Zaalvoetbal Hoofdklasse Vrouwen: De Regels Uitgelegd

Zaalvoetbal is een populaire sport, zowel bij mannen als vrouwen. Met meer dan 130 teams in verschillende klassen, biedt zaalvoetbal een competitieve en leuke omgeving voor sporters van alle niveaus. Dit artikel belicht de belangrijkste regels van het zaalvoetbal, met speciale aandacht voor de hoofdklasse voor vrouwen.

Algemene Informatie over Zaalvoetbal Competities

Er zijn diverse competities beschikbaar, waaronder heren-, dames-, gemengde- en veteranencompetities (minimaal 30+). De wedstrijden duren 2x20 minuten en worden gespeeld van dinsdag tot en met vrijdagavond. Teams kunnen voorkeursdagen opgeven en een dag aangeven waarop ze liever niet spelen. De herencompetitie heeft een vaste speelavond op donderdag, terwijl de veteranencompetitie op vrijdag plaatsvindt. Aan het einde van het seizoen strijden de teams in poules om het kampioenschap, waarbij de winnaars een officiële beker ontvangen. Er is ook een prestigieuze hoofdklasse en een aparte klasse voor veteranen.

Team Samenstelling en Aanmelding

Een team bestaat uit minimaal 8 spelers. Gedurende het seizoen kunnen tot 14 spelers worden aangemeld onder de teamnaam. Het is verplicht om binnenschoenen te dragen, die niet buiten gebruikt mogen zijn, voor de veiligheid van alle spelers. De wedstrijden worden gespeeld in de sporthallen op Uilenstede in Amstelveen bij Sportcentrum VU. Een volledig seizoen bestaat uit twee competitiehelften.

Kosten

Teams betalen per seizoenshelft een tarief van € 519,- voor reguliere competities en € 599,- voor veteranen. Dit tarief dekt de aanmelding van maximaal 14 spelers.

Specifieke Zaalvoetbal Regels

Hoewel zaalvoetbal lijkt op veldvoetbal, zijn er enkele belangrijke verschillen in de regels. Deze verschillen maken het spel sneller en dynamischer.

Lees ook: Zaalvoetbalvereniging lidmaatschap

1. Het Team

Futsal wordt gespeeld met 5 tegen 5, bestaande uit vier veldspelers en een keeper. Een team mag maximaal 14 verschillende spelers inzetten tijdens een wedstrijd.

2. Wisselen

Wisselen kan doorlopend en onbeperkt. Er zijn geen speciale wisselmomenten. Spelers moeten via de wisselzone het veld verlaten en betreden, die zich aan de zijlijn voor de spelersbanken bevindt.

3. Het Veld en Het Doel

Het veld is 40 x 20 meter. De doelen zijn 3 meter breed en 2 meter hoog. De palen van de doelen zijn vierkant en 8 cm dik aan alle zijden. In feite zijn het veld en de doelen hetzelfde als bij handbal.

4. Zuivere Speeltijd

Er wordt gespeeld met zuivere speeltijd. De klok stopt wanneer de bal uit het spel is. Een wedstrijd bestaat uit twee perioden van elk 20 minuten zuivere speeltijd. De rust duurt maximaal 15 minuten.

5. De Plofbal

De bal is kleiner (maat 4) en stuitert minder dan een veldvoetbal. Dit staat bekend als een plofbal.

Lees ook: Klassen en competities dameszaalvoetbal

6. Ingooi? Nee, Intrap

In plaats van een ingooi wordt het spel hervat met een intrap wanneer de bal over de zijlijn gaat.

7. Rode Kaarten

Rode kaarten hebben directe consequenties in de vorm van tijdstraffen. Een rode kaart resulteert in uitsluiting en een tijdstraf van 2 minuten. De weggestuurde speler moet de zaal verlaten. Als het andere team scoort tijdens de tijdstraf, mag de uitgesloten speler terugkeren in het veld.

8. Buitenspel

Buitenspel bestaat niet in het zaalvoetbal.

