bewakers moeten voorkomen dat de loper een pion te pakken krijgen", zegt Leon. Hij vult aan: "Tip: je kunt differentiëren met de aantallen!"
- Pion Tik: "Dit spel wordt gespeeld in drietallen met één pion per groepje. Ieder groepje heeft één verdediger en twee aanvallers. Het doel van de aanvallers is om de pion te tikken. De verdediger moet dit voorkomen door de aanvaller te tikken. Een leuk en dynamisch spel voor voetenwerk, reactievermogen en ook een stukje uitblokken."
- Estafette: "Deze estafette-oefening is ontzettend leuk voor jeugdteams. Deel het team op in twee groepen, zet ze per groepje achter elkaar in een rijtje en laat ze zo snel mogelijk de bal door hun benen en/of over hun hoofd aan elkaar doorgeven. Welk groepje is als eerste bij de achterlijn?", legt Leon uit.
- Poortjesprint: "Dit spel gaat om voetenwerk, reactievermogen en er zit natuurlijk ook weer een competitie-elementje in", vertelt Leon. "Je markeert het startpunt met twee pionnen en bij allebei de pionnen staat één speler. Ze bewegen zijwaarts naar het midden van de route, waar twee 'poortjes' zijn gemaakt met pionnen. Als trainer sta jij op het einde van de route en bepaal je wat ze doen. Roep je 'poortje!' dan moeten ze door het poortje terug naar het startpunt. Roep je niets, dan sprinten ze naar jou voor een high five. Wie is er als eerste?"
Meer Warming-up Ideeën en Variaties
Hier zijn nog meer ideeën om de warming-up fris en effectief te houden:
- Lintjestikkertje: Alle spelers hebben een lintje om, 1-3 spelers met dezelfde kleur. Af en toe, tijdens het heen en weer lopen, roept de trainer de kleur van 1 van de lintjes. Dit worden dan vervolgens de tikkers. Het is de bedoeling dat de tikronde onmiddellijk begint als de trainer een kleur noemt en dat er als de tikronde afgelopen is weer snel gestart wordt met de volgende loopvorm. In plaats van loopvormen waarbij de spelers heen en weer lopen kan je ook bewegingsoefeningen staand op dezelfde plek doen.
- Schieten in de Run: Alle renners hebben een bal en beginnen aan een zijkant. De renners rennen heen en weer en mogen iedere keer dat ze aan de overkant komen 1 keer schieten. In het midden is een vak met tikkers. Iedere keer dat de renners naar de overkant gaan moeten ze door dit vak. Als een renner getikt wordt gaat de bal naar de tikker en wisselen beide van functie.
- Snel Overeind: De algemene motoriek trainen door uit verschillende houdingen zo snel mogelijk overeind te komen. De spelers zitten of liggen steeds in een bepaalde houding. Als de trainer fluit komt iedereen overeind, rennen ze een rondje (om het voor hen verste witte dopje heen) en gaan ze op dezelfde plek weer zitten. Als houding kan je bijvoorbeeld het volgende doen. Als iedereen weer op z'n beginplek is geef je aan wat de volgende houding is. Als de basis duidelijk is kan je de oefening interessanter maken door twee tikkers toe te voegen. Laat iedere speler beginnen met een aantal levens. Getikt worden is een leven eraf.
- Dopjes en Korf: De spelers krijgen een opdracht ("Blauw, wit, rood") en moeten in die volgorde langs de dopjes naar een korf.
- Waarheid of Fantasie: Bij deze oefening stellen de kinderen elkaar om beurten een vraag. Een speler vertelt 2 dingen die hij de afgelopen dagen gedaan heeft. Echter, 1 is echt gebeurt en de ander is verzonnen.
- Vakken Tikkertje: Er zijn twee vakken naast elkaar. Als de tikker iemand tikt moet de tikker de naam van diegene zeggen. Lukt dit, dan moet de getikte speler naar het andere vak. Teveel keuze bij het kiezen van een tikspel? - Laat 1 speler deze dingen bepalen.
