Honkbal en softbal zijn populaire sporten over de hele wereld. Ze lijken op elkaar, maar hebben elk hun eigen unieke kenmerken. Samenwerking, communicatie en spelinzicht zijn essentieel voor beide sporten. Hoewel individuele prestaties belangrijk zijn, is het team als geheel dat uiteindelijk de overwinning behaalt.
De basis van het spel
In zowel honkbal als softbal slaat een speler de bal weg met een knuppel en rent vervolgens zo snel mogelijk langs alle honken. De tegenstanders proberen dit te voorkomen door de bal te vangen, de loper af te tikken met de bal, of door eerder met de bal bij het volgende honk te zijn.
Softbal versus Honkbal: Belangrijkste verschillen
Softbal is een directe afstammeling van honkbal, maar er zijn enkele belangrijke verschillen:
- Bal: Softbalballen zijn groter dan honkbalballen. De buitenkant van de bal die wordt gebruikt is van leer en heeft een omtrek tussen de 302 en de 308 millimeter. De bal is (iets) zachter en geel.
- Veld: Het softbalveld is kleiner dan een honkbalveld. Een softbalveld heeft een opvallende vorm, dat lijkt op een diamant of kwartcirkel. Dit komt precies overeen met een honkbalveld, alleen is het veld kleiner van formaat. De afstand tussen de honken is 18,3 meter. Het kleinere veld zorgt voor meer actie.
- Worp: Bij softbal wordt de bal onderhands gegooid, terwijl dit bij honkbal bovenhands gebeurt.
- Dynamiek: Honkbal staat bekend om verre ballen en homeruns, terwijl softbal dynamischer is door het kleinere veld en de kortere werpafstand, waardoor er minder reactietijd is.
Uitrusting
Het basismateriaal van een softballer bestaat uit een bal, een handschoen en een knuppel. Spelers dragen speciale schoenen. Deze zogenoemde spikes hebben scherpe punten (jeugd speelt met rubber noppen) op de zool om beter grip op het gravel te kunnen krijgen. Voor spelers die in een wedstrijd aan slag komen is het dragen van een slaghelm verplicht. De handschoen is het belangrijkste onderdeel van de uitrusting en heel persoonlijk. De handschoen vormt zich naar de hand en naar de manier waarop een speler hem gebruikt. handschoen van een ander te gebruiken. De catcher gebruikt een handschoen van een duidelijk ander model dan de andere spelers. Het is een grote en veel dikkere handschoen dan de anderen. Hij moet alle, meestal hard geworpen, ballen van de pitcher vangen. De handschoenen van de andere spelers in het veld zijn ook verschillend. De outfielders gebruiken hele grote handschoenen om de hoge verre ballen goed te kunnen vangen. De keuze van de knuppel is afhankelijk van de lengte, het gewicht , de kracht en de snelheid van de speler. Er bestaat dus geen standaardregel. Veel spelers, en dat geldt zeker voor beginners, denken dat ze beter en verder kunnen slaan met een grotere knuppel. Vaak zie je dan ook spelers met een te grote en te zware knuppel slaan. Daarmee kunnen ze niet snel genoeg reageren op de door de pitcher geworpen bal. Het resultaat is dat ze geen bal raken of te laat zijn en daarom de bal buiten de lijnen slaan. Ze bereiken dus het tegenovergestelde van wat de bedoeling is. Een vuistregel voor beginners is om eerst die knuppel te kiezen die je nog gemakkelijk kan hanteren en vervolgens een iets lichtere knuppel te gebruiken. De beste slagmensen in het tegenwoordige honkbal gebruiken lichte knuppels van aluminium. De catcher draagt een helm, een masker, een body protector en beenkappen (legguards). Hij moet de door de pitcher geworpen ballen vangen en dat gaat niet altijd even eenvoudig. Het gebeurt dan ook vaak dat de geworpen bal niet in zijn handschoen terechtkomt maar dat de catcher de bal tegenhoudt met zijn lichaam.
