Inleiding
Bridgen is een kaartspel dat al eeuwenlang mensen voor verrassingen stelt. Zelfs professionele bridgers maken fouten, wat de vraag oproept of er een vaste methode of regels zijn om verrassingen te voorkomen. De aantrekkingskracht van bridge ligt in de combinatie van strategie, samenwerking en een vleugje geluk.
Dit artikel behandelt de volgende aandachtspunten:
- Wat is bridge precies?
- Hoe groot is de kans op een uitzonderlijk goede hand?
- Gebruiken bridgers signalen?
- Zijn afspraken altijd hetzelfde?
We zullen ook vragen beantwoorden zoals:
- Hoeveel mensen spelen bridge?
- Hoe vaak wordt bridge gespeeld?
- Wint men door samenspel of door een goede hand?
- Wat zijn de voor- en nadelen van bridge ten opzichte van andere kaartspelen?
- Kun je de winstkans berekenen?
- Hoe lang bestaat bridge al en zijn er veranderingen geweest?
- Spelen meer mannen dan vrouwen en heeft dit invloed op de winstkans?
- Is er verschil tussen wedstrijdbridge en thuis spelen?
Wat is Bridge?
Bridge is een kaartspel voor vier personen, gespeeld met een standaard kaartspel van 52 kaarten. Het is moeilijk om het in een korte samenvatting weer te geven, want je moet op veel dingen tegelijk letten en het zelf doen om door te krijgen hoe het gaat. Elke speler trekt een kaart; de hoogste kaart wijst de gever aan. Nadat zijn linker buurman het spel geschud heeft en zijn rechter buurman het pak kaarten coupeert, geeft de gever aan elk van de spelers 13 kaarten, een voor een van links naar rechts, dus volgens de richting van de wijzers van de klok. De overige spelers wachten met het pakken en rangschikken van de kaarten, totdat iedereen zijn 13 kaarten heeft. Deze worden volgens kleur en sterkte gerangschikt, vanaf het Aas tot de 2. De waarde van de kaarten is in dalende lijn; Aas, Heer, Vrouw, Boer, 10, 9 enz. Elke speler, als eerste de gever, doet een bod naar aanleiding van het spel dat hij in de hand heeft, vanaf een pas (wat betekent dat hij geen bod wil doen) tot de hoogste biedingen toe ( 1-7 in een kleur of in Sans), de verplichting op zich nemend om al spelende 1 tot 7 slagen te halen ( naar aanleiding van zijn bod), boven het boekje van 6 slagen, waarbij de telling begint. De eerste 6 slagen tellen niet mee. De speler die het contract moet spelen, is de leider. Zijn linkerbuurman speelt de eerste kaart uit, terwijl de partner van de leider zijn spel open op tafel legt (in een troefcontract; de troeven rechts). Dit is de ‘’dummy’’ (ook wel ‘’blinde’’ genoemd), dat wil zeggen, hij speelt niet. Het is de leider, zijn maatje, die telkens, als dummy’s beurt komt, aangeeft welke kaart moet worden gespeeld. De dummy mag geen enkel commentaar leveren tijdens het spel. Hij mag echter wel wijzen op onregelmatigheden en aan zijn partner vragen, als deze niet bekent, of hij inderdaad de kleur niet heeft. Hij mag ook zeggen of de partner of de dummy aan spel is.
De Geschiedenis van Bridge
Bridge is ontstaan uit whist. The Official Encyclopedia of Bridge citeert een brief waaruit blijkt dat bridge al voor 1886 werd gespeeld in Caïro. Later in Frankrijk raakt bridge bekend onder de naam ‘khedive’, de officiële titel van de Turkse onderkoning. De herkomst ligt in Turkije of Rusland; Engelse officieren zouden ermee kennis hebben gemaakt tijdens de Turks-Russische oorlog (1877-1878). De naam zou zijn afgeleid van het Turkse biritch. Anderen zeggen dat het spel is genoemd naar het Galata Bridge, de beroemde brug over de Gouden Hoorn, de haven van Istanbul. Aan de andere kant van de brug lag een koffiehuis; Britse soldaten zouden daar tijdens de Krimoorlog (1853-1856) ‘bridge’ hebben gespeeld. ‘Ons’ bridge werd voor het eerste gespeeld op 1 november 1925, aan boord van het stoomschip ‘Finland’, op weg van San Fransisco naar New York. Op verzoek van Harold Vanderbilt werd een door hem bedachte scoretabel getest. Een passagiere voegde daaraan het begrip ‘kwetsbaar’ toe, ontleend aan een oriëntaals kaartspel dat ze speelde in China, en contractbridge was geboren. In 1928 werd al het eerste kampioenschap gespeeld en het is een eer voor Vanderbilt dat zijn tabel, met wat kleine aanpassingen, nog steeds wordt gebruikt.
