Geschiedenis van het Herenhockey in Nederland: Van Pioniers tot Wereldkampioenen

Hockey is in Nederland uitgegroeid tot een populaire teamsport, ooit begonnen als een elitesport. De geschiedenis van het hockey is een fascinerende reis door de tijd, die ons meeneemt naar de oorsprong van een sport die Nederland heeft veroverd. Van ruwe voorlopers tot de geliefde nationale sport van vandaag, hockey heeft een opmerkelijke evolutie doorgemaakt. De geschiedenis van hockey weerspiegelt niet alleen sportieve ontwikkelingen, maar ook culturele veranderingen in onze samenleving.

De Oorsprong van Hockey

De oorsprong van hockey gaat terug tot de oudheid, met sporen die leiden naar verschillende beschavingen. Archeologische vondsten suggereren dat vroege vormen van het spel al in het oude Egypte, Perzië en Griekenland werden beoefend. Deze voorlopers omvatten sporten waarbij een bal of object met een gebogen stok werd geslagen. In Europa vinden we aanwijzingen voor hockey-achtige spelen in middeleeuwse manuscripten, met name in Ierland en Schotland. Het huidige hockey begint echter pas vorm te krijgen vanaf de Middeleeuwen. De Britten spelen dan een spel genaamd Bandy-on-ice. Omdat zij op voornamelijk harde ondergronden als ijs en hard zand spelen, maken ze de onderkant van hun stick krommer. De naam van het spel verandert dan in Hockey-on-ice, waarbij hockey vermoedelijk verwijst naar de kromming (hook) van de stick.

De Introductie in Nederland

Het moderne hockey, zoals we het nu kennen, heeft echter zijn wortels in Engeland. Daar evolueerde het in de 18e en 19e eeuw van een ruw volksspel tot een georganiseerde sport met regels. In de 19e eeuw begon de sport zich te ontwikkelen op Engelse scholen en universiteiten. De eerste officiële hockeyregels werden opgesteld en de eerste clubs opgericht. Deze gestandaardiseerde vorm van hockey verspreidde zich snel naar andere delen van het Britse Rijk. Koloniale ambtenaren en soldaten introduceerden de sport in landen als India, Pakistan en Australië.

In Europa bracht Pim Mulier in 1891 het veldhockey naar Nederland, waar het snel populair werd. Het waren ook hier de ijshockeyers (die toen bandyspelers heetten) die in Haarlem in de zomermaanden op gras gingen spelen. De oprichting van de eerste hockeyclub volgde in 1892 in Amsterdam en in 1898 werd de Nederlandsche Hockey en Bandy Bond (NHBB) opgericht. Hockey was aanvankelijk nog een exclusieve herenaangelegenheid. Dames moesten wachten tot 1910 voordat ze lid konden worden van een hockeyclub. Maar wel onder de strikte voorwaarde dat ze “alleen Dinsdag en Donderdag-middag en Zondag’s tot 12 uur spelgelegenheid kregen”.

Op 8 oktober 1898 was de oprichting van de Nederlandsche Hockey- en Bandy Bond, inmiddels bekend als de KNHB. Het duurde dertig jaar voordat die sport doorbrak. De geschiedenis van hockey in Nederland begint in 1891, toen Pim Mulier de sport introduceerde. Hij stichtte de eerste Nederlandse hockeyclub in Amsterdam, wat het startschot was voor de snelle groei van de sport. In 1898 werd de Nederlandsche Hockey en Bandy Bond opgericht, later omgedoopt tot de KNHB. Belangrijke mijlpalen in de Nederlandse hockeygeschiedenis zijn onder meer de eerste olympische gouden medaille voor de dameshockeyploeg in 1984 en de dominantie van zowel het heren- als damesteam in internationale toernooien sinds de jaren ’90. De invoering van kunstgras in de jaren ’70 revolutioneerde het spel en versterkte de Nederlandse positie in de hockeytop.

Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.

