Het Nederlandse dameswaterpolo heeft een lange en bewogen geschiedenis, die teruggaat tot het begin van de 20e eeuw. Hoewel de sport pas relatief laat officieel op de Olympische Spelen werd geïntroduceerd, speelden Nederlandse vrouwen al vroeg een pioniersrol in de ontwikkeling en popularisering van het waterpolo voor dames. Deze rijke historie kenmerkt zich door pioniersgeest, doorzettingsvermogen en uiteindelijke internationale successen, culminerend in de gouden medaille op de Olympische Spelen van 2008 in Beijing.
Vroege Jaren: Pionierswerk en Demonstratiewedstrijden
De eerste aanzet tot vrouwenzwemmen in Nederland vond al in 1874 plaats, toen de Amsterdamse zwemclub AZ 1870 de mogelijkheden onderzocht. De introductie bleef echter uit vanwege de hoge kosten van de benodigde afscherming, die moest voorkomen dat mannen de vrouwelijke zwemmers konden zien.
Het waterpolo voor vrouwen kwam op in 1906 dankzij de inspanningen van Johanna Triebels-Koen, ook bekend als "De Zwemmoeder". HDZ won een speciale wedstrijd met 3-2 van het Haarlemse HVGB. De sport werd snel populair onder vrouwen, wat in 1911 leidde tot een internationale wedstrijd. Zwemconnaisseur Ben Planjer schreef hierover in 1941 in Veertig jaar waterpolo: ‘De Engelschen hebben gewonnen met 3-2, maar de Amsterdamse dames hebben zich dapper geweerd net een vinnig en vlug spel, dat ook haar een woord van hulde niet mag worden onthouden.’ Hierna werd waterpolo onder vrouwen snel populairder. Tussen 1912 en 1914 werden onder meer in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag nieuwe clubs opgericht. In 1914 werd door de Nederlandse Zwembond zelfs voor het eerst een landelijke vrouwencompetitie opgezet in het waterpolo. De eerste tien jaar werd alles gewonnen door HDZ uit Amsterdam, maar daarna werd de concurrentie serieus met ook andere kampioenen.
In 1920 kwam HDZ wederom met een idee voor de Olympische Spelen in Antwerpen: een demonstratiewedstrijd tussen een team uit Amsterdam en Rotterdam. Amsterdam speelde gelijk tegen Rotterdam. De Courant meldde: "De Hollandsche Dames-Zwemclub is dank zij de medewerking van den voorzitter van het NOC er in geslaagd toestemming te verkrijgen tot het geven van waterpolodemonstratie gedurende de zwemweek op de Olympische Spelen te Antwerpen. Daar het polo voor vrouwen slechts in drie landen, nl. Zo schreven Nederlandse sporters geschiedenis met de eerste olympische wedstrijd in het vrouwenwaterpolo. Rie Beisenherz was de meest opvallende naam bij die demonstratiewedstrijd, omdat zij in Antwerpen ook meedeed aan het zwemmen. Zij was daarmee de eerste Nederlandse vrouw ooit op de Olympische Spelen.
Twee jaar na die historische wedstrijd vervulden Beisenherz, Bolten en Klapwijk opnieuw een pioniersrol in het internationale waterpolo tijdens de tweede "Olympiade voor vrouwen" in Monte Carlo in 1922. Dit evenement was een jaar eerder geïntroduceerd door Alice Milliat uit protest tegen de uitsluiting van vrouwen bij de atletiekonderdelen op de Olympische Spelen. Op die eerste editie waren nog geen zwemonderdelen, maar in 1922 wel. Een groep Nederlandse vrouwen maakte hiervoor een treinreis van 48 uur. ‘Vervelend was de reis niet,’ zag de verslaggever van de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Er stonden van 15 tot en met 23 april 1922 tien onderdelen op het programma. Met het Nederlandse team versloegen ze de tegenstanders uit Londen met 6-0 in ijskoud water. ‘Holland heeft dus op deze tweede Olympiade voor vrouwen een goed figuur gemaakt,’ aldus De Revue der Sporten. In 1948 stond Klapwijk opnieuw in de schijnwerpers, als coach van olympisch zwemkampioene Nel van Vliet.