Lees ook: Europa League Play-offs: Utrecht - Zenit
De Amerikaan Ely Culbertson maakte bridge als geen ander populair. Hij ontwikkelde een systeem dat nog steeds wordt gespeeld en zijn Blue Book (1930) en later het Gold Book werden bestsellers waarvan miljoenen exemplaren werden verkocht. Zijn extravagantie was zijn handelsmerk. Hij kocht zijn stropdassen in Rome en rookte voor zeven dollar per dag zijn eigen merk sigaret. In de jaren 50 begon het Amerikaanse bolwerk te wankelen. De nieuwe Europese biedsystemen, het Engelse Acolsysteem en het Italiaanse sterkeklaverensysteem, bleken superieur. Engeland, Frankrijk en later Italië met zijn fameuze Blue Team namen de heerschappij over, maar de Amerikanen hebben het verloren terrein inmiddels heroverd.
In Nederland werd bridge populair omstreeks 1930, vooral onder invloed van de gebroeders Frits en Ernst Goudsmit. In de naoorlogse jaren waren het Herman W. Filarski en André Boekhorst die enorme impulsen hebben gegeven aan de verbreiding van het spel. Toen kolonel Lucardie in 1930 de Nederlandse Bridge Bond oprichtte, was bridge een spel dat in deftige salons door heren in smoking werd gespeeld. Lang bleef bridge dat elitaire karakter behouden en het ledental van de bond bleef tussen de tien- en vijftienduizend hangen. Totdat in de jaren zeventig bridge een zeer populaire sport werd en het ledental van de bond explodeerde. Ook bridgers in spijkerbroek deden hun intrede. Dit, omdat bridge vooral een erg sociaal spel is; men speelt niet met een vaste partner, er worden bridgedrives door heel Nederland gehouden, waardoor je met veel andere mensen in contact komt, die toch eenzelfde hobby hebben als jij. En vooral het feit, dat je het als paar speelt is voor veel mensen erg aantrekkelijk. Het wordt veel in competitieverband gespeeld.
De Nederlandse Bridge Bond behoort tot de snelle groeiers. In 1980 telde de bond veertigduizend leden. In 1995 werd, mede door het succes van de Start tot Finish-lesmethode, de honderdduizend mijlpaal bereikt, verdeeld over zo’n duizend clubs, want bij de N.B.B. is het niet alleen gebleven. Nederland heeft dus meer dan zo’n honderdduizend aangesloten bridgers, daarnaast wordt het bridgespel nog naar schatting door een vierhonderdduizend mensen in de huiselijke kring beoefend. Er zijn zelfs al bridgeclubs, die een eigen homepage hebben om uitslagen en verslagen te publiceren.
De voornaamste reden is dat er nu zoveel mensen zijn gaan bridgen, dat de Nederlandse Bridge Bond begin jaren tachtig op grote schaal bridgeleraren is gaan opleiden, waarvan er nu nog zo’n vijfhonderd actief zijn en die kunnen heel wat cursisten opleiden!
Een grote charme van het spel is, dat men het overal ter wereld volgens dezelfde regels kan spelen. Ook is het zo, dat men in wedstrijdverband niet afhankelijk is van het krijgen van ‘’goede’’ of ‘’slechte’’ kaarten, daar voorziet het wedstrijdsysteem in. Ook zijn er in Nederland veel internationale toernooien en wedstrijden. Ook bij bridge heeft de computer zijn intrede gedaan. Er zijn al een groot aantal bridgeprogramma’s op de markt. Deze zijn echter nog lang niet zo sterk als de schaakprogramma’s, het psychologische element van het bridge is natuurlijk niet goed te programmeren en van huis uit is de computer geen goede psycholoog.