9. 4 Seconden Regel

Bij intrappen, vrije trappen, hoekschoppen en doelworpen heeft een speler maximaal 4 seconden de tijd om het spel te hervatten nadat hij in balbezit is gekomen. Als dit langer duurt, gaat het balbezit naar de tegenpartij via een indirecte vrije trap. Keepers mogen de bal niet langer dan 4 seconden op hun eigen speelhelft in bezit houden.

10. Strafschoppen

Een strafschop wordt genomen vanaf 6 meter na een overtreding binnen het strafschopgebied. Er is ook een strafschopstip op 10 meter afstand van het doel. Na de zesde directe overtreding in een helft mag de tegenpartij vanaf 10 meter aanleggen. Alle directe vrije trappen tellen als verzamelde fouten.

Lees ook: Overzicht KNVB Zaalvoetbal Sponsoring

Tijdstraffen en Kaarten

Spelers krijgen een tijdstraf van tien minuten bij de eerste gele kaart, als ‘automatische afkoelperiode’. Dit geldt voor de B-categorie junioren en senioren. Gele kaarten komen niet meer op het wedstrijdformulier te staan en leiden niet tot een schorsing. Een tweede gele kaart in dezelfde wedstrijd resulteert in een rode kaart en onmiddellijk vertrek. Alleen bij directe rode kaarten volgt de gebruikelijke tuchtrechtelijke procedure.

In de B-categorie wordt gewerkt met een tijdstrafregeling. Een tijdstraf duurt 10 minuten. De scheidsrechter houdt toezicht op de speler met tijdstraf, houdt de tijd bij en noteert de naam van de speler. De tijdstraf gaat in bij het hervatten van het spel en kan slechts eenmaal per speler per wedstrijd worden opgelegd bij een waarschuwing. De scheidsrechter toont hierbij de gele kaart.

Als de aanvoerder een tijdstraf krijgt, moet zijn taak worden overgedragen aan een andere speler. Als een doelverdediger een tijdstraf krijgt, moet een andere speler zijn plaats innemen. Als een speler zijn tijdstraf niet kan volmaken voor de rust, moet hij het resterende deel in de tweede helft uitzitten. Als een wedstrijd wordt gestaakt, dient hij het restant te ondergaan vanaf de spelhervatting. Dit betekent dat de speler niet mag deelnemen aan het restant van de wedstrijd totdat de volledige tijdstraf is uitgezeten. Als het aantal spelers daalt tot onder de 7 vanwege tijdstraffen, moet de wedstrijd worden gestaakt.

Spelerspassen en Visuele Controle

Naast de controle van de gegevens op de spelerspas met die op het wedstrijdformulier, vindt er een verplichte visuele controle plaats aan de hand van de spelerspas. De aanvoerders melden zich met de passen bij de scheidsrechter op een door de scheidsrechter te bepalen tijdstip voor de wedstrijd. De aanvoerders/leiders tekenen het (digitale)wedstrijdformulier waarmee zij verklaren dat de spelers in het bezit zijn van een geldige spelerspas, gerechtigd zijn deel te nemen aan de wedstrijd en er een visuele controle heeft plaatsgevonden.

De aanvoerder / leider is verantwoordelijk voor een goed verloop van de controle en assisteert de scheidsrechter. De thuisspelende vereniging biedt de scheidsrechter, door tussenkomst van de aanvoerders, gelegenheid de spelerspassen tijdens de wedstrijd in een afgesloten plaats te kunnen opbergen. De aanvoerders regelen dit zodra de visuele controle heeft plaatsgevonden. De aanvoerders halen de passen na de wedstrijd weer op en overhandigen deze aan de scheidsrechter. Leiders / aanvoerders paraferen vervolgens het (digitale)wedstrijdformulier, waarmee zij verklaren aanwezig te zijn geweest bij de (visuele) controle van de spelerspassen en geen bezwaar maken tegen de aantekeningen op het formulier.

tags: #zaalvoetbal #hoofdklasse #vrouwen #regels