In de aanloop naar de Olympische Zomerspelen van 2008 in Beijing, was er veel aandacht voor zowel de dames- als de herenhockeyteams van Nederland. Deze Spelen markeerden een periode van grote verwachtingen en uiteindelijke successen, met name voor de dames. Dit artikel duikt in de details van de hockeyteams, individuele prestaties en de algemene context van de Spelen.
De Selectie en Jonge Talenten
Voorafgaand aan de Spelen was er speciale aandacht voor de jonge hockeytalenten die deel uitmaakten van de selectie. Zo vierde Jorrit Croon tijdens de Olympische Spelen zijn 18e verjaardag. Hij was daarmee een van de jongste deelnemers ooit. Geen van de andere Oranje Heren heeft op zo’n jonge leeftijd al op de Spelen gestaan. Wel waren er bij de Oranje Dames twee speelsters die op vergelijkbare jonge leeftijd al op de Spelen stonden: Lidewij Welten en Eva de Goede. Welten stond als 18-jarige, net 4 maanden bij de nationale selectie, al op de Olympische Spelen van Beijing. De Goede was 19. Zij maakte op haar 17e haar debuut in Oranje terwijl ze nog geen enkele minuut in de Hoofdklasse had gespeeld.
Welten vertelde over haar eerste Olympische wedstrijd: ‘Aan mijn allereerste olympische wedstrijd begon ik met spierpijn. Niet door het trainen, maar omdat ik met Takkie (De Goede, red.) helemaal los was gegaan in de gamehal. Daar hebben we als een malloot staan te basketballen en te drummen. Ik stond op en kon mijn armen niet meer omhoog doen. Néééé, dacht ik.’ De Goede herinnerde zich dat ze na haar debuut in Oranje overal van onder de indruk was. ‘Jeetje, dacht ik. Opeens stond ik met de grote namen op het veld. De namen die ik altijd op tv had gezien. Ik dacht: ik ga m’n best doen, maar ik verwacht er niet te veel van. Misschien dat het daardoor goed is gegaan. Nu ik wat ouder ben, kan ik wel zeggen dat ik nú pas druk voel en vroeger niet. Omdat je er zó jong bijkomt, blijf je best lang een jonkie.’
Welten merkte op dat de druk pas later kwam. ‘Ik ging mijn 1e Spelen blanco in. Alles was gaaf en mooi. Dat is het nu natuurlijk nog steeds, maar ik heb een veel duidelijker doel. Ik ga daar niet heen omdat het leuk is, maar omdat ik goud wil winnen. De 2 speelsters vinden dat Croon nooit uit het oog mag verliezen waarom hij geselecteerd is. De Goede: ‘Jorrit kan lekker ballen, hoor. Een megatalent. Mooi om te zien en ik hoop dat-ie vrijuit kan gaan spelen. Dan gaan we mooie dingen van ‘m zien.’ Welten: ‘Er is een reden dat hij meegaat en dat is niet omdat het leuk in de kranten staat. Hij kan heel goed hockeyen en daar moet ie op vertrouwen. Geniet ervan, Jorrit.’
De Heren: Team, Poule en Bekende Namen
In de strijd om het goud bij de heren hockey, namen 12 teams deel, verdeeld over 2 poules. De hockey heren van Nederland speelden in poule B. Er werd net als bij de dames gespeeld op het Olympic Green Hockey Field. Een bekende ster en publiekslieveling uit het team was Teun de Nooijer. Australië was de titelverdediger tijdens deze Spelen.
Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.
Teun de Nooijer: Een Icoon in het Hockey
Teun Floris de Nooijer werd geboren op 22 maart 1976 in Egmond aan den Hoef. Op zijn 9e speelt hij al hockey met zijn broers en op zijn 11e wordt hij voor het eerst lid van een vereniging, namelijk HC Alkmaar. Tijdens een vriendschappelijke wedstrijd van Nederland tegen Nieuw Zeeland, speelde hij zijn eerste interland. Dit was op 4 juni 1994 en ruim 10 jaar later, op 2 april 2007, speelde hij zijn 350e interland met een doelsaldo van 169. Teun is getrouwd met de voormalige Duitse interland(hockey)speelster Philippa Suxdorf. Philippa heeft 154 interlands op haar naam staan. Samen hebben ze drie dochters; Philine, Lilly en Nana.
