De rijke voetbalgeschiedenis van San Lorenzo: Van Copa Sudamericana tot Wereldkampioenschap

San Lorenzo de Almagro, kortweg San Lorenzo, is een Argentijnse voetbalclub gevestigd in Buenos Aires met een rijke en bewogen geschiedenis. De club staat bekend om zijn gepassioneerde aanhang en heeft door de jaren heen een belangrijke rol gespeeld in het Argentijnse en Zuid-Amerikaanse voetbal. Dit artikel duikt in de geschiedenis van de club, van de vroege successen tot de recente triomfen, en belicht enkele van de meest memorabele momenten.

Vroege successen en de Copa Sudamericana

De eerste editie van de Copa Sudamericana vond plaats in 2002. Het Argentijnse San Lorenzo wist destijds als eerste club de trofee te veroveren. In de Copa Sudamericana komen topclubs vanuit heel Zuid-Amerika bij elkaar, in veel manieren lijkt het op een Zuid-Amerikaanse variant van de Europa League. De Copa Sudamericana is een jaarlijks Zuid-Amerikaans toernooi en de op één na belangrijkste competitie van Zuid-Amerika na de Copa Libertadores. Clubs uit verschillende Zuid-Amerikaanse landen doen mee aan de Copa Sudamericana. Daarnaast worden er 12 teams die zijn uitgeschakeld in de Copa Libertadores overgeplaatst naar de Copa Sudamericana, een soortgelijk concept als in de oude opzet van de UEFA Champions League. Ook Bragantino kwam uiteindelijk uit in de Copa Sudamericana nadat het werd uitgeschakeld in de derde voorronde van de Copa Libertadores. Het prijzengeld voor de Copa Sudamericana is elk jaar anders. De winnaar van het toernooi krijgt bovendien een plek in de Recopa Sudamericana en de Copa Libertadores van het volgende jaar. Atlético Nacional heeft de titel voor de meeste doelpunten in een enkele editie van de Copa Sudamericana.

De Copa Libertadores triomf van 2014

Een van de meest memorabele momenten in de clubgeschiedenis is de winst van de Copa Libertadores in 2014. Het was voor het eerst in de 106-jarige geschiedenis van San Lorenzo dat de club de Zuid-Amerikaanse Champions League wist te winnen. In de return van de finale werd Nacional uit Paraguay met 1-0 verslagen, nadat de heenwedstrijd in 1-1 was geëindigd. Held van San Lorenzo werd middenvelder Nestor Ortigoza. In Argentinië geboren, maar international voor Paraguay. Hij zorgde er in de eerste helft vanaf de stip voor dat de Copa Libertadores naar zijn geboorteland ging en niet naar het land waar hij zijn interlands voor speelt. Zowel San Lorenzo als Nacional had nog nooit eerder de finale van het toernooi bereikt. De eerste Copa Libertadores voor San Lorenzo zal ongetwijfeld ook gevierd zijn door paus Franciscus. Hij is fan en lid van de club uit Buenos Aires. De paus vierde in december ook al een feestje. Toen werd San Lorenzo kampioen van Argentinië. Door de winst heeft San Lorenzo zich ook gekwalificeerd voor het WK voor clubteams, daar waar namens Europa Champions League winnaar Real Madrid zal spelen. Het is de 23ste keer in de geschiedenis van de Copa Libertadores dat een Argentijnse club het toernooi wint. Het is voor het eerst in vijf jaar dat er geen Braziliaanse club met de beker in handen staat.

Paus Franciscus en de clubliefde

De band tussen San Lorenzo en Paus Franciscus is uniek en symbolisch. De Paus is een fervent supporter en lid van de club, wat de club een extra dimensie geeft. Zijn betrokkenheid en steun zijn een bron van trots voor de fans en versterken de identiteit van de club.

