Waterpolo is een dynamische en boeiende teamsport in het water, die een unieke combinatie biedt van zwemvaardigheden, balvaardigheid en teamstrategie. Het is vermoedelijk ontstaan vanuit een alternatief voor rugby of handbal, maar dan in het water, halverwege de 19e eeuw. In Oost- en Zuid-Europa is het een erg populaire sport. Waterpolo vereist zowel fysieke kracht als intelligentie, waarbij spelers constant in beweging zijn om te scoren of te verdedigen. De interactie tussen teamgenoten en de snelheid van het spel zorgen voor een energieke en boeiende ervaring. Bovendien helpt waterpolo bij het opbouwen van een uitstekende conditie en teamgeest. Dit artikel biedt een uitgebreide uitleg van waterpolo, speciaal gericht op kinderen en hun ouders.
Wat is Waterpolo?
Waterpolo is een teamsport die in het water wordt gespeeld. Twee teams van elk zeven spelers proberen de bal in het doel van de tegenstander te gooien. Het doel van de sport is om de bal bij de tegenstander in het doel te krijgen en zo de meeste punten te scoren. Waterpolo combineert zwemmen, balvaardigheid en tactisch denken. Het is een sport die veel energie en uithoudingsvermogen vereist.
Waarom is Waterpolo Leuk?
- Teamsport: Waterpolo speel je samen met je teamgenoten. Je leert samenwerken en elkaar helpen om te winnen. Het is een echte teamsport. Je komt een aantal keren in de week met je team samen om te trainen. Dat gebeurt meestal in het water, maar soms ook aan de kant.
- Uitdaging: Waterpolo is een uitdagende sport. Je moet goed kunnen zwemmen, de bal goed kunnen gooien en vangen, en snel kunnen denken. Tijdens de training leer je hoe je hard kunt zwemmen en hoe je het beste een bal kunt vangen en gooien. Natuurlijk leer je ook hoe je het beste een doelpunt kunt scoren!
- Conditie: Waterpolo is een goede manier om je conditie te verbeteren. Je bent constant in beweging en gebruikt al je spieren.
- Spanning: Waterpolowedstrijden zijn spannend en vol actie. Je weet nooit wie er gaat winnen! Een wedstrijd is vijf kinderen uit je eigen team tegen vijf kinderen van een ander team. Je moet dan proberen de bal zo vaak mogelijk in het doel van de tegenstander te gooien. Dat klinkt misschien heel makkelijk…
Basisprincipes van Waterpolo
Om het spel goed te kunnen spelen, zijn er enkele basisprincipes die je moet begrijpen.
Zwemvaardigheden
Goed en snel kunnen zwemmen is essentieel. Spelers moeten de crawl (borstcrawl), rugcrawl en andere slagen beheersen om zich snel door het water te kunnen bewegen. Bij waterpolo zijn verschillende zwemtechnieken van groot belang.
- Borstcrawl: De positie van de zwemmer in het water staat een grotere bewegingsvrijheid van de armen toe dan bij de rugcrawl, waarbij het stuwende gedeelte van de slag achter de ruggengraat plaatsvindt. Het voorwaarts bewegen van de armen, de zogeheten contrafase, geschiedt boven het water (zoals bij de rugcrawl en vlinderslag), hetgeen een enorme reductie van de weerstand betekent ten opzichte van de schoolslag. Verder zorgt ook het over de lengteas rollen van het lichaam voor een meer economische glijding door het water.
- Rugcrawl: Rugslag of rugcrawl is een zwemslag die op de rug wordt gezwommen. Het onderdeel heeft als voordeel een eenvoudige ademhaling, maar als nadeel dat de zwemmer niet ziet waar hij zich bevindt. Om dat te ondervangen zijn in vrijwel elk zwembad herkenningspunten aan het plafond boven het bassin bevestigd. Omdat de doorhaal van de armen langs het lichaam plaatsheeft, bestaat de neiging te gaan slingeren en dus af te wijken van wat als de ideale lijn wordt beschouwd. Vereist is daarom een goede beenslag om deze zijwaartse afwijkingen te compenseren, meer nog dan bij bijvoorbeeld de borstcrawl. Daarnaast blijft de stuwende functie van de benen van belang. Niet de benen, maar de armen dragen grotendeels bij aan de verplaatsing en dus de snelheid in het water. Deze verplaatsing moet zo gelijkmatig mogelijk worden uitgevoerd. Evenals de borstcrawl is de rugcrawl een zogeheten continue slag. Het is ook de traagste van de vier zwemslagen. Topzwemmers overbruggen gemiddeld 1,67 meter per seconde.
