Springen tijdens strafworp basketbal: de regels uitgelegd

Basketbal is een dynamische sport met een verscheidenheid aan regels die het spel reguleren. Een belangrijk onderdeel van het spel is de strafworp, een kans voor een speler om een punt te scoren zonder verdediging. Dit artikel gaat dieper in op de regels rondom de strafworp, met name het springen tijdens de uitvoering ervan.

Wat is een Vrije Worp?

Vrije worpen worden pas vanaf de D-leeftijd gegeven, afhankelijk van het spelniveau en de vaardigheid van de teams. Een speler krijgt een vrije worp toegekend wanneer hij/zij in de aanval is en de verdediger een zware, vaak bewuste overtreding maakt. Voorbeelden hiervan zijn het duwen van de tegenstander, onbesuisd inlopen tijdens een schotpoging, trekken aan het shirt of vasthouden.

Er is echter een verschil tussen een bewuste overtreding en een spelhervatting. Bij een spelhervatting, bijvoorbeeld wanneer twee spelers recht omhoog springen en er contact is, wordt er geen vrije worp gegeven. Het cruciale verschil is of er een vrije (schot)kans verloren gaat. Als een verdediger bijvoorbeeld hard inloopt tegen een aanvaller die net een schotpoging deed, resulteert dit in een strafworp.

Wanneer de scheidsrechter fluit, is het belangrijk om te kijken waarvoor hij fluit. Bij een vrije worp steekt hij zijn arm omhoog met de hand plat omhoog. Na dit gebaar geeft hij aan waarom de vrije worp wordt toegekend en steekt vervolgens opnieuw zijn hand omhoog.

De Uitvoering van de Vrije Worp

Er is geen vaste manier om een vrije worp te nemen, maar er zijn wel regels waaraan voldaan moet worden. De aanvaller (A1) staat met zijn voet achter de strafworpstip, op 2.5 meter van de paal. Nadat de scheidsrechter heeft gefloten, heeft de speler 4 seconden om de bal in het spel te brengen.

Lees ook: Duiken keepers echt bij penalty's?

De bal is in het spel gebracht wanneer:

  • De bal komt buiten de 2.5 meter vrije worp cirkel.
  • Een verdediger de bal raakt.
  • De bal heeft 1 meter afgelegd en een andere aanvaller (bijv. A2, A3 of A4) raakt de bal aan.

Zodra de bal in het spel is, mag er mee geschoten worden of gedaan worden wat men wil. Meestal gaat de bal terug naar de A1 speler voor een schot, maar dit is niet verplicht. Als A4 bijvoorbeeld onverdedigd is, kan er direct geschoten worden.

De scheidsrechter laat de 4 seconden ingaan zodra de aanvaller A1 de bal heeft of had kunnen hebben. Het is dus belangrijk om niet te treuzelen met het pakken van de bal of het positioneren achter de stip.

Zodra de speler A1 een kleine beweging maakt nadat de scheidsrechter heeft gefloten, mogen de verdedigers in de cirkel komen en A1 verdedigen. De aanvaller A1 moet ervoor zorgen dat zijn/haar voet direct achter de strafworpstip staat en niet tussen de benen van de verdediger. De andere aanvallers (A2, A3 en A4) mogen niet op de lijn van de strafworpcirkel staan en moeten minimaal 2.5 meter afstand van elkaar houden.

Als verdediger is het belangrijk om altijd tussen de aanvaller en de paal te staan en je hand verdedigend op te steken. Zodra de aanvaller A1 zich beweegt (de bal mag nog in zijn handen zijn), mag je de vrije worp cirkel inlopen. Verdedigers proberen vaak met hun armen voor de handen van A2 en A3 te "hangen" om te voorkomen dat ze de bal kunnen vangen, maar ze mogen de armen van de aanvallers niet raken en hun armen moeten stil hangen. Het is niet toegestaan om tussen de benen van de aanvaller te staan. De verdedigers hoeven onderling geen afstand van 2.5 meter te houden.

Lees ook: Aanpassingen korfbal bij zwangerschap

Als je als verdediger denkt dat een aanvaller iets fout doet, bijvoorbeeld zijn voet staat op de lijn, roep dit dan zodra de scheidsrechter heeft gefloten. Als zowel een verdediger als een aanvaller verkeerd staan, krijgt de verdediging een spelhervatting.

