Het Spaanse voetbalelftal, liefkozend La Roja genoemd, heeft een rijke historie en een indrukwekkende lijst aan spelers voortgebracht. Tussen 2008 en 2012 beleefde Spanje een absolute glorietijd, waarin het alle grote eindtoernooien domineerde. Twee Europese titels (2008 en 2012) en de Wereldbeker in 2010 werden binnengehaald met iconische namen als Andrés Iniesta, Iker Casillas en Xavi in de selectie. Daarnaast werd Spanje ook in 1964 Europees kampioen én wonnen ze in 2023 de Nations League. Dit artikel werpt een blik op de huidige selectie, recente ontwikkelingen en blikt terug op legendarische oud-spelers die de Spaanse voetbalgeschiedenis hebben gevormd.
Huidige Selectie en Recente Ontwikkelingen
Net als Nederland maakt ook Spanje regelmatig zijn definitieve selectie bekend voor belangrijke wedstrijden, zoals de kwartfinale van de Nations League. Bondscoach Luis de la Fuente staat voor de taak om een competitief team samen te stellen dat kan strijden voor de prijzen.
Nations League Kwartfinale
Spanje en Nederland stonden tegenover elkaar in de kwartfinale van de Nations League, met een heenwedstrijd in Rotterdam op donderdag 20 maart en een return in Valencia op zondag 23 maart. Beide wedstrijden waren uitverkocht.
De Selectie van De la Fuente
De definitieve selectie van Spanje voor recente wedstrijden omvat de volgende spelers:
- Doel: David Raya (Arsenal), Álex Remiro (Real Sociedad), Unai Simón (Athletic Club)
- Verdediging: Pedro Porro (Tottenham Hotspur), Óscar Mingueza (Celta de Vigo), Robin Le Normand (Atlético Madrid), Pau Cubarsí, Íñigo Martínez (beiden Barcelona), Raúl Asencio (Real Madrid), Alejandro Grimaldo (Bayer Leverkusen), Marc Cucurella (Chelsea)
- Middenveld: Martin Zubimendi (Real Sociedad), Marc Casadó, Pedri (beiden Barcelona), Fabián Ruiz (PSG), Mikel Merino (Arsenal), Álex Baena (VIllarreal)
- Aanval: Lamine Yamal, Ferran Torres, Dani Olmo (allen Barcelona), Nico Williams (Athletic Club), Yeremy Pino, Ayoze Pérez (beiden Villarreal), Álvaro Morata (Galatasaray), Bryan Zaragoza (Osasuna), Samu Aghehowa (FC Porto), Mikel Oyarzabal (Real Sociedad)
FC Barcelona is hofleverancier van de Spaanse nationale ploeg met liefst zeven spelers: Lamine Yamal, Iñigo Martínez, Dani Olmo, Pau Cubarsí, Pedri, Marc Casadó en Ferran Torres zijn allen opgenomen. Real Madrid levert alleen Raúl Asencio aan de ploeg van De la Fuente, terwijl de bondscoach bij Atlético Madrid alleen Robin Le Normand wegplukt.
Lees ook: Turbulentie bij het Spaanse vrouwenvoetbal
Opvallende Afwezigen en Nieuwe Namen
Vooraf werd in Spanje rekening gehouden met een oproep voor Dean Huijsen, die zowel de Spaanse als Nederlandse nationaliteit heeft. De verdediger van Bournemouth speelde al zes wedstrijden voor Spanje onder 21. De la Fuente nam hem vrijdag in eerste instantie niet op in zijn spelersgroep voor het tweeluik met het Nederlands elftal, maar doordat Iñigo Martínez geblesseerd is afgehaakt, mag Huijsen zich alsnog melden.
Misschien wel de meest opvallende naam is die van Raúl Asencio. De verdediger van Real Madrid zat nooit eerder bij de Spaanse selectie. De la Fuente heeft wel wat opvallende namen buiten zijn selectie gelaten. Zo hoeft Gavi, de middenvelder van FC Barcelona, zich niet te melden. Gavi is bij zijn club op de bank beland.