Vroege Jaren en de Olympische Spelen van 1928

Begin 20e eeuw waren de Nederlandse hockeyers nogal eigenzinnig in hun spel. Zo speelden ze met een zachte bal (veel te gevaarlijk zo’n harde bal), waren de teams vaak gemengd en had de stick twee platte kanten. Dat verandert met de Olympische Spelen van 1928. Om mee te kunnen doen aan de Spelen in eigen land, werden de regels aangepast naar de internationale standaarden. Voor het oog van 35.000 toeschouwers wordt Nederland tweede achter India. Hockey is in één klap populair in Nederland. Oprichting van de eerste Nederlands hockeyclub A.H.&B.C.

Het Nederlands Mannenhockeyelftal op Internationale Toernooien: Een Chronologisch Overzicht Nederland ontbrak op de eerste twee Olympische Spelen waar hockey op het programma stond (1908 en 1920), mede doordat er in Nederland lange tijd niet volgens de internationale regels werd gespeeld. Pas op 23 maart 1926 speelde Nederland zijn eerste officiële interland. In 1928 kwam hockey namelijk op de Olympische kalender en Oranje wilde graag deelnemen aan het Olympisch hockey in eigen land. Daarom werd er overgeschakeld op de internationale regels. Tijdens de Olympische Spelen van Amsterdam in 1928 wonnen de Nederlandse heren direct zilver. In 1932 ontbrak Oranje weer, om vervolgens in 1936 weer brons te winnen.

De Naoorlogse Periode en de Opkomst van Nieuwe Helden

Na de Tweede Wereldoorlog kende Nederland een sterke generatie met Dick Loggere, Han Drijver, Dik Esser en Roepie Kruize. Deze spelers leidden Nederland naar brons in 1948 en zilver in 1952. In 1956 ontbrak het Nederlands hockeyteam op de Olympiade wegens de boycot van Nederland als protest tegen de Russische inval in Boedapest. Tussen 1960 en 1984 was er weinig succes voor de Nederlandse hockeymannen op de Olympische Spelen; er werd geen enkele medaille gewonnen.

Jan Hendrik Roepie Kruize werd geboren op 18 januari 1925. Nog steeds is die achternaam heel bekend in het hockey. Roepie Kruize scoort in 1950 tegen Frankrijk. Op 15 december 1944 werd Piet Roodenburgh doodgeschoten vanwege verzetswerk. Hij was één van de bekendste hockeyers van zijn tijd, spelend voor Amsterdam en het Nederlands elftal. In de eerste naoorlogse editie van Hockey Sport wemelde het van de berichten van omgekomen leden van de Hockeybond. Op 3 november 1944 werden twee leden van de Arnhemsche Hockeyclub door de Duitsers doodgeschoten op de golfbaan van Rozendaal. Het ging om de broers Bert en Hans Kuik, die een belangrijke rol speelden in het jongerenverzet in die regio.

De Wereldtitel van 1973 en de Jaren Daarna

In 1973 behaalde Nederland echter wel succes op het tweede wereldkampioenschap in Amstelveen, waar de wereldtitel werd gewonnen met sterspeler Ties Kruize (zoon van Roepie Kruize). Op 2 september 1973 werden de Nederlandse hockeymannen wereldkampioen. De finale tegen India was de eerste hockeywedstrijd, die live werd uitgezonden op de Nederlandse tv. De Nederlandse hockeyers vieren de wereldtitel in de eerste hockeywedstrijd die live op de Nederlandse tv was. Op 25 augustus 1973 begon het WK hockey in Amstelveen. De finale hiervan was de hockeywedstrijd, die live werd uitgezonden op de Nederlandse tv.

Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse

Vanaf 1988 bereikte Nederland steevast de laatste vier op de Olympische Spelen en ook de prestaties op de WK's werden constanter. In 1990 werd de tweede wereldtitel veroverd, de enige buiten Nederland. In 1998 volgde de derde wereldtitel, behaald in Utrecht. In 1996 en 2000 wonnen de Oranje-mannen de Olympische titel, wat een ongekend succes was. De basisploeg wisselde tijdens de toernooien van 1996-1998-2000 wel eens van samenstelling, maar de volgende spelers maakten al die jaren deel uit van de selectie: Jacques Brinkman, Jeroen Delmee, Ronald Jansen, Erik Jazet, Bram Lomans, Wouter van Pelt, Stephan Veen, Remco van Wijk en Teun de Nooijer. Enkele andere toppers zoals Floris Jan Bovenlander, Marc Delissen en Taco van den Honert waren na de gouden medaille van 1996 afgezwaaid als international.

