Waterpolo, een dynamische en fysiek veeleisende sport, kent een complex systeem van regels en overtredingen. Persoonlijke fouten vormen een essentieel onderdeel van dit systeem en beïnvloeden het spelverloop aanzienlijk. Dit artikel biedt een gedetailleerd overzicht van de regels omtrent persoonlijke fouten in waterpolo, inclusief de verschillende soorten overtredingen en de bijbehorende sancties. Het doel is om spelers, coaches, scheidsrechters en toeschouwers een helder inzicht te geven in dit aspect van de sport.
Spelregels in het Kort
Waterpolo wordt gespeeld in vier periodes (kwarten) van maximaal acht minuten, met een pauze van één minuut tussen de kwarten. De tijd wordt stilgezet bij overtredingen, doelpunten en andere dode spelmomenten, waardoor een kwart in werkelijkheid tussen de twaalf en vijftien minuten duurt. Naast de wedstrijdklok is er ook een schotklok van 30 seconden. Binnen deze tijd moet een team een schot op het doel hebben gedaan, anders gaat het balbezit naar de tegenstander. Deze schotklokregel geldt vanaf de C-jeugd.
Elk team bestaat uit zeven spelers, inclusief de doelman. Het thuisspelende team draagt witte badmutsen, het uitspelende team blauwe, en de doelman een rode. Tijdens dode spelmomenten mogen spelers onbeperkt wisselen. Een doelpunt wordt gescoord door de bal in het doel van de tegenstander te werpen. Het team met de meeste doelpunten wint de wedstrijd.
Algemene Overtredingen en Persoonlijke Fouten
Overtredingen in waterpolo leiden vaak tot een vrije bal voor de tegenstander. Zwaardere overtredingen kunnen resulteren in een uitsluiting van 20 seconden of langer, afhankelijk van de ernst van de overtreding. Een speler die drie persoonlijke fouten (P's) heeft verzameld, krijgt een rode vlag en wordt uitgesloten van de rest van de wedstrijd. Deze uitsluiting staat los van een UMV (uitsluiting met vervanging) of UMV/4 (uitsluiting met vervanging na 4 minuten).
Specifieke Persoonlijke Fouten en Sancties
Hieronder volgt een uitwerking van specifieke acties die als persoonlijke fouten worden beschouwd, en de bijbehorende sancties volgens de waterpoloregels:
Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht
- Het water verlaten zonder toestemming: Het is niet toegestaan om het water te verlaten, of op de trappen of de zijkant van het zwembad te zitten of staan, tenzij er sprake is van een ongeval, blessure, ziekte of met toestemming van een scheidsrechter.
- Belemmeren van bewegingsvrijheid: Het belemmeren of op een andere manier verhinderen van de bewegingsvrijheid van een tegenstander die de bal niet vasthoudt, inclusief het zwemmen op de schouders, rug of benen van de tegenstander. Dit wordt gezien als een persoonlijke fout.
- Tactische fout: Het maken van een overtreding door een verdediger op een speler van het team in balbezit, met de bedoeling de voortgang van de aanval te stoppen. Dit geldt overal in het speelveld.
- Wangedrag: Schuldig zijn aan wangedrag, waaronder het gebruik van onacceptabele taal, agressief spel, het weigeren gehoorzaam te zijn of het tonen van gebrek aan respect voor een scheidsrechter of official.
Ernstige Overtredingen en Uitsluitingen
Sommige overtredingen worden als ernstiger beschouwd en leiden tot zwaardere straffen:
Gewelddadige handelingen: Een gewelddadige handeling begaan, waaronder trappen, slaan of een poging tot trappen of slaan met kwade bedoelingen, tegen een tegenstander of official, tijdens het daadwerkelijke spel, tijdens spelonderbrekingen, time-outs, nadat een doelpunt is gescoord of tijdens pauzes tussen spelperioden.
- Indien dit tijdens de wedstrijd gebeurt, wordt de speler uitgesloten voor de rest van de wedstrijd en moet hij de zwemzaal verlaten. De tegenpartij krijgt een strafworp.
- Wanneer het incident zich voordoet tijdens een onderbreking, time-out, na een doelpunt of in de pauze tussen spelperioden, wordt de speler uitgesloten voor de rest van de wedstrijd en moet hij de zwemzaal verlaten, maar er wordt geen strafworp toegekend. De speler mag na vier minuten werkelijke speeltijd worden vervangen.
- Als beide scheidsrechters tegelijkertijd fluiten voor gewelddadige acties tegen spelers van beide teams, worden beide spelers uitgesloten voor de rest van de wedstrijd met vervanging na vier minuten werkelijk spel. Het team dat balbezit had, neemt eerst een strafworp, gevolgd door het andere team.
- In het geval spelers van beide teams tegelijk worden uitgesloten tijdens het spel, worden beide spelers uitgesloten voor 20 seconden tot zich één van de voorvallen bedoeld in VI.9.3 zich voordoet, of bij de volgende wisseling van balbezit. De schotklok wordt niet teruggezet. De wedstrijd wordt hervat met een vrije worp voor het team dat in balbezit was. Als geen van beide teams balbezit had toen de spelers tegelijk werden uitgesloten, wordt de schotklok teruggezet op 30 seconden en wordt de wedstrijd hervat met een neutrale inworp.