- Schoolslag: De geschiedenis van de schoolslag gaat terug naar het Stenen Tijdperk, zo bewijzen diverse gevonden afbeeldingen en tekeningen in grotten. Schoolslag is een zogeheten discontinue slag; de verplaatsing is schoksgewijs. Is de functie van de armslag bij een geoefende schoolslagzwemmer primair stuwend, bij beginnende zwemmers worden de armen vooral gebruikt om het hoofd boven water te houden. Zo wordt steun gezocht. De schoolarmslag is de enige armslag waarbij de contrafase - de fase waarin de handen en armen tegen de zwemrichting in worden bewogen - onder water plaatsheeft. De armen en handen komen tijdens de gehele slag niet boven het wateroppervlak uit, hetgeen veel weerstand tot gevolg heeft. De armslag is onder te verdelen in: uitgangshouding, glijfase, trekfase, duwfase, contrafase (zie hierboven). Juist bij de armslag zijn de individuele verschillen groot; bij de een smallere en bij de ander juist een bredere uitvoering van de stuwbaan, de lengte van de stuwbaan en/of de diepte van de trekfase. Bij de schoolslag is de 'klappende' beenbeweging verreweg de belangrijkste stuwingfactor.
- Vlinderslag: Dit is een zwemslag die bij waterpolo vrijwel niet gebruikt / beoefend wordt. De vlinderslag is de op één na de snelste zwemslag, getuige de onderlinge tijden. De verplaatsing is minder continu dan de borstcrawl, door de gelijktijdigheid van de armbeweging. Vlinderslag is, zoals dat heet, een echte 'hoofdzaak', en dat heeft alles te maken met de bewegingen van het hoofd ten opzichte van de romp. Voor een optimale snelheid moet het lichaam in voldoende mate deze beweging volgen om de wisselende bol-hol-ligging goed aan te voelen. De timing van de hoofdbeweging op de armslag is doorslaggevend. De bij de vlinderslag gehanteerde armslag komt neer op: (1) insteken, (2) (kort) glijden, (3) trekken, (4) duwen, (5) uithalen en (6) overhalen. De functie van de beenslag is tweeledig: zowel stabiliserend als stuwend. De vlinderslagbeenbeweging is een voortdurend op en neer bewegen van beide benen, en dat gelijktijdig.
- Watertrappen: Watertrappen is een techniek om in het water het hoofd boven water te houden, door met de benen een trappende beweging te maken.
Balbehandeling
Nauwkeurig passen en krachtig schieten zijn cruciaal. Spelers moeten de bal met één hand kunnen vangen en gooien terwijl ze zwemmen. De bal mag tijdens de wedstrijd maar met een hand aangeraakt worden. Uitzondering hierop is de keeper, deze mag binnen het 5 meter gebied vanaf het doel de bal wel met 2 handen aanraken.
Lees ook: Leer over waterpolo
Teamstrategie
Waterpolo is een tactisch spel. Teams moeten samenwerken, posities innemen en patronen spelen om de verdediging van de tegenstander te slim af te zijn.
Fysieke Conditie
Omdat spelers constant in beweging zijn, is een goede conditie essentieel. Kracht, snelheid en uithoudingsvermogen zijn belangrijke eigenschappen.
Spelregels
Goed begrip van de spelregels is voor iedereen van belang. Vanuit de FINA worden periodiek voorstellen en nieuwe interpretaties over de geldende regels gestuurd. De SC beziet hoe we de internationale regels en richtlijnen in Nederland kunnen toepassen. Ook communiceert de SC dit richting alle officials in Nederland. De SC is dan ook de enige instantie in Nederland die uitsluitsel kan geven over de juiste regels en hoe deze worden toegepast. Hiertoe wil zij ook als de enige vraagbaak fungeren. Als de regels onvoldoende duidelijk zijn of als je nadere uitleg wilt over een regel die hierboven niet reeds is toegelicht, dan kun je een vraag (liefst kort en duidelijk) stellen aan de spelregelcommissie.
Speeltijd en Aanvalstijd
Een wedstrijd bestaat uit vier periodes. Het is de bedoeling dat de bal binnen 30 seconden op het doel geschoten wordt. Dit is de aanval tijd. Als dit niet binnen 30 seconden gedaan wordt gaat de bal naar de andere partij. Mocht er tijdens de 30 seconden wel een schot zijn gelost maar de bal blijft in eigen bezit, dan krijgt men opnieuw 30 seconden de tijd.