Luis Monti: Een legende met een bewogen verleden

Luis Monti - een Italiaans Argentijns voetballer, die vandaag in 1901 in Buenos Aires werd geboren - klopte nog nietsvermoedend het stof uit zijn sloffen bij San Lorenzo, toen het een aantal Europese leiders begon te dagen. Voetbal is niet zomaar een spel. Het is het spel van het volk. Benito Mussolini had het rond 1930 als eerste door en zou er een hele natie mee naar zijn hand zetten. De eerste editie van het WK was vooral een Zuid-Amerikaanse aangelegenheid geweest. Het gastland en het gros van de deelnemende landen waren Zuid-Amerikaans. Met uitzondering van de verrassende halvefinalisten uit Joegoslavië hadden de Europese delegaties slechts een figurantenrol gespeeld in Uruguay. Vier jaar later was daar in de laars van het oude continent niets meer van te merken. Alle kwartfinalisten kwamen uit Europa en het toernooi ging van begin tot einde gebukt onder een reusachtige brok Italiaans machtsvertoon. Mussolini zag de tweede editie van de wereldbeker als de ideale vitrine om zijn totalitaire regime aan de wereld te presenteren. Zijn nieuwe Italië moest atletisch, gedisciplineerd en sterk zijn. Van het voetbalinhoudelijke had Il Duce geen kaas gegeten, hij kende nauwelijks de spelregels. Maar de Romeinse geschiedenis en de eeuwenoude tevredenheidstactiek van Brood & Spelen kende hij wel. Niet de schoonheid van het spel, maar de krachtpatserij en de eendracht op de tribunes fascineerden hem mateloos. Zijn onderdanen wilden voetbal zien en Mussolini schonk het hen gewillig. In splinternieuwe stadions die bol stonden van de fascistische propaganda. Il Duce wist dat hij de onvoorwaardelijke steun van zijn volk kon gebruiken. Het begon nog voor het toernooi goed en wel van start ging. Uit protest tegen de Italiaanse afwezigheid in Montevideo vier jaar eerder, weigerde regerend kampioen Uruguay naar Italië af te zakken. Vicekampioen Argentinië was dan weer niet te spreken over wat in Buenos Aires ‘de diefstal van de eeuw’ genoemd werd. In de aanloop naar het eerste wereldkampioenschap op Europese bodem werden vier Oriundi, Argentijnen van Italiaanse afkomst, overtuigd om hun geboorteland vaarwel te zeggen. Raimundo Orsi, Enrique Guaita, Attilio Demaria en Luis Monti. Zij zouden voortaan voor het land van hun voorouders gaan voetballen. Verbitterd en kwaad stuurden de Argentijnen vervolgens een amateurploeg naar Italië. Bedoeld als belediging, maar Mussolini vond het prima. Van de vier Oriundi die tussen 1930 en 1934 in Italië neerstreken sprak Luis Monti het meest tot de verbeelding. Demaria voetbalde al enkele jaren voor Internazionale, Guaita had de rangen van AS Roma versterkt en Orsi die van Juventus. Maar dé draaischijf van de trots uit Turijn was Luis Felipe Monti. Ondanks zijn 1,67 meter en het koosnaampje Luisito was het paradepaardje van Juve een imposant figuur. Menig tegenstander had schrik om de geblokte Monti tegen het lijf te lopen. Het had hem de bijnaam Doble Ancho (Dubbele Breedte) opgeleverd. Wat Giuseppe Meazza was voor Inter, was Monti voor de Oude Dame. Gedirigeerd door Monti slaagden de witzwarten er begin jaren dertig in om vijf seizoenen op rij de scudetto binnen te halen. Een huzarenstukje dat pas tussen 2011 en 2016 voor het eerst opnieuw geëvenaard werd. La Vecchia Signora had haar Quinquennio d’oro, de vijf gouden jaren, aan zijn spelverdeler te danken, maar