Waterpolo Wedstrijdregels: Een Complete Gids

De Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB) zet zich in voor een aantrekkelijk, kindvriendelijk en uniform aanbod van jeugdwaterpolo in heel Nederland. Het is belangrijk dat alle kinderen op een plezierige en laagdrempelige manier kennis kunnen maken met waterpolo. Daarom start de KNZB met ingang van seizoen 2024-2025 met vernieuwde spelregels en richtlijnen voor de waterpolojeugd (minipolo, onder 10, 12 en 14 jaar). Bij het vormgeven van dit vernieuwde format ligt de focus op het plezier en de ontwikkeling van kinderen in en door de waterpolosport. Dit artikel behandelt de belangrijkste wedstrijdregels van waterpolo, van de basisprincipes tot specifieke situaties en overtredingen.

Algemene Spelregels

Waterpolo is een teamsport die in het water wordt gespeeld. Het doel is om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander. Een team bestaat uit zes veldspelers en een keeper. De spelers dragen een cap: wit voor het thuisspelende team en blauw voor het uitspelende team. Beide keepers hebben een rode cap. Een waterpolowedstrijd is verdeeld in vier periodes, die, afhankelijk van de leeftijd van de spelers, het competitieniveau en het land, 3 tot 8 zuivere minuten duren. Bij De Woelwaters spelen alle teams 4x 5 minuten. Na 2 periodes wisselen de teams van speelhelft. Een of twee scheidsrechters leiden de wedstrijd.

Speeltijd en Shotklok

Waterpolo wordt gespeeld in vier kwarten van maximaal acht minuten en minimaal vier minuten, met een pauze van één minuut tussen alle kwarten. Bij een overtreding, doelpunt of ander doodspelmoment wordt de wedstrijdklok stil gezet totdat het spel weer wordt hervat. Zo duurt een kwart van acht minuten zuivere speeltijd in werkelijke tijd tussen de twaalf en vijftien minuten. Naast de wedstrijdklok is er ook een 30 seconden schot klok. Binnen 30 seconden moet een team op goal geschoten hebben, anders gaat de klok af en is het balbezit voor de tegenstander. Deze regel geldt vanaf de C-jeugd.

Het Speelveld

Waterpolo speel je in het water, in een speelveld wat ongeveer 25 bij 16 meter groot is en twee doelen bevat in het midden van de korte kanten. Het veld is opgedeeld in verschillende gebieden door lijnen. Zo heb je de achterlijnen, de doellijnen (officieel langs de kant wit gemarkeerd), de tweemeterlijnen (langs de kant rood gemarkeerd), de vijfmeterlijnen (langs de kant geel gemarkeerd) en de middellijn (langs de kant wit gemarkeerd).

Het speelveld varieert per categorie. Zo spelen de pupillen op een klein veld van 15 meter met kleine goals. De dames en heren spelen op een groot veld van 25 meter. Dit is het volledige instructiebad in veel zwembaden. In grote zwembaden is het ook mogelijk om op een 30 meter veld te spelen. Internationaal wordt ook op een 30 meter veld gespeeld. De beide doelen bevinden zich midden op de achterlijnen van het veld. De lijnen worden aangegeven met pionnen op de kant. De doellijn bevindt zich aan de voorkant van het doel, ter hoogte van de doelpalen. Als de bal deze lijn volledig heeft gepasseerd, tussen de doelpalen in, is het een doelpunt. De 2-meterlijn bevindt zich precies 2 meter voor de doellijn en wordt aangegeven met rode pionnen. De 2-meterlijn wordt aangegeven omdat een aanvallende speler zich niet binnen de 2 meter mag begeven zonder bal. Tijdens een aanval mag een aanvallende speler dus niet voorbij de 2-meterlijn. De aanvallende speler mag alleen binnen de 2 meter komen, als hij de bal al in zijn bezit heeft en wil gaan scoren. De 5-meterlijn bevindt zich precies 5 meter voor de doellijn en wordt aangegeven met gele pionnen. De 5-meterlijn is er met name om het verschil in straffen binnen en buiten de 5 meter aan te geven. Een vrije bal die binnen de 5 meter wordt gegeven mag je niet in één keer op doel schieten. De bal moet dan eerst via een medespeler. Een vrije bal die buiten de 5 meter wordt gegeven, mag direct op doel worden geschoten, mits de spelers in één keer schiet en niet eerst gaat dreigen met de bal. De middellijn bevindt zich precies in het midden van het speelveld en wordt aangegeven met de witte pionnen.