De Rol van Kunstgras

De geschiedenis van hockey kent vele belangrijke veranderingen. Een van de meest invloedrijke was de introductie van kunstgras in de jaren ’80. Dit zogenaamde ‘tweede generatie’ kunstgras revolutioneerde de sport. De kleine, harde hockeyballen stuiteren minder op deze ondergrond, waardoor de bal beter beheersbaar werd. Dit maakte het spel niet alleen veiliger, maar ook aanzienlijk sneller. De uitrusting evolueerde mee, met lichtere sticks en beschermende uitrusting. Ook de regels ondergingen aanpassingen. Zo werd in 1928, voor de Olympische Spelen in Amsterdam, het Nederlandse spel aangepast aan internationale standaarden.

Belangrijke Nederlandse Hockeyers uit de Geschiedenis

Hoewel hockey een teamsport is, zijn er in elk team spelers met extra kwaliteiten. Hieronder volgt een chronologisch overzicht van bijzondere hockeyers uit de Nederlandse geschiedenis. Elke succesvolle generatie is in dit overzicht vertegenwoordigd met één of meerdere bijzondere spelers.

  • Dick Loggere (1921-), leider en winnaar: Dick Loggere, geboren 6 mei 1921 (85 interlands, 3 doelpunten), was een geboren leider. Hij speelde hockey niet alleen voor de lol, maar wilde vooral winnen en had daar veel voor over. Loggere trainde hard, lette goed op zijn voeding en dacht voortdurend na over het hockeyspel. Tien jaar lang was Loggere aanvoerder van het Nederlands team.
  • Roepie Kruize (1925-), de goalgetter: Roepie Kruize, geboren 18 januari 1925 (69 interlands, 56 doelpunten), is de "stamhouder" van de bekendste hockeyfamilie uit Nederland. Zijn zussen Els en Sieke waren ook international, zijn broer Gerrit "Ekkie" speelde op de Olympische Spelen van 1956 voor de Verenigde Staten. Zijn zoons Hans, Jan-Jidde en Ties speelden allemaal voor het Nederlands elftal. Kruize was een echte goalgetter. Hij liep bijna "één op één".
  • Ties Kruize (1952-), de alleskunner: Ties Kruize, geboren 17 november 1952 (202 interlands, 167 doelpunten), wordt door velen beschouwd als de beste Nederlandse hockeyer ooit, al kan daar over gediscussieerd worden. Kruize is in ieder geval een van de meest complete hockeyers die in Oranje heeft gespeeld. Hij begon zijn loopbaan als aanvaller, maar kwam in de loop der jaren ook wel eens op het middenveld terecht om het spel te verdelen. In 1973 bereikte hij grote hoogte en was hij de beste speler en topscoorder van het gewonnen wereldkampioenschap in Amstelveen. Na een zwaar auto-ongeluk twee jaar later leek zijn carrière voorbij. Anderhalf jaar later stond hij terug op het hockeyveld. In zijn laatste jaren als tophockeyer liet Kruize zien dat hij ook een uitstekende ausputzer was. Kruize werd gevreesd om zijn keiharde en loepzuivere strafcorner. Kortom, Ties Kruize was een alleskunner.
  • Wouter Leefers (1953-), de technisch begaafde middenvelder: Wouter Leefers, geboren 12 januari 1953 (156 interlands, 28 goals), was een technisch begaafde middenvelder. Zijn assists of uitgelokte strafcorners zijn ontelbaar. Een Olympische medaille ontbreekt weliswaar op zijn palmares, maar de wereldtitel van 1973 in eigen land maakt veel goed.
