Voetbal, de meest populaire sport ter wereld, heeft een rijke en complexe geschiedenis die teruggaat tot oude beschavingen. Hoewel de moderne vorm van voetbal in Engeland is ontstaan, speelden balspelen een belangrijke rol in verschillende culturen over de hele wereld. In Nederland heeft voetbal zich ontwikkeld van een elitaire bezigheid tot een volkssport voor alle lagen van de bevolking. Dit artikel onderzoekt de geschiedenis van voetbal, van de vroege oorsprong tot de huidige competities en de opkomst van vrouwenvoetbal.
Vroege Vormen van Voetbal
Spelen met een bal is al van veel vroegere tijden. Bij de Oude Grieken en de Romeinen waren er al spellen die op voetbal leken. Zelfs in China speelde men in de derde eeuw v.C. al een soort voetbal met een leren bal die gevuld was met veren. In de Middeleeuwen werd er in Engeland gespeeld met een opgeblazen varkensblaas. In de dertiende eeuw werd dit verboden omdat het zó populair was dat men bang was dat mensen teveel werden afgeleid van de dagelijkse bezigheden. De eeuwen daarna werd voetbal, in welke vorm dan ook, steeds populairder, vooral onder jonge mannen uit de arbeidersklasse. Het spel werd belangrijk voor het onderhouden van sociale contacten. In die tijd ontbraken nog duidelijke uniforme regels en er werd regelmatig gevochten. Er bestonden nog geen elftallen en soms namen wel 100 mensen deel aan een spelletje. Vanaf 1830 kon je in Engeland een boete krijgen voor het spelen van voetbal op de grote weg.
De voorloper van de meeste moderne balsporten brengt ons naar een heel ander continent: het Amerikaanse. ‘Het idee van een teamsport is uitgevonden in Meso-Amerika,’ stelt Mary Miller, kunsthistoricus aan Yale University in de VS. Ze deed onderzoek naar het ontstaan van de eerst bekende balsporten. Tot de komst van Columbus, eind vijftiende eeuw, ging het de beschavingen hier voor de wind. Een spel waarbij men trapte tegen een zware bal gemaakt uit boomhars, was toen al populair. Van de Maya’s en Azteken is bewezen dat ze het spelletje zo’n drieduizend jaar geleden al speelden. Beide Meso-Amerikaanse culturen gaven deze sport een eigen naam: pok-ta-pok of pitz in Maya en ullamaliztli in Azteeks. Ook de spelregels verschilden per cultuur: waar de bal bij de een enkel werd gespeeld met het lichaam, waren bij de ander rackets of bats geoorloofd.
De Ontwikkeling van het Moderne Voetbal in Engeland
Waar en wanneer voetbal precies is ‘uitgevonden’ is niet bekend. Wel zeker is dat de manier waarop voetbal nu, in de 21e eeuw, wordt gespeeld is ontstaan in Groot-Brittannië. Door de toenemende populariteit van voetbal en het steeds vaker uit de hand lopen van wedstrijden werd de behoefte aan regels steeds groter. Ook hierin liep Groot-Brittannië voorop. Was voetballen eerst iets voor jongens uit de arbeidersklasse, ook jongens van prestigieuze privéscholen zoals Oxford en Cambridge gingen steeds vaker voetballen. Het werd ook gezien als een goede manier studenten in conditie te houden. In 1815 werden er spelregels voor voetbal opgesteld in Eton en in 1825 in Aldenham. Een van deze regels was de ‘buitenspelregel’. In 1848 werd op het Cambridge-college een echt reglement opgesteld waarin belangrijke regels over ingooien, uittrappen en de bescherming van de doelman waren opgenomen. Deze regels zijn tot op de dag van vandaag vrijwel onveranderd. Wat destijds wel een probleem was: elke school had zo zijn eigen regels. Geen probleem als je een partijtje onder elkaar speelde maar als scholen tegen elkaar gingen spelen was dat vaak wél een probleem. Op sommige scholen mocht je zelfs de bal ook met de hand spelen.