Jeroen Delmee: Vlaggendrager en Ervaring
Jeroen Delmee werd vlak voor de opening van de spelen aangewezen als vlaggendrager van Nederland. Net als Teun, speelde ook Jeroen zijn 4e Olympische Spelen. Hij had echter bij aanvang van de spelen 394 interlands op zijn naam staan. Dit was niet de reden dat hij de vlaggendrager mocht zijn.
Het Toernooi Verloop
De dames speelden hun poulewedstrijden in A, de heren waren ingedeeld in poule B. Op 21 augustus speelde Nederland de halve finale tegen Duitsland, die met 3-4 na shoot-outs verloren werd. Na de reguliere speeltijd was de stand 1-1, dus het werd verlengen. Na de verlenging bleef de stand 1-1.
Gouden Dames
De hockeysters bezorgden Nederland de zevende gouden medaille van de Olympische Spelen van Beijing 2008. Vrijdag 22 augustus waren de vrouwen in de finale met 2-0 te sterk voor gastland China. Voor de Nederlandse vrouwenploeg was het de tweede Olympische titel, na de primeur in 1984 in Los Angeles. In 2004 stond Oranje voor de tweede keer in de finale. Oranje toonde zich twee jaar later alsnog de beste hockeyploeg van de wereld, door in Madrid de wereldtitel te pakken. Maar de echte revanche was in de Olympische finale in Beijing. De winst betekende meteen het afscheid van aanvoerster Minke Booij. "Dit is een prachtig einde. Ik heb tien jaar genoten. Dit is de ultieme manier om te stoppen'', aldus Booij na ruim 220 interlands. Ook bondscoach Marc Lammers nam afscheid. Hij liet zijn ploeg met een goed gevoel achter. "Deze generatie gaat nog heel veel winnen."
De Gouden Selectie
De hockeyselectie in Beijing bestond uit: Marilyn Agliotti, Naomi van As, Minke Booij, Wieke Dijkstra, Miek van Geenhuizen, Maartje Goderie, Eva de Goede, Ellen Hoog, Fatima Moreira de Melo, Eefke Mulder, Maartje Paumen, Sophie Polkamp, Lisanne de Roever, Janneke Schopman, Minke Smabers en Lidewij Welten.
Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse
In 2008 debuteerde Lidewij in Oranje en met pas dertien interlands achter haar naam kreeg ze een olympische gouden medaille om haar nek gehangen. Lidewij was toen nog een van de jonkies van het team. Daarna behaalde ze drie keer de Europese titel en won ze in Londen voor de tweede maal goud op de Olympische Spelen. In 2014 werd Lidewij wereldkampioen in Den Haag en ook in 2018 kon ze een wereldtitel bijschrijven. De spits van Oranje, die nog altijd opvalt door haar lange rushes, dribbels en technische hoogstandjes, heeft inmiddels al veertien hoofdprijzen gewonnen met Oranje.
Verdere Erkenning van Hockey Grootheden
Voormalige Oranje-captains Carlien Dirkse van den Heuvel en Robert van der Horst zijn door de KNHB benoemd als Lid van Verdienste. Samen met voormalig Oranje-spits Kitty van Male namen Carlien en Robert zaterdag 28 juni afscheid van het hockeypubliek in de rust van de damesfinale Nederland - Australië. Voorafgaand aan de wedstrijd werden de drie oud-internationals tijdens een speciale ontvangst op de venue van de FIH Pro League Grand Final toegesproken door voorzitter Erik Cornelissen en bestuurslid Tophockey Heren Stephan Veen.
Carlien Dirkse van den Heuvel
Carlien Dirkse van den Heuvel debuteerde in het Nederlands Elftal op 17 mei 2008 en speelde 202 interlands waarin ze 28 doelpunten scoorde. Ze werd twee keer wereld- en eenmaal Olympisch kampioen, won diverse Europese Kampioenschappen, de Champions Trophy en ook de Hockey World League. Carlien werd na de Olympische Spelen van Rio de Janeiro (2016) aanvoerster van het team.
Robert van der Horst
Ook Robert van der Horst is een grote naam in het Nederlandse hockey. Robert debuteerde op 4 december 2004 en speelde 272 interlands. In deze wedstrijden scoorde hij veertien goals. Robert werd tweemaal Europees kampioen, won zilver op de Olympische Spelen van Londen in 2012 en pakte brons (2010) en zilver (2014) op het WK. Beide spelers hebben een belangrijke rol gespeeld in het Nederlandse hockey.