Iñigo Martínez is niet de enige speler van FC Barcelona die zich heeft moeten afmelden bij de nationale ploeg. De la Fuente kan deze week ook geen beroep doen op Marc Casadó. De controlerende middenvelder heeft een knieblessure opgelopen en staat daardoor mogelijk twee maanden aan de kant, zo meldt de Spaanse verslaggever Toni Juanmartí maandagmorgen. Casadó was in de eerste seizoenshelft een van de revelaties bij FC Barcelona, maar is na de winterstop uit het elftal gespeeld door Frenkie de Jong.
EK 2024 Selectie
De EK-selectie van Spanje bestaat uit 26 namen. De Spaanse bondscoach laat onder andere Marco Asensio, Marcos Llorente, Pau Cubarsí en Aleix García thuis.
Keepers
- David Raya (Arsenal, ENG)
- Alex Remiro (Real Sociedad, SPA)
Verdedigers
- Dani Carvajal (Real Madrid, SPA)
- Robin Le Normand (Real Sociedad, SPA)
- Nacho Fernandez (Real Madrid, SPA)
- Dani Vivian (Athletic Club, SPA)
- Alex Grimaldo (Bayer Leverkusen, SPA)
- Aymeric Laporte (Al-Nassr, SAU)
- Jesus Navas (Sevilla, SPA)
Middenvelders
- Mikel Merino (Real Sociedad, SPA)
- Fabian Ruiz (Napoli, ITA)
- Alex Baena (Villarreal, SPA)
- Rodri (Manchester City, ENG)
- Martin Zubimendi (Real Sociedad, SPA)
- Pedri (Barcelona, SPA)
Aanvallers
- Alvaro Morata (Atlético Madrid, SPA)
- Joselu (Real Madrid, SPA)
- Dani Olmo (RB Leipzig, DUI)
- Ferran Torres (Barcelona, SPA)
- Nico Williams (Athletic Club, SPA)
- Lamine Yamal (Barcelona, SPA)
- Mikel Oyarzabal (Real Sociedad, SPA)
Spanje was tijdens de groepsfase van het EK 2024 voetbal ingedeeld in Poule B. Deze poule bestaat uit Spanje, Italië, Albanië en Kroatië. Door de sterke landen in deze groep wordt dit ook wel de ‘Poule des doods’ genoemd. Spanje speelde zijn eerste wedstrijd op 15 juni om 18.00 uur tegen Kroatië. Spanje is na de winst op Duitsland halvefinalist. In de kwartfinales van het EK is Pedri geblesseerd uitgevallen.
Lees ook: Betekenis en context: "De Wedstrijd" in het Spaans
Een Terugblik op de "Gouden Generatie" en Iconische Spelers
Het Spaanse elftal had tussen 2008 en 2012 een absolute glorietijd. Niet gek dus dat wanneer je een beste elftal aller tijden samenstelt, er veel spelers uit die periode in de basis staan.
Het Beste Elftal van Spanje Ooit (Mogelijke Opstelling)
- Doelman: Iker Casillas
- Verdediging: Sergio Ramos, Carles Puyol, Gerard Piqué
- Middenveld: Andrés Iniesta, Xavi Hernández, Luis Suárez
- Aanval: Emilio Butragueño, Rául González, David Villa
Wat opvalt is dat er heel veel Spanjaarden zijn met meer dan honderd interlands. Nu we een basisopstelling hebben van het beste Spanje aller tijden, is het tijd om alle spelers één voor één door te nemen. Het is logisch om bij de keeper te beginnen. In iedere opstelling begin je namelijk ook met het noemen van je doelman.