Springen tijdens de strafworp: is het toegestaan?

De informatie die de gebruiker heeft verstrekt geeft geen expliciet antwoord op de vraag of springen tijdens een strafworp is toegestaan. Er wordt wel benadrukt dat er geen vaste manier is om een vrije worp te nemen. Het is dus aan de speler en de trainer om te bepalen hoe de vrije worp wordt uitgevoerd, zolang de regels worden nageleefd.

Om deze vraag te beantwoorden, is het belangrijk om de officiële basketbalregels te raadplegen. De FIBA-regels (de internationale basketbalfederatie) en de NBA-regels (de Amerikaanse professionele basketbalcompetitie) zijn de meest toonaangevende regelgevingen.

FIBA-regels:

Volgens de FIBA-regels moet de speler tijdens de vrije worp achter de vrije worp lijn staan. De voeten van de speler mogen de lijn niet raken of overschrijden totdat de bal de ring heeft geraakt. De regels specificeren niet expliciet of springen is toegestaan, maar de interpretatie is dat de speler een constante positie moet behouden achter de lijn. Een kleine beweging is toegestaan, maar een duidelijke sprong zou als een overtreding kunnen worden beschouwd, omdat de speler dan de lijn overschrijdt voordat de bal de ring raakt.

NBA-regels:

De NBA-regels zijn iets specifieker. De speler moet achter de vrije worp lijn staan en mag de lijn niet raken of overschrijden totdat de bal de ring heeft geraakt. De regels verbieden expliciet het springen tijdens de vrije worp.

Lees ook: Tips voor snellere wedstrijden

Conclusie:

Hoewel de FIBA-regels niet expliciet verbieden om te springen, is het in de praktijk niet gebruikelijk en kan het als een overtreding worden beschouwd als de speler de lijn overschrijdt voordat de bal de ring raakt. De NBA-regels verbieden het springen tijdens de vrije worp expliciet.

Tactische Overwegingen

Hoewel springen tijdens de vrije worp over het algemeen niet is toegestaan, zijn er wel tactische overwegingen rondom de uitvoering van de vrije worp. Zoals eerder vermeld, is het belangrijk om de tegenstander te verrassen en je kansen te verhogen. Dit kan bijvoorbeeld door:

  • Een onverwachte pass naar een andere speler.
  • Een snelle schotpoging als een speler onverdedigd is.
  • Het variëren van de routine voor de vrije worp om de tegenstander te ontregelen.

Het is belangrijk om te onthouden dat de basisregels altijd leidend zijn. Creativiteit en tactiek zijn belangrijk, maar mogen nooit ten koste gaan van het naleven van de regels.

Andere belangrijke basketbalregels

Naast de regels rondom de vrije worp, zijn er nog andere belangrijke regels in het basketbal die het spel bepalen:

  • Goaltending: Een bal die richting de basket geworpen wordt, die zich in neerwaartse richting beweegt en de ring van de basket nog niet aangeraakt heeft, mag niet door een verdediger aangeraakt of geblokkeerd worden.
  • Dribbelen: Zodra de speler met balbezit stopt met dribbelen, mag hij of zij met de voeten nog twee keer de grond aanraken; daarna moet de bal weggepasst zijn of moet er op de basket geschoten worden. Een speler mag niet opnieuw beginnen met dribbelen nadat hij gestopt is (dubbele dribbel).
  • 8-secondenregel: Een team moet binnen 8 seconden de eigen helft verlaten en de helft van de tegenstander betreden.
  • 24-secondenregel (shot clock): Een team heeft maximaal 24 seconden om een schotpoging te ondernemen. Raakt de bal de ring van de basket aan, begint de klok opnieuw te lopen.
  • 3-secondenregel: Bij een aanval mogen de verdedigers zich slechts drie seconden lang op de helft van de tegenstander bevinden, ongeacht of ze in balbezit zijn of niet.
  • Persoonlijke fout: Niet-toegestaan lichaamscontact (defensief of offensief).
  • Technische fout: Technische fouten of ongedisciplineerd spel. Bij vijf persoonlijke of technische overtredingen wordt een speler uitgesloten van de lopende wedstrijd.
  • Voetcontact: Het aanraken van de bal met voet, knie, of been wordt als voetcontact beschouwd.

tags: #springen #tijdens #strafworp #basketbal #regels