Inleiding
Hoewel voetbal de meest populaire sport in Suriname is, heeft rugby ook een bescheiden maar significante geschiedenis in het land. Dit artikel duikt in de vroege wortels van de sport in Suriname, de ontwikkeling ervan door de jaren heen, en belicht enkele belangrijke spelers die een rol hebben gespeeld in de vorming van de Surinaamse rugby-identiteit.
Vroege Voetbalinvloeden en de Opkomst van Rugby
In de vroege 20e eeuw stond Demerara (Brits-Guyana) al een heel eind voor op Suriname op voetbalgebied. Ondanks de duidelijke achterstand voelde men in Suriname veel voor een ontmoeting. De historische ontmoeting vond plaats op 17 augustus 1915. Suriname verloor deze wedstrijd met 5 - 0. De volgende middag ging een militair elftal even roemloos ten onder en wel met 6 - 0.
Sergeant H. Veerkamp ergerde zich in 1922 zo aan de voetbalwedstrijd tussen Sparta en Juliana, die op het eerste sportveld van Curaçao, Mundo Nobo, gespeeld werd, dat hij een brief van drie kolommen naar de Amigoe di Curaçao stuurde. Sparta, dat grotendeels bestond uit spelers van het eiland, had er, schreef hij, weinig van begrepen. Het mooie voetbalspel werd verkracht, het spel ontaardde in een soort rugby en de ‘drommen kijk- en schreeuwlustigen’, niet gehinderd door spelkennis, wilden alleen maar Sparta zien winnen.
Net als in Suriname stonden op Curaçao Nederlandse matrozen en garnizoensinfanteristen aan de basis van de gereglementeerde voetbalsport. KNIL-officieren zoals Frederik ‘Frits’ Hirschmann, telg uit een bekend voetbalgeslacht, vonden sport een wezenlijk onderdeel van de militaire training. Hij was eerst in Nederlands-Indië en van 1909-1913 in Suriname gelegerd en in beide gevallen een actief voetbalpromotor. De Militaire Voetbalclub Juliana ontstond op zijn initiatief en was de eerste die een wat langer leven beschoren was. Ook van de voetbalcultuur van buurland Brits-Guyana - dat al in 1902 een eigen Football Federation kende - ging een stimulerende werking uit.
Hoewel er in de vroege jaren enige verwarring was tussen voetbal en rugby, en voetbal de overhand had, is het aannemelijk dat de eerste kennismakingen met rugby in Suriname via deze vroege voetbalcontacten zijn ontstaan.
Lees ook: Ontdek de sleutelmomenten in de ontwikkeling van het Surinaamse vrouwenvoetbal
Humphrey Mijnals: Een Pionier in het Nederlandse Voetbal en Inspiratiebron
Een cruciale figuur in de Surinaamse sportgeschiedenis is Humphrey Mijnals. Hoewel hij vooral bekend is als voetballer, en de eerste Surinaamse profvoetballer in Nederland werkte, is zijn verhaal van belang voor de context van sport in Suriname.
Mijnals werd geboren in 1930 in het bauxietstadje Moengo en verhuisde op 12-jarige leeftijd met zijn ouders naar Paramaribo. Hij sloot zich aan bij de populaire voetbalvereniging Robin Hood. In 1956 vertrok hij naar Nederland om te voetballen bij Elinkwijk. Hij werd al snel een opvallende figuur in het overwegend witte Nederland van die tijd.
Op 3 april 1960 debuteerde Mijnals in het Nederlands elftal. Hij speelde nog twee keer in Oranje, tegen België en Suriname. Voor het Surinaams nationale team kwam hij daarna nog zo’n 45 keer uit. In 1999 werd Mijnals verkozen tot Surinaams voetballer van de eeuw.
Zijn succes in Nederland en zijn latere betrokkenheid bij het Surinaamse voetbal maakte hem tot een inspiratiebron voor veel jonge sporters in Suriname, mogelijk ook voor degenen die later voor rugby kozen.
Surinaamse Voetballers in Amsterdamse Competities
Surinaamse voetballers spelen al sinds de jaren dertig in Amsterdamse competities. Op het veld hadden ze succes, maar hun maatschappelijke uitsluiting werpt breder licht op de onversneden discriminatie door de politie en gemeente Amsterdam. De Surinam Boys in 1938. De eerste Surinamers in het Nederlandse voetbal waren geliefd bij de Amsterdamse sporters. Op 2 juli 1936 kwamen maar liefst 350 mensen naar een feest van de Surinam Boys, spelend in de tweede klasse van de Amsterdamse Volksvoetbalbond.
Lees ook: Oud-voetballers uit Suriname
De Leidse student Kasper Veldhuis ontdekte dat de KNVB op 7 november 1932 de Amsterdamse voetbalvereniging Paramaribo had geregistreerd, compleet bestaande uit Surinaamse spelers. Deze club speelde alleen nooit in competitieverband, omdat zij na enkele maanden overstapte naar de Rode Sport Eenheid, gelieerd aan de Communistische Partij. Tussen de Surinaamse club en de voetbalbond kwam het nooit meer goed. In de plaats van Paramaribo kwam Surinam Boys, waarvan tien spelers waren geboren in Paramaribo en één in Nickerie. De overgrote meerderheid had in Suriname alleen op de lagere school gezeten voordat ze hun geboorteland verlieten.
