Handbal is een dynamische en snelle sport die steeds populairder wordt. Misschien overweeg je om te beginnen met handbal, of misschien kijk je af en toe naar wedstrijden en ben je benieuwd naar de duur ervan. Handbal staat bekend om zijn zuivere speeltijd, wat betekent dat de klok stopt bij onderbrekingen, waardoor de wedstrijden soms langer duren dan verwacht. In dit artikel duiken we dieper in op de speeltijd van een handbalwedstrijd, de regels omtrent verlengingen en de verschillende factoren die de totale duur beïnvloeden.
De basis van handbal
Handbal is een teamsport die doorgaans binnen wordt gespeeld, in de vorm van zaalhandbal, hoewel varianten als veldhandbal en beachhandbal ook bestaan. Het doel van het spel is simpel: meer doelpunten scoren dan de tegenstander. Twee teams van zeven spelers (zes veldspelers en een keeper) proberen de bal in het doel van de tegenstander te werpen.
Geschiedenis van handbal
We weten het niet helemaal zeker, maar het lijkt erop dat de sport is ontstaan in Duitsland. De Duitser Max Heiser was in ieder geval de eerste persoon die de sport spelregels gaf. Deze regels werden in 1917 officieel vastgelegd door de turnbond onder de officiële naam: ‘Bestimmungen für die Abhaltung des Handbalspieles für die Damenabteilungen des Berliner Turnrathes’. Dit betekent eigenlijk dat handbal alleen bedoeld is voor meisjes. Aan het begin van de 20ste eeuw was het doel om de sporttak gymnastiek uit te gaan breiden. Voetbal was toendertijd nog een echte mannensport en tennis was eigenlijk alleen bestemd voor de elite. Handbal was daarentegen juist erg geschikt voor vrouwen. Daarom was de sport in eerste instantie vooral voor meiden bedoeld, maar later gingen mannen de sport ook beoefenen. De Duitse manier van handbal spelen is nog steeds de basis voor de internationale sport. De spelregels begonnen als een combinatie van de regels van basketbal, korfbal en voetbal. Handbal kwam in Nederland terecht toen er een uitwisseling plaatsvond tussen Hamburgse en Berlijnse turnverenigingen. In Groningen werd de basis gelegd voor het Nederlandse handbal. In eerste instantie werd de balsport op een aangepast voetbalveld gespeeld. Ook bestonden de teams uit 11 spelers, net als bij voetbal. Het eerste landskampioenschap in Nederland vond plaats in 1930 en in 1935 werd de eerste interland tegen Duitsland gespeeld in de stad Den Haag. In dit jaar kreeg handbal ook een eigen bond: het Nederlands Handbal Verbond.
Officiële speeltijd: Senioren, jeugd en verschillen
De officiële speeltijd van een handbalwedstrijd varieert afhankelijk van de leeftijdscategorie van de spelers. Hier is een overzicht:
- Senioren (19 jaar en ouder): 2 helften van 30 minuten, totaal 60 minuten speeltijd.
- A-jeugd (17-18 jaar): 2 helften van 30 minuten, totaal 60 minuten speeltijd.
- B-jeugd (15-16 jaar): 2 helften van 25 minuten, totaal 50 minuten speeltijd.
- C-jeugd (13-14 jaar): 2 helften van 25 minuten, totaal 50 minuten speeltijd.
- D-jeugd (11-12 jaar): 2 helften van 20 minuten, totaal 40 minuten speeltijd.
- E-jeugd (9-10 jaar): 2 helften van 20 minuten, totaal 40 minuten speeltijd.
- F-jeugd (7-8 jaar): 2 helften van 15 minuten (vaak in toernooivorm).
Tussen de twee helften is er een pauze van 10 minuten, behalve bij sommige jeugdwedstrijden waar de pauze korter kan zijn. Recreatieve handballers spelen vaak kortere wedstrijden, meestal twee keer 25 minuten, omdat hun conditie doorgaans wat minder is dan die van professionele spelers.
Lees ook: Duur handbalwedstrijd
Verschillen in speeltijd tussen mannen- en vrouwenwedstrijden?
Nee, handbalwedstrijden duren bij zowel mannen als vrouwen even lang. Beide spelen twee helften van 30 minuten zuivere speeltijd.