Overtredingen en Strafmaatregelen
Als de tegenstander de bal heeft, is er veel geoorloofd om de bal af te pakken. Doordat het spel in een zwembad wordt gespeeld is het moeilijk voor de scheidsrechters om te zien wanneer er een overtreding wordt gemaakt. Onder water wordt er veel geknepen, getrapt en vastgehouden. Natuurlijk worden overtredingen die gezien worden gestraft. Wanneer het eigen team binnen de 20 seconden in balbezit is gekomen mag de speler op teken van de scheidsrechter eerder de wedstrijd hervatten. Wanneer een speler een tegenspeler vasthoudt of de bal weggooit na het fluitsignaal wordt die bestraft met een U20. Als een U20 binnen het 5-meter gebied wordt begaan volgt een 5-meter bal. Er bestaan verschillende strafmaatregelen, waaronder een vrije worp voor de tegenstander. Een zwaardere straf is de tijdstraf van 20 seconden aan de kant hangen. Bij zware overtredingen zoals bijvoorbeeld slaande bewegingen naar de scheidsrechter kan een zogenaamde UMV-4 gegeven worden. De speler moet dan uit het spel. De speler mag vervangen worden, maar wel pas na 4 minuten speeltijd. Naast wedstrijdovertredingen en vrije worpen is er ook zoiets als een straf die “uitsluiting met vervanging” (UMV) heet. Als een speler een scheidsrechter beledigt of een zeer zware overtreding of een slaande beweging maakt volgt een UMV (uitsluiting met vervanging) of een UMV4.
Lees ook: Waterpolo voor beginners
Caps
Tijdens het spel hebben spelers van beide teams een cap op. Dit is enerzijds om je oren te beschermen tegen de bal, maar ook handig om te kunnen zien waar je teamgenoten zich bevinden. Er bestaan witte, blauwe en rode caps. De keepers hebben altijd een rode cap op, een team de witte en de andere de blauwe caps.
Het Speelveld
De grootte van het speelveld is verschillend voor mannen of vrouwen. Bij de heren is het bad maximaal 30 meter lang en 20 meter breed. Bij dames is het bad maximaal 5 meter korter, dus 25 meter. Het zwembad moet minimaal 1 meter 80 diep zijn. Als je de bal in bezit hebt mag je niet staan. Wordt er dus gespeeld in een diepte van 1.80 en een grotere speler zou kunnen staan, mag dit niet tijdens balbezit. Over het algemeen wordt er gespeeld in zwembaden die 3m diep zijn. De doelen die gebruikt worden zijn 3 meter breed en 0,90 meter hoog.
De Bal
De waterpolobal is ongeveer even groot als een voetbal. De waterpolobal heeft extra veel grip zodat hij makkelijk met een hand vast te houden is.
Waterpolo voor Kinderen: Minipolo
Voor kinderen van 6 tot 11 jaar is er een speciale variant van waterpolo: Minipolo. Waterpolo voor kinderen van 6 tot 11 jaar noemen we Minipolo. Net zo stoer als waterpolo, maar met een kleiner speelveld en aangepaste spelregels. De kleinsten spelen in ondiep water en met minder spelers, zodat ieder kind lekker vaak aan de bal komt. Met minipolo kun je al vanaf 6 jaar beginnen. Minipolo is de ideale manier om al jong kennis te maken met een van de leukste zwemsporten. Minipolo is een leuke en speelse manier om kennis te maken met waterpolo.
KNZB Jeugdplan
De KNZB (Koninklijke Nederlandse Zwembond) heeft een speciaal jeugdplan ontwikkeld om waterpolo toegankelijker te maken voor kinderen. De jongste spelers worden ingedeeld in drie leeftijdscategorieën, zodat ze met kinderen van hun eigen leeftijd kunnen spelen en leren. Het jeugdplan richt zich op het spelplezier en de ontwikkeling van de basisvaardigheden. De KNZB streeft naar een aantrekkelijk, kindvriendelijk en eenduidig aanbod van jeugdwaterpolo voor het gehele land. We vinden het belangrijk dat alle kinderen op een plezierige en laagdrempelige manier kennis kunnen maken met waterpolo. Met ingang van seizoen 2024-2025 start de KNZB met daarom met vernieuwde spelregels en richtlijnen voor de waterpolo jeugd (minipolo, onder 10, 12 en 14 jaar). Bij het vormgeven van dit vernieuwde format is de focus komen te liggen op het plezier en de ontwikkeling van kinderen in en door de waterpolosport.
