Het Engelse voetbalelftal, bijgenaamd "The Three Lions", is een van de meest iconische en invloedrijke teams in de voetbalwereld. De geschiedenis ervan is doordrenkt van triomfen, tragedies en talloze memorabele momenten. Dit artikel duikt in de rijke geschiedenis van het Engelse voetbalelftal, van de vroege dagen tot de moderne tijd, waarbij de belangrijkste gebeurtenissen, successen en uitdagingen worden belicht die het team hebben gevormd.
De vroege jaren en de geboorte van interlandvoetbal
Hoewel de exacte oorsprong van voetbal onduidelijk is, wordt Engeland vaak beschouwd als het land waar het moderne voetbal is ontstaan. Al in de derde eeuw voor Christus waren er in China militaire geschriften die spraken over een spel waarbij een leren bal in een bamboenet moest worden geschoten. Ook uit de tijd van de Oude Romeinen en Grieken zijn versies van voetbal bekend.
De officiële voetbalgeschiedenis begint in 1863 met de oprichting van de Football Association (FA) in Engeland. De FA stelde regels op die gebaseerd waren op de Cambridge-regels van 1848. Deze regels waren van cruciaal belang voor de standaardisering van het spel en de verspreiding ervan over de hele wereld.
In 1872 speelde Engeland de eerste officiële interland tegen Schotland. Deze wedstrijd, die in een 0-0 gelijkspel eindigde, markeerde het begin van de internationale voetbalcompetitie. In 1883 organiseerden de voetbalbonden van Engeland, Schotland, Wales en Ierland de eerste internationale landencompetitie, die Engeland veruit het vaakst won.
De eerste successen en de donkere dagen voor de Tweede Wereldoorlog
Ondanks zijn status als het thuisland van het voetbal duurde het even voordat Engeland internationaal succes boekte. Het team nam niet deel aan de eerste WK's in de jaren '30 omdat de FA wilde dat profspelers konden deelnemen, wat de FIFA verbood. De eerste WK-deelnames waren geen onverdeeld succes. In 1950 werden de Engelsen, die als favoriet golden, uitgeschakeld door de Verenigde Staten.
Lees ook: Dameshockey: Een complete gids
In de aanloop naar het WK van 1954 speelde Engeland twee wedstrijden tegen Olympisch kampioen Hongarije. In Engeland werd met 3-6 verloren en in Boedapest met maar liefst 7-1. Hoewel de poulefase redelijk eenvoudig werd overleefd, bleek Uruguay in de kwartfinale te sterk. Vier jaar later was de groepsfase al een onoverkomelijk obstakel, maar de Engelsen hadden een geldig excuus.
De tragedie van München
Een van de zwartste bladzijden in de Engelse voetbalgeschiedenis is de vliegtuigramp van München in 1958. Manchester United, dat in het seizoen 1956/1957 kampioen van Engeland was geworden, werd beschouwd als een van de beste Engelse teams aller tijden. Het team, met een gemiddelde leeftijd van slechts 22 jaar, beschikte over de grootste Engelse talenten en stond onder leiding van de bekwame trainer Matt Busby.
In het seizoen 1957/1958 bereikte Manchester United de kwartfinales van de Europa Cup, waarin het Rode Ster Belgrado versloeg. Op de terugweg van Belgrado naar Manchester maakte het vliegtuig een tussenstop in München om brandstof te tanken. Op 6 februari 1958 stortte het vliegtuig tijdens de start neer als gevolg van de slechte weersomstandigheden en de sneeuw op de startbaan.
Bij de ramp kwamen 23 mensen om het leven, waaronder acht spelers van Manchester United. Trainer Matt Busby raakte zwaargewond en bracht enkele maanden in het ziekenhuis door. Ondanks de tragedie besloot Manchester United door te gaan met voetballen, hoewel het team zwaar gehavend was.
De glorieuze overwinning op het WK van 1966
Na de tragedie van München duurde het even voordat het Engelse voetbalelftal zich herstelde. In 1962 bereikte Engeland de kwartfinale van het WK, waarin het werd uitgeschakeld door Brazilië. Na dit WK werd Alf Ramsey aangesteld als de nieuwe bondscoach, een beslissing die van cruciaal belang zou blijken.
Lees ook: Volleybal: een sportgeschiedenis
Ramsey leidde Engeland naar het WK van 1966, dat in eigen land werd georganiseerd. Engeland begon het toernooi met een doelpuntloos gelijkspel tegen Uruguay, maar won vervolgens van Mexico en Frankrijk. In de kwartfinale werd Argentinië in een controversiële wedstrijd met 1-0 verslagen. De halve finale tegen Portugal werd met 2-1 gewonnen, waarbij het Portugese doelpunt de eerste tegentreffer was voor Engeland in het toernooi.