Factoren die de totale duur van een handbalwedstrijd beïnvloeden
Hoewel de officiële speeltijd vaststaat, zijn er verschillende factoren die de totale duur van een handbalwedstrijd kunnen beïnvloeden:
- Time-outs: Elk team heeft recht op drie time-outs per wedstrijd. Tijdens een time-out wordt de klok stilgezet, wat de totale duur van de wedstrijd verlengt.
- Strafworpen en vrije worpen: Bij overtredingen wordt vaak een strafworp of vrije worp toegekend. De klok staat stil tijdens de voorbereiding en uitvoering van deze worpen.
- Blessurebehandelingen: Als een speler geblesseerd raakt, wordt het spel tijdelijk onderbroken voor behandeling. De tijd die nodig is voor de behandeling wordt bij de totale duur van de wedstrijd opgeteld.
- Wissels: Hoewel wissels vliegend mogen, kunnen ze, zeker als ze frequent voorkomen of niet soepel verlopen, de wedstrijd iets langer laten duren.
- Verlengingen: In knock-outfases van toernooien kan een verlenging nodig zijn als de stand na de reguliere speeltijd gelijk is.
Door deze factoren kan de totale duur van een handbalwedstrijd variëren. Professionele wedstrijden duren gemiddeld 1,5 uur, terwijl amateur- en jeugdwedstrijden meestal tussen de 45 minuten en 1,5 uur duren.
Gemiddelde totale duur per niveau:
- Professioneel handbal (EHF, IHF): 1,5 uur
- Amateur- en clubniveau: 1 tot 1,5 uur
- Jeugdwedstrijden: 45 minuten tot 1,5 uur
Verlengingen en shoot-outs: Wanneer de wedstrijd extra tijd nodig heeft
In knock-outfases van toernooien is het noodzakelijk om een winnaar te bepalen. Als de stand na de reguliere speeltijd gelijk is, volgt een verlenging. De regels hiervoor zijn als volgt:
- Eerste verlenging: 2 keer 5 minuten met een korte pauze.
- Tweede verlenging: Als de stand na de eerste verlenging nog steeds gelijk is, volgt er nogmaals 2 keer 5 minuten.
- Shoot-outs: Als er na twee verlengingen nog geen winnaar is, wordt de wedstrijd beslist door een serie strafworpen, ook wel shoot-outs genoemd.
Tijdens een shoot-out krijgen beide teams om de beurt een strafworp. Het team dat de meeste strafworpen scoort, wint de wedstrijd. Als de stand na de eerste serie strafworpen nog steeds gelijk is, gaan de teams door met strafworpen totdat er een beslissing valt.
Lees ook: Zaalhockey: wedstrijdduur uitgelegd
Basisregels en spelverloop
Om een goed begrip te krijgen van de sport en de duur van de wedstrijden, is het belangrijk om de basisregels van handbal te kennen.
Spelers
Een team voor handbal bestaat uit maximaal 14 spelers. Zeven daarvan staan er op het veld en de overige zeven spelers zitten op de bank en treden op als wisselspelers. Van de 7 spelers op het veld zijn er 6 veldspelers en is er 1 doelverdediger. Bij bijna iedere wedstrijd komen alle 14 spelers wel een keer op het veld te staan. Ze zitten dus zelden de hele wedstrijd op de bank. Tussen de veldspelers en de wisselspelers is het mogelijk en toegestaan om een vliegende wissel uit te voeren. Die wissel mag wel alleen uitgevoerd worden aan de wissellijn. Wanneer een speler ongeoorloofd over de wissellijn gaat, begaat hij een wisselfout. De overtredende speler wordt in dit geval van het veld gestuurd en de tegenpartij krijgt een vrije worp. Bij de hogere wedstrijden in het handbal wordt de doelverdediger wel eens gewisseld voor een extra veldspeler, zodat een team met 7 spelers in de aanval kan gaan. Mocht de ploeg dan de bal verliezen, dan wordt de zevende speler weer gewisseld voor een doelverdediger. Je ziet dit vaak gebeuren bij landelijke competitiewedstrijden, met name als de stand richting het einde van de wedstrijd nog gelijk is.
Het speelveld
Het speelveld meet 40 x 20 meter en wordt door talrijke lijnen begrensd en doorsneden. De zijlijnen en de achterlijnen omsluiten het veld. De middenlijn loopt door het midden van het speelveld. Het doelgebied wordt door een ononderbroken halve cirkel met een straal van 6 meter gedefinieerd. Dit gebied mag alleen door de doelverdediger worden betreden. De gestippelde vrijeworplijn ligt negen meter voor het doel. Tussen de doelcirkel en de vrijeworplijn ligt de 7-meterlijn. Aan een van de zijlijnen ligt de wissellijn die vanaf de middenlijn steeds 4,5 m naar rechts en links loopt.