Lees ook: Leer waterpolo begrijpen
Minipolo: Plezier Voorop
Minipolo is speciaal ontworpen om kinderen op een leuke en speelse manier kennis te laten maken met waterpolo. Het belangrijkste is dat de kinderen plezier hebben en de basisvaardigheden van het spel leren. Het gaat dan ook niet om het winnen maar om het plezier beleven aan de sport.
Leeftijdsgroepen
We onderscheiden bij de jeugd de verschillende leeftijdsgroepen net als bij voetbal. Iedere leeftijdscategorie heeft een letter; F-jes zijn de jongste groep en de A-jeugd is de jeugd tot 21 jaar. Hopelijk wordt het hiermee voor iedereen al een beetje duidelijker! De spelregelkennislijn voor de F- E- en D- jeugd is te vinden op de downloadpagina (net als de spelregels voor de volwassenen). Bij de jeugd wordt begonnen met een veld van 5 tegen 5 spelers. Het veld voor deze jonge spelers is dan ook kleiner als een veld voor volwassenen. Vanaf een jaar of 13 wordt begonnen met de officiële speelgrootte van 7 tegen 7 spelers. Er kan al begonnen worden vanaf dat de basis zwemdiploma’s behaald zijn. Vanaf een jaar of 7 a 8 kan spelenderwijs begonnen worden. Vaak wordt veel uitval gezien rond de leeftijd van 13 tot 16 jaar. De KNZB richt zich daarom tegenwoordig tijdens trainingen en wedstrijden voor onder deze leeftijden, veel op de plezier beleving tijdens de sport. Bij de jeugd zijn de teams vaak nog gemengd. Als je naar de volwassenen gaat is dit niet meer zo.
Wat Heb Je Nodig Om Te Beginnen?
Je hebt niet veel nodig om te beginnen met waterpolo, maar hier is een basislijst:
- Zwemkleding: Een goed aansluitend zwempak of zwemslip is belangrijk. Voor de badkleding is het handig bij de dames een badpak te hebben met een rits aan de achterzijde, voor een gestroomlijnde beweging door het water.
- Badmuts: Een badmuts beschermt je haar en zorgt ervoor dat je beter zichtbaar bent in het water.
- Waterpolobal: Een speciale waterpolobal die goed vast te houden is.
- Enthousiasme: Het belangrijkste is dat je enthousiast bent en zin hebt om te spelen!
Waar Kun Je Waterpolo Spelen?
Er zijn veel waterpoloverenigingen in Nederland waar je kunt spelen. Je kunt ook op school of in het zwembad vragen of er waterpololessen worden gegeven. Onze zwemvereniging, Aqua-Novio ‘94, biedt ook de jongste zwemmers de mogelijkheid om waterpolo te spelen. Als je mee wilt doen aan het minipolo moet je wel zwemdiploma A en B gehaald hebben, of tenminste goed kunnen zwemmen. De trainingen worden gehouden in het Sportfondsenbad West. Heb je interesse? Vraag vier gratis proeflessen aan.
Tips voor Beginnende Waterpoloërs
- Verbeter je zwemvaardigheden: Oefen de borstcrawl en rugcrawl om sneller en efficiënter te zwemmen.
- Leer de Eggbeater Kick: Deze techniek is essentieel om je lichaam boven water te houden.
- Oefen balcontrole: Pas en vang de bal met één hand, zowel boven als onder water.
- Werk aan je conditie: Regelmatige zwemtrainingen helpen je om je uithoudingsvermogen te verbeteren.
- Begrijp de posities: Elke speler heeft een specifieke rol, dus leer de basisposities kennen.
- Denk tactisch: Anticipeer op de bewegingen van je tegenstanders en teamgenoten.
Sponsoring
Sponsoring is voor de waterpolo afdeling van De Dolfijn van groot belang. De financiële middelen die gegenereerd worden door sponsoring geven de waterpolo afdeling onder meer de mogelijkheid om goed onderhoud te plegen, materialen aan te schaffen en activiteiten te ontplooien. De afdeling waterpolo van De Dolfijn biedt verschillende mogelijkheden aan voor sponsoring.