Hoe vaak wisselen spelers bij volleybal? Een complete gids

Spelregels zijn onmisbaar om een wedstrijd eerlijk en sportief te laten verlopen. Als speler, trainer, coach, ouder of toeschouwer hoef je niet alle spelregels uit je hoofd te kennen, maar kennis van de basisregels is essentieel om beslissingen van de scheids te begrijpen en zelf zoveel mogelijk spelplezier te beleven. Op Volleybalmasterz.nl maak je in begrijpelijke taal kennis met alle spelregels. Ook kun je door middel van oefentoetsen je kennis testen en je spelregelbewijs halen, zodat je zelf ook wedstrijden in de lagere klassen kunt fluiten.

Basisprincipes van Volleybal

Volleybal is een balsport waarbij het speelveld is verdeeld in twee gelijke helften gescheiden door een net. De beide teams, die elk uit zes spelers bestaan, bevinden zich ieder op hun eigen helft en proberen door het slaan of tikken tegen de bal deze op het tegenoverliggende deel van het speelveld binnen de lijnen de grond te doen raken. Een geslaagde poging, of een fout van de tegenstander, levert een punt op. Wie het eerst 25 punten heeft behaald wint de set. Er worden altijd 4 sets gespeeld. Wie het eerst drie sets heeft gewonnen, wint de wedstrijd.

In het volleybalspel bestaat ieder team uit zes personen en meet het veld 9 bij 18 meter. Op de zijkanten van het net, precies boven de zijlijn, zijn twee verticale stokken, de zogenoemde "antennes", geplaatst. De spelers mogen het net niet raken. Het is fout als een speler onder het net dringt in de ruimte van de tegenstander en de speler de tegenstander hindert. Het is ook fout als de voet(en) van een speler over de middenlijn komen, dus het veld van de tegenstander raken.

Wissels in Volleybal: Regels en Strategieën

Voor het begin van een nieuw punt mag een speler worden gewisseld. Een speler die is uitgewisseld mag uitsluitend voor dezelfde wisselspeler weer worden ingewisseld. In totaal zijn dit dus twee wissels van de maximaal toegestane zes. Ongeacht het aantal wisselspelers heeft ieder team altijd recht op zes wissels per set.

Een wisselspeler mag meerdere keren (maximaal drie keer) gewisseld worden voor een veldspeler. De veldspeler moet wel weer terugkeren in het veld voor de wisselspeler die hem vervangen heeft. Voorbeeld: wisselspeler nummer 3 gaat het veld in voor nummer 5. Nummer 5 kan alleen terug gewisseld worden voor nummer 3. Wisselspeler 3 mag vervolgens (na tenminste één voltooide rally) weer voor een andere of dezelfde veldspeler gewisseld worden. Ook mag één van de andere wisselspelers voor nummer 5 ingebracht worden.

Lees ook: De Rol van de Catcher in Honkbal

Uitzondering: Voor de A-, B- en C-jeugdklassen gaat deze regel niet gelden. Daarvoor blijft de huidige wisselregel van toepassing. De reden hiervoor is dat het veel voorkomt dat er een aantal goede serveerders is, waardoor de wedstrijd minder leuk zou kunnen worden. De wisselzone van de libero wordt vrijgegeven, daarvoor mag nu de gehele achterlijn en zijlijn gebruikt worden. Voorwaarde is wel dat de scheidsrechters en teller(s) de wissel goed kunnen zien.

Wisselstrategieën

Wissels in volleybal zijn cruciaal voor het aanpassen van de teamstrategie en het benutten van de sterke punten van individuele spelers. Trainers gebruiken wissels om:

  • Tactische aanpassingen te maken: Bijvoorbeeld, een blokkeerder inbrengen tegen een sterke aanvaller van de tegenpartij.
  • Vermoeidheid tegen te gaan: Spelers die vermoeid raken, kunnen worden vervangen om het energieniveau van het team hoog te houden.
  • Specifieke vaardigheden in te zetten: Een sterke serveerder kan worden ingebracht voor een belangrijke servicebeurt.
  • Het spel van de tegenstander te ontregelen: Onverwachte wissels kunnen de tegenstander verrassen en uit hun ritme halen.

Het Rally Point Systeem

Binnen de Nederlandse competitie wordt het Rally Point Systeem toegepast. Het komt erop neer dat iedere rally resulteert in een punt voor een van beide teams. De set eindigt als een team 25 punten heeft behaald en minstens twee punten meer heeft dan de tegenstander, dus als de stand 25-24 is wordt er tot 2 punten verschil doorgespeeld. Wanneer een team de bal op de speelhelft van de tegenstander krijgt, de bal door de tegenstander buiten de lijnen wordt geslagen, of er een fout wordt gemaakt die wordt bestraft door de scheidsrechter, krijgt het de opslagbeurt.

Spelregels en Wijzigingen

In het verleden waren er voor verschillende niveaus, verschillende spelregelboekjes. Om uitzonderingen beter weer te geven en ook de administratieve last van het bijhouden van alle uitzonderingen te verminderen, is er besloten om vanaf seizoen 2024-2025 weer één spelregelboekje te publiceren voor de Eredivisie t/m Jeugd.

