Volleybal Oefening Opstelling: Verbeter Je Set-Up

De set-up is een cruciaal onderdeel van het volleybalspel. Vaak is het de spelverdeler die de set-up verzorgt, als de tweede aanraking van een team (van de maximaal drie toegestane). Dit artikel is gericht op het verbeteren van de volleybal set-up door middel van gerichte oefeningen en het begrijpen van de rol van de spelverdeler.

De Bovenhandse Set-Up en Alternatieven

De meest voorkomende techniek voor een set-up is de bovenhandse set-up. Hierbij is het cruciaal om de bal niet te lang vast te houden; in de regel moet je de bal direct wegspelen. Echter, een onderhandse set-up is ook mogelijk, vooral voor spelers die de bovenhandse techniek nog niet volledig beheersen. Een libero bijvoorbeeld, zal vaak een onderhandse set-up geven als hij of zij zich binnen het 3-meter gebied bevindt.

De Rol van de Spelverdeler

De spelverdeler speelt vaak de set-up naar de aanvallers. Na de service mogen spelers zich vrij over het veld verplaatsen, maar het is gebruikelijk dat de spelverdeler zich aan de rechterkant van het veld opstelt (rechtsachter of rechtsvoor). Als de spelverdeler links- of midvoor staat bij de service, verplaatst hij of zij zich na de service naar rechtsvoor. De spelverdeler is de speler die vrijwel altijd de tweede aanraking verricht. Hij of zij krijgt de bal vanuit de verdediging (meestal onderarms) aangespeeld en speelt de bal (meestal bovenhands) naar een van de aanvallers. Op deze manier ‘verdeelt’ hij of zij het spel.

Posities en Specialismen in Volleybal

Als je net begint met volleyballen of het trainen van een team, kan het lastig zijn te begrijpen hoe het spel precies werkt. Hoewel veel mensen wel eens op school, op het strand of in een park hebben gevolleybald, en zich herinneren dat er zes spelers in het veld staan die na iedere servicewissel doorschuiven, roept dit de vraag op: zijn er dan geen vaste posities?

Uitgangsposities: Voordat we ingaan op de specialismen, is het handig om eerst de uitgangsposities en hun benamingen te kennen. Er zijn zes spelers, dus ook zes verschillende uitgangsposities, namelijk: ‘rechtsachter’, ‘rechtsvoor’, ‘midvoor’, ‘linksvoor’, ‘linksachter’ en ‘midachter’. De posities 2, 3 en 4 bevinden zich voor de driemeterlijn en dus ‘aan het net’ of in het ‘voorveld’. De posities 1, 5 en 6 bevinden zich achter de driemeterlijn en dus in het ‘achterveld’.

Lees ook: Volleybal: Alles over winnen

De Crux: Je hoeft alleen maar op die specifieke plek te staan op het moment dat er geserveerd wordt. Daarna mag iedereen zich vrij door het veld verplaatsen (met als restrictie dat achterspelers niet mogen aanvallen vanaf ‘binnen’ de driemeterlijn). Dat betekent dat de linksachter prima naar rechtsachter mag verplaatsen en andersom.

Specialismen: Iedere speler heeft natuurlijk zijn of haar eigen kenmerken. De ene speler is langer dan de ander, de ander is weer sneller of behendiger dan de een. Sommige spelers kunnen zeer goed aanvallen en andere zijn beter in verdedigen of bovenhands spelen. Waar ‘in den beginne’ iedere speler binnen het volleybal nog iedere positie innam, is er in de loop der jaren steeds meer gespecialiseerd.