- Bal Afpakken: De 'tikkers' moeten proberen de bal bij iemand weg te tikken.
- Sneldoel Competitie: De twee schutters schieten om de beurt. Als de schutter scoort dan schuift hij een paal op. Er wordt een halve minuut gesneldoeld, om beurten schieten. Daarna gaan de winnaars de ene kant op en de verliezers de andere kant.
- Water Estafette: De spelers zitten achter elkaar op de grond. De voorste doopt een doek in een emmer water en geeft deze over het hoofd naar achter door. De achterste wringt hem uit in een fles. Minstens drie spelers staan op een rij, met het gezicht dezelfde kant op. De voorste vult zijn bekertje in een emmer water en moet het water dan in het bekertje van degene achter zich gieten.
- Omgooien: Als een schutter twee keer scoort mag hij een fles van een ander omgooien.
- Spons Overgooien: In tweetallen een spons overgooien. De eerste doopt de spons in een emmer water zodat deze goed nat is, gooit hem daarna naar de tweede persoon en deze knijpt hem uit in een fles.
- Blind Schieten: Vanaf 3 meter geblinddoekt schieten.
- Treintje Doorloopbal: De spelers houden elkaar bij de schouders vast en gaan door het dopjesparkour naar de korf. De voorste heeft een bal. Als de trein aankomt bij de paal maakt de voorste een doorloopbal. Deze persoon sluit daarna achteraan aan en de nieuwe nummer 1 vangt de bal af.
- Dopjes Race: Speler B brengt 1 voor 1 dopjes naar de korf.
- Jagersbal: Twee tweetallen met een bal (jagers). De jagers proberen de anderen (de lopers) te tikken met de bal (afgooien). De lopers mogen de bal nu nadat deze gestuiterd heeft pakken en daarna door over te gooien proberen te scoren op de korven (lopers mogen ook niet lopen met de bal).
- Ratten en Raven: De trainer vertelt een verhaal waarin de woorden 'ratten' en 'raven' voorkomen. Je kunt vanuit dezelfde opzet spelers ook steen, papier, schaar laten spelen tegen elkaar, waarbij de winnaar de verliezer moet tikken. De twee spelers met een bal beginnen te schieten en als er gescoord wordt gaat de bal naar de volgende. Als van de twee schutters de speler die achteraan stond als eerst scoort, dan is de speler die vooraan stond af.
- Werken met Levens: Werken met levens werkt goed om te voorkomen dat afvallers lang moeten wachten. Bijvoorbeeld met 3 levens, iedere keer af is een leven eraf. Dan na ~1.5 minuut: iedereen die nog over is heeft gewonnen. De oefening kan ook met 1 bal. Je mag dan 1 keer schieten en bent af als je niet scoort, terwijl degene voor je wel gescoord heeft. Heeft degene voor je niet gescoord, dan hoef je zelf ook niet te scoren.
Teamwork en Fun: Korfbalspellen voor de Warming-up
- Hoepel Doorgooien: Twee teams spelen tegen elkaar. Per team staat er 1 speler in een vierkant, met een hoepel in zijn handen. De overige spelers staan in het veld, tussen en om de hoepels. De opdracht voor de veldspelers is om samen te spelen richting het vierkant en de bal vervolgens door de hoepel te gooien. Speel het spel binnen de lijnen van een monokorfbalveld en leg een lijn in het midden. Met deze aanpassing beperk je de mogelijkheden om een punt te scoren en wordt het overspelen belangrijker. Ook kunnen de vierkanten kleiner gemaakt worden.
- Korfbal op de Pion: Plaats twee grote pionnen naast elkaar met daarop een korfbal. Om iedere pion zit een gekleurd attribuut zoals een lintje of een rond pionnetje. Achter iedere pion staat een speler. Oudere spelers kun je het wat moeilijker maken door ze in squat houding te laten staan. Als trainer roep je steeds één van de twee kleuren.
