De Rijke Geschiedenis van USV Nieuwleusen: Meer dan Alleen Voetbal

De Union Sport Vereniging (USV) in Nieuwleusen, een naam die onlosmakelijk verbonden is met de rijwielfabriek Union, kent een rijke en bewogen geschiedenis. Voordat USV in 1930 werd opgericht, waren er al verschillende voetbalclubs actief in en rond Nieuwleusen, die elk op hun eigen manier bijdroegen aan de ontwikkeling van de lokale voetbalsport.

Voetbal voor USV: Pioniersjaren in Nieuwleusen

Al vanaf 1920 waren er voetbalclubs actief in en rond Nieuwleusen. VIOS, een club met twee elftallen, speelde op een prachtig terrein in Den Hulst, aan de rand van het Van Dedemsbos. Wedstrijden tegen DVS Dedemsvaart, Voorwaarts Balkbrug, Spoolde en DOS uit Zwolle trokken destijds al veel publiek. Pioniers van de plaatselijke voetbalsport waren onder meer Timmerman, Grotenhuis, Van Spijk, Pasveer, Thorie en Klosse.

Het was echter niet altijd gemakkelijk om aan een speelveld te komen. Toen het landgoed van Van Dedem in stukjes werd verkocht, kwam ook het speelveld in andere handen, waardoor VIOS noodgedwongen moest stoppen met voetballen.

In 1923/1924 was er een team met de naam Den Hulst dat zich wilde aanmelden bij de Noord Centrale Voetbal Bond (NCVB), maar zich uiteindelijk terugtrok. De spelers van Den Hulst gaven echter niet op en richtten OVC (Ommerdijker Voetbal Club) op, met name spelers die vonden dat ze bij VIOS niet aan hun trekken kwamen. OVC speelde op een terrein van H.J. van Duren aan het Zandspeur. Bekende namen waren onder meer de gebroeders Masselink, J. Krul, Toersen, Hein Jansen, Frans Kapinga, Bertus van de Berg en Hoogenkamp. Ook OVC raakte echter het veld kwijt, nadat enkele leden een vuurtje hadden gestookt op het veld, waarna de eigenaar besloot in te grijpen.

Tussen 1925 en 1930 ontstonden er nieuwe groeperingen voetballers bij het station, in De Maat en in Den Hulst. Het uiteenvallen van VIOS en OVC leidde uiteindelijk tot de oprichting van USV.

Lees ook: Maatschappelijke betrokkenheid in het amateurvoetbal: een onderzoek.

De Geboorte van USV: Een Nieuwe Vereniging

De naam Union Sport Vereniging wordt tot op de dag van vandaag geassocieerd met de rijwielfabriek Union, die vlak na de eeuwwisseling in het dorp werd opgericht. Hoewel de naam niet direct van de werkgever afkomstig is, ligt het voor de hand dat de oprichters zich hierdoor lieten inspireren. De club speelde een tijdje op een stuk land van Dikke Gait Massier aan de Evenboersweg, met uitzicht op de fabriek. De brug over de Dedemsvaart bij café Nijmeijer was een populaire hangplek, ook voor de voetballers, met wederom een prominent uitzicht op de NV Union.

De band met de fietsenfabriek zou altijd blijven bestaan. Vele USV'ers verdienden er hun boterham, leidinggevenden van het bedrijf zetten zich bestuurlijk in voor USV, en Union was de eerste shirtsponsor van de club.

Omdat USV niet beschikte over een door de bond goedgekeurd terrein, kon de club aanvankelijk niet in competitieverband spelen. Dit in tegenstelling tot Balkbrug, dat een kwartet spelers aantrok: Andela, Jo Meyer, Andries Mijnheer en Gerard Sudhölter. Tijdens de oprichtingsperiode van USV werd er een poging gedaan om de in Den Hulst woonachtige spelers weer los te weken, maar het bestuur van Balkbrug stelde zich keihard op. Een jaar later kwam deze mega-transfer alsnog rond, nadat het USV-bestuur voorstelde een beker in ruil te geven voor de medewerking van Balkbrug. Samen met de komst van Kees Stolte en Frits Klosse betekende dat een flinke impuls voor de club.