de dankbaarheid was wederzijds. Het was dankzij Juventus dat Monti zijn carrière had kunnen verder zetten. Voor de Argentijnen die in 1934 moord en brand schreeuwden omwille van het zogenaamde verraad van de Oriundi, was Monti in 1930 nog persona non grata geweest. Monti, de ruggengraat van het team, had ondermaats gepresteerd. Van zijn messcherpe tackles, die Argentinië tot in de finale hadden gebracht, was er tijdens de clash met de aartsvijand geen spoor geweest. De pers wist echter niet wat er zich achter de schermen had afgespeeld. Een straatbende uit Montevideo had de avond voor de finale het Argentijnse hotel kort en klein geslagen. Daags nadien had Monti, de meest gevreesde Argentijn, een brief ontvangen waarin hijzelf en zijn familie met de dood werden bedreigd. Ofwel verloochende hij zijn vaderland door de Uruguayanen vrije doorgang te verlenen, ofwel riskeerde hij het leven van zijn moeder. Tegen zijn natuur in had Monti geprobeerd het probleem te omzeilen. Hij vroeg zijn bondscoach, Francisco Olazar, om de finale niet te hoeven spelen. Maar gezien Adolfo Zumelzú, de enige doublure op zijn positie, geblesseerd was, had Olazar weinig keuze. Er was geen alternatief voorhanden. Denkend aan zijn moeder zwierf Luisito die middag negentig minuten lang lusteloos over het veld. De Argentijnen verloren en als kapitein kreeg hij de volle laag. In zijn thuisland had hij onverbiddelijk afgedaan. Voor Monti werd het een zwarte periode. Het spelplezier en de trainingsijver ebden weg, een depressie loerde om de hoek. Met overgewicht, half geblesseerd en volledig uit conditie was de voormalige vedette maar wat blij dat hij weg kon uit Buenos Aires, de boot op richting het oude continent. De speler kon opnieuw in actie komen voor Juventus en Juventus had er een klasbak bij. Het bleek een gouden zet voor beide partijen. Een herboren Monti loodste de Oude Dame van de ene naar de andere titel en het duurde niet lang vooraleer hij ook bij de Azzurri mocht aantreden. In 1930 werd Luis Monti door een journalist van L’Equipe de meest kwaadaardige verdediger ter wereld genoemd. Maar in het Metodo-systeem van de Italiaanse bondscoach Vittorio Pozzo zou hij bovenal uitgroeien tot de allereerste schakelspeler, een soort verdedigende middenvelder avant la lettre. Pozzo, een van de grondleggers van het catenaccio, gaf Monti een cruciale rol tussen verdediging en middenveld. spelmaker van het team. Ook bij de Azzurri werd de dubbele breedte de motor van het team. Wat zijn brutale speelstijl betreft zat de Franse journalist er echter niet naast. Monti was een intimiderende en meedogenloos harde speler, zonder schrik om zelf te incasseren. De vaderlandswissel legde Monti geen windeieren. Terwijl zijn vroegere landgenoten het slachtoffer werden van de Argentijnse boycot, kon Monti wél voor een tweede keer op rij deelnemen aan het WK. Op weg naar die cruciale wedstrijd moesten de Azzurri eerst voorbij het Oostenrijkse Wunderteam van Matthias Sindelar, en dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hoewel de Oostenrijkers net over hun hoogtepunt heen waren, bleven ze een te duchten kandidaat voor de eindzege. Mussolini wou geen risico nemen en nodigde Ivan Eklind, de Zweedse scheidsrechter die de halve finale zou fluiten, bij hem thuis uit om de wedstrijd te bespreken. Naast de scheidsrechterlijke factor speelden op 3 juni ook de weersomstandigheden