De Haarlemsche Football Club Haarlem, vaak afgekort tot HFC Haarlem, was een Nederlandse voetbalclub met een rijke historie. Opgericht op 1 oktober 1889, was het na Sparta de oudste club in het betaald voetbal. Hoewel de club in 2010 failliet ging, leeft de herinnering aan de successen, de tragische gebeurtenissen en de kleurrijke figuren voort in de harten van vele voetballiefhebbers.
De vroege jaren en de eerste successen
HFC Haarlem kende een bloeiende beginperiode. Piet Charbon en Daan Santhagens waren de grondleggers van de club. De club speelde haar eerste wedstrijd op 20 oktober 1889 tegen Adsp-Excelsior, die met 2-0 werd gewonnen. In de beginjaren speelde de club in blauwe shirts, rode broeken en blauwe kousen, wat leidde tot de bijnaam "de Roodbroeken". De eerste 17 jaar van het bestaan van de HFC Haarlem was er nimmer vastigheid over speelterrein. De eerste 3 jaar worden de tegels aan de Parklaan gebruikt als achterlijn en is er nauwelijks sprake van een veld. In 1893 verhuist HFC Haarlem naar het voorterrein van de Ripperda Kazerne. Korte tijd werd er ook gespeeld nabij het Oude Posthuis te Heemstede. In het seizoen 1896-1897 gebruikte Haarlem de velden van H.F.C. Het "Moordhol" ter hoogte van waar de Generaal Cronjéstraat begint, was de drie daar op volgende jaren het thuisterrein van HFC Haarlem. Voor toeschouwers was nauwelijks ruimte. De minimale maat van een veld van 45 meter was bijna gelijk ook het maximale voor HFC Haarlem. In de seizoenen 1901-1902 en 1902-1903 gaat Haarlem aan de Doodweg spelen. Het terrein achter het kerkhof (aan de Kleverlaan) wordt gehuurd van een boer die graszoden verkoopt. Niet zelden kwam het dan ook voor dat er stukken veld verkocht werden waar Haarlem haar wedstrijden op zou spelen. In 1903 verhuisde Haarlem naar de andere kant van het kerkhof (tegenwoordig Soendaplein) Op het niet al te fraaie terrein is voor het eerst sprake van stadionbouw. Hoewel zeer primitief is er voor de donateurs en leden een lange zijde gereserveerd.
Vanaf de eerste jaren van de 20e eeuw was HFC Haarlem succesvol. In 1902 en in 1912 werd de KNVB beker gewonnen. Op 8 mei 1902 won Haarlem de Holdert beker, de huidige KNVB beker. Tegenstander HBS uit Den Haag werd in de thuiswedstrijd op het terrein van HFC te Heemstede met 2-1 verslagen met doelpunten van Jan van den Berg en K. Pennink. Op 28 mei 1912 dringt Haarlem wederom na een reeks van tussenronden door tot de finale van de Holdertbeker. In de finale gespeeld op het RAP terrein te Amsterdam treft het Vitesse uit Arnhem. Vlak voor de pauze mocht Jur Haak een strafschop nemen tegen doelman en international Just Göbel. De penalty die keurig werd ingeschoten werd echter door de scheidsrechter geannuleerd en in de herkansing schiet Jur Haak de bal tegen de dwarslat. Het is deze Vitesse doelman die vele Haarlem aanvallen onschadelijk wist te maken. Göbel was de eerste keeper in Nederland die de bal niet probeerde weg te stompen of weg te trappen, maar juist te vangen. Het kwam mede door zijn grote lengte dat hij deze nieuwe stijl goed kon etaleren. Hij keepte klemvast en volgens velen ook erg stijlvol. Een andere techniek die hij in Nederland introduceerde was al vallend de bal van de voeten van de aanvaller plukken. Vlak voor de thee is het dan toch Houtkooper die na een voorzet van vleugelaanvaller Haak, doelman Göbel weet te verschalken. Na de pauze is Haarlem verreweg de meerdere en is het opnieuw de doelman die dwarsligt. Toch lukt het Houtkooper opnieuw, om na een verdedigende fout van Vitesse te scoren. De einduitslag is 2-0 en Haarlem weet ten tweede male de beker te winnen.