Andere voetballers, zoals Jan Groen, Jan van Duren, Willy, Klaas en Jan Katoele, bleven wel in Den Hulst en verhuisden van het ene terrein naar het andere. Van een stuk heideveld op De Punt naar het land van Massier aan de Evenboersweg. Na nog een tussenstop aan Brug 5 kregen de voetballers in 1930 een terrein aan de Ommerdijk toegewezen (nu de Burgemeester Backxlaan ter hoogte van de Van Dedemstraat).

De Eerste Jaren in Competitieverband

De blauwwitten van USV kregen in 1930 toestemming om deel te nemen aan de competitie in de eerste klasse van de Nederlandse Centrale Voetbal Bond, de laagste afdeling waarin een standaardelftal kon uitkomen. De eerste officiële wedstrijd tegen DVC 2 uit Dalfsen leverde een 6-2 zege op. Om illegale kijkers te ontmoedigen, werden op de wedstrijddag stroken jute langs de Ommerdijk geplaatst.

Lees ook: KNVB-overschrijvingen: Een complete gids

Naast deelname aan de competitie was toernooivoetbal erg populair. In september 1932 behaalde USV een 3e prijs in Wijhe en een 1e prijs op het eigen toernooi. Tijdens een paasdubbel werd er zowel op zondag in Wijhe als een dag later in Ommen een 2e prijs behaald. Secretaris/penningmeester Sudhölter noteerde ook nog een 2e prijs in Balkbrug en stelde vast dat de eerste medaillekast bijna vol was.

Eind 1932 ging de gemeente akkoord met het voorstel om het terrein achter de Openbare Lagere School C in Den Hulst in orde te maken als voetbalveld, mede omdat er aan de Ommerdijk plannen waren voor nieuwbouw. Het nieuwe veld, gelegen van oost naar west, werd met de nodige tamtam geopend, maar voldeed niet aan de vereiste afmetingen. Het was te klein en elk jaar moest de bond dispensatie geven. Bezoekende clubs klaagden dan ook over het veld, dat bovendien aan de noordzijde werd begrensd door een sloot. De wedstrijdbal plonste dan ook meer dan eens in het water. Een speciaal vervaardigde ballenschepper bood uitkomst om de bal weer op het droge te helpen. De vuilnisbak van de school deed dienst als statribune voor toeschouwers. Het waren primitieve omstandigheden.

Financiële Uitdagingen en Doorzettingsvermogen

Met dertien voetballende leden hing het doorgaan van wedstrijden, en daarmee het voortbestaan van de club, vaak aan een zijden draadje. De bodem van de kas was voortdurend in zicht. De betaling van de contributie van 0,60 gulden per maand was voor de club van levensbelang, maar niet iedereen kon of wilde hieraan voldoen. Hele vergaderingen gingen hierover. Vaak moest de penningmeester zelf achter de centen aan en dreigde met boetes of zelfs royementen. Het was echter lastig om sancties uit te voeren, omdat er dan weer een speler minder was.

Bestuursleden van het eerste uur, zoals Koekoek, Sudhölter, Blok, Goselink, Van den Berg, Katoele, Van Duren en Koster, hadden hun handen vol om de zaak overeind te houden. Naast het runnen van de voetbalclub deden ze er ook nog USVK bij, met de K van de korfbaltak. Door gebrek aan mankracht werd deze in 1936 opgeheven. Het bestuur maakte zich vooral zorgen over de dames van het team, met namen als Nijmeijer, Brinkman en Pot. Er werd overwogen een zijsprong te maken naar een afdeling hockey of gymnastiek.

Het bestuur kreeg in alle doen en laten nadrukkelijk ondersteuning van de plaatselijke huisarts dr. Van Ravenswaaij. Hij was een van de aanjagers van de voetbalsport in het dorp en was net als Sudhölter sr. als commissaris verbonden aan USV. Hij gaf adviezen aan het bestuur, organiseerde propagandabijeenkomsten om leden te werven, zette zich creatief in voor de revues en sprak leden toe tijdens vergaderingen. In één van zijn toespraken stelde hij het ruwe spel van de USV-spelers aan de kaak: "Het is een eer om voor USV te spelen. Wie zo nodig wil vechten, gaat maar naar het Staphorsterveld."

