Tennis heeft een lange en rijke geschiedenis in Den Dungen, die teruggaat tot de jaren '30. Wat begon als een elitaire bezigheid, is uitgegroeid tot een sport die toegankelijk is voor iedereen, met dank aan de passie van trainers en de inspanningen van lokale clubs.
De Vroege Jaren: "De Hoeden en de Petten"
In de jaren '30 was tennis in Uden nog een exclusieve aangelegenheid. Er waren enkele sportverenigingen, zoals een turnvereniging en voetbalclub UDI, opgericht in 1919. De meisjes Coenen tennisten op kostschool Mariënburg in Nijmegen, terwijl de meisjes Van der Putten in Veghel, waar toen al wel werd getennist, als introducé werden uitgenodigd.
Mevr. (Doet) Coenen, die nu in Veghel woont, herinnert zich dat tijdens een familiebezoekje door de dames Coenen en Van Sleeuwen het idee werd geopperd om ook in Uden te gaan tennissen. Het idee sloeg aan en werd snel omgezet in plannen.
De pastoor Swinkels had aanvankelijk bezwaren, ingegeven door kapelaan Brekelmans, die niets van deze nieuwigheid moest hebben. Uiteindelijk vond pastoor Swinkels het toch goed, mits op zondag pas na de hoogmis met tennissen zou worden begonnen en er niet gemengd zou worden getennist. "Mixed-dubbel" was er dus niet bij.
Het oog viel op een terrein achter hotel “De Korenbeurs” aan de Marktstraat. Zeven vooraanstaande families brachten geld bijeen om op dit terrein een betonbaan te laten aanleggen. Er werd in stijl getennist, d.w.z. de dames keurig in het lang - wit en de heren in lange broek. In hotel Bellevue werden de “jaarvergaderingen” gehouden met als bijzondere attractie de grote achtertuin voor het jonge volk!
Lees ook: De opkomst van padel
Deze oudste vereniging werd officieel op 1 april 1933 opgericht. De Zevenster was een vriendenclub, welke naar eigen goeddunken anderen toeliet of uitnodigde.
De Oorlogsjaren en de Opkomst van "De Game Fighters"
Ook in de oorlogsjaren werd er in het centrum van Uden getennist. Na de Tweede Wereldoorlog wilden meer mensen gaan tennissen, maar De Zevenster was nog steeds een besloten club van oprichters - eigenaren. Er was zelfs een huishoudelijk reglement, waarin de ballotage aan het bestuur werd opgedragen.
Het gevolg van de houding van De Zevenster was, dat er om in de aanwezige behoefte te voorzien een nieuwe tennisvereniging werd opgericht. Op 2 mei 1946 zag in Uden een tweede tennisvereniging, genaamd ”De Game Fighters” het levenslicht, een club voor “gewone” mensen, die in de volksmond al gauw de naam “pettenvereniging” kreeg.
Deze Game Fighters mochten van de gemeente tennissen op de betonnen tennisbaan van het voormalige Missiehuis St.Willibrord, gelegen tegenover de ijsbaan, achter het huidige hoofdveld van UDI’19. De Duitse bezetters hadden het missiehuis bij hun gedwongen vertrek op 4 september 1944 door brand volledig verwoest. De nieuwe vereniging betaalde voor het gebruik van de tennisbaan van de paters aan de gemeente een symbolische huurprijs van ƒ 1,-- (ÉÉN GULDEN) per jaar. De voor die jaren nog gebruikelijke geestelijk adviseur werd door de nieuwe club - misschien als reactie op de elitaire houding van De Zevenster - unaniem afgewezen.
Uden had op deze wijze in 1946 ineens twee tennisverenigingen: De Zevenster in het centrum en De Game-fighters in wat nu het sportpark is. De onderlinge verhouding tussen beide verenigingen was gelet op de voorgeschiedenis wel enigermate gespannen; zo zou nog blijken.
Lees ook: Tennistoernooi in Parijs
Groei en Ontwikkeling in de Jaren '50 en '60
In de vijftiger jaren leidden de twee Udense tennisclubs elk hun eigen leven: Bij De Zevenster prevaleerde nog altijd het gezelligheidsprincipe, terwijl voor De Game-fighters het sportieve element een belangrijke rol speelde. Elke vereniging handhaafde haar eigen cultuur, welke in de onderlinge confrontaties alleen nog maar werd versterkt. De volksmond typeerde de tegenstelling inmiddels als “de hoeden” en “de petten”.
Toch ging De Zevenster op een goed moment - mede om haar toekomst zeker te stellen - behoefte gevoelen aan nieuwe jeugdleden. Deze werden dan ook eenvoudiger toegelaten. Anderen zagen hierin weer de kans onder de ballotage uit te komen. Ze meldden hun kinderen als lid bij De Zevenster aan en een jaar later konden zijzelf moeilijk worden geweigerd!