Halverwege de 19e eeuw werd voetbal zo populair dat teams van scholen regelmatig tegen elkaar gingen spelen. Teams vanuit verschillende delen van het land konden ook gemakkelijker tegen elkaar spelen omdat transport (trein) steeds beter werd. In 1850 werd in Groot-Brittannië de Factory Act aangenomen; een wet die bepaalde dat kinderen minder lange werkdagen mochten maken. Er bleef nu tijd over voor andere dingen: voetbal! Deze kinderen ontwikkelden echt liefde voor de sport en hieruit zouden ook de eerste professionele voetballers voortkomen. In 1863 werd in Engeland de Football Association opgericht waarbij de regels van het Cambridge College werden gebruikt. Dit is de start van de officiële voetbalgeschiedenis waarna de sport zich over de hele wereld verspreidde.
Lees ook: Handbal: Gymnastiek naar Olympisch
De Verspreiding van Voetbal naar Nederland
Het is niet duidelijk wanneer voor het eerst voetbal in Nederland is gespeeld. In 1862 zouden Engelse textielarbeiders in Enschede het spel beoefend hebben. Ook wordt beweerd dat er rond 1870 een wedstrijd op de Maliebaan in Den Haag zou zijn geweest tussen Engelse textielarbeiders en leden van de Britse ambassade. Het lijkt erop dat voetbal voor het eerst gespeeld werd door cricketverenigingen als nevenactiviteit buiten het zomerseizoen. Cricket was in de jaren zeventig al een behoorlijke sport in ons land. Op 1 september 1879 werd H.F.C. (thans Koninklijke HFC) opgericht in Haarlem door toedoen van W.J.H. Mulier (1865-1954), ook bekend als Pim Mulier. Deze vereniging geldt tegenwoordig als de oudste voetbalclub, maar de oprichtingsdatum is onzeker. Bovendien speelden de leden aanvankelijk rugby, totdat zij in 1883 overgingen op het minder ruwe voetbal, met name om bezorgde ouders tegemoet te komen. Andere vroege voetbalclubs zijn de Utrechtsche Cricket en Voetbal Vereeniging Hercules (22 april 1882), de Leeuwarder Athletische Club Frisia (25 april 1883), de Dordrechtsche Cricket en Football Club (16 augustus 1883), de Haagsche Voetbal Vereeniging (september 1883), de Enschedesche Football Club Wilhelmina (31 augustus 1885), Delftsche Cricket en Voetbalclub Concordia (15 oktober 1885), Groninger Cricket en Voetbalclub Be Quick (opgericht 10 april 1887), de Wageningsche Cricket en Football Club Go Ahead (4 december 1886).
Voetbal was in de jaren tachtig van de negentiende eeuw nog zó nieuw, dat de Nederlandsche Sport van 8 oktober 1887 een uitleg van Engelse termen gaf om de verslagen van de V.V. Amsterdam te kunnen begrijpen, zoals goal, goal keeper, goal post, kick, free kick en dergelijke. Ondergetekende, een einde wenschende te maken aan de voor het spel zoo hinderlijke, tallooze questies in zake Assocation-rules, heeft zich met de secretaris der Haagsche F.C., den heer H.B. Semmelink, Hugo de Grootstraat 6, ’s-Hage, in correspondentie gesteld en zou gaarne vernemen naar welke regels de Amsterd. F. Vereeniging en de Rotterd. C & F.C. Concordia gewoon zijn te spelen. In juli 1888 publiceerden D.C. Noppen en M. Weinthal, respectievelijk captains (aanvoerders) van de V.V.
- De bond zal genoemd worden de “Nederlandsche Voetbal-Bond”.
- Alle Nederlandsche Clubs, die volgens de regels van den Bond spelen, kunnen er lid van worden, door goedkeuring van het Bestuur.
- De contributie van iedere club zal bedragen f 15.- per jaar, te betalen de eerste week in december.