Lees ook: Waterpolo voor studenten in Maastricht
De Lange Weg naar Erkenning
Ondanks de vroege initiatieven duurde het nog decennia voordat vrouwenwaterpolo de erkenning kreeg die het verdiende. De demonstratiewedstrijd in Antwerpen in 1920 was een belangrijke stap, maar de hoop op toelating tot de Olympische Spelen bleek voorbarig. De waterpolovrouwen hoopten met deze demonstratiewedstrijd het IOC dermate enthousiast te maken dat hun sport op de volgende Spelen zou worden toegelaten, maar daarmee liepen ze te ver vooruit op de maatschappelijke ontwikkelingen. Wel leverde de demonstratie in Antwerpen een uitnodiging op voor een internationale wedstrijd in 1922 in Monte Carlo. Voor de Nederlandse waterpolovrouwen was het succes daarmee wel voorlopig voorbij, want pas in de jaren tachtig werden ze drie keer Europees kampioen en begin jaren negentig zelfs wereldkampioen. Het olympische waterpolo was toen nog steeds verboden terrein voor vrouwen. De finale van 1922 in Monte Carlo die Nederland won met 6-0.
In veel landen waren gelegenheidsteams actief, waarin lokale zwemsters het in geïmproviseerde teams tegen elkaar opnamen. Wel werden er experimentele toernooien georganiseerd. Zo streden twee vrouwenteams uit Amsterdam en Rotterdam in 1910 ter gelegenheid van het twintigjarige bestaan van de Rotterdamse Zwemclub om het Zilveren Ei. De Rotterdammers waren in vorm, wonnen met 3-0 en gingen er met de trofee vandoor. In 1911 speelde de Hollandsche Dames Zwemclub (HDZ) uit Amsterdam de eerste internationale wedstrijd tegen een team uit Engeland. Hierna werd waterpolo onder vrouwen snel populairder. Tussen 1912 en 1914 werden onder meer in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag nieuwe clubs opgericht. In 1914 werd door de Nederlandse Zwembond zelfs voor het eerst een landelijke vrouwencompetitie opgezet in het waterpolo. De eerste tien jaar werd alles gewonnen door HDZ uit Amsterdam, maar daarna werd de concurrentie serieus met ook andere kampioenen. Zo kreeg Nederland steeds meer vrouwen, die internationaal gezien op een hoog niveau waterpolo speelden.
Pas in de jaren tachtig kwam de kentering, met drie Europese titels en uiteindelijk, in 1991, de eerste wereldtitel in Perth. Dit succes markeerde een nieuw tijdperk voor het Nederlandse vrouwenwaterpolo.
Olympisch Goud in Beijing: Een Historisch Hoogtepunt
Het absolute hoogtepunt in de geschiedenis van het Nederlandse vrouwenwaterpolo is ongetwijfeld de gouden medaille op de Olympische Spelen van 2008 in Beijing. De ploeg van coach Robin van Galen schreef geschiedenis door in de finale de Verenigde Staten te verslaan. Vol ongeloof staarden de Nederlandse waterpolosters donderdag 21 augustus 2008 in Beijing naar elkaar. Ze hadden goud om hun nek hangen. Iets verderop stond hun vertrekkende coach Robin van Galen die het ook niet droog kon houden. Een immense inhaalrace naar de internationale top eindigde op de Olympische Spelen in een gouden plak. “Ongelooflijk'', stamelde Van Galen. Bijna drie jaar duurde de samenwerking tussen Van Galen en zijn meiden. Donderdagochtend, uren voor de finale, verzamelde de bondscoach zijn speelsters op het olympisch plein. Hij hield er een emotioneel betoog over vertrouwen en geloof in elkaar. Hij voegde er iets persoonlijks aan toe.
De weg naar de Spelen was echter niet zonder obstakels. Op het WK in Melbourne, iets meer dan een jaar voor de Spelen, eindigde Oranje als negende. De vrouwen schreven elkaar briefjes waarin ze hun ongenoegen over alles uitten. Pas later spraken zij de problemen uit. “In die tussentijd is er iets moois ontstaan'', zei Van Galen. “Hij kan een team bouwen, mensen persoonlijk raken en hij durft ook zijn emoties te tonen'', zei routinier De Bruijn, die er acht jaar eerder in Sydney bij was toen de olympische missie faalde met de vierde plaats.