Recente Regelwijzigingen

Er zijn diverse recente regelwijzigingen doorgevoerd om het spelplezier te verhogen en de sport aantrekkelijker te maken. Enkele belangrijke wijzigingen zijn:

Lees ook: Analyse van de mannelijke rugbysporter

  • Geen toss meer: De aanvoerder van het uitspelend team heeft de eerste keuze (opslag of veld). Bij een eventuele 5e set heeft de aanvoerder van het thuisspelende team het recht om als eerste te kiezen.
  • Inspelen aan het net: Tijdens het inspelen aan het net mogen de inspeelshirts aanblijven.
  • Waterflesjes: Dat de waterflesjes op of achter de bank neergezet moeten worden, is afgeschaft. Wel zal de scheidsrechter steeds in het oog houden wat in het kader van de veiligheid van spelers wel of niet toegestaan is.
  • Mini's bij het team: Vanaf komend seizoen mogen er twee mini's bij het team aanwezig zijn (op de bank en serveren).
  • Plaats op de bank: De coach, assistenten en verzorgers hebben geen vaste plaatsen meer op de bank. Ze mogen overal zitten en zelfs staan.
  • Tekens van de scheidsrechter: Vanaf de 1e klasse en lager is de scheidsrechter niet meer verplicht om na elke rally alle tekens te geven: het speelveld aanwijzen van het team dat de volgende service uitvoert is voldoende.
  • Ruimte achter het speelveld: Nu hoeft er geen hulplijn in het veld worden geplakt als de ruimte achter het speelveld minder dan twee meter is: je mag met één voet in het veld serveren. Ook bij een sprongservice mag de afzetvoet dus in het veld worden gezet.
  • Schermen bij de service: Vanaf komend seizoen mag de serveerder dan ook niet meer met opzet aan het zicht van de passers onttrokken worden. Spelers van het serverende team moeten tenminste een armlengte van elkaar af staan en achterspelers mogen niet in de ‘vrij zicht’-ruimte van de voorspelers gaan staan.
  • Het raken van het veld van de tegenstander: Het raken van het veld van de tegenstander in een actie met de bal wordt komend seizoen afgefloten. Dat geldt niet alleen voor de voet, maar voor alle lichaamsdelen. Daarentegen is het niet fout om het veld van de tegenstander te raken als er geen bal bij betrokken is en het niet hinderlijk is voor de tegenstander.
  • Bal buiten de antennes: Zodra de bal buiten de antennes het net passeert, is de bal uit, ook wanneer dit na het eerste balcontact geweest is. De bal terughalen uit de vrije zone van de tegenstander (buiten de antennes om) is dus niet meer toegestaan. Uitzondering: in de Topdivisie geldt deze nieuwe regel niet. Daar mag deze bal dus nog teruggehaald worden uit de vrije zone.
  • Time-out: Een time-out (TO) duurt maximaal 30 seconden. Tijdens de TO mag het hele veld gebruikt worden.
  • Na de set: Na het laatste fluitsignaal van een set hoeven teams niet meer via de achterlijn naar de andere speelhelft lopen. Wel dienen zij om de netpaal heen lopen; onder het net doorlopen is niet toegestaan.
  • Pauze tussen sets: Tijdens de pauze tussen de sets mogen de wisselspelers inspelen in het veld, mits dit niet hinderlijk is voor de moppers en/of het entertainment. De pauze tussen sets duurt maximaal drie minuten.

De Libero

De libero is een speciale speler in het volleybalteam met een afwijkend shirt. De functie van een libero is uitsluitend passen en verdedigen. De liberospeler mag ook alleen in de achterste 3 posities van het volleybalveld staan. Je zult een libero dus nooit zien aanvallen of serveren.

Een libero mag uitsluitend veldspeler worden (en een ander shirt aantrekken) als het team onvolledig verklaard zou worden door blessure(s). Voorbeeld: een team start met zes spelers en één libero. Eén van de veldspelers raakt geblesseerd en kan niet verder spelen. Op dat moment mag de libero veldspeler worden, zodat er met zes spelers doorgespeeld kan worden.

Een aanvaller mag een bal die door de libero vanuit de voorzone bovenhands is gespeeld niet aanvallen als de bal in zijn geheel nog boven de netrand is.

Overige aspecten van Volleybal

  • Score: Een volleybalset gaat in principe tot 25 punten, waarbij een team minimaal 2 punten meer moet hebben dan het andere team om de set te winnen.
  • Wedstrijdduur: Een volleybalwedstrijd in de zaal heeft geen exacte tijd. Er wordt gespeeld om een best-of-five. Dat betekent dat bij de standen van 3-0, 3-1 of 3-2 in sets de wedstrijd ten einde is. Op niveaus lager dan de topdivsie wordt er bij een 3-0 stand nog een 4e set gespeeld. Een beachvolleybalwedstrijd heeft geen exacte tijd. Er wordt gespeeld om best of 3 sets. Dat betekent dat de wedstrijd is afgelopen bij 2-0 of bij 2-1 in sets. Een set gaat tot de 21. Wel moet de set met twee punten verschil geëindigd worden.
  • Compressiekousen: Sommige spelers in het volleybal dragen lange sokken (compressiekousen) om de bloedcirculatie te bevorderen en afvalstoffen sneller af te voeren.

Tools en Ondersteuning voor Trainers

Er zijn diverse tools beschikbaar om volleybaltrainers te ondersteunen bij het geven van afwisselende en effectieve trainingen. VolleybalXL is een voorbeeld van zo'n tool, die trainers helpt bij het vinden van oefeningen en het samenstellen van trainingen.

Lees ook: Frequentie videoscheidsrechter hockey

tags: #hoe #vaak #wisselen #spelers #volleybal