De Geschiedenis van het Surinaamse Vrouwenvoetbal

Inleiding

De geschiedenis van het Surinaamse vrouwenvoetbal is een verhaal van pioniers, doorzettingsvermogen en de overwinning van maatschappelijke barrières. Ondanks de uitdagingen en soms moeilijke omstandigheden hebben Surinaamse vrouwen altijd een passie voor voetbal gehad en hebben ze een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de sport in Suriname en daarbuiten. Dit artikel belicht de belangrijkste momenten en gebeurtenissen in de Surinaamse vrouwenvoetbalgeschiedenis, van de eerste wedstrijden tot de huidige generatie speelsters.

De Vroege Jaren: Introductie van het Damesvoetbal

Het damesvoetbal in Suriname werd in 1954 geïntroduceerd door de sportvereniging Elvedo. In mei 1954 organiseerde Elvedo de eerste damesvoetbalwedstrijd in Suriname. De twee teams, beiden bestaande uit leden van Elvedo, namen de namen Flores en Americanos aan om verwarring te voorkomen. Deze wedstrijd markeerde een belangrijk moment in de geschiedenis van het Surinaamse vrouwenvoetbal, omdat het de eerste formele georganiseerde wedstrijd was die uitsluitend voor vrouwen was bedoeld.

In juli 1960 kwam een Engels en een Schots damesvoetbalteam naar Suriname. Op vrijdag 15 juli 1960 speelden ze een uitstekende voetbalwedstrijd in het toenmalige Suriname Stadion. Dit evenement stimuleerde de motivatie om damesvoetbal in Suriname verder te ontwikkelen. De aanwezigheid van internationale teams en de positieve reactie van het publiek gaven een nieuwe impuls aan de populariteit van het vrouwenvoetbal in het land.

Op 30 april 1961 organiseerde de Moengo Sport Organisatie een jeugdvoetbalcompetitie, waar ook twee damesteams hun vaardigheden konden laten zien op het veld. Deze deelname aan een jeugdcompetitie was een belangrijke stap voorwaarts, omdat het de integratie van vrouwenvoetbal in de reguliere sportactiviteiten bevorderde en de weg vrijmaakte voor verdere ontwikkeling.

Oema Soso: Een Nieuw Tijdperk in het Surinaamse Vrouwenvoetbal

Een cruciaal moment in de geschiedenis van het Surinaamse vrouwenvoetbal was de oprichting van Oema Soso op 18 januari 1977. Oema Soso was een van de eerste georganiseerde damesvoetbalteams in Suriname en speelde een belangrijke rol in de promotie en ontwikkeling van de sport. Naast Oema Soso namen ook Elda en Edo deel aan toernooien in deze periode.

Lees ook: Alles over het WK Handbal voor Vrouwen

Op vrijdag 22 september 1978 werd de finale gespeeld tussen Oema Soso en Elda. Deze finale was een hoogtepunt voor het Surinaamse vrouwenvoetbal en trok veel aandacht van zowel de media als het publiek. Het succes van Oema Soso en de populariteit van de wedstrijden droegen bij aan de verdere groei van het damesvoetbal in Suriname.

Surinaamse Voetballers in Nederland: Pioniers in het Buitenland

Surinaamse voetballers spelen al sinds de jaren dertig in Amsterdamse competities. Hoewel ze succes hadden op het veld, werden ze geconfronteerd met maatschappelijke uitsluiting en discriminatie. De Surinam Boys, opgericht in 1938, waren geliefd bij de Amsterdamse sportgemeenschap. Op 2 juli 1936 kwamen maar liefst 350 mensen naar een feest van de Surinam Boys, die in de tweede klasse van de Amsterdamse Volksvoetbalbond speelden. De aanwezige voetbalbestuurders, waaronder bondsvoorzitter W.F. van der Lee, prezen de club. Het hoogtepunt was de overhandiging van een clubvlag in blauw en wit met daarop het Surinaamse wapen. Een week later veroverden de Surinam Boys het kampioenschap in hun debuutseizoen, waarbij ze slechts twee van de zestien wedstrijden verloren.

De KNVB registreerde op 7 november 1932 de Amsterdamse voetbalvereniging Paramaribo, die volledig uit Surinaamse spelers bestond. Deze club speelde echter nooit in competitieverband en stapte na enkele maanden over naar de Rode Sport Eenheid, gelieerd aan de Communistische Partij. In 1935 organiseerde Paramaribo een voetbaldag met de vrouwenteams van The Franklin Girls en Olympia.