De bal
De handbal is gemaakt van kunststof of leer. De diameter van de bal varieert al naargelang geslacht en leeftijd van de teams. Een handbal voor herenteams heeft een omvang die ongeveer 10 cm kleiner is dan een voetbal, maar hetzelfde weegt. Daardoor kunnen handballers hem beter grijpen en harder gooien dan een voetbal. Vaak wordt de bal behandeld met hars zodat de spelers hem beter met één hand kunnen vangen en vasthouden.
Spelregels
Staande mogen de spelers de bal slechts drie seconden vasthouden. Met de bal in de hand mogen zij slechts drie stappen doen. De bal mag met de handen, armen, hoofd, romp, bovenbeen of knie worden geworpen, opgevangen, gestopt en met hand of vuist worden geslagen. Contact met onderbenen en voeten is niet toegestaan. Een speler kan in balbezit komen als het hem lukt de bal op de tegenspeler met open hand te veroveren. Als een speler er door vastgrijpen, omklemmen, stoten en vasthouden op een onsportieve manier aan wordt gehinderd de bal te werpen, wordt dit gezien als een foul en wordt doorgaans bestraft met een vrije worp. Als de scheidsrechter een speler de gele kaart toont, is dit een waarschuwing die geen onmiddellijke uitwerking heeft op het verloop van de wedstrijd. Een tweede overtreding van de speler, die de gele kaart rechtvaardigt, wordt bestraft met een 2-minuten uitsluiting. Het team moet dan verder spelen met een speler minder. Als een speler voor de tweede keer wordt bestraft met een 2-minuten uitsluiting, wordt hij gediskwalificeerd met de rode kaart en mag voor de verdere rest van de wedstrijd niet meer worden ingewisseld. De beginworp wordt na het beginsignaal van de scheidsrechter in het midden van het speelveld uitgevoerd. Daarbij moet de speler met één voet de middenlijn aanraken, terwijl de andere voet op de eigen helft moet staan. De vrije worp wordt uitgevoerd als gevolg van overtredingen, bijvoorbeeld als een speler van de aanvallende ploeg binnen de doelcirkel komt. De vrije worp wordt uitgevoerd op de plek waar de overtreding werd begaan. Overtredingen die met een vrije worp worden bestraft op een afstand van minder dan 9 meter van het doel van de tegenpartij worden genomen aan de vrijeworplijn. Als de bal buiten het speelveld komt, wordt de inworp uitgevoerd. De uitworp wordt uitgevoerd door de doelverdediger en vindt plaats als de bal over de doellijn het speelveld verlaat en voor het laatst werd aangeraakt door de aanvallende ploeg of de doelverdediger van de verdedigende ploeg of wanneer de bal in het doelgebied blijft liggen. Anders dan bij voetbal, waarbij de keeper bij de doellijn moet blijven, mag de keeper bij handbal maximaal 4 meter voor zijn doel staan. Als een duidelijke doelkans wordt verhinderd door een foul of door het betreden van het doelgebied, wordt de gelijkheid van kansen weer hersteld door een 7-meter worp. De werpende speler gaat voor de 7-meter staan en probeert na het fluitsignaal een doelpunt te scoren. Zo lang de speler de bal vasthoudt, mag hij de 7-meter lijn niet aanraken of overschrijden.
Lees ook: Hoe lang duurt het echt? Extra tijd in voetbal
Acties, overtredingen en straffen
- Stuiten en tippen: Wanneer je de bal vangt, mag je hierna onbeperkt tippen. Pak je de bal na het tippen weer met één of twee handen vast, dan ben je hierna verplicht hem te spelen. Wanneer je de bal hebt, is het toegestaan om drie passen te zetten. Het tellen van de passen begint pas als je de bal vangt en op de grond staat. Mocht je de bal vangen in een sprong, dan heb je volgens de regels nog geen pas gemaakt. Daarnaast is er een 3-secondenregel bij handbal. Deze regel houdt in dat je de bal 3 seconden vast mag houden, daarna moet je hem spelen, een stuit maken of de bal tippen.
