Een honkbalveld is een zorgvuldig ontworpen speelveld, essentieel voor zowel honkbal- als softbalwedstrijden. Hoewel de velden op elkaar lijken, zijn er cruciale verschillen in afmetingen en lay-out die het spel beïnvloeden. Dit artikel biedt een gedetailleerd overzicht van de afmetingen en indeling van een honkbalveld, met speciale aandacht voor het binnenveld (infield).
Veldindeling: Een Overzicht
Het honkbalveld is opgedeeld in twee hoofdgebieden: het binnenveld (infield) en het buitenveld (outfield). Het binnenveld is een vierkant, vaak de diamant genoemd, met vier honken op de hoeken. Het buitenveld is het grasgebied dat zich uitstrekt buiten het binnenveld tot aan de omheining.
De Honken: De Ankerpunten van het Spel
De vier honken zijn cruciale punten op het veld:
- Thuisplaat (Home Plate): Dit is waar de slagman staat en waar een loper moet eindigen om een punt te scoren. De thuisplaat is het start- en eindpunt van elke scorende ronde.
- Eerste Honk: Gelegen op 27,4 meter van de thuisplaat, in de richting van het rechtsveld. Het eerste honk is vaak het doel voor slagmensen die de bal in het spel brengen.
- Tweede Honk: Op 27,4 meter van zowel het eerste als het derde honk, in het midden van de diamant. Het tweede honk is een strategisch punt voor lopers om in scoringspositie te komen.
- Derde Honk: Op 27,4 meter van de thuisplaat, in de richting van het linksveld. Het derde honk is de laatste basis die een loper moet bereiken om te scoren.
De afstanden tussen de honken vormen een vierkant met zijden van 27,4 meter.
Het Binnenveld (Infield) in Detail
Het binnenveld is het gebied waar de vier honken zich bevinden. Dit gebied bestaat meestal uit een grasgebied rond de pitcher’s mound en een kleigebied tussen de honken. De basislijnen verbinden de honken en markeren het pad van de lopers. Het officiële binnenveld heeft zijden van 27,50 meter.
Lees ook: Het leven van Harry Kruyssen
De Rol van de Pitcher’s Mound
De werper staat op een heuveltje, de pitcher’s mound, in het midden van het binnenveld. Dit heuveltje is 18,4 meter van de thuisplaat verwijderd. Op de heuvel bevindt zich de pitcher’s plate, een rechthoekige rubberen plaat van waar de werper de bal naar de slagman gooit. De werpplaat bevindt zich op een werpheuvel van halfverharding met een hoogte van 25,4 cm. De cirkel van de voet van de werpheuvel heeft een straal van 2,75 meter, en het middelpunt van de werpheuvel ligt 18,00 meter van de punt van de thuisplaat. De voorzijde van de werpplaat ligt 18,45 meter van de punt van de thuisplaat.
Foul Lijnen en Fair Territory
Twee lijnen lopen vanaf de thuisplaat langs de eerste en derde honken naar de buitenveldomheining. Deze lijnen scheiden het fair territory (binnen de lijnen) van het foul territory (buiten de lijnen). Een bal die binnen de foul lijnen landt, is fair, terwijl een bal die daarbuiten landt, fout is.
Waarschuwingsstrook
In het buitenveld, net voor de omheining, ligt een smalle waarschuwingsstrook. Deze strook waarschuwt veldspelers dat ze dicht bij de omheining komen.
Afmetingen: Precisie in Meters
De afmetingen van een honkbalveld variëren afhankelijk van het niveau van het spel en het specifieke veld. Over het algemeen geldt:
- Binnenveld: De afstand tussen de honken is 27,4 meter.
- Buitenveld: De afstand van de thuisplaat tot de buitenveldomheining varieert meestal van 99 meter bij de foul lines tot 122 meter in het middenveld. Een honkbalveld heeft een foutlijn met een lengte van 100 meter en een veldas lengte van 122 meter. Het jeugdhonkbalveld heeft een foutlijn en een veldas beide met een lengte van minimaal 67 meter en maximum 76 meter.
Aanvullende Details en Richtlijnen
Bij de aanleg van een speelveld met standaard afmetingen dient vanwege veiligheidsaspecten te worden uitgegaan van een beschikbaar perceel van minimaal 170 x 170 meter. Het speelveld is het omrasterd gebied waarbinnen het spel reglementair wordt gespeeld. Het speelveld dient vlak en vrij van obstakels te zijn en geheel te worden omsloten door een hekwerk met afsluitbare toegangen (naar buiten draaiend) voor spelers en onderhoudsmachines. Dug-outs zijn onderdeel van het speelveld, maar worden buiten het hekwerk geplaatst. De veldas van het speelveld dient bij voorkeur te worden gesitueerd op de windrichting WZW-ONO. Dit betekent dat de lijn, gemeten vanaf de thuisplaat over het tweede honk, eveneens de genoemde ligging dient te hebben.
Lees ook: Wendy Bussum Honkbal: Jouw nieuwe team?
De 1-meterlijn moet worden getrokken op fout gebied en evenwijdig aan de lijn tussen thuisplaat en eerste honk, op een afstand van 1 meter van de foutlijn, beginnende halverwege de lijn tussen thuisplaat en eerste honk en moet doorlopen tot 1 meter voorbij het eerste honk. Het helpersvak is achter een lijn van (h.b. 6,00 meter en s.b. 4,50 meter) getrokken, evenwijdig aan de foutlijnen op fout gebied bij het eerste en derde honk. Deze lijn begint bij het eerste en derde honk op een afstand van (h.b. 4,50 meter en s.b. 2,40 meter) van de foutlijnen en loopt (h.b. 6,00 meter en s.b. 4,50 meter) in de richting van de thuisplaat.
Belijning en Materialen
Bij kunstgras wordt de belijning (wit) er los ingesneden. Deze belijning is definitief. Kalk, krijt en/of verf moet (vaak) opnieuw aangebracht worden. De belijning die een bepaald gebied begrenst, maakt deel uit van dat gebied. De maatvoering is langs de buitenzijde van deze lijnen. De lijnen dienen wit van kleur te zijn met een breedte van 5 tot 10 centimeter. Het belijningsmateriaal is van kalk, krijt of verf vervaardigd (bij een rode half verharding o.a. en bij kunstgras is dit van wit kunstgras).
Honkbal versus Softbal: Belangrijke Verschillen
Een softbalveld lijkt op een honkbalveld, maar het is kleiner en heeft enkele specifieke kenmerken die het spel uniek maken. Bij softbal is de afstand tussen de honken korter, namelijk 18,3 meter bij slowpitch en 18,29 meter bij fastpitch. Ook de afstand van de pitcher’s plate tot de thuisplaat verschilt: 13,1 meter bij fastpitch softbal en 15,2 meter bij slowpitch.
Lees ook: Wat is het verschil?
tags: #oppervlakte #binnenveld #honkbal #afmetingen