De Surinam Boys bestond uit spelers waarvan de meesten in Paramaribo waren geboren, met één speler uit Nickerie. Velen waren via de scheepvaart naar Nederland gekomen. Charles Wolff werkte als stoker op de grote vaart en vestigde zich in 1929 in Nederland. Albert Wittenberg pendelde bij de KNSM tussen Paramaribo en Amsterdam tot hij Janna Jetten ontmoette. Joseph Sweet tekende in 1928 in Paramaribo als soldaat voor het Koninklijk Nederlands Indisch Leger en vertrok na zijn dienst naar Amsterdam.

De eerste Surinamers in Nederland werden echter niet altijd met open armen ontvangen. Hoofdcommissaris Hendrik Versteeg stuurde op 7 december 1936 een rapport naar burgemeester De Vlugt waarin hij melding maakte van cafés met Surinaams personeel en Nederlandse vrouwen die deze gelegenheden bezochten. Versteeg beschouwde alle zwarte Surinamers als misdadig en drong aan op maatregelen. Vanaf 1 januari 1937 mochten er geen zwarte Surinamers meer in de Amsterdamse horeca en muziekwereld werken. Door dit beroepsverbod verloren minstens achttien Surinamers hun baan, waaronder drie spelers van de Surinam Boys.

Lees ook: Klassen en competities dameszaalvoetbal

Surinaamse Migranten in Nederland: Uitdagingen en Integratie

In het begin van de twintigste eeuw verliet slechts een kleine groep migranten Suriname, maar na de onafhankelijkheid vertrok ruim een kwart van de bevolking naar Nederland. Ze ontvluchtten de economische malaise, corruptie, etnische verdeeldheid en politieke uitzichtloosheid. Binnen het Koninkrijkstatuut van 1954 was het niet mogelijk een visumplicht op te leggen aan rijksgenoten.

In de jaren dertig kwamen vooral zonen van de elite naar Nederland om te studeren. Vanaf 1948 kregen studenten uit de middenklasse een koloniale beurs of werkten ze naast hun studie. In 1954 startten bedrijven als NDSM, Verolme en AKU een wervingsactie in Suriname vanwege een tekort aan arbeidskrachten.

Een van de eerste Surinaamse voetballers in Nederland was Humphrey Mijnals, die in 1956 vertrok. Hij maakte gouden momenten mee, maar kreeg ook te maken met racisme. In 1960 werd hij als eerste buitenlander geselecteerd voor Oranje, maar na drie wedstrijden werd hij niet meer opgesteld omdat hij de KNVB zou hebben beledigd.

Begin jaren zeventig kreeg de migratie uit Suriname het karakter van een vlucht. Tussen 1975 en 1980 arriveerden er honderden Surinamers per dag in Nederland. In het najaar van 1975 arriveerden er soms wel duizend Surinamers op één dag. Surinamers zonder woonruimte kraakten flats in de Bijlmer.

Hilly Axwijk arriveerde met haar dochter in Nederland, gevolgd door haar drie zoons. Ze ging in de Bijlmer wonen en werd maatschappelijk werkster. Ze zette zich in voor de ongeveer 45.000 Surinaamse vrouwen in de Bijlmer.

Lees ook: Meer informatie over het kampioenschap vrouwenhockey.

De Culturele Impact: Kwakoe en Koto

Het Kwakoefestival begon als een zomervoetbaltoernooi op de velden van SV Bijlmer in Amsterdam Zuidoost. Het groeide uit tot een groot multicultureel evenement met kraampjes Surinaamse bloedworst, schaafijs, barbecue, roti, informatiekraampjes, sport- en spelactiviteiten, muziek, dans, de ‘Miss Kwakoeverkiezing’ en debatten. In 2003 stond het festival in het teken van ‘de vrouw’.

In het Koto Museum in Paramaribo draait alles om de geschiedenis van de koto, de traditioneel Creools-Surinaamse vrouwenkleding. Samen met de koto draagt de kotomisi (de vrouw die de koto draagt) vaak nog een jaki (bovenkleding) en een angisa. De angisa is een gesteven doek die als hoofddeksel gedragen wordt en kan boodschappen overbrengen.

Recente Ontwikkelingen en Huidige Situatie

In 2017 voelden Surinaamse Nederlanders zich minder thuis in Nederland, ondanks hun relatief goede structurele positie. Veel Surinamers, vooral Creolen en Marrons, pendelen tussen Nederland en Suriname. De tweede generatie trouwt vaker met partners uit andere etnische groepen, vooral Nederlandse autochtonen. Surinamers werken in diverse bedrijfstakken, met veel vrouwen in de gezondheids- en welzijnszorg.

tags: #Surinaamse #vrouwen #voetbal #geschiedenis