De Eurojackpot KNVB Beker, vaak simpelweg de KNVB Beker genoemd, is het belangrijkste bekertoernooi in het Nederlandse clubvoetbal. Het is een competitie waar zowel prof- als amateurclubs aan deelnemen, waardoor het een uniek evenement is in de Nederlandse voetbalwereld. Elk jaar strijden grote namen en kleinere clubs om de felbegeerde 'dennenappel', de bijnaam van de beker. De KNVB Bekerfinale is een jaarlijks hoogtepunt en sluitstuk van het Nederlandse voetbalseizoen.
Geschiedenis en achtergrond
De KNVB Beker werd voor het eerst gespeeld in het seizoen 1898-1899, wat het de oudste nog bestaande voetbalcompetitie van Nederland maakt. De Amsterdamse ondernemer die in 1893 met het idee kwam, ondervond weinig animo, waardoor de competitie niet van de grond kwam. In 1898 waagde hij een nieuwe poging, dit keer met succes. Op 7 mei 1899 versloeg RAP Amsterdam het Haagse H.V.V. na verlenging met 1-0, en mocht zich de eerste bekerwinnaar van Nederland noemen.
In de beginjaren werd het toernooi niet altijd even serieus genomen. Tussen 1899 en 1960 ontbrak de bekerfinale maar liefst twintig keer op de agenda, soms door uitzonderlijke omstandigheden zoals de Tweede Wereldoorlog, maar vaker door desinteresse. Een dieptepunt was de finale van 16 mei 1910, waarin de tweede elftallen van Quick (H) en H.V.V. tegenover elkaar stonden.
In 1946 werd de Holdert-beker vervangen door een nieuwe beker, aangeboden door de Algemene Nederlandse Voetbalvereniging De Zwaluwen. Vanwege zijn karakteristieke vorm kreeg deze zilveren beker al snel de bijnaam 'De dennenappel'.
Een belangrijke impuls voor het bekertoernooi was de introductie van de Europa Cup II in 1960, een toernooi van de UEFA voor nationale bekerwinnaars. Hierdoor nam de animo voor deelname aan het vaderlandse bekertoernooi toe, en vanaf 1960 kent ieder voetbalseizoen een apotheose in de vorm van de bekerfinale.
Lees ook: Creatieve wedstrijd voor je kind
Formaat en deelname
Aan de KNVB Beker doen clubs mee uit verschillende niveaus van het Nederlandse voetbal, waaronder teams uit de Eredivisie, de Eerste Divisie (Keuken Kampioen Divisie) en de hoogste amateurklassen. Elk jaar nemen er ongeveer 100 teams deel.
Het toernooi werkt volgens het knock-outsysteem. Dit betekent dat in elke ronde de verliezende club direct wordt uitgeschakeld, terwijl de winnende club doorgaat naar de volgende ronde. Het toernooi begint met twee kwalificatierondes waarin amateurclubs strijden om een plek in het hoofdtoernooi. Voor de 1e kwalificatieronde hebben 54 amateurclubs zich geplaatst, waarvan 26 clubs direct doorgaan naar de 2e kwalificatieronde. De overige 28 clubs spelen om een plaats in de 2e kwalificatieronde, waar ook 14 teams uit de Tweede Divisie instromen. Na de kwalificatierondes begint het hoofdtoernooi, waar de profclubs instromen.
Verloop van het toernooi
- Kwalificatierondes: Amateurclubs strijden om een plek in het hoofdtoernooi.
- Eerste ronde: De winnaars van de kwalificatierondes spelen tegen elkaar.
- Tweede ronde: De grote clubs uit de Eredivisie stromen in.
- Achtste finales: De overgebleven 16 teams strijden om een plek in de kwartfinales.
- Kwartfinales: De overgebleven 8 teams strijden om een plek in de halve finales.
- Halve finales: De overgebleven 4 teams strijden om een plek in de finale.
- Finale: De twee overgebleven teams strijden om de KNVB Beker in De Kuip in Rotterdam.
De finale en de prijzen
De finale van de KNVB Beker vindt traditioneel plaats in De Kuip in Rotterdam. De winnaar van de KNVB Beker ontvangt de felbegeerde beker ('de dennenappel') en een ticket voor de competitiefase van de UEFA Europa League. Daarnaast mag de bekerwinnaar het opnemen tegen de kampioen van de Eredivisie in de strijd om de Johan Cruijff Schaal.