De finale werd gespeeld tegen West-Duitsland. Na een spannende wedstrijd, die in 2-2 eindigde, scoorde Geoff Hurst in de verlenging twee doelpunten, waarvan er één tot op de dag van vandaag omstreden is. Engeland won de wedstrijd met 4-2 en veroverde de eerste en tot nu toe enige wereldtitel.
De jaren na 1966: teleurstellingen en gemiste kansen
Na de glorieuze overwinning van 1966 beleefde het Engelse voetbalelftal een periode van teleurstellingen en gemiste kansen. In 1968 bereikte Engeland de halve finale van het EK, waarin het werd uitgeschakeld door Joegoslavië. Daarna duurde het lange tijd voordat Engeland weer een rol van betekenis speelde op internationale toernooien.
In de jaren '80 werd Engeland in 1986 geveld door de "Hand van God" van Diego Maradona in de kwartfinale van het WK. Vier jaar later bereikte Engeland de halve finale van het WK in Italië, waarin het na strafschoppen verloor van Duitsland. Ook in 2018 strandde Engeland in de halve finale, ditmaal tegen Kroatië.
Ondanks de aanwezigheid van getalenteerde spelers als David Beckham, Michael Owen, Steven Gerrard, Paul Scholes en Frank Lampard slaagde Engeland er niet in om de verwachtingen waar te maken. Op het WK van 2002 werd in de kwartfinale verloren van Brazilië en op het EK van 2004 werd na strafschoppen verloren van Portugal. Het WK van 2006 kende hetzelfde scenario: Engeland werd na strafschoppen uitgeschakeld door Portugal.
Lees ook: Klik hier voor een overzicht.
De invloed van het Britse Rijk en de dekolonisatie
Het Britse Rijk heeft een belangrijke rol gespeeld in de verspreiding van het voetbal over de hele wereld. Via zeelieden, handelaren, industriëlen en ingenieurs werd het voetbal in de meest uiteenlopende culturen geïntroduceerd. Na de Tweede Wereldoorlog onderging het Britse Rijk hetzelfde lot als alle andere Europese wereldrijken. De dekolonisatie had grote gevolgen voor de FIFA, die lange tijd een kleine, ouderwetse, eurocentrische organisatie was geweest.
De Afrikaanse voetbalbonden eisten meer erkenning en een eerlijke vertegenwoordiging op het WK. In 1966 dreigden ze het WK te boycotten als ze geen eigen plek zouden krijgen. Onder leiding van Ghana en Kwame Nkrumah, die voetbal zag als een middel om populariteit te winnen en pan-Afrikaanse solidariteit te bevorderen, trokken vijftien Afrikaanse landen zich terug uit de kwalificatie voor het WK. Deze boycot leidde ertoe dat Afrika vanaf 1970 een vaste plek op het WK kreeg.
De erfenis van 1966 en de zoektocht naar nieuw succes
De overwinning op het WK van 1966 is een onvergetelijk moment in de Engelse voetbalgeschiedenis. De herinneringen aan dit toernooi zijn diep geworteld in de Engelse cultuur en worden vaak aangehaald als een symbool van nationale trots en eenheid. Sommigen suggereren dat de nostalgie naar 1966 te maken heeft met het einde van het Britse wereldrijk en de behoefte om terug te grijpen op overwinningen uit het verleden.
Ondanks de vele teleurstellingen en gemiste kansen blijft het Engelse voetbalelftal een van de meest gevolgde en besproken teams ter wereld. Met een nieuwe generatie talentvolle spelers en een ambitieuze coach hopen "The Three Lions" de gloriedagen van 1966 te herbeleven en opnieuw een grote prijs te winnen. De weg naar succes is lang en vol uitdagingen, maar de Engelse voetbalfans blijven dromen van een toekomst waarin "voetbal weer thuiskomt".
Rivaliteit met Schotland
De rivaliteit tussen Engeland en Schotland is een van de oudste en meest intense in het voetbal. De eerste officiële interland tussen de twee landen werd gespeeld in 1872. In 1904, toen de FIFA werd opgericht, eiste de Engelse FA dat Schotland, Wales en Ierland als aparte leden zouden worden erkend. Hierdoor werd Groot-Brittannië het enige land ter wereld met vier nationale teams.
De rivaliteit tussen Engeland en Schotland is vergelijkbaar met die tussen Nederland en Duitsland. In beide gevallen is er sprake van een David-Goliath-verhouding, waarbij de underdog er alles aan doet om de grootmacht te verslaan. De Schotten voelen een historisch onrecht, dat teruggaat tot de oorlogen uit de Middeleeuwen en de eeuwen daarna.
tags: #engels #voetbalelftal #geschiedenis