in het voordeel van de thuisploeg. De gietende regen toverde San Siro om tot een modderpoel waar het Weense Wunderteam geen raad mee wist. Het rondtikken van de bal verliep moeizaam, Sindelar kwam niet in het spel voor en aan beide zijden waren de kansen bijzonder schaars. Na negentien minuten vond Enrique Guaita toch een opening. De voorafgaande overtreding van Meazza op de Oostenrijkse doelman Platzer werd niet bestraft en het catenaccio kon beginnen. Met Pozzo als commandant groeven de Italianen zich in op een terrein dat letterlijk op een slagveld vol loopgraven begon te gelijken. Monti hield zich, net als het gros van zijn medespelers, enkel nog met verdedigen bezig en ging daarbij regelmatig over de schreef. Het mocht, want Eklind was blind voor Italiaanse overtredingen. Toen Monti Sindelar buiten de lijnen schopte, was het lot van het Wunderteam definitief bezegeld. Voetbaltechnisch een non-match, maar geen Italiaan die daar naar kraaide. Toch was het voor Monti niet allemaal rozengeur en maneschijn in de zomer van 1934. Naast een kans op eerherstel zou het toernooi hem vooral ook een wrange déjà vu opleveren. Eklind zou opnieuw de scheidsrechter van dienst worden en de Italiaanse spelers werden met drie simpele woorden onder druk gezet: vittoria o morte, een overwinning of je leven. Het waren slechts woorden, maar de ijzige blik in Mussolini’s ogen sprak boekdelen. Niemand durfde zich verroeren en Monti waande zich opnieuw in het hotel in Montevideo. Gelukkig voor Luis Monti werd er effectief verloren in 1930 en gewonnen in 1934, al scheelde het niet veel. In het Stadio del Partita Nazionale Fascista in Rome versloegen de Italianen Tsjechoslowakije met 2-1. Ruim 55.000 enthousiastelingen stonden opeengepakt op de treden van een tribune die aan de onderste ringen van het Colosseum deed denken. Spijtig genoeg voor de Tsjecho-Slowaken was scheidsrechter Eklind even partijdig als het volk op de tribunes. Een vliegende tackle, waarbij Monti met beide voeten vooruit Frantisek Svoboda zowat doormidden schopte, werd slechts met een vrije trap bestraft. En Eraldo Monzeglio’s overtreding op Antonin Puc leverde geen penalty op, hoewel het voorval duidelijk in het strafschopgebied plaatsvond. Even nog leek een drama in de maak toen de Italianen na zeventig minuten op achterstand kwamen na een doelpunt van Puc. De Tsjechoslowaken hadden de beste kansen en konden de match in een beslissende plooi gelegd hebben toen Jiri Sobotka voor open doel naast schoot en Svoboda de paal raakte. Vittoria o morte hing als een zwaard van Damocles boven het stadion, letterlijk. Het volk op de tribunes verstomde. Het was veertig graden, maar symbolische wolken troepten samen boven de hoofdstad. Verschillende doemscenario’s spookten Monti door het hoofd alvorens flankaanvaller en mede-Oriundo Raimundo Orsi voor een zucht van opluchting zorgde door de 1-1 binnen te krullen. De fascistische vlaggen wapperden de wolken en de grimmige stemming van het veld. Het beeld van de dreigende, boven het stadion uittorende Mussolini maakte plaats voor dat van het glimmende en glunderende staatshoofd op de eretribune. Zijn gladiatoren hadden gewonnen. Monti daarentegen was al lang blij dat hij de beproevingen in het amfitheater voor een tweede keer had doorstaan. Het vechten in de arena vond hij geweldig, maar van de bedreigingen had hij ondertussen zijn buik vol.