Verstoren van een strafworp: Het verstoren van het nemen van een strafworp. De speler die de overtreding maakt wordt uitgesloten van de rest van de wedstrijd met vervanging nadat één van de voorvallen bedoeld in VI.9.3 zich voordoet. De strafworp wordt gehandhaafd of overgenomen als dat van toepassing is. De scheidsrechters mogen het VAR-systeem gebruiken om vast te stellen of er sprake is geweest van het verstoren van de strafworp.
Onjuiste positie bij strafworp: Het niet innemen van de juiste positie op de doellijn door de keeper die verdedigt, bij het nemen van een strafworp nadat de scheidsrechter hier eenmaal de opdracht toe heeft gegeven.
Overige Regels met Betrekking tot Overtredingen
- Snelle vrije worp: Een speler die een vrije worp heeft gekregen, moet de bal zonder onnodige vertraging in het spel brengen, daarbij inbegrepen door te plaatsen of door te schieten, als dat is toegestaan door de spelregels.
- Onjuist betreden van het speelveld: Het op onjuiste wijze in het speelveld komen van een uitgesloten speler of het op onjuiste wijze in het speelveld komen van een wisselspeler, waaronder het niet volgen van VI.2.6, VI.2.7 en VI.9.3.
- Procedure na doelpunt: Nadat er een doelpunt is gescoord, zal de scheidsrechter het spel niet herbeginnen voordat alle vervangingen hebben plaats gevonden. De scheidsrechters zullen er voor zorgen dat het juiste aantal spelers in het water ligt alvorens het spel te beginnen. Wanneer de wedstrijd begint met spelers die op dat moment geen recht van spelen hebben (b.v. iemand met 3 P’s) moet de wedstrijd opnieuw worden gestart en moet de tijd worden terug gezet.
- Fouten en vrije worpen: Het is niet nodig te fluiten voor een gewone fout en een vrije worp te geven aan iemand van de balbezittende ploeg.
- Neutrale inworp: Bij een neutrale inworp gooit de scheidsrechter de bal in de lucht ongeveer op de zelfde positie waar de bal zich bevond op het moment van de onderbreking.
- Consequente toepassing: Het is erg belangrijk dat de scheidsrechters de regels juist en consequent toepassen gedurende de gehele wedstrijd.
- Zware fouten: Voor een zware fout moet altijd worden gefloten, ongeacht of het de aanvallende of de verdedigende situatie betreft.
- Technische fouten: Voor technische fouten zijn beide scheidsrechters verantwoordelijk. Het is niet belangrijk welke scheidsrechter de fout maakt, want de andere heeft altijd de mogelijkheid deze te corrigeren. Een technische fout is b.v. De speler moet de strafworp van de 5-meterlijn nemen. Hij moet zich op de 5-meterlijn opstellen en de strafworp moet worden genomen op het fluitsignaal van de scheidsrechter en de speler mag zich niet binnen de 5-meterlijn begeven voordat de bal de hand van de speler heeft verlaten.
Rol van de Scheidsrechter en Spelregelcommissie
De scheidsrechter speelt een cruciale rol bij het handhaven van de regels en het toekennen van straffen. Indien nodig, gebruikt de scheidsrechter gele en rode kaarten om teamofficials, wisselspelers en spelers in het water onder controle te houden. Een rode kaart betekent dat de betreffende persoon het zwembad onmiddellijk moet verlaten. Wanneer de hoofdcoach wordt uitgesloten, mag een andere teamofficial hem vervangen, maar zonder de rechten van de hoofdcoach. De teamofficial mag niet van de spelersbank weglopen, maar kan wel om een time-out vragen.
Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo
De spelregelcommissie (SC) is de enige instantie in Nederland die uitsluitsel kan geven over de juiste regels en hoe deze worden toegepast. De SC communiceert met officials en beantwoordt vragen over de regels.
Onsportief Gedrag en Simulatie
Een scheidsrechter kan een gele kaart tonen als een speler zich schuldig maakt aan onsportief gedrag of simulatie. De gele kaart wordt getoond aan het team dat de overtreding maakt, en de scheidsrechter wijst de betreffende speler aan.
Procedures bij Uitsluitingen
Spelers die voor de rest van het spel worden uitgesloten (UMV of UMV/4) moeten de zwemzaal verlaten. Dit geldt niet voor spelers die drie persoonlijke fouten (P’s) hebben gekregen.
Wanneer een speler wordt uitgesloten voor de rest van de wedstrijd, beoordeelt de toernooileiding alle omstandigheden van de overtreding, in het bijzonder de ernst ervan. De leiding kan de zaak doorverwijzen naar de Aquatics Integrity Unit als consequenties buiten het toernooi overwogen moeten worden. Als meer dan drie leden van hetzelfde team, inclusief teamofficials, worden uitgesloten van een wedstrijd, wordt dat team gediskwalificeerd en verliest het met 5-0, tenzij het doelsaldo op het moment van de derde uitsluiting hoger was.
Het Speelveld en de Bal
Het speelveld varieert per categorie. Pupillen spelen op een klein veld van 15 meter met kleine goals. Dames en heren spelen op een groot veld van 25 meter. Bij internationale wedstrijden wordt vaak op een veld van 30 meter gespeeld. De grootte van de waterpolobal varieert ook per categorie. De jongste jeugd speelt met een mini-polo bal, dames met een damesbal en heren met de grootste variant.
Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham
tags: #waterpolo #persoonlijke #fouten #regels