Iconische Spelers in Detail
- Iker Casillas: Een trauma voor de Nederlandse voetballiefhebber: de teen van Iker Casillas. Met de punt van zijn voet voorkwam Casillas dat Arjen Robben scoorde tijdens de WK-finale van 2010. Als aanvoerder van het Spaanse elftal beleefde Casillas zijn hoogtijdagen op het juiste moment. Casillas verdedigde in totaal 167 keer het doel voor Spanje. Van 1999 tot en met 2015 keepte Casillas bij Real Madrid. In de hoofdstad won hij alle prijzen die je maar kon winnen. Zijn carrière sloot hij af bij FC Porto. Daar stond hij nog vijf jaar onder de lat. In mei 2019 kreeg Casillas tijdens een training een hartaanval. Sindsdien keepte hij geen wedstrijd meer. Antoni Zubizarreta was de andere optie voor onder de lat. Tussen 1985 en 1998 keepte hij 126 interlands voor Spanje. De erelijst van Zubizarreta is echter wat minder groot dan die van Casillas. Toch wist hij de Europacup I, de voorganger van de Champions League, te winnen met FC Barcelona.
- Sergio Ramos: Spaanse verdedigers kunnen spijkerhard zijn. Toch staan ze vaak ook bekend om hun voetballende kwaliteiten en sommigen zelfs om hun vermogen tot het maken van doelpunten. Sergio Ramos is de recordinternational van Spanje. Maar liefst 180 keer kwam hij uit voor La Roja. Opvallend is het aantal doelpunten van Ramos. In totaal scoorde hij 23 doelpunten voor de Spaanse nationale ploeg. Hiermee staat Ramos gedeeld negende op de topscorerslijst aller tijden. Hij begon zijn carrière bij Sevilla, maar zijn hoogtijdagen beleefde Ramos bij Real Madrid. Daar won hij vijf landstitels en vier keer de Champions League. Bij de WK-finale van 2010 speelde Ramos de gehele 120 minuten als rechtsback. Spanje kreeg op het WK 2010 slechts twee doelpunten tegen.
- Carles Puyol: Dit kan voor een groot deel op het conto van Carles Puyol geschreven worden. Tarzan speelde zijn gehele carrière bij FC Barcelona. In 2000 maakte hij zijn debuut voor het Spaanse elftal. Vanaf dat moment was hij een zekerheid achterin. Puyol speelde precies honderd interlands. Puyol was niet alleen een ijzersterke verdediger, hij was ook technisch heel sterk. De perfecte combinatie voor het Spanje rond 2010. Die ploeg stond bekend om het geweldige voetbal. De stijl van Puyol paste daarom ook perfect bij FC Barcelona.
- Fernando Hierro: Tussen 1989 en 2002 vertegenwoordigde Fernando Hierro 89 keer het Spaanse elftal. De verdediger speelde het grootste deel van zijn carrière voor Real Madrid. Naast goed verdedigen was Hierro ook een ongekende doelpuntenmaker, zeker voor een verdediger. In zijn 89 interlands was hij goed voor 29 doelpunten. Hiermee staat Hierro zesde op de topscorerslijst van Spanje. Voor Real Madrid maakte ‘De Maarschalk’ ook meer dan honderd doelpunten.
- Gerard Piqué: Opgeleid bij FC Barcelona, maar Gerard Piqué maakte zijn professionele debuut bij Manchester United. Na een verhuurperiode bij Real Zaragoza haalde Barca hem terug naar Spanje. Hij zou nooit meer vertrekken. Al snel na zijn terugkeer bij Barcelona veroverde Pique een plekje in de nationale ploeg van Spanje. Uiteindelijk zou hij 102 interlands spelen. Bij het EK van 2008 was Pique niet van de partij. De WK-finale van 2010 én de EK-finale van 2012 stond hij in de basis.