Lees ook: Voetbalregels verenigingswissel
De Slagen
Er zijn in het spel totaal 13 slagen te halen. De partij die e meer dan 6 weet te krijgen is dus in het voordeel. Het eindbod door een van de spelers kan dus variëren tussen het 1 niveaus, waarbij de speler op zich neem 1+6=7 slagen te maken, tot het niveau van 7 (groot slem), waarbij hij alle slagen moet halen ( 6+7=13). Het puntenaantal, nodig om een manche (halve speelperiode) te maken, bedraagt 100, waarbij de verschillende kleuren per slag de volgende waarde uitdrukken:
- Klaveren 20 punten
- Ruiten 20 punten
- Harten 30 punten
- Schoppen 30 punten
- Sans Atout 40 punten voor de eerste slag
- Sans Atout 30 punten voor de volgende slagen.
Sans Atout betekent niet kwetsbaar, zonder troef, wat wil zeggen, dat je niet echt goede kaarten hebt.
Volgens de biedingen kan een manche dus ineens of in meerdere malen worden behaald. Dit geldt voor robber (=speelperiode) bridge; in wedstrijdbridge ligt de zaak iets anders. Wil men de manche ineens halen, dan is een eindbod van 3 Sans Atout, 4 Harten of Schoppen, 5 Klaveren of Ruiten noodzakelijk. Om dus een manche in Ruiten of Klaveren te maken moet je dus 11 (6+5) slagen halen. In Harten of Schoppen slechts 10 en in Sans maar 9. Het is dus heel erg duidelijk dat het veel moeilijker is om een manche in Ruiten dan in Sans te maken, omdat je in Ruiten twee slagen meer moet maken. Daarom worden Harten en Schoppen ook wel de hoge kleuren en Ruiten en Klaveren de lage kleuren genoemd.
Een speler moet dus zorgvuldig zijn eigen spel en die van zijn partner schatten om de biedingen te doen, die het voordeligste eindbod tot resultaat hebben.
De Telling
Vooraf is het belangrijk even te weten wat bepaalde termen bij bridge betekenen, anders kan je de telling wel gaan uitleggen, maar heb je geen idee waar het over gaat. Daarnaast komen bij de biedingen ook veel termen voor, die ik er ook direct bijzet, zodat het eventuele verwarring kan voorkomen.
Lees ook: KNGU Broekjesregels Uitgelegd
- Hand: de dertien kaarten van een speler.
- Beurt: volgorde van de biedingen en het bijspelen, in de richting van de wijzers van de klok.
- Spelen: een kaart op tafel leggen, ook de allereerste, die de uitkomst wordt genoemd.
- Troef: alle kaarten van een kleur, waarin het eindcontract wordt gespeeld.
- Bekennen: een kaart van de gevraagde kleur bijspelen.
- Verzaken: een kaart bijspelen van een andere kleur dan de gevraagde, terwijl men bekennen kan.
- Uitsluitbod: een hoog bod ineens, met de bedoeling om het normale biedverloop van de tegenstanders te bemoeilijken. Ook een pré-emptief bod genoemd.
- Blokkeren: het afspelen van een kleur verhinderen, door de hoogste kaart ervan vast te houden.
- Conventie: afspraak-bod met een speciale betekenis, gebaseerd op de logica van een bied- of spelsituatie.
- Dekken: een hogere kaart leggen dan de vooraf gespeelde.
- Dwangbod: bod dat de bedoeling
- Slag: 4 kaarten gespeeld door elk van de verschillende spelers.
- Lengte: 4 kaarten of meer van dezelfde kleur.
- Pas: bod waarbij de speler te kennen geeft dat hij op dat moment geen bieding wenst te doen.
- Antwoord: bod anders dan pas, gedaan door de partner van de speler die een bod heeft gedaan.
- Troefsteun: de kaarten die de speler heeft in de kleur, geboden door zijn partner.