Lees ook: Scheidsrechter niet aanwezig? Dit zijn de stappen

Sportieve Ups en Downs en Communicatieproblemen

Vallen en opstaan, dat was het motto. Zoals de jaarlijkse afweging wel of niet met een tweede elftal in te schrijven voor de bondscompetitie. Het was voortdurend passen en meten. Ook materiaal was schaars. Voetbalschoenen en veters waren geen vanzelfsprekendheid, en er waren niet altijd voldoende ballen. Van uniforme tenues was al helemaal geen sprake. Iedereen deed hiervoor wel zijn best, bijvoorbeeld door zwarte broeken blauw te verven.

Vast agendapunt op vergaderingen was het functioneren van de elftalcommissie, die regelmatig onder vuur lag. De constructie met een speler van het eerste, eentje van het tweede, aangevuld met een bestuurslid, was een bron van kritiek. Volgens de leden mocht het bestuur zich niet bemoeien met de opstellingen. Dan weer was er sprake van vermeende vriendjespolitiek, dan weer was de aanvoerder boos omdat de elftalcommissie zijn band had afgenomen. Trainers waren er nog niet, dus de aanvoerder was de baas. Maar dat zinde lang niet alle spelers. Na de zoveelste zondagse aanvaring binnen de lijnen besloot het bestuur de taak van de aanvoerder nauwkeuriger te omschrijven: enkel en alleen de aanvoerder is bevoegd spelers in het veld ‘te verplaatsen’.

Hoewel al in het seizoen 1932/1933 de eerste titel binnen was, ging het behalve financieel ook sportief lang niet altijd voor de wind. In het seizoen 1936/1937 was de malaise groot. USV stond troosteloos onderaan en de teleurgestelde supporters lieten het afweten. Wel of niet op eigen verzoek een niveau lager gaan spelen, was de afweging. De heer Van Strien wierp een ander licht op de zaak. Hij kreeg spreektijd tijdens een vergadering en constateerde dat het heilige vuur ontbrak. De spelers deden er te weinig aan en men liet te snel de moed zakken. Ze voelden zich minderwaardig aan spelers van grotere clubs, was zijn conclusie. Waarna hij een ‘uitstekend en leerrijk’ inzicht gaf over het ‘geestelijk’ spelen van een wedstrijd.

Er waren ook de nodige communicatieproblemen. Telefoon was er slechts op hele kleine schaal en sommige spelers woonden buitenaf. Hoe bereik je die op tijd? Het kwam dan ook voor dat voetballers niet op de hoogte waren van (inhaal)wedstrijden of afgelastingen. Een informatiekastje aan de muur bij clubcafé Nijmeijer in Den Hulst was een stap vooruit. Op verzoek van commissaris Van Ravenswaaij kwam er later in Nieuwleusen ook zo’n kastje.

De leden maakten volgens het bestuur ook misbruik van deze omstandigheden. De uitwedstrijd tegen Dedemsvaart in het voorjaar van 1939 was aanleiding voor het bijeenroepen van een Bijzondere Ledenvergadering. Drie spelers hadden (te laat) afgezegd, een gedeelte kwam tot aan de Ommerdijk en hield het daar voor gezien, twee spelers fietsten door tot aan Sluis 4 terwijl één speler solo naar Dedemsvaart fietste. Hij dacht dat de rest al vooruit was. Als enige kreeg hij schouderkloppen, maar voor de rest stelde het bestuur een groot gebrek aan geestdrift vast. Het bestuur vreesde een hoge boete (tientje) van de bond, vond dat er een modderfiguur was geslagen en overwoog om geen eerste elftal meer in te schrijven voor de komende competitie.

De Oorlogsjaren en Nieuwe Energie

Een jaar later stond de club wel op omvallen. USV had nog 4,53 gulden in kas en ook met het ledenaantal stond USV er niet gunstig voor. Verschillende leden hadden hun vertrek aangekondigd vanwege militaire dienstplicht of ander werk. Er was ook een oproep van de burgemeester aan leden om vrijwillig klussen te doen, thuis bij gemobiliseerde dorpsgenoten, of zich te melden voor de bloedtransfusiedienst. Op 1 april 1940 ging het bestuur langs alle leden om ze persoonlijk op de hoogte te stellen van de kritieke situatie, om acht dagen later tijdens de ledenvergadering in zijn geheel af te treden, omdat ze geen kans zagen de vereniging in stand te houden. Dit keer zelfs niet met een feestavond. De achterliggende jaren was regelmatig een bonte avond, een revue of zelfs een kermis georganiseerd om wat geld te verdienen.