- Hoepel Rollen: Geef ieder tweetal een hoepel en een bal. Plaats de teams zo ver mogelijk uit elkaar. Het doel is om de bal zo vaak mogelijk door de hoepel te gooien. Iedereen begint in stilstand en wanneer je als trainer aftelt mogen de spelers de hoepel gaan rollen. Direct starten ze met het overgooien van de bal door de hoepel.
- De Rups: Het volgende korfbalspel is gericht op teambuilding. De groep wordt opgesplitst in groepen van ongeveer 5 personen. Ze gaan in een treintje achter elkaar zitten en vormen zo samen een rups. Hierbij houden ze elkaars enkels vast, de laatste speler kan zich afzetten tegen de grond. Het doel is dat de groepen zich als rups zo snel mogelijk naar de overkant proberen te krijgen.
- Pionnen Dobbelen: Plaats verschillende pionnen op een aantal meter afstand. Verdeel het team in groepjes van twee personen. Iedere team krijgt een dobbelsteen. Het doel is om zo snel mogelijk alle pionnetjes om te draaien. Dit kunnen de spelers doen door te dobbelen. Het getal wat er gedobbeld wordt is het nummer van de pion. Eén van de spelers rent naar deze pion om deze om te draaien. Wordt een nummer gedobbeld van een pion dat al om ligt?
- Hoepel Stuiteren: Verdeel het team in tweetallen. Iedere persoon krijgt een twee hoepels toegewezen in een verschillende kleur. Bijvoorbeeld: speler één heeft twee gele hoepels en de andere speler twee rode hoepels. Deze hoepels liggen in een vierkant op de grond. Ieder koppel heeft een bal. Het idee is om de bal te laten gooien en omhoog te laten stuiteren in de hoepel van je eigen kleur. Direct moet de tegenstander de bal vangen en in zijn/haar hoepel gooien. Lukt het niet om de bal te vangen?
- Grote Bal Over de Lijn: Je trekt twee lijnen op zo’n 5 meter van elkaar. Achter iedere lijn staan evenveel spelers met allemaal een bal in de handen. In het midden van del lijnen ligt een grote zachte bal. Het doel is om deze bal over de lijn te krijgen van het team aan de overkant. Spelers kunnen dit doen door de bal die ze hebben tegen de grote bal aan te gooien.
- Tik de Lichaamsdelen: Bij dit laatste korfbalspel is de korfbalpaal betrokken. Deze oefening is ook leuk als warming-up oefening. Verdeel de spelers in groepjes van drie bij een korf. Onder de korf staat één speler en twee spelers staan voorin. Als trainer roep je hoofd, schouder, knie of teen. Het is aan de spelers voorin om deze commando’s op te volgen door dit lichaamsdeel aan te tikken. Roep je ‘bal’ dan moeten de spelers zo snel mogelijk de bal proberen te pakken. De spelers die als snelst is, wordt de aanvaller en speel de bal naar degene onder de korf.
Meer Inspiratie
Hier vind je de oefeningendatabase van Velocitas. Het is voor de ontwikkeling van jeugdleden belangrijk dat zij een goede training krijgen. Om alle trainers van goede oefeningen te voorzien is deze database opgezet. Hier kun je als trainer gemakkelijk per leeftijdscategorie en per vaardigheid oefeningen vinden om zelf een training samen te stellen. Dankzij deze oefeningen kunnen spelers de acht korfbalacties goed leren uitvoeren. Stem je oefeningen ook af met onze ‘rode draad‘ om te zorgen dat je spelers per leeftijdscategorie aanreikt waar ze aan toe zijn.
Lees ook: Effectieve warming-up oefeningen volleybal
tags: #warming #up #oefeningen #korfbal