Zij deden bij deze publicatie de oproep om hen nadere berichten en amendementen toe te zenden. Een ontwerp reglement had ik reeds opgesteld, en met een paar veranderingen zonden wij dit aan de verschillende clubs. Nu heeft een Nederlandsche Voetbalbond mijns inziens alleen raison d’être als alle Nederlandsche clubs (er zijn er waarlijk niet veel) zich daarbij aansluiten. Wij kregen bericht, dat de Amsterdamsche Voetbal Vereeniging, de Enschedesche Footballclub en de Rotterdamsche Cricket en Voetbalclub Concordia genegen waren zich aan te sluiten. De anderen clubs lieten of niets van zich horen, of vonden een Bond volstrekt overbodig. Daarom sprak het van zelf dat deze zaak geen voortgang kon hebben. Voor Mulier was dit aanleiding een nieuw plan op te stellen voor de oprichting van een landelijke voetbalbond. Hij nodigde tal van verenigingen uit voor een vergadering op zondag 17 november 1889 in café Neuf te Haarlem. Op deze bijeenkomst werd een ontwerp-reglement van de Nederlandsche Voetbal- en Athletische Bond opgesteld en de regels van het voetbalspel. Op zondag 8 december 1889 werd de Nederlandsche Voetbal- en Athletische Bond definitief opgericht in het Café Central te Den Haag. Aanwezig waren afgevaardigden van Haarlemsche F.C., Delftsche F.C., Rotterdamsche C. en F.C. Concordia, V.V. Rotterdam, Haarlemsche F.C. Excelsior, Haagsche Voetbal Vereeniging, R.C. en F.C. Olympia, Amsterdamsche F.C. R.A.P. en V.V. Amsterdam. Deze clubs waren de voorgaande vergadering ook vertegenwoordigd; alleen de Amsterdamsch Sportclub ontbrak ditmaal.
De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB)
De KNVB heeft een rijke historie, waarin er meerdere naamswijzigingen zijn geweest. Op 8 december 1889 werd de Nederlandschen Voetbal- en Athletischen Bond (NVAB) opgericht door Pim Mulier. In 1895 veranderde de naam in Nederlandse Voetbalbond (NVB), nadat de atleten zich hadden afgescheiden. Enkele decennia later volgde wederom een naamswijziging. Ter ere van het veertigjarig jubileum kende koningin Wilhelmina de NVB in 1929 het predicaat 'koninklijk' toe. Daarmee was de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond een feit.
De koppeling van voetbal met atletiek bleek in de praktijk geen succes te zijn. Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakten tal van soldaten op hun kazernes kennis met het voetbalspel. De N.V.B. zette in samenwerking met de militaire staf competities voor soldaten op en leverde ook het nodige materiaal. De N.V.B. verloor in dezelfde tijd wel de greep op het voetbal in den lande, omdat er aparte katholieke voetbalbonden ontstonden in de diocesen Breda, Den Bosch, Roermond, Utrecht en later ook Haarlem (zie hieronder). Zij sloot een contract af met de R.K.F., de R.K. Federatie van R.K. Voetbalbonden, waarbij zij afspraken maakten over de overname van royementen en schorsingen van clubs en spelers en de registratie van clubnamen. In 1924 kwam het echter tot een volledige breuk tussen de N.V.B. In het begin van de jaren twintig kreeg de N.V.B. te maken met de opkomst van het zaterdagmiddag-voetbal door protestantse clubs en door diverse bedrijfsploegen en kantoorclubs. De Bond deed een poging om een aparte competitie voor clubs op zaterdagmiddag te organiseren en voor clubs van tram- en treinbedrijven, maar dit werd geen succes. Zij liet de organisatie van het zaterdagmiddag-voetbal nadien over aan de gewestelijke bonden. Dit kon niet voorkomen dat er ook aparte landelijke bonden kwamen voor socialistische en protestantse clubs (respectievelijk de N.A.S.B. en de C.N.V.B.) en nog meer regionale bonden en kantoorvoetbalbonden. In 1929 kreeg de N.V.B. het predicaat “Koninklijk” bij gelegenheid van het veertigjarig bestaan. De K.N.V.B. Na de Duitse inval bestond er onder sportbestuurders de vrees dat hun bonden zouden worden overgenomen door N.S.B.-ers. Dit leidde in de voetbalwereld tot besprekingen over fusie, die al gauw succes opleverden. Op 31 juli 1940 ging de K.N.V.B. met de R.K.F., de C.N.V.B., de N.A.S.B.