Naast de spelverdeler zijn er andere belangrijke specialismen:

  • Diagonaal: De diagonaal (of soms: hoofdaanvaller) is vaak een van de beste aanvallers van het team en staat altijd tegenovergesteld aan de spelverdeler in het veld. Wanneer de spelverdeler rechtsachter staat, is de diagonaal dus linksvoor. Na de service verplaatst de diagonaal zich, net als de spelverdeler, naar de rechterkant van het veld.
  • Passer/lopers: De passer/lopers (ook wel buitenaanvallers of hoekspelers genoemd) zijn over het algemeen veelzijdige spelers. Deze spelers moeten goed kunnen verdedigen, passen (ontvangen van de service), aanvallen én blokkeren. Er staan twee passer/lopers in het veld, tegenover elkaar. De ene begint vaak op rechtsvoor, de andere op linksachter.
  • Middenaanvallers/hoofdblokkeerders: De ‘middens’ zijn doorgaans de beste blokkeerders, daarom worden ze ook wel hoofdblokkeerders genoemd. Zij hebben de taak om zowel de middenaanvaller van de tegenstander te blokkeren, alsook aan te sluiten aan de twee buitenkanten. Na de service verplaatsen deze twee spelers naar het midden van het veld (midvoor en midachter).
  • Libero: De libero heeft een heel bijzondere rol. Deze speler mag onbeperkt voor iedere speler ingebracht worden zonder dat dit als wissel geldt. Maar let op: wel alleen maar in het achterveld! Daarom is de libero vaak de beste verdediger van het team. Het komt het vaakst voor dat de libero in het veld komt voor de middenblokkeerders, omdat dat meestal de mindere verdedigers zijn. Dit is echter niet verplicht. Een libero mag net zo goed voor een diagonaal, passer/loper of spelverdeler in het veld komen.

Het is belangrijk te onthouden dat ‘posities’ in het volleybal een onhandige term kan zijn, omdat er zowel uitgangsposities als specialisaties bestaan.

Oefeningen voor het Verbeteren van de Set-Up

Hieronder volgen enkele voorbeelden van oefeningen die je kunt gebruiken om de set-up te verbeteren.

Lees ook: Alles over zand sokken en volleybal

  • Kort en diep passen: Deze oefening, geschikt voor 2 tot 8 spelers, richt zich op het passen links van het lichaam of het indraaien naar de aanspeler. Indien mogelijk, kan er doorgespeeld worden.
  • Servicepass: Onderhandse pass service wedstrijd: Deze oefening, geschikt voor 8 tot 13 spelers of meer, verdeelt de spelers in twee groepen. Groep A verdeelt zich over de twee halve velden, groep B gaat op de serviceposities staan, aan beide kanten van het veld. Er zijn 10 ballen beschikbaar voor het serveerteam. Deze oefening richt zich op opslag en servicepass.
  • Opwarming met aanval: Deze oefening, geschikt voor 2 tot 13 spelers of meer, laat speler A de bal op de mat botsen naar B. A loopt in naar een pion en B doet verdediging naar de pion. A controleert. Deze oefening combineert aanval, basis bovenhands, servicepass bovenhands en verdediging.
  • Inspelen met verdedigingsposities: Deze oefening, geschikt voor 5 tot 12 spelers, focust op het inslijpen van verdedigingsposities door middel van inspelen (onder- en bovenhands). Dit kan met of zonder spelverdeler, waarbij de set-up ombeurten voor en achter is. Vanuit de uitgangspositie (verdedigen midden aanval) verplaatsen de spelers naar de verdedigingspositie voor de buitenaanval.
  • Inspelen 6: Deze oefening, geschikt voor 2 tot 12 spelers, laat A en B bovenhands naar elkaar gooien. Na elke bal van A die B kan teruggooien zonder extra stap te zetten, mag A een stap naar links zetten. B mag hetzelfde naar rechts. Wie haalt het snelst de middenlijn?
  • Jeugd: Per 2 - controle - vw en aw verplaatsing: Deze oefening, geschikt voor 2 tot 13 spelers of meer, laat B op de mat (of hoepel) staan en een gewone pas naar A geven. B vertrekt direct naar A, loopt er omheen en keert terug naar de mat. A doet 5 tussentoetsen en probeert nadien de bal op de mat te spelen. Als B eerder op de mat is dan de bal, dan wordt er gewisseld van taak.
  • Basis focus houding OH - STUUR: Deze oefening, geschikt voor 2 tot 13 spelers of meer, gebruikt 1 bal per 2. A werpt de bal (met beide handen bovenhands) naar B, B speelt de bal onderhands naar A. Na 5x wisselen.
  • Verplaatsing - OH - 0°: Deze oefening, geschikt voor 2 tot 13 spelers of meer, laat SP met bal een verplaatsing naar een pylon maken en de bal bovenhands ter hoogte van de pylon hoog gooien, waarna de speler terugkeert naar zijn startpositie (shuffle). De andere speler verplaatst zich voorwaarts naar de pylon en gooit.
  • Midden- en buitenaanval rechtdoor: Deze oefening, geschikt voor 8 tot 12 spelers, laat de bal aanspelen op 2 passers, met een set-up op positie 3 of 4.