Algemene Prestaties van Nederland in Beijing 2008
Het Nederlands Olympisch Team veroverde bij de 29ste editie van de Olympische Zomerspelen in Beijing 2008 zestien medailles: zeven keer goud, vijf keer zilver en vier keer brons. Dat zijn in totaal weliswaar minder plakken dan tijdens de vorige Spelen in Athene 2004, maar wél hebben er meer verschillende sporten en sporters bijgedragen aan de totale medailleopbrengst. Nederland eindigde hiermee uiteindelijk maar net (twaalfde) buiten de geambieerde top 10.
Lees ook: Een overzicht van de carrière van Chloe Hockey en haar bijdrage aan het Nederlandse hockey.
Los van het aantal medailles is het Nederlands Olympisch Team een uitstekend visitekaartje gebleken van Nederland en heeft het ten tijde van de Spelen het Nederlandse publiek in positieve zin verrast. Uit consumentenonderzoek is gebleken, dat twee op de drie Nederlanders zich identificeren met de sporters op tv. Men voelt zich trots. Een nog hoger percentage (80 procent) is van mening, dat Nederland internationaal meetelt op het gebied van sport.
Voorbereidingen en Investeringen (2004-2008)
Er is in de Olympische cyclus 2004-2008 veel gedaan met de conclusies en aanbevelingen uit de evaluatie van de Olympische Spelen van Athene 2004. Nagenoeg alle 239 leden van het Nederlands Olympisch Team van Beijing zijn in de voorbereiding één of meerdere keren naar Azië geweest om de specifieke omstandigheden aan den lijve te ondervinden. Verder is er in de aanloop naar Beijing, conform de wens van de coaches, veel geïnvesteerd in fysieke training. Maar ook zijn er de afgelopen vier jaar verschillende zaken gerealiseerd, die naar verwachting ook op de langere termijn zeker effect zullen sorteren, zoals de regeling 'Coaches aan de Top' en verbeteringen op het gebied van talentontwikkeling. Al met al zijn er op weg naar Beijing 2008 meer internationaal concurrerende programma's gerealiseerd. Hiermee zijn sowieso de voorwaarden gecreëerd om in de toekomst beter te presteren.
Beoordeling van de Prestaties in Beijing
Voor een correcte beoordeling van het optreden van het Nederlands Olympisch Team in Beijing, moeten de prestaties van meerdere kanten worden belicht. Dankzij de zeven gouden medailles steeg Nederland ten opzichte van Athene (vier keer goud) zes plaatsen in het medailleklassement, waar goud bepalend is, en bleef het met een twaalfde positie maar net buiten de geambieerde top 10.
Spreiding van Medailles
In Sydney behaalde Nederland 25 medailles in negen sporten en werden de twaalf gouden medailles verdeeld over vijf sporten. In Athene waren zeven sporten goed voor 22 medailles en werden de gouden medailles verdeeld door drie sporten, terwijl in Beijing wederom negen sporten tekenden voor de zestien medailles en zes sporten de zeven gouden plakken wonnen. Nog nooit eerder in de Olympische geschiedenis werd door zeven verschillende sporters/teams goud gewonnen. Er is dus meer spreiding gekomen en dat is in het algemeen goed voor de Nederlandse sport.
Top 8-posities
Het Nederlandse uitgangspunt voor deelname aan de Olympische Spelen is dat men een 'redelijke kans op een plaats bij de beste acht' heeft. In Beijing werd vijftig keer een top 8-klassering gehaald, wat neerkomt op 41 procent van het aantal inschrijvingen. Dit is iets hoger dan het percentage van Athene 2004 en nagenoeg gelijk aan Sydney 2000.
Naar Vermogen Gepresteerd?
De vraag of er in Beijing naar vermogen is gepresteerd, kan worden beantwoord door de resultaten van de laatst gehouden WK's als het potentieel van het Nederlands Olympisch Team aan te nemen. Op de heenvlucht nam Nederland aan 'bagage' vijf keer WK-goud mee, acht zilver en zeven keer brons, in totaal dus twintig medailles. Met deze verdeling was Nederland in het medailleklassement fictief vijftiende geworden. Op de terugvlucht stond de teller op zeven keer goud, vijf keer zilver en vier keer brons; goed voor een twaalfde positie op de ranglijst.