- Persoonlijke straf: Een persoonlijke straf krijgt een speler wanneer hij of zij tijdens de wedstrijd een overtreding maakt die op het lichaam van een tegenstander is gericht. Er bestaan vier soorten persoonlijke straffen, namelijk een waarschuwing met een gele kaart, een uitsluiting van 2 minuten, een diskwalificatie na een rode kaart zonder schriftelijk rapport of een diskwalificatie na een rode kaart met schriftelijk rapport.
- Passief spel: Passief spel is een overtreding waarvoor je geen persoonlijke straf krijgt. Voorbeelden van passief spel zijn dat een team de laatste minuten van de wedstrijd vertraagd omdat ze een kleine voorsprong hebben, dat een team de wedstrijd vertraagd omdat één van hun spelers een 2-minuten uitsluiting heeft waardoor ze met 6 spelers op het veld staan, dat het aanvallende team niet goed kan aanvallen omdat de verdediging van de tegenpartij erg sterk is, dat de spelers op het midden van het veld wachten tot ze hebben gewisseld, of dat een speler de uitvoer van een inworp, uitworp, vrije worp of een beginworp vertraagd of de bal opzettelijk terugspeelt naar de keeper van zijn of haar eigen team. Als de scheidsrechter ziet dat er sprake is van passief spel, moet hij een waarschuwingssignaal geven. Dit betekent dat het aanvallende team actie moet ondernemen, bijvoorbeeld door het tempo te versnellen of een schot op het doel van de tegenstander te doen. Doen ze dit niet, dan krijgen ze een vrije worp tegen.
Handbalvarianten
Er bestaan een aantal vormen van handbal: zaal- en veldhandbal, beachhandbal, straathandbal, mini-handbal, studentenhandbal en recreantenhandbal. Iedere vorm heeft zijn eigen regels.
- Zaalhandbal: De meest gespeelde vorm, binnen in een sporthal. Een handbalteam bestaat uit zeven spelers; zes veldspelers en één keeper, met uitzondering van de F-jeugd (hierbij zijn er maar vijf veldspelers). Daarnaast mogen er vijf wisselspelers op de reservebank plaatsnemen bij deze snelle en beweeglijke sport mag onbeperkt gewisseld worden. Handbal wordt binnen in een sporthal of buiten op een sportpark gespeeld op een speelveld van 40 meter lang en 20 meter breed. De basisregels van handbal gelden allemaal bij deze vorm van handbal.
- Veldhandbal: Een variant van handbal die buiten wordt gespeeld op asfalt, gras of kunstgras.
- Beach Handball: Een snelle, zomerse handbalvorm die wordt gespeeld op een zandondergrond. Beach Handball is geschikt voor alle leeftijden en alle niveaus! Er wordt gespeeld met 3 veldspelers en 1 doelverdediger. Een team kan bestaan uit meisjes/dames, jongens/heren of gemengd. Het groot verschil met het reguliere (zaal-/veld)handbal is de puntentelling. Een Beach Handball-wedstrijd duurt 2 x 10 minuten, met daartussen 5 minuten rust.
- Street Handball: Kan zowel binnen als buiten gespeeld worden op een zelf uitgezet veldje van minimaal 10 x 15 meter. De lastige elementen van het traditionele handbal zijn in dit spel weggelaten. De spelers hoeven geen handbalervaring of technische vaardigheden te hebben en lichaamsgrootte maakt ook geen verschil.
Handbal voor de jeugd
Voor de jeugd gelden vaak aangepaste regels en speeltijden. Dit is om de sport toegankelijker en leuker te maken voor jongere spelers. Het belangrijkste is dat de focus ligt op plezier en ontwikkeling. Welke spelregels gelden er voor de jeugd en hoe speel je eigenlijk Beach Handball? Test je kennis van de spelregels via onderstaande buttons.
Rolstoelhandbal
Ter info: Het Nationaal rolstoel team speelt sinds 2025 officieel 4 tegen 4 rolstoelhandbal.
- 3x pushen binnen 3 seconden, dan binnen 3 sec vervolgen met dribbelen.
- Dribbelen mag tot schouderhoogte, dus je mag de bal niet voor je uit opgooien om snelheid te maken.
- Als je de bal vastpakt, moet je binnen 3 seconden overspelen of op doel gooien.
- Deze acties mogen ook uitgevoerd worden door eerst te dribbelen en dan 3x pushen binnen 3 sec.
- Na laatste wielcontact start de 3-secondenregel om over te spelen of op doel te gooien.
- Teams spelen 6:6, waarvan 1 keeper.
- Je mag de bal niet met je rolstoel verdedigen.
- Je mag nooit inrijden op een ander!