Lees ook: Innovatie en competitie in Olympisch basketbal
Vanaf 1894 kwamen er gewestelijke en plaatselijke bonden die in hun regio of stad het voetbal gingen organiseren. Deze ontstonden met name uit de behoefte om voor lagere elftallen van clubs uit de N.V.B.-competitie en minder rijke clubs een competitie te kunnen aanbieden. De N.V.B. sloot met sommige bonden contracten af, waardoor deze lokale bonden “erkende bonden” werden. In het contract werd onder meer vastgelegd dat de lokale bond de N.V.B. als het leidend lichaam van het voetbal in Nederland erkende. Op 4 april 1908 werd de Federatie van Erkende Voetbalbonden opgericht. Deze organisatie was bedoeld om onderlinge geschillen tussen de aangesloten bonden op te lossen, zoals de afbakening van de grenzen van de rechtsgebieden. In het seizoen 1939-1940 waren er twintig bonden die door de K.N.V.B. Gebied: Rotterdam en de Zuid-Hollandse eilanden, uitgezonderd a) het oostelijk stuk van Oud-Beyerland begrensd door de plaatsen Strijenas, Strijen, Maasdam, inclusief b) Zwijndrecht en Hendrik Ido Ambacht op IJselmonde, c) het eiland Dordrecht. Gebied: provincie Zeeland uitgezonderd Tholen en Sint Philipsland (die bij B.V.B. Sommige bonden waren al eens eerder opgericht, zoals bijvoorbeeld de Haarlemsche, de Dordrechtsche en de Zeeuwsche Voetbalbond, maar die waren na korte tijd weer uiteengevallen. Het staat vast dat bepaalde bonden een minimum aantal werkende leden als toelatingseis hanteerden, zoals de Amsterdamsche en de Haagsche Voetbalbonden. Diverse bonden kregen in hun rechtsgebied te maken met “wilde bonden”, wat zij soms deels zelf veroorzaakten. De Amsterdamsche en Rotterdamsche Voetbalbonden namen rond 1900 geen nieuwe clubs aan teneinde hun aangesloten clubs te beschermen en te laten groeien. Of zij op die manier spelers uit bepaalde maatschappelijke standen wilden uitsluiten, is niet bewijsbaar. Deze opstelling leidde wel tot de oprichting van de Amsterdamsche Volksvoetbalbond en de Zuid-Hollandsche Voetbalbond. Alle erkende bonden werkten hun competities op zondag af, maar zij begonnen in de jaren twintig of dertig vaak ook een zaterdagmiddag-competitie om kantoorelftallen of protestants-christelijke verenigingen op te kunnen vangen. Ook zondagclubs hadden wel elftallen die op zaterdag speelden. In augustus 1940 werden de twintig erkende voetbalbonden formeel opgeheven en “gedegradeerd” tot Onderafdeelingen van de N.V.B., vanaf 1941 kortweg Afdeelingen.
De Intrede van Betaald Voetbal
Betaald voetbal Een belangrijke ontwikkeling binnen Nederland Voetballand was de intrede van het betaald voetbal. In de naoorlogse periode hield de KNVB aanvankelijk nog de boot af. Nederlandse topspelers kozen daarom steeds vaker voor een lucratief avontuur in een buitenlandse competitie waar wel betaald werd. Spelers die hun carrière over de grens vervolgden, kwamen niet in aanmerking voor het Nederlands elftal. Begin jaren vijftig werd de roep om de invoering van betaald voetbal in ons land steeds luider. Uit protest werd er zelfs een 'wilde' voetbalbond opgericht. Tien clubs namen sloten zich aan bij deze Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB). Uiteindelijk ging de KNVB overstag. Memorabele momenten Andere memorabele momenten uit onze geschiedenis zijn onder meer de eerste interland van het Nederlands elftal in 1905 en de Europese titel in 1988 in West-Duitsland. Het Nederlands vrouwenelftal kroonde zich in 2017 in eigen land eveneens tot het beste team van Europa. Ook 1971 is een historisch jaartal. In dat jaar werd vrouwenvoetbal een officieel onderdeel van de KNVB. Ledengroei Opmerkelijk is verder de enorme ledengroei door de jaren heen. In 1889 telde de net opgerichte voetbalbond 250 leden. Veertig jaar later - in 1929 - was dit aantal gegroeid tot ruim 65.000. In 1978, bijna een halve eeuw later, passeerden we als eerste sportbond van Nederland de legendarische grens van één miljoen leden. In 2016 stond de teller op 1.231.561 leden. Met dit aantal is de KNVB groter dan ooit. Het aantal vrouwelijke leden passeerde in 2016 voor het eerst de grens van 150.000.