Lees ook: Passie en Kritiek NAC Breda Ultras

De Argentijnse voetbalcultuur: Passie en toewijding

Voetbal is meer dan een sport in Argentinië; het is een integraal onderdeel van de cultuur en de nationale identiteit. De passie en toewijding van de Argentijnse fans zijn ongeëvenaard. Wedstrijden worden beleefd met intense emotie, en de stadions bruisen van de sfeer. Het land heeft een aantal voetbalstadions van wereldklasse, waaronder Estadio Monumental Antonio Vespuci in Buenos Aires, de thuisbasis van River Plate. Andere populaire stadions zijn Estadio Alberto J. Armando (La Bombonera), de thuisbasis van Boca Juniors, en Estadio Mario Alberto Kempes, de thuisbasis van Club Atletico Talleres. Als je een wedstrijd niet persoonlijk kunt bijwonen, kan je ook live uitzendingen van wedstrijden in bijna elke bar of club gaan kijken.

Top Argentijnse spelers aller tijden

Argentinië heeft door de jaren heen een aantal van de grootste voetballers aller tijden voortgebracht. Enkele van de meest iconische namen zijn:

  • Diego Maradona: Door velen beschouwd als een van de grootste voetballers aller tijden, is Maradona een nationale held in Argentinië. Hij staat bekend om zijn indrukwekkende technische vaardigheden en creativiteit op het veld, maar ook om zijn leiderschap en vastberadenheid.
  • Lionel Messi: Een van de meest succesvolle en gevierde voetballers van het moderne tijdperk, Messi heeft talloze prijzen en onderscheidingen gewonnen voor zijn prestaties op het veld. Hij komt uit Argentinië en speelde voor het nationale team en voor clubs in Spanje en de Verenigde Staten. Hij heeft zijn carrière compleet gemaakt gemaakt met het winnen van het WK in 2022.
  • Alfredo Di Stefano: Een pionier van het Argentijnse voetbal, Di Stefano wordt herinnerd voor zijn indrukwekkende carrière als speler en coach. Hij wordt beschouwd als een van de grootste spelers aller tijden, en zijn bijdragen aan de sport zijn erkend met talloze prijzen en onderscheidingen.

Top Argentijnse voetbalclubs

Naast het nationale team heeft Argentinië ook een bloeiend clubvoetbal. Enkele van de meest succesvolle en populaire clubs zijn:

  • Boca Juniors: Een van de meest succesvolle en populaire voetbalclubs in Argentinië, Boca Juniors heeft een felle rivaliteit met River Plate en staat bekend om zijn gepassioneerde supporters. Je kan het stadium vinden in de wijk La Boca in Buenos Aires.
  • River Plate: Een andere grote voetbalclub in Argentinië, River Plate heeft een lange en historische geschiedenis in de sport. De club staat bekend om zijn succesvolle jeugdopleiding, die een aantal spelers van wereldklasse heeft voortgebracht.
  • San Lorenzo: San Lorenzo, gevestigd in Buenos Aires, is een andere populaire voetbalclub in Argentinië. De club heeft een toegewijde fanbase en heeft talloze nationale en internationale titels gewonnen.
  • Racing Club: Racing Club, opgericht in 1903, is een van de oudste voetbalclubs in Argentinië. De club heeft een sterke rivaliteit met Independiente en staat bekend om zijn succesvolle jeugdopleiding.
  • Newell’s Old Boys: Newell’s Old Boys, gevestigd in Rosario, is tevens een bekende voetbalclub in Argentinië.

Argentinië in de huidige voetbalwereld

Argentinië blijft een dominante kracht in het internationale voetbal. Het team staat bekend om zijn aanvallende speelstijl, zijn technische vaardigheden en zijn ontembare wil om te winnen. Scaloni concludeert: 'Het team zit nu in een fase waarin we op dezelfde manier kunnen spelen met Leo als zonder hem. Vroeger was het spelen zonder Leo vrij complex. Dan moest je allerlei wisselingen doen. Maar die noodzaak is er nu niet meer. Het team blijft op dezelfde manier te werk gaan. Het is een geweldige ploeg met geweldige spelers. We hebben een speelstijl die ploegen in flinke problemen kan brengen. We kennen de kwaliteiten van onze spelers en zetten ze in hun kracht.' Argentinië gaat aan kop in de WK-kwalificatiepoule van Zuid-Amerika, bestaande uit tien landen.

Lees ook: Kleding en benodigdheden Uganda

Lees ook: Steun het Nederlands Elftal met stijl

tags: #san #lorenzo #voetbal #geschiedenis