De eerste Surinamers in Nederland waren niet geliefd bij de Amsterdamse overheid. Op 7 december 1936 stuurde hoofdcommissaris Hendrik Versteeg een rapport aan burgemeester De Vlugt. Hij deed hierin verslag van enkele cafés in het centrum met veel zwart Surinaams personeel, zoals The Negro Kit Cat Club in de Wagenstraat. Burgemeester De Vlugt stemde hiermee in zodat er vanaf 1 januari 1937 geen zwarte Surinamers meer mochten werken in de Amsterdamse horeca en muziekwereld.
De Rol van Sport in Koloniale Verhoudingen
Sergeant Veerkamps brief laat zich lezen als een voorbeeld van hoe sport destijds een afspiegeling vormde van de complexe koloniale verhouding tussen Nederland en ‘de West’. Net als in Suriname stonden op Curaçao Nederlandse matrozen en garnizoensinfanteristen aan de basis van de gereglementeerde voetbalsport. KNIL-officieren zoals Frederik ‘Frits’ Hirschmann, telg uit een bekend voetbalgeslacht, vonden sport een wezenlijk onderdeel van de militaire training. Hij was eerst in Nederlands-Indië en van 1909-1913 in Suriname gelegerd en in beide gevallen een actief voetbalpromotor.
Het ging hierbij niet om zomaar wat tegen een rond object trappen, zoals al langer gebruikelijk was, maar om voetbal als ‘beschaafde’ sport, volgens de regels en standaarden die daarbij hoorden. Precies zo deden de Britten het, bij wie sport een succesvol onderdeel was van het opleggen van Britishness - een verzamelnaam voor een geheel van Engelse gewoonten, tradities en zelfbeelden.
Stoddart stelde de vraag waarom Engeland toch zo lang in staat was geweest om de macht te behouden in dat grote Empire. Bureaucratisch en militair gezien was er daarvoor te weinig power. Stoddart zocht het antwoord in sport, dat volgens hem een van de belangrijkste vehikels was geweest van ‘cultural power’: het succesvol overbrengen van Britishness.
Lees ook: SZVB: Achtergrond en groei
Surinaamse Rugby Spelers in Nederland
In de jaren vijftig richtte de Nederlandse aandacht zich ook op Curaçao. Dat gebeurde niet door één van de bekendere verenigingen, maar door het Nijmeegse NEC. Via bemiddeling kreeg NEC het gedaan dat Moises Bicentini een contract tekende. Bij NEC zag men zijn komst met enige paternalistische zorg tegemoet. Omdat men bang was dat hij het wellicht als eenling moeilijk zou vinden in Nijmegen, mocht hij iemand meenemen. Die iemand werd Pedro Koolman. Op 21 juli 1957 kwamen de voetballers aan op Schiphol; ze zagen er volgens De Gelderlander exotisch uit.
Op straat werden ze nagekeken en in hun hotel was het een komen en gaan van mensen die een praatje wilden komen maken. De medespelers moesten aanvankelijk wennen aan twee nieuwe spelers in de kleedkamer, met name aan Bicentini, die behalve donker ook lang was en meer opviel dan de lichtere en kleinere Koolman. Op hun beurt moesten de Curaçaose voetballers acclimatiseren: spelen op gras in plaats van zand en het tragere voetbal in Nederland waren nieuw voor hen.
Zijn harde schoten, die in menige wedstrijd doorslaggevend waren, zorgden voor een duidelijk frame: niet dat van de begaafde voetballer, maar van de zwarte oerkracht. Al een maand na aankomst was de reputatie van ‘de kleurling Bicentini’ gevestigd. Ook in landelijke kranten bleef de‘donkere kleurling’, de ‘donkerhuidige Bicentini’ geen onbekende.
De Ontwikkeling van Rugby in Suriname Zelf
Ondanks de uitdagingen heeft rugby in Suriname een eigen identiteit ontwikkeld. De sport wordt voornamelijk beoefend door lokale spelers, met een groeiende interesse van jongeren. Er zijn verschillende rugbyclubs in Suriname, die regelmatig wedstrijden en toernooien organiseren. Deze clubs spelen een cruciale rol in de ontwikkeling van de sport en bieden een platform voor jonge talenten om hun vaardigheden te ontwikkelen.
De Toekomst van Surinaamse Rugby
De toekomst van het Surinaamse rugby ziet er rooskleurig uit. Met de groeiende populariteit van de sport en de inzet van lokale clubs en trainers, is er een solide basis voor verdere ontwikkeling. Het aantrekken van diaspora-spelers zou een enorme boost kunnen geven aan het niveau van het Surinaamse rugby.
tags: #Surinaamse #rugby #geschiedenis #en #spelers