In 1956 wilde “De Game-fighters” in haar streven naar vooruitgang lid worden van de KNLTB, maar hierbij deed zich het probleem voor, dat er al een vereniging met deze naam bestond. Er moest een nieuwe naam worden bedacht, waarvoor - heel democratisch - een prijsvraag werd uitgeschreven. Op een bestuursvergadering ten huize van Harrie Bergmann † werd besloten om nader te informeren naar de mogelijkheid van een lidmaatschap van de KNLTB.
De nieuwe naam, ingebracht door Harrie Bergmann luidde: “Foetsie Moetie” “geef de bal een klap, dan moet ie foetsie”. Al werd de naam door de KNLTB als “origineel” geaccepteerd en ingeschreven, hij werkte niettemin veelvuldig op de lachspieren.
Uden verwelkomde in 1958 intussen haar 15.000-ste inwoner en met de inwonergroei nam - naast andere sporten - ook de belangstelling voor het tennis toe. Maar beide tennisverenigingen hadden nog steeds slechts één betonnen baan ter beschikking. De gemeente liet daarom binnen het kader van haar beleidsplan in dit jaar de eerste 3 gravelbanen in het nieuwe sportpark aanleggen, welke op 17 augustus in gebruik konden worden genomen.
Lees ook: Tennisspektakel in Zuilen: Een terugblik
De Zevenster en Foetsie Moetie huurden van de gemeente elk één baan voor ƒ 500,-- per jaar (de huidige banen 1 en 3). De banen zouden bovendien elk jaar van huurder wisselen; eerlijker kon het niet! De betonnen baan bij de vijver werd bij de aanleg van andere werken geruimd. De betonnen baan van de Zevenster in het dorp is, zoals gezegd, nog altijd te bewonderen!
Intussen was ook bij de ambtenaren van de gemeente, die de plannen voor de uitbreiding van het sportpark hadden voorbereid, interesse voor het tennis gewekt. Mede door de concurrentie tussen de twee lokale verenigingen lukte het hen ook een baan van de gemeente te huren. Het werd baan 2 tussen de twee “kemphanen” in. Zo ontstond De Tennisvereniging Ambtenaren, (officieel opgericht op 1 mei 1961), welke meteen 70 leden telde.
In 1959 waren er daarom 3 tennisverenigingen in Uden met elk één gravelbaan in het nieuwe sportpark. Voor die jaren echt een luxe, al bestond er nog geen kleedruimte of paviljoen. Gelukkig stond er aan de kant van het dierenpark een wagen van de Nederl. Heidemij, waar men zonodig kon schuilen of wachten. De gravelbanen waren toch alleen maar in de zomermaanden geopend. Ballen werden in die tijd door de clubs verstrekt!
Op de ledenvergadering van 27 februari 1959 werd Jos van Oort, als opvolger van J. Aldenhysen, gekozen tot de nieuwe voorzitter van Foetsie Moetie. In deze vergadering werd tevens besloten een lijst op te stellen voor eerste deelname aan de competitie. Alle aanvragen voor toetreding van nieuwe leden werden gehonoreerd. De jaarlijkse feestavond werd - zoals intussen gebruikelijk aan het begin van het nieuwe seizoen - gehouden in café Van Eldonk, Lieve Vrouwenplein. Op zondag 25 mei van hetzelfde jaar wordt er een echte tenniswedstrijd gehouden tegen de tennisclub van Heeswijk.
Saillant detail in 1959 was, dat De Zevenster door de eigen ballotage een - zo zou later blijken - belangrijk nieuw lid misliep. Ene Wim Koene meldde zich als lid aan bij een bestuurslid, die bij het horen van de naam onmiddellijk een inschrijf formulier nam en de naam “Coenen” (n.b. een van de oprichters) invulde. “Neemt U me niet kwalijk” zei Wim, maar het is “Koene” met een “K”!. Tja, die “K” deed Wim de das om; hij kon geen lid worden.
“De Zevenster” begon langzaam maar zeker te vergrijzen, want jongelui, die een aardige bal konden slaan, gingen over naar “Foetsie Moetie”, waar voor hen in sportief opzicht meer mogelijkheden lagen. Zo werd er dit jaar bij Foetsie Moetie met junior-leden gesproken over de oprichting van een juniorbestuur en werd een junior bestuurd geformeerd. Er werd een trainingsschema voor de jeugd opgesteld en door de junioren zelf een junioren-toernooi georganiseerd. P. Diks, H. van de Dungen en secretaresse Lenie Aarts stelden zich beschikbaar om de juniorleden te trainen. Het bestuur zou proberen een toernooi in elkaar te zetten. Dit werd het eerste seniorentoernooi, gehouden op 27 en 28 juni 1959. Wim Koene (weer dezelfde) werd (ondanks genoemd trauma) gevraagd om de senioren te trainen.