De eindjes werden soms op originele wijze aan elkaar geknoopt. Zo was er het verzoek aan de bond de uitwedstrijden van USV 1 en 2 tegen Dedemsvaart op dezelfde middag te programmeren, om te besparen op de kosten van eventueel busvervoer. Ook was er al vroeg sprake van reclame-inkomsten, dankzij een schutting bij het veld aan de Den Hulst. Hierop konden plaatselijke ondernemers een uiting plaatsen vanaf 1,50 gulden per vierkante meter. Het idee van huisarts Van Ravenswaaij om ook een tribune voor een mannetje of twintig te bouwen haalde het niet, omdat het bestuur het te duur vond.

Tijdens die cruciale vergadering van begin april stonden de voormalige bestuursleden Van den Berg en Blok op en doorbraken het sombere perspectief. Beide ereleden boden aan het vastgelopen USV-schip vlot te trekken, onder voorwaarde dat ze hierbij hulp kregen van een aantal jongeren. Deze oproep had succes. Dekker, Bosch en naamgenoot Van den Berg staken hun vinger op. De handschoen werd opgepakt en USV bleef voortbestaan.

In de oorlogsjaren werden er door de bond noodcompetities georganiseerd, in uitgedunde en aangepaste vorm. USV deed steeds mee, maar lang niet alle wedstrijden gingen door. In 1944/1945 lag door de oorlogsomstandigheden alles stil. Het is ook een periode waarin er weinig zicht is op het clubleven bij USV. Jaarverslagen, notulen of andere vormen van communicatie ontbreken in het verder zo rijke archief. Dat lag ongetwijfeld niet aan de inzet van ‘oorlogssecretaris’ Jan Huisman. Na zijn overlijden, snel na de oorlog, typeerde het bestuur de niet-voetballer als ‘een van de beste werkers’ van USV.

Nadat er in de zomermaanden zowaar wat geld was verdiend omdat weduwe Bijker belangstelling had voor het gras van het voetbalveld, was er in oktober 1945 ineens weer een teken van leven. De leden ontvingen wekelijks een keurig getypt tekstvel in de brievenbus: De USV-er. Het blaadje bevatte clubnieuws, opstellingen en analyses van wedstrijden. Hiermee wilde het bestuur de onderlinge band verstevigen, maar de redactie was niet bang om een kritische noot te plaatsen. Zo was er veel onbegrip over het uit handen geven van een 2-0 voorsprong tegen Wacker.

In deze clubbladen was steeds een uitgebreide bijdrage te lezen van speler Douma. Hij liet uitvoerig zijn licht schijnen op de diverse posities in het veld en de taken van spelers en linies. Het bestuur was er blij mee en riep alle voetballers op deze lessen van Douma goed te bestuderen, om zo tot betere prestaties te komen. Een verzoek aan Douma om ook de veldtraining te verzorgen, sloeg hij bescheiden af. Hij vond dat hijzelf ook nog wel de nodige training kon gebruiken. De kennis van zaken van Douma was ook de KNVB niet ontgaan en benoemde hem later tot voorzitter van de afdeling Zwolle. De uitgifte van het clubblaadje was overigens van korte duur. De leden hadden wel commentaar op de inhoud, maar toonden weinig animo om zinnige bijdragen te leveren. Dat gold ook voor de belangstelling voor het vervullen van een bestuursfunctie. Het bleven lastige tijden.

USV Vandaag: Een Levendige Verenging

Toch werd in die eerste naoorlogse jaren USV nieuw leven ingeblazen. Tegenwoordig is USV een levendige vereniging met een rijke historie en een actieve ledenbestand. De club heeft de beschikking over moderne faciliteiten, waaronder vernieuwde kleedruimten en een kantine. De jeugdopleiding is een belangrijk onderdeel van de club, en er zijn diverse teams actief op verschillende niveaus.