Lees ook: Wat te doen bij een blessure?

Aantal Spelers en Caps

Elk team bestaat uit zeven spelers, waaronder één doelman. Het thuisspelende team speelt altijd met de witte caps en het uitspelende team met blauwe caps. De keeper draagt een rode cap. Op iedere cap staat een nummer, op deze manier zijn spelers goed uit elkaar te houden en kan de scheidsrechter makkelijk duidelijk maken wie hij/zij bedoelt wanneer er iets aan de hand is (bijvoorbeeld een doelpunt of een overtreding). De numering van de caps loopt van 1 t/m 15, maar de nummers 14 en 15 worden in de reguliere competitie nauwelijks gebruikt. Spelers mogen tijdens dode spelmomenten onbeperkt wisselen. Nadat er een doelpunt is gescoord, zal de scheidsrechter het spel niet herbeginnen voordat alle vervangingen hebben plaats gevonden. De scheidsrechters zullen er voor zorgen dat het juiste aantal spelers in het water ligt alvorens het spel te beginnen. Wanneer de wedstrijd begint met spelers die op dat moment geen recht van spelen hebben (b.v. iemand met 3 P’s) moet de wedstrijd opnieuw worden gestart en moet de tijd worden terug gezet.

De Bal

Waterpolo wordt beoefend met een speciale bal. De bal die gebruikt wordt door herenteams (nr. 5) is ongeveer even groot als een voetbal en heeft een gewicht van 400 à 450 gram. De bal die gebruikt wordt bij damesteams is iets kleiner en iets lichter (nr. Een belangrijk kenmerk van een waterpolobal is dat hij veel grip heeft, zodat je hem ondanks zijn grootte toch met één hand kunt vasthouden. De bal die bij waterpolo wordt gebruikt verschilt in grote per categorie. Zo speelt de jongste jeugd tot 11 jaar met een kleine mini-polo bal. De dames spelen met een damesbal en de heren met de grootse variant. De bal mag door veldspelers maar met één hand tegelijk worden aangeraakt. Keepers mogen de bal met twee handen aanraken binnen de 5 meterzone. Verder mogen spelers die de bal vasthouden onder water worden geduwd, maar de bal zelf mag niet onder water komen, als een speler wordt aangevallen. De bal met twee handen tegelijk aanraken of de bal onder water duwen als je wordt aangevallen wordt bestraft met een vrije worp voor de tegenpartij.

Scoren

Het leukste van het spel! Een doelpunt wordt gescoord wanneer een speler de bal in het doel van de tegenstander gooit. Het team met de meeste doelpunten aan het einde van het spel wint! De doellijnen zijn ter hoogte van de voorkant van het doel en zijn alleen van belang bij het toekennen van een doelpunt.

Officials

Behalve een speelveld en teams heb je ook nog officials nodig bij een wedstrijd. De scheidsrechter heb ik net al even genoemd, deze draagt vrijwel altijd witte kleding en een fluitje. Daarnaast heb je ook nog een jurytafel, de officials die daar achter zitten houden de tijd en het wedstrijdformulier bij. Op het wedstrijdformulier worden alle spelers, doelpunten, zware overtredingen en bijzonderheden genoteerd. Ook de uitslag komt erop, daarna wordt deze digitaal ondertekend door de aanvoerders van beide teams en de scheidsrechter(s).

Start van het Spel en Hervattingen

Aan het begin van een wedstrijdperiode starten alle spelers aan de kant van hun eigen doel (er mogen maximaal twee spelers tussen de doelpalen liggen), de scheidsrechter geeft een fluitsignaal en gooit de bal in het midden. Na een doelpunt start iedereen op diens eigen speelhelft en mag er gewoon gewisseld worden, wanneer iedereen gereed ligt geeft de scheidsrechter een fluitsignaal en wordt het spel hervat.