De landstitel van 1946 en Kick Smit
Mede door de aanwezigheid van de legendarische international Kick Smit beleefde de club in 1946 een absoluut hoogtepunt door de landstitel te winnen. In de voorlaatste speelronde werd thuis tegen het Heerenveen van Us Abe Lenstra gespeeld. Er zat veel spanning op de ontmoeting want het kampioenschap kon nu al worden binnengehaald. De Friezen kregen dankzij treffers van Koning en Smit, met 2-0 klop, waarna de spelers juichend van het veld werden gedragen. Kick Smit, geboren op 18 november 1911, maakte als dertienjarige zijn debuut. Het was in het eerste elftal van Geel-Wit, even later stapte op zijn 14e over naar RKVV Onze Gezellen. Dat was in de Haarlemse Katholieke Voetbalbond. In 1931 was er de overgang naar RCH en in 1934 de overgang naar HFC Haarlem. Dit was wel een heel memorabel jaar want Kick debuteerde ook nog voor het Nederlands elftal. In een thuisduel tegen onze zuiderbuur België werd een daverende 9-3 overwinning behaald met twee doelpunten van deze technisch begaafde linksbinnen. Later werd de hoofdtribune van het Haarlem Stadion naar deze legendarische speler vernoemd, als eerbetoon aan zijn betekenis voor de club.
Het Haarlem Stadion: De thuisbasis van de Roodbroeken
Op 20 oktober 1907 nam Haarlem het terrein aan de Jan Gijzenkade in gebruik. In juli 1944 verboden de bezetters iedere vorm van ontspanning en moest ook het stadion van Haarlem daaraan geloven. Eerst komen er prikkeldraad versperringen op het toenmalige 2e veld. Bijtijds worden de lichtmasten in veiligheid gebracht en er is een afscheid op 31 juli nog voordat vanaf 1 augustus 1944 alle opstal op het Haarlem terrein wordt gesloopt door de bezetters. In de laatste maanden van de oorlog biedt H.F.C. aan de Spanjaardslaan onderdak aan de roodbroeken. Ook de eerste jaren na de oorlog is het terrein aan de Spanjaardslaan de thuisbasis voor de roodbroeken. In het kampioensjaar van HFC Haarlem (1946 dus) wordt echter de thuiswedstrijd tegen Ajax afgewerkt in het Olympisch stadion. De overige thuiswedstrijden uit de kampioenspoule worden door de grote drukte op het Heemsteedse Sportpark gespeeld. Op 5 september 1948 nam Haarlem het stadion aan de Jan Gijzenkade weer in gebruik. Op 19 december dat jaar wordt officiële opening verricht. Het "nieuwe stadion" krijgt de alom bekende Berlijnse muren en de Oost-, West- en het onderste zitgedeelte van de huidige Noordtribune (2006) zijn een blijvend beeld. Eind november 1976 is de overkapping en verhoging van het aantal plaatsen van de noordtribune gereed. Halverwege het seizoen 1980-1981 krijgt Haarlem 4 nieuwe lichtmasten. In de jaren 90 worden de staantribunes achter beide goals afgekeurd, datzelfde lot is later ook een deel van de noordtribune beschoren.
Lees ook: Europese tickets en de KNVB regels
De Loezjnikiramp: Een zwarte bladzijde in de clubgeschiedenis
Een absolute zwarte bladzijde in de lange geschiedenis van HFC Haarlem is de UEFA Cup-wedstrijd in Moskou in 1982 tegen Spartak Moskou. Tijdens de uitwedstrijd in het Olympisch Stadion Loezjniki vond de Loezjnikiramp plaats. Na de wedstrijd brak er paniek uit onder het publiek. Volgens officiële bronnen kwamen zestig mensen om het leven, maar officieuze bronnen meldden 340 doden.
De wedstrijd zelf eindigde in 2-0 voor Spartak Moskou. Spartak-supporter Michail Koezenkov: "Daarom gingen we ongeveer 3 minuten eerder weg. En om zo snel mogelijk thuis te komen, want dat wilden mijn ouders. Ik moest om 10 uur thuis zijn, ik was tenslotte pas 16. De militie vormde daar toen een cordon. En het duurde even om bij de metro te komen. Eerst konden we zo'n tien meter vrij lopen, daarna werd het steeds compacter. Je kon je armen en benen niet meer bewegen. "Na het tweede doelpunt zocht ook Aleksej Kosygin, toen 15 jaar oud en fanatiek Spartaksupporter, de uitgang op: “Mensen vielen naar beneden op het beton. En met hun lichamen duwden ze elkaar in dat gedrang. En van achteren duwde de menigte. Mensen boven konden niet zien wat er daar vooraan gebeurde. Ik was midden in dat gedrang. Mensen begonnen van alle kanten tegen me aan te drukken. En op dat moment voelde ik dat er iemand onder mij was. Ik kon niet anders dan op hem gaan staan. “Voor mijn neus waren tralies,” vertelt Michail Koezenkov, “De uitgangen sluiten ze ’s nachts af met een harmonicahek. Ze waren open, maar niet helemaal. Sommige agenten gedroegen zich niet bepaald menselijk, laat ik het zo zeggen, die zeiden tegen ons: dit is jullie verdiende loon. Maar er waren ook agenten die veel fans hebben gered. Ik weet nog goed dat ze een man die vlak naast mij lag wisten weg te trekken. Toen begreep ik hoe en wat. Ze zeiden tegen ons: houd het nog even vol. We beginnen bovenaan. Ik zag dat ze lijken bij het standbeeld van Lenin neerlegden. Ik weet niet hoelang ik daar heb gelegen. Maar ik denk dat ik omstreeks tien uur of half elf in het ziekenhuis kwam. Het eerste wat ik wilde doen, was naar huis bellen, naar mijn ouders. Bij de autoriteiten was het al snel doorgedrongen dat er zich een ramp had voltrokken op de trappen van Vak C. De sector werd razendsnel afgezet en de buitenlandse gasten werden weggeleid uit het stadion. De avond na de ramp in het Loezjniki verscheen een piepklein berichtje in de avondkrant van Moskou, waarin melding werd gemaakt van het niet nakomen van de orderegels voor het naar buiten gaan. Het had tot een ongeluk geleid waarbij slachtoffers waren gevallen.