Op een zomerse dag in augustus beginnen de eerste trainingen voor de jeugd. Het gras op het trainingsveld is strak geschoren. De muren van de vernieuwde kleedruimten zijn bekleed met mooie rode stenen, glad gevoegd door professionals. Grote ketels, verbonden met pijpen naar de binnenkant van het omkleedcomplex, zorgen voor warm water. De accommodatiebeheer heeft de rommel van de bouwvakkers opgeruimd en nieuw gras ingezaaid. Kinderstemmen vullen de lucht, terwijl de eerste voetbalsportertjes op hun fietsjes arriveren.

Een trainer in een zwart tenue begeleidt een groep van zo'n 15 jongens onder de 15 jaar. De fietsenstalling vult zich met fietsen, waarvan vele elektrisch. Bekenden treffen elkaar bij de ingang van de kantine. De voorzitter van het accommodatiebeheer laat trots de vernieuwingen zien: "Het ziet er formidabel uit en nu zijn we begonnen aan de kantine."

De ketelruimte staat vol met nieuwe ketels, prachtig ingepakt met isolatiemateriaal. Nieuwe leidingen lopen naar alle kleedkamers, en op het dak bevinden zich witromige luchtkokers voor de klimaatregeling. De trainer in het zwarte tenue stapt het trainingsveld op met een tas overgooiers en plastic kapjes. "Ziet er goed uit he, strak buikje!!" roept hij. Onderweg naar het dorp komen nog meer jongens en meisjes op weg naar het ASV sportpark.

Competitie en Kampioenschappen

Op een zonnige zondag in mei is het sportpark drukbezocht. Supporters uit Aarle-Rixtel en Mariahout zijn aanwezig voor een beslissende wedstrijd om het kampioenschap. De jonge scheidsrechter heeft te maken met veel druk, maar blijft strak fluiten. Een afgekeurd doelpunt en een gemiste strafschop zorgen voor spanning. Uiteindelijk weet de thuisploeg in de blessuretijd van de eerste helft te scoren. In de tweede helft zorgt een frommelgoal voor de beslissing. Het opportunisme bij de verliezende ploeg groeit, maar zonder resultaat.

Voor ASV I brandt vanaf half drie de strijd los voor het periodekampioenschap. De tribune zit vol met vaste bezoekers, voornamelijk Feyenoord- en Ajax supporters, en ook wat PSV liefhebbers. De sfeer is respectvol. De aanwezige gasten uit Milheeze en Aarle-Rixtel volgen de ontwikkelingen in de kuip tussen Feyenoord en PSV via hun telefoons. ASV I begint prima aan de wedstrijd, maar de verdediging en het middenveld van de tegenstander staan goed gegroepeerd. Na eenentwintig minuten fluit de scheidsrechter voor een drinkpauze. De drinkpauze levert geen verfrissing van de spelkwaliteit op. Net als in de voorgaande wedstrijd zie je steeds meer lange halen en vroeg thuis tactiek. Voor Feyenoord, Ajax en ASVI verlopen de wedstrijden desastreus. ASV 3 wordt kampioen en gaat op de platte kar, en PSV wordt ook kampioen en gaat op de platte bus.

De Jeugd en de Toekomst

De pupil van de week is een populaire attractie voor de jonge leden van ASV. Zo'n klein manneke of vrouwke wordt uitverkoren om de bal aan het rollen te brengen tijdens de topwedstrijden van het vaandelteam. Van de acht vragen die de kinderen mogen beantwoorden zijn vraag vijf en vraag acht de meest fascinerende thema’s. In vraag vijf geven de kleintjes aan wat hun hobby’s zijn. Daaruit kun je vaststellen of er onderling overeenkomsten zijn en/of eventueel uitschieters. En ja hoor, je ziet uiteraard voornamelijk liefhebbertjes van het voetballen, maar ook regelmatig fans van gamen. Uitzonderingen zoals bijvoorbeeld eten, drummen, skiën en tekenen vind je eveneens terug als favoriete bezigheid.

De club heeft veel geld nodig, zeker gezien de eventuele kortingen van subsidies die misschien in de toekomst worden ingevoerd. Op vele shirtjes van de voetbalteams prijkt de naam van een ondernemer of winkelier die bijdraagt aan het financiële plaatje. Vanaf de kantine kijkend over het hoofdveld ontwaar je de bordreclames. Deze reclameborden dienen de ambities van de vereniging. Wat velen onbekend in de oren klinkt is de zogenaamde supportersclub.

tags: #tegels #KNVB #beker #halve #finale #omzet