  • Tom van 't Hek (1958-), de nummer veertien: Tom van 't Hek, geboren 1 april 1958 (221 interlands, 106 doelpunten), was de eerste hockeyspeler die vaak met nummer veertien speelde. Van 't Hek heeft weliswaar niet de absolute klasse zoals de Nooijer om als de "Johan Cruijff van het hockey" door het leven te gaan, maar technisch deed hij maar weinig onder voor anderen. Het was voor eigenzinnige Tom van 't Hek geen probleem om vanaf links te spelen, vooral door zijn uitstekende backhand. Bovendien scoorde hij opvallend veel velddoelpunten, want hij nam zelden strafcorners.
  • Ronald Jansen (1963-), de beslissende keeper: Ronald Jansen, geboren 30 december 1963 (183 interlands, 0 doelpunten), was de keeper tijdens de gouden periode 1996-2000. Hij was destijds van doorslaggevende betekenis.
  • Floris Jan Bovelander (1966-), de strafcornerspecialist: Floris Jan Bovelander, geboren 19 januari 1966 (241 interlands, 215 doelpunten), kwam soms nonchalant over, maar stond er wel op de momenten als het er echt toe deed. Zo scoorde hij zowel in de WK-finale van 1990 als in de finale van de Olympische Spelen van 1996 tweemaal uit een strafcorner. De aanvallende linksback (die ook wel eens op het middenveld speelde) kwam zijn hele leven uit voor Bloemendaal.
  • Jacques Brinkman (1966-), de fanatieke teamspeler: Jacques Brinkman, geboren 26 augustus 1966 (337 interlands, 84 doelpunten), speelde een groot deel van zijn loopbaan als (rechter)middenvelder. Maar bondscoach Roeland Oltmans zette hem op de Olympische Spelen van 1996 op de rechtsachterplaats. Op die positie speelde hij diverse interlands, al was het wel met frisse tegenzin. Met zijn fanatisme was hij echter altijd waardevol, of hij nu speelde als aanvaller, middenvelder of verdediger.
  • Stephan Veen (1970-), de leider: Stephan Veen, geboren 27 juli 1970 (275 interlands, 116 doelpunten), begon als talentvolle rechterspits en brak al snel door. Toen een aantal dragende spelers stopte na de gouden medaille in 1996, werd Veen de nieuwe leider van Oranje. Hij werd teruggehaald naar het middenveld en werd de nieuwe aanvoerder. Op de Olympische Spelen van 2000 stak Veen boven alles en iedereen uit. In de finale tegen Zuid-Korea (3-3) scoorde hij alle Nederlandse doelpunten. In de strafballenserie maakte Veen de beslissende strafbal. Een mooier afscheid als international is niet denkbaar.
  • Teun de Nooijer (1976-), de maestro: Teun de Nooijer, geboren 22 maart 1976 (453 interlands, 214 doelpunten), heeft een groots carrière achter de rug. Ontelbare prijzen, ontelbare doelpunten, ontelbare geslaagde acties en passes. Hij werd driemaal uitgeroepen tot beste hockeyer ter wereld en won vier Olympische medailles, waarmee hij de meest succesvolle Olympische teamsporter uit Nederland is. Hij begon als talentvolle linkerspits en groeide daarna uit tot aanvallende linkshalf van wereldklasse. Er is geen twijfel mogelijk dat De Nooijer een van de beste hockeyers is die Nederland heeft voortgebracht.
  • Taeke Taekema (1980-), de strafcornerspecialist: Taeke Taekema, geboren 14 januari 1980 (242 interlands, 221 doelpunten), kende een onbevredigend einde van zijn loopbaan toen hij geheel onverwacht de definitieve selectie voor de Olympische Spelen van 2012 niet haalde. De cijfers van de strafcornerspecialist zijn overweldigend: 242 interlands en 221 doelpunten. Hiermee heeft de verdediger een ongekend gemiddelde van bijna 1 op 1.

Overige Hockey Evenementen

Sinds 1978 spelen de herenteams uit de zes beste hockeylanden de Champions Trophy. Het Nederlands elftal heren heeft 8 keer de Champions Trophy gewonnen: 1981, 1982, 1996, 1998, 2000, 2002, 2003 en 2006.