Nationale Competities in Nederland
Binnen het competitiemodel in Nederland bevinden zich verschillende nationale competities in clubverband. De huidige vorm van de voetbalcompetities in Nederland bestaat sinds het seizoen van 2016/2017. Op dit moment beschikken we over een Eredivisie, Eerste Divisie, Tweede Divisie, Derde Divisie, de Hoofdklassen en het overige amateurvoetbal op zondag en zaterdag.
- Eredivisie: Het allerhoogste voetbalniveau in Nederland is de Eredivisie. De twee teams die onderaan eindigen, degraderen rechtstreeks naar de Eerste Divisie. Zij worden vervangen door de nummer 1 en 2 van de Eerste Divisie. De nummer 16 van de Eredivisie strijdt bovendien tegen de vier periodekampioenen van de Eerste Divisie om een plek in de Eredivisie.
- Eerste Divisie: Deze betaalde voetbalcompetitie is de op een na hoogste in Nederland. Binnen deze competitie spelen twintig voetbalteams. De winnaar en de voetbalclub die als tweede is geëindigd promoveren naar de Eredivisie.
- Tweede Divisie: Deze competitie vormt de overgang tussen het betaalde voetbal en amateurvoetbal. We zien dit als het eerste niveau binnen het amateurvoetbal. Binnen de Tweede Divisie strijden achttien teams om de winst.
- Derde Divisie: De Derde Divisie bestaat uit achttien teams. Dit is het vierde niveau binnen het voetbal, waarvan het tweede niveau binnen het amateurvoetbal. De winnaar van de Derde Divisie promoveert direct naar de Tweede Divisie. De zes periodekampioenen uit de Derde Divisie strijden tegen de nummers dertien en veertien van de Tweede Divisie om de overige plekken in de Tweede divisie.
- Hoofdklassen: De Hoofdklassen vormen het derde niveau in het amateurvoetbal en het vijfde voetbalniveau van alle competities. In totaal nemen zestien voetbalteams deel in deze competitie, die zowel op zaterdag als zondag plaatsvindt.
De Opkomst van Vrouwenvoetbal
‘Vrouwenvoetbal’ is de snelst groeiende sport ter wereld, óók in Nederland. Wereldwijd zijn er 40 miljoen voetballende vrouwen en meisjes. In Nederland telt de KNVB in 2023 ruim 170.000 vrouwelijke leden. Wat voor het grote publiek nog steeds een typische ‘mannensport’ is, blijkt in werkelijkheid steeds vaker een sport waarin meisjes en vrouwen uitblinken. Een van de voorlopers in Europa waren de Britse vrouwen. In 1894 werd door Nettie Honeyball de British Ladies Football Club opgericht. In Nederland duurde het nog even. Het vrouwenvoetbal heeft hier een relatief korte geschiedenis, in tegenstelling tot het meer gevestigde mannenvoetbal. Dit is deels te wijten aan de historische beeldvorming rondom voetbal door vrouwen. Zo was de medische wereld bijvoorbeeld bezorgd over de invloed van sport op het vrouwenlichaam en was er een tijd lang sprake van een voetbalverbod.
- 1908: In 1908 wordt via een plaatselijke krant in Hengelo een oproep gedaan om een voetbalclub voor dames op te richten. In datzelfde jaar schrijft de Telegraaf over een comité om het voetballen voor vrouwen te verbieden.
- 1920: Op 12 juni 1920 plaatst De Courant een foto van het vrouwenelftal van Wittenburg.