- Singleton: slechts een enkele kaart van een kleur.
- Doubleton: slechts twee kaarten van een kleur.
- Renonce: het geheel niet hebben van een bepaalde kleur.
- Kleur 4de of 5de: een kleur bestaande uit 4 of 5 kaarten.
- Flankspel: de gespeelde kaarten of de wijze van spelen van de tegenstanders.
- Contract: de verplichting om minstens het geboden aantal slagen te maken.
- Kwetsbaar: partij die al een manche heeft.
- Gedubbeld/dubbel: het feit van een bod te dubbelen gedaan door de tegenpartij, zodat de winst- of verliespunten worden gedubbeld, met uitzondering van de honneurs.
- Re-dubbel: het feit van een gedubbeld contract nogmaals te dubbelen, en dus daardoor ook de winst- of verliespunten.
- Niet kwetsbaar: partij die nog geen manche heeft.
- Klein slem: 12 slagen behaald door twee spelers.
- Groot slem: 13 slagen behaald door twee spelers.
- Honneurs: alle Azen, Heren, Vrouwen, Boeren en Tienen.
Verliesslagen:
- Niet kwetsbaar, niet gedubbeld: 50 punten voor elke verliesslag (downslag)
- Kwetsbaar, niet gedubbeld: 100 punten voor elke downslag.
- Niet kwetsbaar, gedubbeld: 100 punten voor de eerste downslag, 200 punten voor de verdere downslagen.
- Kwetsbaar, gedubbeld: 200 punten voor de eerste downslag, 300 punten voor de volgende slagen.
Overslagen:
- Niet gedubbeld, kwetsbaar of niet: de waarde van de kleur (20 of 30)
- Gedubbeld, niet kwetsbaar: 100 punten voor elke overslag
- Gedubbeld, kwetsbaar: 300 punten voor elke overslag.
Het redoublet dubbelt het doublet. Bovendien levert een gedubbeld of geredubbelt contract, 50 punten als extra vaste premie op.
Slems (geboden):
- Klein slem, niet kwetsbaar 500 punten
- Klein slem, kwetsbaar 750 punten
- Groot slem, niet kwetsbaar 1000 punten
- Groot slem, kwetsbaar 1500 punten
Als elk van de beide partijen een manche heeft, worden in robber-bridge 500 punten gewonnen door de partij die als eerste de twee manche behaalt.
Twee manches achtereenvolgens door dezelfde partij behaald, leveren 700 punten op.
Honneurs:
Vier honneurs van de troefkaart in een hand geven recht op 100 punten. Vijf honneurs geven recht op 150 punten. De vier Azen in een hand leveren 150 punten op in een Sans-Atout-contract, maar in wedstrijdbridge worden de honneurs niet berekend.
De Biedingen
De eenvoudigste manier om het spel te schatten, is een waarde toe te kennen aan de honneurs, omdat die natuurlijk belangrijker zijn dan de andere kaarten. Deze waarden worden vervolgens samengeteld.
Gewoonlijk telt het Aas 4, de Heer 3, de Vrouw 2 en de Boer voor 1 punt. De 52 kaarten hebben dus een totaalwaarde van 40 punten. Het gemiddelde per speler is 10 punten en zo’n spel ziet er dus zo uit:
Schoppen A 10 9 8
Harten H 7 6
Ruiten V 5 4
Klaveren B 3 2
Het zijn dus alleen de plaatjes die honneurs (met puntenwaarde) genoemd worden. De 10 is ook een honneur, maar heeft geen puntenwaarde. Als de distributie onregelmatig is, dan is dit een mooi spel een ook veel sterker. Bij de honneurspunten moet je voor elk spel daarom ook de distributie- of verdelingspunten meetellen, om tot een juiste waardering te komen. Men telt een punt extra voor een doubleton, twee punten voor een singleton en drie voor een renonce.
De waarde van een gemiddeld spel bestaat uit tien punten; om een bod te kunnen doen en de tegenstanders het hoofd te bieden, moet je daaruit afleiden dat er iets meer dan tien punten aanwezig moet zijn. Met twaalf punten in honneurs en distributie is het praktisch nooit goed om te passen. Met elf of twaalf punten moet je zelf beslissen wat er te doen staat; het is een kwestie van aanvoelen.