In 1960 bouwde de gemeente een eerste paviljoen annex kleedgelegenheid op de plaats van het huidige paviljoen. Dit paviljoen, dat bestemd was voor zowel de hockeyclub als de 3 tennisverenigingen, werd beheerd door M.H.C.U., die immers ook in de winter van het paviljoen gebruik maakte. Was de onderlinge verhouding van de twee onderling concurrerende tennisverenigingen op één park al verre van ideaal, nu moesten ook nog de bardiensten voor de tennissers door de eigen leden worden verzorgd. “Leden van die deftige club, konden het gewone volk toch niet bedienen !” Dus kocht De Zevenster haar verplichtingen voor f.300,-- per jaar af, welk bedrag in ruil voor het overnemen van de bardiensten werd betaald aan “Foetsie Moetie”. Andere opmerkingen, welke als gevolg van wederzijdse kleine irritaties werden gehoord, als: “ik kan toch niet met de kapper of de groenteboer gaan tennissen “ of “officieren en onderofficieren op één baan, dat kan toch niet” duiden op verhoudingen, welke we ons nu nauwelijks nog kunnen voorstellen.
Foetsie Moetie begon in dit jaar - zij het met matig succes - met de zgn. ladderwedstrijden. Ook nam Foetsie Moetie voor het eerst deel aan de regionale competitie met de leden Piet Diks, Harrie Bergmann, Henk van de Dungen en Wim Koene en de dames Els van de Dungen, Maria van Oers, Lenie Aarts, Mien Bergmann en Corrie van Oort.
LTC Uden: Een Nieuw Hoofdstuk
In 2003 bestond LTC Uden 30 jaar. Dit was voor het bestuur aanleiding geweest om Toon Moolenaar, lid van de vereniging, te vragen de historie op te tekenen. Uden kent een rijke historie als het om tennis gaat. Velen van u zullen niet weten dat er in de jaren '30 in het centrum al getennist werd. "De Hoeden en de Petten"geeft in eerste gedeelte een helder beeld over de ontstaansgeschiedenis van dit tennis. Vanaf de oprichtingsdatum in 1973 geven we u chronologisch een overzicht van de belangrijkste gebeurtenisssen onder de vlag van LTC Uden. U komt in het boek veel namen van mensen tegen die het tennis in Uden een warm hart hebben toegedragen. Velen zijn echter ook niet met naam genoemd. Gelet op het grote aantal actieven in de vereniging, nu en in het verleden, bleek dit een onmogelijke opgave te zijn. Onze dank gaat dan ook uit naar al deze vrijwilligers. Bij de samenstelling van het boek hebben we gebruik gemaakt van diverse bronnen. Uiteraard is daarbij getracht alle zorgvuldigheid in acht te nemen. Mochten we desondanks ergens een naam foutief of helemaal niet hebben kunnen achterhalen dan willen we ons hierover vooraf excuseren. De foto's zijn veelal afkomstig uit privé-albums van diverse leden. Officiële informatie over tennis vind je pas in de eerste gemeentegids van Uden van 1969 - ( toen de Lawn Tennis Club Uden nog niet bestond). Er opereren dan een drietal tennisverenigingen, welke - zo zal blijken - de voorlopers zijn van LTC Uden.
Jonker Tennis & Padel: Een Nieuwe Impuls
De passie voor tennis in Den Dungen leeft voort, mede dankzij initiatieven zoals Jonker Tennis & Padel. Coen Jonker, eigenaar van Jonker Tennis & Padel, heeft zijn tenniscarrière op zijn achtste in Zutphen. Op zijn zeventiende is hij naar Barcelona verhuisd om bij de tennisschool van Emilio Sanchez en Sergio Casal fulltime te gaan trainen. Op zijn 19e is hij terug gekomen en heeft hij de A trainersopleiding behaald.
In 2016 is hij bij tennisclub Thos in Grave terecht gekomen als hoofdtrainer en heeft daar in 2020 de stap gezet om zijn eigen onderneming te starten die nu doorgaat onder de naam Jonker Tennis & Padel. Zijn ambitie is om het beste uit ieder individu te halen, op alle facetten die passen bij de tennissport en de persoon zelf.
De Rol van Vrijwilligers en Verenigingen
De geschiedenis van tennis in Den Dungen is onlosmakelijk verbonden met de inzet van vrijwilligers en de betrokkenheid van lokale verenigingen. Van de oprichters van De Zevenster tot de trainers van nu, vele mensen hebben zich ingezet om de sport te promoten en toegankelijk te maken voor iedereen.
Archiefonderzoek: Een Blik op het Verleden
Archiefonderzoek kan een waardevolle bron van informatie zijn voor het reconstrueren van de geschiedenis van tennis in Den Dungen. Archieftoegangen geven uitgebreide informatie over een bepaald archief, bestaande uit kenmerken van het archief, een inleiding op het archief, een inventaris of plaatsingslijst en eventuele bijlagen. De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken.
tags: #tennis #toernooi #den #dungen #geschiedenis