Lees ook: Europa League Play-offs: Utrecht - Zenit

Neutrale Inworp

Wanneer een scheidsrechter een overtreding ziet maar niet goed weet wie de overtreding begaat of wanneer twee spelers tegelijkertijd een overtreding begaan, zal de scheidsrechter een neutrale inworp gegeven. Dit geeft hij aan door zijn duimen in de lucht te steken. Bij een neutrale inworp gaan twee spelers naast elkaar voor de scheidsrechter liggen. De scheidsrechter gooit vervolgens de bal op het water voor de spelers. Bij een neutrale inworp gooit de scheidsrechter de bal in de lucht ongeveer op de zelfde positie waar de bal zich bevond op het moment van de onderbreking.

Hoekworp

Wanneer de keeper de bal als laatste raakt voordat de bal over de achterlijn gaat, wordt er een hoekworp gegeven. Dit geld niet wanneer een verdediger de bal als laatste raakt, tenzij hij of zij met opzet de bal tegen de achterkant of over de achterlijn duwt of gooit. In het laatste geval wordt er ook een hoekworp gegeven.

Wissels

Als tijdens de spelperiode een speler gewisseld moet worden moet dit altijd in de hoek gebeuren die tegenover de kant van de scheidsrechter is en aan de kant van het eigen doel. Een uitzondering is wanneer iemand met letsel het spel verlaat, dan hoeft alleen de vervanger er via de hoek in. De geblesseerde speler mag daarna echter niet meer deelnemen aan het spel, deze wordt daarom toch vaak via de hoek gewisseld voor het geval de blessure niet zo ernstig blijkt te zijn. Een uitzondering hierop is letsel met bloed, dan moet de speler (oa om hygiënische redenen) zo snel mogelijk het water verlaten, maar daarentegen mag deze wel weer deelnemen aan het spel wanneer het bloeden is gestopt. Het is aan te raden letsel altijd op het formulier te laten vermelde, ook als het niet zo ernstig lijkt ivm de verzekering.

Tactische Ligging in het Veld

Tijdens het spel is er uitgangspositie waar de speelsters van de aanvallende (zwart in plaatje) en de verdedigende (wit in plaatje) partij moeten liggen. Zo ligt niemand elkaar in de weg en kan de bal makkelijk worden overgespeeld door de aanvallende ploeg. Als verdedigende partij zul je bij jouw mannetje moeten blijven en ervoor zorgen dat deze de bal niet of moeilijk kan plaatste naar een ander of kan scoren. Dit door met jou hand de worp/paas te blokkeren of gewoonweg de bal af te pakken. Als aanvallende partij zul je de bal moeten laten rond gaan tussen de verschillende aanvallers. Kies hierbij voor de makkelijkst aanspeelbare persoon, de gene naast je. Wanneer de al op de midvoor gespeeld wordt, de aanvalster recht voor de keepster, gebeurd dit (meestal) via een vleugelspeler welke ongeveer op de 2 meter ligt. Als mid voor moet je er dus voor zorgen dat je altijd aan de goede kant ligt van de verdediging en meedraait met de bal. Is de bal links, dan lig jij ook links van je verdediging, is de bal rechts dan lig je ook rechts van je verdediging. Als aanvallende partij moet je er dus voor zorgen dat je aanspeelbaar bent voor je teamgenoten.

Man Meer Situatie

Wanneer iemand van de tegenpartij uit het water wordt gestuurd met wat voor reden dan ook wordt er een ‘man meer’ gevormd. Als aanvallende ploeg heb je dan een man meer in het water liggen dan de tegenstander.