Het totale aantal potentiële medailles is dan weliswaar niet gehaald, maar kijkend naar het aantal gouden medailles, het medailleklassement en ook de top 8-posities, is de conclusie dat het Nederlands Olympisch Team in de meeste opzichten naar vermogen heeft gepresteerd. De oorzaak van het mindere aantal totale medailles, ligt bij een beperkt aantal sporten dat niet aan de verwachtingen heeft voldaan. Drastische maatregelen of een -koerswijziging op generieke thema's voor de komende periode zijn daarom niet noodzakelijk. Maar bij een enkele sport zal er kritisch gekeken moeten worden hoe in de toekomst succes weer bereikt wordt.
Op Weg naar Londen 2012
De belangrijkste algemene aanbeveling op weg naar Londen 2012 en verder is om het ingezette topsportbeleid te continueren. Concreet betekent dit onder meer, dat er primair geïnvesteerd zal worden in aantoonbaar mondiaal succesvolle programma's (in plaats van projecten en individuele sporters). Doel hiervan is een sterke en stabiele topsportinfrastructuur te garanderen en een grotere 'vaste kern' van succesvolle sporten te creëren. Om dit te bereiken blijft de aanstelling van fulltime coaches een essentiële factor, dus ook de regeling 'Coaches aan de Top' dient te worden voortgezet. Hetzelfde geldt voor de combinatie chef de mission en technisch directeur, omdat hierdoor slagvaardiger kan worden gehandeld.
Specifieke Aanbevelingen
De evaluatie van Beijing 2008 heeft ook een aantal specifieke aanbevelingen opgeleverd. Om de aansturing en coördinatie binnen de topsportprogramma's te verbeteren, moeten er bij de bonden meer technisch directeuren worden aangesteld. Verder dient bijvoorbeeld de inkomenspositie van topsporters te verbeteren, zodat er meer recht wordt gedaan aan hun maatschappelijke positie. Voorgesteld wordt een gedifferentieerd stipendium te ontwikkelen, waarbij rekening wordt gehouden met leeftijd en gezinssituatie van de topsporter.
Met de toenemende ambitie van veel andere landen en de stijgende kracht van de toplanden, zullen er meer inspanningen (zowel qua begeleiding als financieel) nodig zijn om in de top 10 te komen en te blijven.
Een Terugblik op het EK 2008 Voetbal: Een Analogie voor Hockey
Hoewel dit artikel zich primair richt op hockey, is het interessant om een parallel te trekken met het Europees Kampioenschap voetbal van 2008. Op 13 juni 2008 versloeg het Nederlands elftal in Bern de Fransen met 4-1, misschien wel het grootste succes tegen Frankrijk sinds de beroemde Watersnoodwedstrijd van 1953. André Ooijer was erbij, als centrale verdediger. "We hadden net de wereldkampioen Italië verslagen. Frankrijk was de andere WK-finalist en speelde in grote lijnen nog met dezelfde spelers als toen. Alleen Zidane was er niet meer bij. Dit was een hele grote wedstrijd. Dat voelde je aan alles."
Ooijer werd als 'broekie' van Roda JC in 1997 al bij de selectie van het Nederlands elftal gehaald. Toch duurde het bijna tien jaar voor hij een vaste waarde werd in de defensie van Oranje. "Ik was erbij op het WK van 1998, maar zat het hele toernooi op de bank. Terecht overigens, ik was er toen nog niet klaar voor. In 2000 viel ik op het laatste moment af, het WK van 2002 misten we en ook in 2004 werd ik als een van de laatsten geschrapt." En dus was Ooijer al bijna 32 toen hij in 2006 zijn debuut maakte op een groot toernooi. "Onder Marco van Basten. We wisten natuurlijk dat de trainer een megagrote speler was geweest. Of ik een speciale band met hem had? Weet je, van elke trainer hoor je dingen waarvan je denkt: dat weet ik al. En van elke trainer steek je iets op. Bij het WK in Duitsland speelde ik alles en daarna eigenlijk ook, als ik fit was tenminste."