Lees ook: Teams en talenten in het Nederlandse waterpolo
Van Galen creëerde een enorme teamgeest binnen zijn ploeg. Hij stond voor zijn meiden, zij gingen voor hem door het vuur. “Voor hem wil je vechten'', zei De Bruijn, die eerder al jaren met de bondscoach werkte bij GZC Donk. Nederland kwam binnen vier minuten met 4-0 voor, maar verspeelde die marge weer in de tweede periode. Toch bleef de ploeg daarna steeds aan de goede kant van de score. De mentale weerbaarheid van de groep was groot. De Bruijn deed dat uiteindelijk zeven keer, op zo'n niveau hoogst uitzonderlijk. Uit alle hoeken en standen. “Ik wist niet dat ze dit kon'', meende Van Galen oprecht. “Ze was een stuk minder in de halve finale tegen Hongarije. Ik dacht dat haar piek voorbij was. Dat bleek dus niet het geval te zijn. De teamgenotes van De Bruijn werkten zich het ongeluk om de aanvalster vrij te spelen en te laten schieten. Alles lukte de 30-jarige speelster vervolgens. Uiteindelijk nam De Bruijn in de laatste periode, driekwart minuut voor het einde, de beslissende treffer voor haar rekening. “Ik heb ze gezegd dat ze in mij moesten geloven en in elkaar. Deze meiden zijn zo toegewijd geweest. Ten eerste moet je fit zijn, ook om mentaal heel sterk te zijn. Daarna moeten alle puzzelstukjes op het juiste moment in elkaar vallen.
Sydney 2000: Een Gemiste Kans en een Gouden Generatie
Onze waterpolovrouwen waren er in 2000 al bij, toen waterpolo voor de vrouwen voor het eerst olympisch was. De waterpolovrouwen hebben in Sydney het olympisch brons gevoeld, maar niet ontvangen. Uren voor de kleine finale tegen Rusland (3-4) voelden ze zaterdag 23 september 2000 aan het brons van Pieter van den Hoogenband op de 50 meter vrije slag. "We hebben allemaal met die bronzen medaille in onze hand gezeten'', vertelde Ellen van der Weijden na het treurige verlies. "We spraken af dat we niet met niks naar huis zouden gaan, dat we ons leven zouden geven voor het brons.'' De speelsters kropen levend uit het water, maar zonder brons. Na de domper in de halve finale tegen de Verenigde Staten (5-6) kreeg het zevental andermaal een flinke tik. Het leidde met 2-0 en 3-1 maar slaagde er niet in die voorsprong vast te houden. "Wij konden weer niet scoren'', zag Van der Weijden. "Dan is het een kwestie van tijd dat de ander met de overwinning aan de haal gaat.''
Het duel om het brons was de laatste wedstrijd van een gouden generatie. Acht, negen jaar was deze ploeg bijeen. Daarin won de ploeg alles wat er te winnen viel: de FINA Cup, het WK in 1991, het EK in 1993, het Olympic Year Tournament in 1996. Maar de echte Olympische Spelen ontbraken nog, want die stonden pas in 2000 voor het eerst op het programma. Het was de olympische droom die de ploeg bijeen hield. "We kwamen naar Sydney voor goud'', keek Van der Weijden terug.. "Daar hebben we anderhalf jaar hard aan gewerkt. Toen dat mislukt was, wilden we brons. We waren er klaar voor, maar ook dat ging dus mooi niet door.'' Elf van de dertien speelsters namen in het zwembad waar Inge de Bruijn en Pieter van den Hoogenband tot koningin en koning van het zwemmen werden gekroond, afscheid van het internationale waterpolo. Met de vierde plaats. "Een enorme teleurstelling'', ervoer Van der Weijden. "Ik ben blij dat ik een Olympische Spelen heb mogen meemaken, maar ik ga naar huis zonder medaille. Dat had ik niet verwacht toen ik in het vliegtuig stapte.'' Van de dertien gingen alleen Danielle de Bruijn - tevens topscorer in Sydney - en Heleen Peerenboom door. De Bruijn kreeg acht jaar later haar ultieme revanche. Samen met de teruggekeerde Gillian van den Berg maakte ze deel uit van de ploeg die goud won in Beijing.
Ook bondscoach Jan Mensink stapte op. Hij lag moeilijk bij de speelsters. Direct na het kwalificatietoernooi voor de Spelen in Winnipeg in mei '99 had de ploeg hem willen lozen. Uit humane redenen handhaafde de bond de Tukker. Onder voorwaarde dat hij zijn door hem bijeengezochte staf moest laten vallen. Dat kwetste hem. Hij kreeg een assistent in de persoon van Paul Metz, die de daadwerkelijke coaching voor zijn rekening nam. Op papier was Mensink de baas, langs de kant in het zwembad regeerde Metz. Na het vertrek van Mensink volgde Metz hem op als bondscoach.