Lees ook: Voetbalregels verenigingswissel

Als aanvallende partij moet je ervoor zorgen dat je zo snel mogelijk en zo makkelijk mogelijk overspeeld. Wanneer je als verdedigende ploeg, dus met man minder, in het water ligt heb je op dat moment 2 aanvalster waar je op moet letten. Wanneer de bal aan de linker kant van het doel is, schuiven de verdedigers naar de aanvallende speelster aan hun linker kant en de kopmensen schuiven uit naar de kopspeelsters. Wanneer de bal aan de rechter kant van het doel is schuiven alle verdedigers naar de aanvallende speelster rechts van hun. Zo zorg je ervoor dat de aanvallende partij altijd lange passes moet geven naar de overkant van het bad en dus meer tijd nodig heeft en minder goede goal kansen krijgt.

Overtredingen en Straffen

Overtredingen bij waterpolo kunnen verschillende straffen hebben. De meest voorkomende is een vrije bal voor de tegenstander. Spelers die zwaardere overtredingen begaan, kunnen 20 seconden of langer van het spel worden uitgesloten, afhankelijk van de ernst van de overtreding. Wanneer een speler er drie keer is uitgestuurd met een persoonlijke fout krijgt hij of zij de rode vlag te zien en wordt de speler uitgesloten van het spel. Het is erg belangrijk dat de scheidsrechters de regels juist en consequent toepassen gedurende de gehele wedstrijd Voor een zware fout moet altijd worden gefloten. Of het nu de aanvallende of de verdedigende situatie betreft. Voor technische fouten zijn beide scheidsrechters verantwoordelijk. Het is niet belangrijk welke scheidsrechter de fout maakt, want de andere heeft altijd de mogelijkheid deze te corrigeren. Een technische fout is b.v. De speler moet de strafworp van de 5-meterlijn nemen. Hij moet zich op de 5-meterlijn opstellen en de strafworp moet worden genomen op het fluitsignaal van de scheidsrechter en de speler mag zich niet binnen de 5-meterlijn begeven voordat de bal de hand van de speler heeft verlaten.

Je hebt twee soorten overtredingen; gewone overtredingen en zware overtredingen. Op gewone overtredingen staat alleen een vrije worp voor de tegenpartij. Op zware overtredingen staan echter verschillende straffen; een uitsluiting voor 20 seconden (U20), een uitsluiting voor de rest van de wedstrijd met vervanging (UMV), een uitsluiting voor de rest van de wedstrijd zonder vervanging voor de volgende 4 minuten (UMV4) of een strafworp (S).

Gewone Overtredingen

Lichte overtredingen worden bestraft met een vrije worp voor de tegenpartij. Deze kan de speler gebruiken om de bal af te spelen op een van zijn medespelers of om zelf mee te gaan zwemmen. De vrije worp mag in één beweging op het doel geschoten worden als de overtreding buiten de 5-meterzone is begaan.

Voorbeelden van gewone overtredingen:

  • Wegzwemmen voor het fluitsignaal van de scheidsrechter bij begin van een speelperiode.
  • Vasthouden of afzetten van de doelpalen of zwembadkant (behalve bij het begin van een periode).
  • Het staan, lopen of afzetten van de bodem (behalve de keeper binnen het vijfmetergebied).
  • De bal onder water houden wanneer je wordt aangevallen.
  • Met twee handen de bal aanraken (behalve de keeper binnen het vijfmetergebied).
  • Het hinderen van een speler die de bal niet aanraakt.
  • Wegduwen of afzetten van een speler die de bal niet vastheeft.
  • In het tweemetergebied van de tegenpartij liggen.

Een vrije worp moet genomen worden vanaf de plek waar de overtreding is begaan, maar buiten het tweemetergebied. Alleen wanneer de bal verder van het doel van de verdedigende ploeg verwijderd ligt dan de plaats van overtreding wordt de bal daarvandaan genomen.

Zware Overtredingen

Wanneer een speler een zware overtreding maakt wordt deze speler uitgesloten van het spel en krijgt de tegenstander een vrije bal toegewezen. Een andere maatregel is het toekennen van een strafworp, deze wordt genomen van af de vijf meter lijn en moet direct op doel geschoten worden. Na een UMV of UMV4 krijgt de speler een schorsing van enkele wedstrijden.