- 1924: De Oostzaanse Vrouwenvoetbal Vereeniging is de eerste vereniging die officieel met vrouwenvoetbal start.
- 1935: De voetbalbond staat voetbal voor vrouwen niet toe en dreigt zelfs met straffen voor clubs die toch ruimte bieden aan vrouwelijke spelers.
- 1955: Op 16 april 1955 wordt de Algemene Damesvoetbalbond in het leven geroepen. Zo’n 14 clubs schrijven zich in voor de eerste vrouwenvoetbalcompetitie, zonder erkenning van de KNVB. Lenie van Wensveen deed mee als 14-jarig meisje en scoorde ook nog. Deze foto komt uit een van haar foto-albums, die bij Atria zijn in te zien.
- 1956: De eerste officieuze Interlandwedstrijd waar de Nederlandse vrouwen aan deelnemen tegen West-Duitsland. Vrouwen organiseerden al lange tijd officieuze wedstrijden met teams uit het buitenland. Over die niet-erkende eerste interland van het vrouwenvoetbal in 1956 weten we meer. Nederland speelt tegen West-Duitsland en verliest met 2-1. Lenie van Wensveen deed als 14-jarig meisje mee aan de interland van 1956 en scoorde ook nog. Dankzij haar persoonlijke documenten, foto’s en ander materiaal kunnen we beter achterhalen wat zich allemaal heeft voltrokken in de geschiedenis van het vrouwenvoetbal.
- 1971: Eindelijk wordt vrouwenvoetbal in Nederland erkend en maakt het vanaf 1971 officieel deel uit van de KNVB.
- 1973: In 1973 vindt de eerste officieel erkende interland plaats. Op 9 november 2023, 50 jaar later, kwamen vier spelers uit het Nederlands vrouwenelftal weer samen bij Atria. Lees hier hoe Ellen Popeyus, Tilly van Rooijen, Marian Wellenberg en Hanneke van der Veen terugkijken op die periode.
- 1979: Vanaf 1979 kunnen ook meiden het lidmaatschap van de KNVB aanvragen.
- 1984: Het eerste Europese Kampioenschap voor vrouwen met 4 deelnemende landen.
- 1986: Introductie van gemengd voetbal t/m 12 jaar, een belangrijke stap in de ontwikkeling van het meiden- en vrouwenvoetbal.
- 1991: Het eerste WK vindt plaats in 1991, pas in 2015 doet Nederland hieraan mee.
- 2007: De komst van de Vrouwen Eredivisie. Tot aan 2007 speelden de beste vrouwenteams in de ‘Hoofdklasse’.
Onderzoek naar Vrouwenvoetbal
Ondanks dat vrouwenvoetbal relatief kort bestaat, wordt er veel onderzoek naar gedaan. Zo heeft een team van experts onder leiding van ex-profvoetbalster en filosoof Dr. Martine Prange en cultureel antropoloog Dr. Martijn Oosterbaan in 2017 een interdisciplinair onderzoek uitgevoerd naar de maatschappelijke impact van vrouwenvoetbal in Nederland. Het project heeft aangetoond dat vrouwenvoetbal zowel een rijke geschiedenis als een hardnekkige actualiteit kent. Diverse artikelen in de publicatie Vrouwenvoetbal in Nederland belichten verschillende aspecten van de relatie tussen de ontwikkeling van vrouwenvoetbal aan de ene kant en maatschappelijke veranderingen aan de andere kant. “Er was eerder sprake van een gedoogcultuur. heeft voor het voetbalseizoen 2022/2023 een onderzoek uitgevoerd naar gelijke kansen in het Nederlandse mannen- en vrouwenvoetbal. Zij gingen in gesprek met de belangrijkste partijen in het Nederlandse voetbal die kunnen bijdragen aan het vergroten van gelijke kansen in de Vrouwen Eredivisie. Het onderzoek toont aan dat er nog geen sprake is van gelijke kansen omdat de Vrouwen Eredivisie tegen een aantal belemmeringen aanloopt. Vrouwenvoetbal is dus aan het groeien, maar dit rooskleurige vooruitzicht kent echter ook een keerzijde. Meisjes en vrouwen worden in het voetbal nog altijd veelvuldig achtergesteld bij jongens en mannen. Er heerst een zekere ongelijkheid