De vierde plaats betekende het einde van een lange weg vol obstakels. Na de nederlaag knuffelden de speelsters elkaar bij wijze van afscheid. De emoties over het verlies waren niet bijster groot. Een dag eerder na de uitschakeling door de Amerikanen wel. Toen huilde de ploeg een zwembad vol.
Lees ook: Waterpolo en zwemmen bij ZV De Ham
Waterpolo stond zoals gezegd in Sydney voor de vrouwen voor het eerst op het Olympische programma. De zes deelnemende landen speelden eerst een halve competitie, de vier beste landen gingen naar de halve finales, de nummers 5 en 6 speelden een plaatsingswedstrijd.
Groepswedstrijden16 september Nederland - Verenigde Staten 4-6 (0-2, 1-1, 2-1, 1-2)17 september Kazachstan - Nederland 6-8 (2-2, 2-2, 1-2, 1-2)18 september Nederland - Australië 5-4 (2-1, 1-1, 0-2, 2-0)19 september Nederland - Canada 7-4 (3-0, 0-2, 2-2, 2-0)20 september Rusland - Nederland 6-3 (1-2, 1-1, 3-0, 1-0)
Eindstand1 Australië 5 4 0 1 35 20 82 Verenigde Staten 5 3 1 1 36 30 73 Nederland 5 3 0 2 27 26 64 Rusland 5 2 1 2 36 29 55 Canada 5 1 2 2 33 34 46 Kazachstan 5 0 0 5 23 51 0
Halve finale:22 september Verenigde Staten - Nederland 6-5 (3-2, 1-3, 1-0, 1-0)
Bronzen finale:23 september Rusland - Nederland 4-3 (0-2, 1-0, 1-1, 2-0)
De Nederlandse ploeg bestond uit: Hellen Boering, Karla van de Boon, Gillian van den Berg, Daniëlle de Bruijn, Edmee Hiemstra, Karin Kuipers, Ingrid Leijendekker, Patricia Megens, Mirjam Overdam, Heleen Peerenboom, Carla Quint, Marjan op den Velde, Ellen van der Weijden. Coach: Jan Mensink.
Recente Successen: Wereldtitels en Europese Dominantie
Na het Olympische goud kende het Nederlandse vrouwenwaterpolo een periode van wisselende successen. In de finale versloeg de ploeg van bondscoach Evangelos Doudesis Europees kampioen Spanje na strafworpen. In de reguliere speeltijd was de wedstrijd in 12-12 geëindigd.
Het jaar 2024 begon met een knaller, toen de Nederlandse waterpolovrouwen in Eindhoven Europees kampioen werden. Het was de tweede grote finale op rij die de twee landen tegen elkaar speelden, nadat Nederland vorig jaar al de WK-finale van Spanje won.
Ook op clubniveau zijn er successen te vieren. De vrouwen van ZV de Zaan wonnen in 2024 de Euro Cup finale door Pallanuoto Trieste te verslaan. Het is voor het eerst in 30 jaar dat een Zaanse ploeg een Europese prijs heeft gewonnen. De kracht van De Zaan zit in het goed samenwerkende collectief.
Toekomstperspectief: Parijs 2024 en verder
De waterpolowedstrijden tijdens de Olympische Spelen van Parijs vinden plaats van 27 juli tot en met 10 augustus. De groepswedstrijden worden gespeeld in het Centre Aquatique in Saint-Denis en de finales in de Paris La Défense Arena in Nanterre. Bondscoach Evangelos Doudesis: “De verschillen tussen de teams bij de top-10 van de wereld zijn minimaal. Het wordt in Parijs een superinteressant toernooi. We kunnen allerlei verschillende scenario’s bedenken Ons eerste doel is goed spelen, groeien in de poule en zorgen dat we ons plaatsen voor de kwartfinales. Over zijn selectie voor de Spelen zegt hij: “Het team is een samenstelling van unieke karakters en ervaren speelsters. We hebben vaak in deze formatie gespeeld de afgelopen jaren. Met veel multifunctionele speelsters die ook verschillende tactische systemen beheersen. In het programma nemen we alleen de onderdelen op waarop TeamNL, eventueel, in actie komt. Laura Aarts gold als één van de beste waterpolokeepsters ter wereld. Ze dacht eigenlijk dat het niks meer zou worden met haar waterpolocarrière.
tags: #waterpolo #dames #olympische #spelen #geschiedenis