U20: Het opzettelijk verhinderen van een vrije worp, doelworp of hoekworp. Bijvoorbeeld door de bal weg te werpen of niet los te laten of de bal af te pakken voordat deze gespeeld is. Buiten het vijfmetergebied met twee handen blokkeren. Wanneer dit binnen de vijf meter gebeurd wordt een strafworp toegekend. Opzettelijk water in het gezicht van de tegenstander spatten. Het vasthouden, onderduwen of trekken aan een tegenstander die niet de bal aanraakt. Wanneer dit binnen de vijf meter gebeurd wordt een strafworp toegekend. Het opzettelijk slaan of schoppen van een tegenstander of een poging daartoe, zonder de bedoeling letsel toe te brengen.

Bij een U20 moet de bestrafte speler naar het terugkomvak (zie afbeelding). Het terugkomvak bevindt zich altijd bij de eigen doellijn tegenover de jurytafel (waar de score en tijd worden bijgehouden). Een speler moet daar 20 seconden blijven liggen tot de tafel een vlag met de kleur van de cap omhoog houdt, tenzij in die tijd de bal in bezit komt van de eigen partij of er gescoord wordt. Wanneer de eigen partij de bal herovert mag de bestrafte speler weer de hoek verlaten op teken van de scheidsrechter. Wanneer hij nog niet in de hoek ligt als de 20 seconden voorbij is, moet hij alsnog eerst naar de hoek zwemmen. Bij het verlaten van de hoek is het verboden om af te zetten van de rand van het zwembad.

UMV: Onacceptabel taalgebruik. Gewelddadig of aanhoudend foutief spel. Gebrek aan eerbied voor de scheidsrechter of een andere official. Hinderen bij het nemen van een strafworp. Het deelnemen aan het spel terwijl dat niet mocht (bijvoorbeeld als achtste speler of op de verkeerde manier), tevens wordt er een strafworp toegekend.

Bij een UMV is de duur van de uitsluiting 20 seconden netto speeltijd, waarna een ploeggenoot de speler mag vervangen.

UMV4: Grof optreden, daarmee wordt bedoeld: het opzettelijk slaan of schoppen van een tegenstander of een poging daartoe, met de bedoeling letsel toe te brengen. Naast de uitsluiting wordt ook een strafworp toegekend.

Bij een UMV4 is de duur van de uitsluiting 4 minuten waarna een medespeler de plaats mag innemen van de bestrafte speler.

Spelers die voor de rest van het spel worden uitgesloten, moeten de zwemzaal verlaten. Het gaat hier om spelers die bestraft worden met UMV of UMV/4. Dus niet om spelers die 3 P’s hebben gekregen. De bestrafte speler zelf mag niet meer deelnemen aan het spel en moet de zwemhal of het zwemterrein verlaten. Ook plaatsnemen in het publiek is voor de uitgesloten speler niet toegestaan. Van iedere UMV of UMV4 moet een rapport worden opgemaakt, waarna een tuchtcommissie uitspraak doet over de strafmaat.

Strafworpen: Wanneer een uitgesloten speler zich opzettelijk met het spel bemoeit. Alle gewone overtredingen binnen het vijfmetergebied wanneer daarmee een doelpunt wordt voorkomen. Indien een speler driemaal wordt uitgesloten voor 20 seconden (een U20), dan mag hij/zij niet meer deelnemen aan het spel. Zeer zware overtredingen worden bestraft met een UMV of UMV4.

Spelregelcommissie

Vanuit de FINA worden periodiek voorstellen en nieuwe interpretaties over de geldende regels gestuurd. De SC beziet hoe we de internationale regels en richtlijnen in Nederland kunnen toepassen. Ook communiceert de SC dit richting alle officials in Nederland. De SC is dan ook de enige instantie in Nederland die uitsluitsel kan geven over de juiste regels en hoe deze worden toegepast. Hiertoe wil zij ook als de enige vraagbaak fungeren. Goed begrip van de spelregels is voor iedereen van belang. Zijn de regels onvoldoende duidelijk of wil je nadere uitleg omtrent een regel die hierboven niet reeds is toegelicht dan kan je een vraag (liefst kort en duidelijk) stellen aan de spelregelcommissie.

tags: #begin #wedstrijd #waterpolo #regels