Bridge is vooral een kwestie van goed samenspel met je partner. Je biedingen moeten geen onbegrijpelijke code voor hem zijn en je doet er dus goed aan, dat je je bij je eigen biedingen rekening houdt met de mogelijkheden die je partner als antwo…
Internationale MatchPunten (IMP)
Bij de scoreberekening op basis van Internationale MatchPunten (IMP) wordt voor ieder gespeeld spel het verschil in scorepunten tussen de twee scores die met elkaar worden vergeleken omgezet in IMP volgens onderstaande schaal (spelregels art. De WBF heeft ook een app ontwikkeld - de WBF VP calculator - waarmee je de score kunt berekenen. Je kunt deze app vinden via onze pagina met apps onder het kopje Uitrekenen. Er zijn ook webpagina’s waar de schaal voor alle aantallen spellen makkelijk te vinden is, bijv. bij de English Bridge Union.
Veelvoorkomende Termen en Conventies
- Regel van 20: Een agressieve openingsmethode. Volgens de regel van 20 mag je openen wanneer je puntenaantal plus het aantal kaarten in je twee langste kleuren 20 of meer bedraagt.
- 4e kleur: Als beide partners samen 3 verschillende kleuren geboden hebben zonder sprong en de troefkleur nog niet vaststaat, dan heet de ongeboden kleur 'de 4e kleur'.
- Aansporen: Een signaal dat partner aanspoort een bepaalde kleur (door) te spelen omdat men daarin een waardevol bezit heeft. Ook aanbreken. Ook aanvallende kaart.
- ACOL: Biedsysteem dat in de jaren dertig ontwikkeld werd op een bridgeclub aan de Acol road in Londen.
- Afwijzend: Ook afbukken, afzakken.
- Alerteren: Een handeling om de tegenstanders attent te maken (alert te doen zijn) op bijzondere biedafspraken. Tegenwoordig moeten nagenoeg alle ongewone biedingen gealerteerd worden. Ook Stayman en Jacoby.
- Analyse: Nadere beschouwing van het bied en/of speelverloop en het trekken van conclusies daaruit.
- Arbiter: Degene die bij een wedstrijd belast is met de toepassing van de spelregels. Het is ongebruikelijk dat een arbiter de gang van zaken aan tafel persoonlijk volgt. Een speler ontbiedt de arbiter wanneer hij van mening is dat er een overtreding van de spelregels heeft plaatsgevonden. De arbiter laat zich dan op de hoogte stellen van de toedracht en neemt al of niet na beraad een beslissing.
- Arbitrale score: Een score die de wedstrijdleider naar eigen inzicht toekent. Deze score is ofwel kunstmatig ofwel vervangend. Een kunstmatige arbitrale score is een score die op een spel toegekend wordt in plaats van een resultaat omdat er geen resultaat kan worden verkregen of geschat (b.v. wanneer een onregelmatigheid het spelen belet).
- Balans: Engels voor krachtenevenwichtig.
- Biedruimte: Aantal biedingen dat beschikbaar is om tot het juiste contract te komen.
- Biedafspraken: Verzameling van biedafspraken.
- Claimen: Een speler die claimt, verklaart dat hij nog een bepaald aantal slagen maakt. Doorgaans toont hij daarbij zijn resterende kaarten.
- Conventioneel bod: Een bod of stelsel van biedingen met een speciale kunstmatige betekenis. Het conventionele bod heeft geen enkele relatie met de geboden kleur.
- Couperen: Speelwijze waarbij de leider slagen maakt door over en weer in te troeven.
- Inbieden: Bod in de kleur van de tegenpartij. Meestal om naar een stop te vragen of om het bieden aan de gang te houden.
- Distributie signaal: Een signaal waarmee een tegenspeler zijn distributie (even of oneven aantal kaarten) in een kleur aangeeft.
- Eindbod: Een bieding die het behaalde resultaat na afloop van het spel verhoogt.
- Fit: Als de leider zit.