De oorzaken van de ramp zijn complex en controversieel. Er wordt gespeculeerd dat slechts één van de drie uitgangen geopend was, waardoor een enorme drukte ontstond. Toen vijf minuten voor tijd de thuisploeg met 1-0 leidde, wilde al een grote stroom toeschouwers naar buiten. Opeens werd het tweede doelpunt gescoord, waardoor veel mensen weer terug wilden naar hun plek. Het tv-programma Andere Tijden maakte hierover in 2007 een uitzending. Michail Koezenkov zei hierin: “Mensen vielen naar beneden op het beton. En met hun lichamen duwden ze elkaar in dat gedrang. Je kon al niet meer naar beneden, daar lagen mensen. En van achteren duwde de menigte. Er was onvoldoende licht. Mensen boven konden niet zien wat er daar vooraan gebeurde. Zelf stond hij in het midden. “Ik kon mijn benen niet bewegen. Mensen begonnen van alle kanten tegen me aan te drukken. Ik begon al het bewustzijn te verliezen. En op dat moment voelde ik dat er iemand onder mij was. Ik kon niet anders dan op hem gaan staan. Niet dat ik echt op hem stapte, maar ik kon mijn benen niet kwijt. Daardoor waren mijn longen ietsje hoger, en zo kon ik naar lucht happen. Ik had een soort adempauze.
De Sovjetautoriteiten deden er destijds alles aan om deze stadionramp te verzwijgen. Oud-KGB majoor Novostroejev en zijn vrouw verloren die avond in 1982 hun zoon. Zij verhalen over hun eindeloze pogingen om de waarheid boven tafel te krijgen. Voormalig Haarlem-aanvoerder Martin Haar en zijn toenmalige coach Hans van Doorneveld vertellen de Nederlandse kant van het verhaal. En Henk van Gelderen, toenmalig derde secretaris van de Nederlandse Ambassade, komt met een verrassend getuigenverslag.
Sportieve ups en downs en Europees voetbal
In seizoen 1981-1982 werd, met de jonge Ruud Gullit (1979-1982) in de gelederen, zelfs via een 4e plek in de eredivisie Europees voetbal behaald (doelsaldo +16 (57-41)). Gullit en Metgod waren de laatste in een lange rij spelers. De eerste ronde in het EuropaCup III-toernooi (UEFA Cup-toernooi) in het seizoen 1982-1983 overleefde Haarlem tegen het Belgische KAA Gent.
Lees ook: Analyse van de Europese hockeytitel
Na de degradatie naar de eerste divisie in het seizoen 1989-1990, moesten de supporters tot het seizoen 1995-1996 wachten op enig leven vanuit de club. In het seizoen 2004-2005 leek Haarlem heel even weer springlevend. De club was aan de hand van Roy Wesseling een andere weg ingeslagen. Op 1 oktober, als Haarlem haar 115e verjaardag viert, wordt de latere kampioen Heracles Almelo in eigen huis met 0-4 verslagen. Haarlem komt dat seizoen echter niet verder dan een 13e plek. In het seizoen 2005-2006 staat Haarlem na 14 speelronden op een 19e plaats. Op 17 februari 2006 is het na 25 jaar eindelijk weer eens raak voor de Roodbroeken. In Sittard wordt het voor het oog van een kleine 500 Haarlemsupporters 0-3 en pakt Haarlem de 5e periode. Op 10 maart 2006 maakt Helmond Sport een eind aan de record reeks van 16 ongeslagen competitie wedstrijden op rij voor HFC Haarlem. Op dinsdag 11 april 2006 komt Haarlem voor de play-offs uit in en tegen FC Zwolle (1-1). Op 25 september 2007 boekte HFC Haarlem een overwinning in het KNVB bekertoernooi tegen Willem II. HFC Haarlem won de strafschoppenreeks met 4-3 en dus ging HFC Haarlem naar de derde ronde ten koste van Willem II. De rondes daarop werden ook in Noord-Brabant gespeeld tegen respectievelijk FC Eindhoven en RKC. FC Eindhoven werd in de verlenging verslagen met 1-3. RKC werd in de 1/8 finales na penalty's verslagen. In februari wordt de kwartfinale gespeeld tegen Heracles Almelo (26 februari).