Het WK in Duitsland begon uitstekend, maar eindigde met een zware deceptie in de kaartenregen in Nürnberg tegen Portugal. Dat speelde wellicht mee bij de tegenvallende oranjekoorts twee jaar later. "De verwachtingen waren niet zo hoog. Logisch natuurlijk als je in een groep zit met wereldkampioen Italië, vice-wereldkampioen Frankrijk en Roemenië, waarvan we verloren in de kwalificaties." De nederlaag in Boekarest (1-0) was niet het enige puntenverlies op weg naar het EK. Ook tegen Bulgarije (1-1), wederom Roemenië (thuis, 0-0 ) en Wit-Rusland (2-1) werden punten verspeeld. Dankzij zuinige zeges op landen als Luxemburg (twee keer 1-0) en Albanië (2-1 en 0-1) plaatste Oranje zich toch. "Misschien vond het grote publiek dat niet overtuigend. Toch heb ik nooit het gevoel gehad dat we ons niet zouden kwalificeren. We scoorden misschien niet veel, maar kregen ook heel weinig doelpunten tegen. Uiteindelijk plaatsten we ons best makkelijk."
Tactische Omzettingen en Onverwachte Succes
De voorbereiding op het EK verliep niet helemaal vlekkeloos. Dat had alles te maken met een paar omzettingen kort voor het toernooi. "Die hele kwalificatie had ik als rechtsback gespeeld. Maar in een van de laatste oefenwedstrijden voor het toernooi gooide Van Basten opeens de boel om. Hij bracht Nigel de Jong erin en haalde mij naar het centrum van de verdediging. Het ging opeens lopen. En toen kwam die openingswedstrijd tegen Italië. Zo'n wedstrijd vergeet je nooit meer." Tegen alle verwachtingen in werd de wereldkampioen met flitsend countervoetbal met 3-0 opzij geschoven. "Die speelwijze ontstond vanzelf; wij hadden daar de spelers voor. Met Sneijder en Van der Vaart hadden wij mannen die de bal perfect konden geven. Van Nistelrooij wist precies waar hij moest lopen en met jongens als Kuijt en Robben hadden we altijd diepte."
Alleen was de geblesseerde Arjen Robben er niet bij tegen Italië. De medische staf draaide overuren om de aanvaller fit te krijgen voor het duel met Frankrijk. "De sfeer was natuurlijk geweldig na Italië, maar wij waren professioneel genoeg om niet naast onze schoenen te gaan lopen. Frankrijk had een fantastisch team: Henry, Ribéry, Makélélé, Thuram. Dat is niet niks hoor. Maar wij wisten ook dat zij onder druk stonden na de 1-1 tegen Roemenië. Zij moesten. Wij dachten juist: Frankrijk, waarom niet?"
De Wedstrijd tegen Frankrijk
Een galavoorstelling als tegen Italië werd het niet, al kende Oranje wel een droomstart. Binnen tien minuten stond het al 1-0. Het doelpunt kwam op naam van Dirk Kuijt, die in de rug van Ooijer de bal op zijn hoofd kreeg. Na de wedstrijd zou hij voor de camera's gekscherend zeggen: "Je had geluk dat ik hem er niet in kopte." Omdat bij beide ploegen de beste spelers in de aanval speelden, golfde het spel op en neer in een moordend tempo. Met doodsverachting gooiden Ooijer, Mathijsen en Boulahrouz zich keer op keer voor de bal. Als er toch eens een bal doorheen schoot was daar altijd nog Edwin van der Sar, die dat toernooi in de vorm van zijn leven stak.
In de rust bleef Robben op het veld voor zijn warming-up. Veel sneller dan verwacht keerde hij terug bij Oranje en hij drukte meteen zijn stempel. Na bijna een uur zou hij Robin van Persie, een andere invaller, in staat stellen om de 2-0 te maken. Twintig minuten voor tijd kwam Frankrijk toch terug in de wedstrijd via Henry, die heel even aan de aandacht van Joris Mathijsen was ontsnapt. Of stond de spits van Arsenal net een fractie buitenspel? Het deed er niet toe, want nog geen minuut later gooide Robben de wedstrijd in het slot. In blessuretijd zorgde Wesley Sneijder zelfs voor een schitterend slotakkoord. "Na de wedstrijd sprak ik Thierry Henry op de parkeerplaats", herinnert Ooijer zich jaren later. "Die 3-1 binnen een minuut had ze de das omgedaan, vertelde hij."
Ooijer ziet een ander sleutelmoment in de wedstrijd. Dat moment vond plaats kort na rust, bij een stand van 1-0. "We stonden in die fase onder druk en kregen de bal niet uit het strafschopgebied. Ik zag dat Henry wilde uithalen en besloot me vol voor het schot te gooien. Hij raakte me op mijn arm, anders was die bal er zeker in gegaan. Dat was gewoon hands. Ik schrok me kapot toen die bal op mijn arm kwam. Maar de scheidsrechter deed niets."