De FIH Pro League is een internationaal toernooi dat sinds 2019 jaarlijks door de FIH wordt georganiseerd en waar de beste landen ter wereld aan mee doen.

Lees ook: Een overzicht van de carrière van Chloe Hockey en haar bijdrage aan het Nederlandse hockey.

Van 8 tot en met 17 augustus 2025 zijn de EK hockey voor mannen en vrouwen in Mönchengladbach, Duitsland. De Nederlandse hockeyers en hockeysters beginnen aan de EK in Mönchengladbach en gelden als favorieten voor de eindzege.

Talentontwikkeling in Nederland

In het Nederlands elftal spelen de 18 beste hockeyers van Nederland. Als je heel goed kunt hockeyen, kan jouw eigen club je opgeven voor de selectiedag van je district. Word je geselecteerd voor het districtsteam, dan ga je samen met de beste hockeyers uit je district trainen. Op de Opleidings Ontmoetingsdag (OOD) zijn ook de bondscoaches aanwezig van de Nederlandse jeugdelftallen. Vanaf je achttiende kun je worden geselecteerd voor Jong Oranje, dit is het team voor getalenteerde spelers van 18 t/m 21 jaar. Het kan zijn dat je doorstroomt vanuit de jeugdelftallen, maar ook dat je pas wat later opvalt in de competitie.

Keepers: De Moedigste Spelers op het Veld

Keepers in het hockey zijn vaak mensen met een hoge pijngrens, veel incasseringsvermogen en rust in het oog van de orkaan. De hockeybal… De Keepersclub is er voor alle keepers van Schaerweijde, van de jongste keepers in de O9 tot en met de senioren. Het doel is om alle keepers, naast hun teamtraining, nog een uur individueel te trainen en keepersvaardigheden bij te brengen, en om deze groep hockeyspelers te ondersteunen en te stimuleren.

Huidige Selectie Nederlands Elftal Heren

De huidige selectie van het Nederlands elftal heren bestaat uit 18 spelers. Mannenbondscoach Jeroen Delmée vertelt: “Ondanks dat de selectie bestaat uit veel bekende namen, was het geen makkelijke keuze. Na de Olympische Spelen van Parijs zijn een aantal nieuwe spelers ingestapt en ook aangehaakt bij Oranje. Zij zijn heel dichtbij een eerste titeltoernooi gekomen, maar komen nog net iets tekort. De trainingsgroep van 25 spelers is nu teruggebracht tot een eindselectie van 18 spelers. Van de afvallers blijft een aantal spelers nog wel als reserve meetrainen. Delmée daarover: “Met de start van het EK kan er nog van alles gebeuren. In geval van blessures moeten we direct kunnen schakelen en moeten spelers klaar zijn om in te schuiven. David Huussen en Jonas de Geus zitten niet in deze groep reserves. Door blessures hebben zij lange tijd geen deel uitgemaakt van de trainingsgroep."

Bij de keepers wordt er op dit moment geen keuze gemaakt voor een echte nummer één. Beide keepers zullen in actie komen op het EK. “De verschillen tussen Derk Meijer en Maurits Visser zijn minimaal, nu een voorkeur uitspreken kan en wil ik niet. We hebben twee sterke keepers die allebei op een titeltoernooi kunnen laten zien wat ze waard zijn. Dat geeft waardevolle informatie voor ons in aanloop naar het WK volgend jaar in eigen land.

Conclusie

De geschiedenis van het herenhockey in Nederland is rijk en gevarieerd, van de eerste stappen gezet door Pim Mulier tot de wereldtitels en Olympische successen van de afgelopen decennia. Nederland heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van het hockey en heeft vele talentvolle spelers voortgebracht die de sport hebben verrijkt. Met een sterke focus op talentontwikkeling en een gepassioneerde fanbase, zal het Nederlandse herenhockey ongetwijfeld ook in de toekomst een belangrijke rol blijven spelen op het internationale toneel.

tags: #wk #hockey #heren #geschiedenis