- Forcing: Verplicht partner bij zijn eerstvolgende beurt te bieden. Partner mag na een forcing bod niet passen, tenzij de rechter tegenstander iets anders biedt dan pas.
- Gedwongen bod: Bod dat gedaan wordt omdat de situatie dat eist. Het meest voorkomende gedongen bod is na een informatiedoublet van de partner.
- Keycards: Alle vier azen en de heer van de overeengekomen troefkleur. In de conventie roman keycard Blackwood vraagt 4 SA naar het aantal keycards van partner.
- Lage kleuren: Klaveren en ruiten.
- Leider: Diegene die als eerste van het te spelen paar de contractkleur (of SA) heeft geboden en daarom het contract speelt.
- Manche: Een contract dat alleen aan geboden slagen minstens honderd punten oplevert. 3 SA, 4 harten, 4 schoppen, 5 klaveren en 5 ruiten zijn manchecontracten.
- Meesterpunten: Punten die de Nederlandse Bridge Bond verbindt aan een goed resultaat in een door de NBB georganiseerde of goedgekeurde wedstrijd.
- Multi: Aanduiding van een multicoloured (veelkleurige) hand. Oorspronkelijk een bod met meer dan 1 mogelijke betekenis. De bekendste multi, is 2 ruiten.
- Natuurlijk bod: Van een bod als men de bereidheid heeft in de geboden speelsoort en contract te spelen. Het belooft lengte of steun in de geboden kleur, een evenwichtige hand in het geval van SA of tegenspeelwaarden als men gedoubleerd heeft.
- Preëmptief bod: Opening op drie-niveau of hoger in een lange kleur (7+) en weinig punten (6-10). Het heeft als doel het bieden van de tegenpartij te bemoeilijken door het drastisch wegnemen van biedruimte.
- Romand KeyCard Blackwood (RKC): De Italjaanse variant of Blackwood en wordt eigenlijk alleen nog maar gespeeld. Het verschil is dat de troefheer meetelt, vandaar keycards azen met troefheer.
- Sein: De kaart die een verdediger speelt met een boodschap voor de partner.
- Stop: Kaart of combinatie van kaarten in een kleur die, anders dan door af te troeven, verhindert dat de tegenpartij in deze kleur alle slagen kan incasseren.
- Topscore: De hoogste score op een spel in een parenwedstrijd.
- Verdeling punten: Punten die men bij het waarderen van de hand toekent aan de korte kleuren (renonce, singleton, doubleton) en optelt bij de honneurspunten.
Robber Bridge versus Duplicaat Bridge
Robber Bridge is de basis voor Contract Bridge en wordt door vier spelers gespeeld. Informele sociale bridge spelletjes worden op deze manier vaak gespeeld. Duplicaat Bridge wordt normaal gesproken gespeeld op klaveren, tournooien en drives. Het spel in essentie hetzelfde als bij robber bridge, maar de geluksfactor wordt verkleind doordat meerdere personen hetzelfde spel spelen. Hiervoor zijn tenminste acht paren nodig.
Het Spelverloop in Duplicaat Bridge
Om duplicaat bridge te spelen zijn boards en een pakje kaarten voor ieder board essentieel. Elk board heeft vier opbergvakken welke gemarkeerd zijn als Noord, Oost, Zuid en West en waarin de kaarten van de vier spelers bewaard worden. Ieder board heeft een nummer welke aangeeft welk board dit is, en op het board staat ook wie er gever is en ook wie er kwetsbaar is en wie niet. Voordat de spellen gespeeld worden, worden eerst de kaarten geschud, gedeeld en in de boards gestopt. Ook kunnen de kaarten geschud en gedeeld worden door een computer, dit om een goede verdeling van de kaarten te krijgen. Wanneer een spel gespeeld gaat worden dan nemen de spelers hun kaarten uit de voor hen bedoelde vakken uit de boards. Een ieder controleert of hij 13 kaarten heeft en de bieding kan beginnen. De markering 'deler' op het board geeft in de praktijk dan alleen maar aan wie er mag beginnen met de bieding. Gedurende het spel worden de kaarten niet midden op tafel gelegd, maar leggen de spelers hun gespeelde kaart voor zich op tafel. Wanneer de slag gespeeld is draaien alle vier de spelers hun kaart om. Gebruikelijk is dat wanneer je een slag gemaakt hebt de kaart met de korte kant naar je toe te leggen en waanneer de slag voor de tegenpartij is met de lange kant naar je toe. Zodoende kun je gemakkelijk zien hoeveel slagen je hebt gemaakt en hoeveel de tegenpartij. Ieder spel wordt onafhankelijk van de andere spellen uitgerekend. Het kwetsbaarheids principe is gehandhaafd. Op ieder spel staat wie er kwetsbaar is (zijn). De rest van de scores zijn hetzelfde als bij robber bridge. Deze scores zijn natuurlijk niet de uiteindelijke scores. De methode waarop dat gebeurd hangt af van de manier waarop de duplicaat bridge gespeeld wordt.