- Andrés Iniesta: Met zijn doelpunt in Zuid-Afrika bezorgde Andrés Iniesta Nederland een nationaal trauma. Met datzelfde doelpunt bezorgde de middenvelder Spanje in 2010 haar eerste wereldtitel ooit. Iniesta was een speler met een perfecte techniek. Hij kon fantastisch dribbelen. Passing was waarschijnlijk zijn beste kwaliteit. Hij had het inzicht en wist dit inzicht ook tot perfectie uit te voeren. Met FC Barcelona won Don Andrés dertig hoofdprijzen. Samen met Xavi en Busquets was Andrés Iniesta onderdeel van misschien wel het beste middenveld ooit. Iniesta was een meester in het tiki-taka voetbal dat FC Barcelona in die tijd speelde. Eén keer raken, doorbewegen en meteen weer aanspeelbaar zijn. Na zijn periode bij Barca vertrok Iniesta naar Vissel Kobe in Japan.
- Xavi Hernández: Op zijn elfde kwam Xavi Hernández terecht in de jeugdopleiding van FC Barcelona. Hij doorliep alle jeugdelftallen. Hierdoor was Xavi dé perfecte Barca-middenvelder. Technisch vaardig en ontzettend slim. Zijn bijnaam was niet voor niets La Calculadora, oftewel de rekenmachine. Xavi speelde meer dan vijfhonderd wedstrijden voor Barcelona. Ook kwam hij tot 133 interlands voor Spanje. De kracht van Xavi zat in het verbindingsspel tussen verdediging en aanval. Een doelpuntenmaker was hij niet. Slechts twaalf doelpunten maakte hij voor het Spaanse elftal.
- Luis Suárez: Luis Suárez brak door bij Deportivo La Coruña. Al vroeg in zijn carrière viel hij op in een wedstrijd tegen FC Barcelona. De Catalanen sloegen toe en haalden hem in 1955. Hij won twee landstitels in Spanje voor hij in 1961 naar Italië vertrok. Daar pakte Suárez bij Inter drie keer de landstitel en won hij twee keer de Europacup I. In 1960 won El Arquitecto de Ballon d’Or. Suárez speelde 32 interlands voor Spanje. Niet veel en toch verdient hij een plekje in ons elftal. Vooral omdat hij de beste speler was van het Spanje dat Europees kampioen werd in 1964.
- David Villa: David Villa werd opgeleid door Sporting de Gijón. Via Real Zaragoza ging hij naar Valencia. Daar maakte hij 107 doelpunten in 166 competitiewedstrijden. Barcelona kocht hem vervolgens. Bij Barca speelde hij drie seizoenen, om daarna nog een jaartje bij Atlético Madrid te spelen. Vervolgens vertrok Villa naar Melbourne City, New York City om zijn carrière af te sluiten bij Vissel Kobe. Villa speelde 98 interlands voor Spanje en scoorde 59 doelpunten. Hiermee is hij topscorer aller tijden voor zijn land. Zijn glorieperiode was het WK 2010.
- Rául González Blanco: Als je het hebt over een spits die leeft voor doelpunten, is Rául González Blanco hét perfecte voorbeeld. In totaal maakte de spits meer dan 300 doelpunten in zijn carrière. Rául begon in de jeugdopleiding van Atlético Madrid, maar werd groot bij stadsgenoot Real. Daar maakte hij in 1994 zijn debuut. Twee jaar later mocht Rául voor het eerst zijn opwachting maken voor Spanje. In totaal maakte hij 44 goals in 102 interlands. Na 228 competitiedoelpunten voor Real Madrid vertrok Rául naar Schalke 04. Daar maakte hij respectievelijk dertien en vijftien goals in twee seizoenen.
- Emilio Butragueño: De bij Real Madrid opgeleide Emilio Butragueño debuteerde in 1984 bij Real Madrid. Bij zijn debuutwedstrijd scoorde hij meteen twee keer. De toon was gezet. In datzelfde jaar werd Butragueño al opgeroepen voor de nationale ploeg van Spanje. Hij droeg de prachtige bijnaam El Buitre, oftewel De Gier. Met Real Madrid werd Butragueño zes keer landskampioen. Voor Spanje speelde hij 69 interlands, waarin hij tot 26 doelpunten kwam.
Lees ook: Onderzoek onthult details over fraude in Spaans voetbal.
tags: #spaans #voetbalelftal #spelers #namen