Training Opstelling en Passtechniek

Een voorbeeld van een training opstelling en passtechniek kan als volgt zijn:

  1. Warming-up:

    • Basis warming-up: inlopen, armen zwaaien (links, rechts, beide vooruit, beide achteruit), hakken tikken, knie heffen, kruispas, stretchen (muur en grond), opdrukken (25x), buikspieren (50x), superman (25x), lijntje tikken.
    • Bal overgeven over het net: focus op explosie in de sprong en training core. Per tweetal een bal; tweetal sprint tegelijk omhoog en geeft elkaar de bal aan boven het net. Variaties: stap zijwaarts, heen en weer na overgeven.
  2. Kern 1: Passtechniek

    • Pass na actie: Focus op actie na actie en actief laag blijven. 4 slaat op de bal als teken, 2 draait lichaam bij en gooit bal naar 3, 4 slaat de bal aan op 2, 2 passt de bal naar 1. 10 herhalingen, dan wisselen.
    • Intensieve verdedigingsoefening, balcontrole: Ideaal per 3 spelers (eventueel een 4e voor balcontrole). Herhaling: 1-2 minuten. Uitvoering: Optie 1 - S aanval -> X -> verdediging 1m voor zich uit -> X' loopt voor X -> set-up -> S. X' wordt X, X wordt X'. Optie 2 - idem, maar X blijft defense doen, X' loopt steeds rond X. Aanpassing: indien aanval niet goed loopt, kan S bal telkens vangen en aanvallen; eventueel 4e speler bijzetten.
  3. Kern 2: Opstelling

    • Aanval verdediging: Focus op opstelling aanvalsverdediging. Spelers 4, 5, 6 hebben als uitgangspositie "bal bij tegenpartij". 1 slaat op bal als signaal, 4, 5, 6 verplaatsen naar aanvalsverdediging-positie, 1 slaat bal aan op 4, 5, 6, 2 vangt bal af. Wisselen na 15 goede ballen. Overige spelers zorgen dat de ballenkar gevuld blijft.
    • Serveren en passen met een verbeterde puntentelling: De serveerders serveren naar de passers. De passers passen naar V, die de ballen vervolgens vangt en naar de serveerders rolt (of ze richting een bepaald doel speelt, waar ze door iemand anders gevangen worden). Puntentelling: de passers verdienen een punt voor iedere goede pass, voor elke servicefout wordt een punt afgetrokken. De spelers werken samen om een vooraf vastgesteld aantal punten te halen.

Trainingshulpmiddelen en Inspiratie

Er zijn verschillende tools beschikbaar om trainers te helpen bij het bedenken van oefeningen en trainingen. VolleybalXL is een online assistent voor volleybaltrainers en begeleiders, die volleybaloefeningen, volleybaltrainingen en volleybalkennis op één plek biedt. Het heeft een handig zoekfilter om specifieke oefeningen en spelletjes te vinden, en biedt inspiratie voor warming-ups, jeugdoefeningen, techniek en spelinzichten. Met de trainingsmaker kan een complete volleybaltraining worden samengesteld, inclusief oefeningen voor pass, set-up, aanval, opslag, blokkering en verdediging.

Lees ook: Alles over Vrije Ruimte Volleybal

tags: #volleybal #oefening #opstelling