Wedstrijdvormen
Er kan een wedstrijd gespeeld worden tussen twee viertallen - acht spelers in totaal. Noem de tafels 1 en 2 en de viertallen A en B. De paren van team A zitten dan Noord-Zuid aan tafel 1 en Oost-West aan tafel 2, en de paren van team B bezetten de overgebleven stoelen. Begin met bv spellen 1 tot 12, en geef de eerste 6 aan tafel 1 en de andere 6 aan tafel 2. Wanneer beide tafels klaar zijn met hun 6 spellen worden deze van tafel gewisseld en opnieuw gespeeld. Wanneer alle 12 spellen gespeeld zijn kunnen de scores al vast worden vergeleken. Ieder paar moet een scorekaart hebben waar de score van ieder spel op wordt bijgehouden. In de kolom contract betekent 5♦* dat 5 ruiten gedubbeld is. De 'Door' kolom laat zien wie de leider was. De score is opgeschreven vanuit noord's gezichtspunt - dus wanneer west down gaat in 5 ruiten is dit positief. De IMPs kunnen slechts dan worden ingevuld wanneer deze kaart vergeleken wordt met die van het nevenpaar uit de andere kamer (OW - tafel 2). Nu kan het verschil in punten omgerekend worden naar IMPs. Nadat een serie spellen is afgerond checken noord en oost of de scores die ze genoteerd hebben overeenkomen. Aan het einde van de wedstrijd is het resultaat het verschil in IMPs tussen de viertallen, waarna er een verdere conversie plaats vindt van IMPs naar wedstrijd punten (Victory Points - VP ). Deze wedstrijdstrijd punten geven dan de uiteidelijke uitslag van deze wedstrijd.
Er zijn ook wedstrijden waar meerdere viertallen aan deelnemen. Er zijn verschillende manieren waarop je zo een wedstrijd kunt organiseren. Een er van is dat jullie (paar 1 van viertal A) tegen een viertal speelt en dat jullie nevenpaar (paar 2 van viertal A) deze spellen (in de andere richting) speelt tegen een ander viertal. Dit is op bridge clubs de (nog) meest voorkomende manier van spelen, en ook de meeste toernooien worden nog op deze manier gespeeld. Zoals de naam al zegt wordt gespeeld met vaste partnerships of paren. Over het algemeen speel je 2,3 of 4 spellen per tafel - dit wordt een ronde genoemd - waarna een of beide paren naar een andere tafel gaan om daar tegen andere tegenstanders andere spellen te spelen. De score voor ieder spel wordt genoteerd op een zogenaamd reizend scorebriefje, welke in het board wordt bewaard.
Meesterpunten
Meesterpunten worden 'verdiend' met het leveren van een bepaalde bridgeprestatie. Ze worden centraal op het bondsbureau in de computer geadministreerd en vormen een logboek van wat iemand met bridgen heeft gepresteerd. Hoewel meesterpunten geen garantie zijn voor iemands speelsterkte, ervaren toch veel mensen het als een eer om veel meesterpunten te bezitten. Meesterpunten geven wedstrijden een extra competitief tintje. Het meesterpuntensysteem is in de hele internationale bridgewereld een begrip. Meesterpunten blijven levenslang geldig.
tags: #internationale #wedstrijd #punten #bridge #uitleg