Records en opvallende prestaties
Ajax is recordhouder met 20 gewonnen bekerfinales, gevolgd door Feyenoord met 14 zeges en PSV met 11 gewonnen bekerfinales. De Amsterdammers hebben ook de meeste finales gespeeld: 30. PSV en Feyenoord stonden 19 keer in de finale. De meest doelpuntrijke finale was die van 11 juni 1944: Willem II versloeg toen in Eindhoven tegenstander Groene Ster met 9-2.
Het snelste doelpunt in de bekerfinale staat op naam van Romário de Souza Faria. De Braziliaan van PSV had op 25 mei 1989 tegen FC Groningen slechts twee minuten nodig om raak te schieten. Sinds de invoering van het betaalde voetbal is het slechts drie amateurclubs gelukt de halve finale te bereiken: IJsselmeervogels in het seizoen 1974/’75, VVSB in het seizoen 2015/’16 en Spakenburg in het seizoen 2022/'23.
Lees ook: "De Kleine Generaal": Voetbal, oorlog en executie nader bekeken
De rol van amateurclubs
Wat de KNVB Beker zo speciaal maakt, is dat kleinere clubs de kans krijgen om ver te komen in het toernooi en zelfs de grote clubs kunnen verslaan. De KNVB Beker biedt kleine amateurclubs een unieke kans om op het hoogste podium te spelen.
De KNVB beker als voetbalfeest
De (her)start in Rotterdam in 1989 bleek een succes. Feyenoord kwalificeerde zich tussen 1991 en 1995 vier keer voor de bekerfinale, wat een uitverkocht stadion garandeerde. In de seizoenen die volgden bleek De Kuip ook vol te lopen bij finales waar de Rotterdamse club niet aan deelnam.
De eerste memorabele eindstrijd is wat dat betreft het duel tussen Ajax en sc Heerenveen in 1993. De Friezen gingen met 6-2 ten onder, maar het beeld van de rijen bussen onderweg van Heerenveen naar Rotterdam en de fantastische sfeer in en om het stadion, markeerden het begin van de ‘bekerfeesten’. De Eurojackpot KNVB Bekerfinale is een jaarlijks hoogtepunt op de voetbalkalender.
Media aandacht
Nederlandse bekerwedstrijden uit de TOTO KNVB Beker zijn live te zien bij ESPN en STAR Channel. ESPN zendt alle wedstrijden uit de Eredivisie én de aansluitende play-offs live uit. Op vrijdagavond en maandagavond is er tenminste een wedstrijd uit de Keuken Kampioen Divisie live op ESPN te zien. Elke zondag om 12.15 uur wordt een wedstrijd uit de Vrouwen Eredivisie uitgezonden.
Jeugdvoetbal en de KNVB
De KNVB besteedt ook veel aandacht aan de ontwikkeling van jeugdspelers. Zo is het voetbalseizoen bij de pupillen (O7-O12) opgedeeld in vier fasen, twee in het najaar en twee in het voorjaar. De indeling van de eerste fase (klassen-niveau) gebeurt op basis van de teaminschrijving van de vereniging. De volgende fase wordt ingedeeld op basis van de uitslagen en standen in de eerdere fase(s). Eén van de grote voordelen van dit model is de mogelijkheid om pupillenteams, mits noodzakelijk, sneller te herindelen, om meer gelijkwaardige competities te realiseren. Er wordt niet gespeeld in de schoolvakanties en er zijn geen beker- en inhaalwedstrijden. De KNVB probeert de reisafstanden zo klein mogelijk te houden.
Lees ook: Bloeiende vereniging GKV
Voor de pupillen JO7 (Jeugd Onder 7 jaar) is het belangrijkste dat zij spelenderwijs het voetbalspel (leren) ontdekken. Dit betekent dat het voetbalaanbod erop gericht moet zijn om iedere pupil zoveel mogelijk optimaal spelplezier en ontwikkeling te bieden in een voor hem/haar prettige omgeving. Het aanbod (via de wedstrijdvorm 4 tegen 4) kan op verschillende manieren aangeboden worden aan de pupillen: binnen de eigen vereniging, lokaal of regionaal (in gezamenlijk overleg met andere verenigingen), of via deelname aan het KNVB-voetbalaanbod (regionale toernooitjes).