binnen de functies voor vrouwen in de voetbalwereld. Agnes Elling van het Mulier Instituut, gespecialiseerd in onderzoek naar sociale ongelijkheid in de sport, benadrukt dat “het aantal vrouwen op leidinggevende posities in de sport in het algemeen bedroevend laag is”. Ze wijst erop dat dit probleem niet beperkt blijft tot het voetbal, maar zich uitstrekt naar bijna alle sporttakken. Het ontbreken van vrouwencoaches in het mannenvoetbal is opvallend. Tijdens een uitzending van Studio Voetbal op 10 december 2023, gaf Ajax-speler Sherida Spitse aan dat ze droomt van een toekomst als coach, bij voorkeur van het mannenteam van Ajax. Deze uitspraak leidde tot discussie aan tafel, waarbij oud-voetballer en analist Pierre van Hooijdonk sceptisch was over de haalbaarheid ervan. Hij benadrukte dat de voetbalwereld een machocultuur is, waar geloofwaardigheid ten opzichte van de spelersgroep essentieel is. Onderzoeker Elling benadrukt dat er nog veel moet gebeuren om gendergelijkheid in de sport te bereiken. Ze wijst op diepgewortelde problemen, zoals seksisme en de voorkeur voor bekende netwerken en stereotiepe leiderschapsbeelden. Elling gelooft dat rolmodellen een sleutelrol speelt in het aanpakken van deze kwesties. De uitdagingen voor vrouwelijke coaches in het mannenvoetbal zijn divers, variërend van traditionele opvattingen over leiderschap in de voetbalwereld tot het gebrek aan draagvlak. De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) meldt dat de vertegenwoordiging van vrouwen in betaald mannenvoetbal geleidelijk toeneemt, vooral in functies als algemeen directeur, scheidsrechter en medisch staflid. Naast de sociaal ongelijkheid in de voetbalwereld manifesteert zich ook financiële ongelijkheid, zo blijkt uit onderzoek. Vrouwen ervaren een financiële drempel om deel te nemen aan voetbaltechnische opleidingen. Voornamelijk vanwege de minder rendabele investeringen in het vrouwenvoetbal. In een reactie hierop introduceerde ING in 2021 een trainersbeurs met een budget van 200.000 euro. In 2022 volgde er erkenning voor de financiële status en ontwikkeling van de Oranjevrouwen. Zij ontvangen nu gelijke oranjepremies, het geld dat ze dagelijks ontvangen tijdens de deelname aan grote nationale teamtoernooien. Het feit dat vrouwen nog steeds niet evenveel verdienen als mannen wordt echter duidelijk in de deal. De KNVB beoogt met deze maatregelen de bestaande lijn van professionalisering voort te zetten en streeft naar een gelijkwaardige behandeling van zowel het mannen- als het vrouwenelftal. Er wordt vaker campagne gevoerd om vrouwen en meisjes aan het voetballen te krijgen, maar ook om mensen bewust te maken van de ongelijkheid en het verschil met het mannenvoetbal. De KNVB is in 2018 gestart met een missie. Het uiteindelijke doel is dat vrouwen op alle niveaus volledig meedoen in het voetbal, als speler, trainer, scheidsrechter en/of bestuurder. Ook wil de KNVB meer aandacht voor vrouwelijke fans. In de campagne Meer Vrouwen in Voetbal (MVIV) kregen rolmodellen onder trainers, bestuurders en scheidsrechters een gezicht. Verder besteedde de KNVB extra aandacht aan 50 jaar vrouwenvoetbal (in 2021/2022). Lange tijd dacht men dat materiaal over vrouwenvoetbal niet belangrijk (genoeg) was om te bewaren, denk bijvoorbeeld aan de sportshirts. En dat terwijl archiefmateriaal juist kan helpen om meer te weten te komen over de geschiedenis van het vrouwenvoetbal.
Lees ook: Meer over Olympisch IJshockey
tags: #sinds #wanneer #bestaat #voetbal #geschiedenis