Het faillissement en de doorstart als amateurclub
Vanaf november 2009 dreigde een faillissement voor HFC Haarlem. De club had een schuld van 1 miljoen euro en een vordering van de fiscus van 2 ton. Pogingen om de club te redden, onder andere door een beroep te doen op de gemeente Haarlem en Ajax, bleken tevergeefs. Op 11 januari 2010 vroeg de club uitstel van betaling aan. Op 25 januari 2010 werd bekend dat de bewindvoerder het faillissement had aangevraagd, wat kort daarna werd uitgesproken. De club werd uit de competitie gehaald en na 120 jaar hield HFC Haarlem op te bestaan als profclub. Op 28 januari 2010 verloor HFC Haarlem met 3-0 van Excelsior Rotterdam. De club stond op dat moment op de laatste plaats in de Eerste Divisie.
In maart 2010 werd onder de naam "Nieuw HFC Haarlem" een amateurvereniging opgericht, met als doel om vanaf het seizoen 2010/2011 in het amateurvoetbal uit te komen. De leden van Nieuw HFC Haarlem stemden echter eind maart in met het starten van fusiebesprekingen met HFC Kennemerland dat in de tweede klasse van het amateurvoetbal speelde. Op 26 april 2010 werd door de leden van beide verenigingen besloten om inderdaad te fuseren onder de naam Haarlem-Kennemerland.
Klein Haarlem en de Roodbroeken
"Klein Haarlem", zo werd HFC Haarlem aangeduid in het Haarlemse. Immers, in Haarlem speelde een eersteklasseclub met de naam HFC. Dat HFC (Koninklijke HFC, opgericht in 1879) droeg dan ook de naam "groot Haarlem". Tot 1897 sprak men dus over klein en groot Haarlem. Totdat een 5-0-overwinning van "klein Haarlem" op "groot Haarlem" het klassenverschil omdraaide.
De Roodbroeken is inmiddels sinds jaar en dag de bijnaam van HFC Haarlem. Toch waren er in de beginjaren geen rode broeken te bekennen bij de spelers. Tot op een dag twee spelers van "klein Haarlem" een rode broek in een etalage zagen hangen. De daarop volgende wedstrijd kwamen de beide heren in niet enkel een blauwe trui, maar ook met een rode broek het speelveld op. We hebben het dan over de jaren 90, Haarlem is dan tweedeklasser.
Lees ook: Voetbalscorebord Europa
Internationale spelers van HFC Haarlem
Op 10 april 1898 speelde Jan van den Berg als eerste Roodbroek mee in het Nederlands elftal, dat destijds nog niet in het oranje gekleed ging: spelers van diverse clubs lopen gewoon in hun eigen clubkleuren rond. De Nederlandse elf verloren met 7-0. Op 2 april 1899 kwamen er vier Roodbroeken uit voor het Nederlands elftal: Van Wijk, Kremers, Kruseman en de al eens eerder geselecteerde Jan van den Berg. Nog immer in clubtenues werd de wedstrijd tegen een Engels selectieteam met 6-1 verloren. Op 27 mei 1934, tijdens het WK voetbal in Italië, werd Kick Smit de eerste Nederlander die op een WK weet te scoren. In Milaan werd de wedstrijd tegen de Zwitsers echter met 3-2 verloren. Keeper Edward Metgod zal de geschiedenisboeken ingaan als de allerlaatste Roodbroek die ooit uitkwam voor het Nederlands elftal. De middelste van de drie broers stond in Rotterdam onder de lat tegen Frankrijk.
Na Piet Stol komen nog vele spelers uit voor Oranje. Zoals: Gerrit Bouwmeester, Nico de Wolf, Arie Bieshaar, Jur Haak, Henri Baay, Piet Tekelenburg, Martien Houtkooper, Klaas Breeuwer, Wiggert van Daalen sr, Kick Smit, Wim Roosen, Piet Groeneveld, Joop Odenthal en Cees Kuys.
tags: #Europese #wedstrijd #Haarlem #geschiedenis