Het softbalveld in detail
Een softbalveld heeft een opvallende vorm, dat lijkt op een diamant of kwartcirkel. De afstand tussen de honken is 18,3 meter. In het midden van het binnenveld, bevindt zich de pitchercirkel met daarin de pitcherplaat. De pitcher moet bij de start van de worp met beide voeten contact hebben met de plaat en vervolgens binnen de cirkel de bal hebben gegooid. Buiten het gravel binnenveld, ligt het buitenveld - een groot grasveld. Het gehele speelveld wordt gemarkeerd door lijnen en de homerun-omheining. De lijnen lopen van de thuisplaat via de buitenkant van het eerste honk naar de omheining en vanaf de thuisplaat via de buitenkant van het derde honk naar de omheining. Deze lijnen zijn de zogenaamde foutlijnen. Wanneer de bal buiten de lijnen wordt geslagen is dat een fout-bal.
Lees ook: Wat zijn de verschillen tussen honkbal en softbal?
Spelers en posities
Bij het slagteam is er een volgorde van 9 slagmensen opgesteld. In sommige gevallen (op de hogere niveaus) slaan de pitchers niet en is er een aangewezen slagvrouw om het slagteam te complementeren. Honkbal wordt gespeeld door twee teams die elk uit negen spelers bestaan. De spelers van de ploeg die aan slag is hebben allemaal min of meer dezelfde opdracht. Zij moeten de bal (zo ver mogelijk) het veld in slaan. De spelers van de veldpartij hebben allemaal een andere taak. Het team aan slag is de aanvallende partij. Dat team kan punten scoren, terwijl het team in het veld moet proberen dat te verhinderen.
De Pitcher en Catcher
De pitcher werpt de bal die de slagman moet proberen weg te slaan. Als de bal door de slagzone komt, geldt het als een slagbal, dus een bal die geslagen kan worden. Komt de geworpen bal niet door de slagzone dan is het een wijdbal. De slagzone is een denkbeeldig gebied loodrecht boven de thuisplaat en tussen onderkant knie en schouderhoogte (onderkant schouderblad) van de slagman, als die in slaghouding staat. Pitcher en catcher proberen samen elke slagman uit te schakelen door te voorkomen dat er geslagen wordt. De catcher geeft tekens aan de pitcher om duidelijk te maken wat voor bal hij vindt dat er gegooid moet worden. Hij kiest daarbij uit bijvoorbeeld een harde bal (fastball), een curve bal, een langzame bal (change-up) of een duidelijke wijdbal. Ook geeft hij via tekens aan waar in het slagperk hij de bal wil hebben. De pitcher zal het niet altijd eens zijn met het voorstel van de catcher en dan zie je dat hij heel kort met zijn hoofd nee schudt. Als de catcher een teken geeft waar de pitcher het mee eens is dan knikt hij heel kort met zijn hoofd. De bal wordt echter niet altijd gegooid zoals die bedoeld is. De catcher of achtervanger vervult een hele belangrijke rol. Hij kan als enige veldspeler het hele veld goed overzien. Hij moet dan ook aanwijzingen geven aan het team op spannende momenten in het spel. Aan de catcher is de taak om alle ballen die de pitcher werpt, hoe moeilijk ook, te stoppen. Als de catcher een bal doorlaat dan betekent dat meestal dat de lopers op de honken tenminste één honk kunnen opschuiven. Staat er een loper op het derde honk als de bal niet door de catcher wordt gestopt, betekent dat vaak een punt voor de tegenpartij doordat de loper de thuisplaat veilig weet te bereiken. Als de catcher de aangegooide bal vangt en een honkloper probeert van het eerste naar het tweede honk of van het tweede naar het derde honk te lopen dan moet hij razendsnel reageren. Hij springt dan op uit zijn gehurkte stand en gooit in één vloeiende beweging de bal hard naar het tweede of derde honk. De honkman kan dan proberen de honkloper uit te tikken.
Honkmannen
De honkmannen zijn de infielders die tot taak hebben om de honken te bewaken. Zij moeten proberen om de honklopers uit te maken. Dat kan door het uittikken van een honkloper. Als een honkloper door een veldspeler met de handschoen waar de bal inzit, wordt aangetikt op het moment dat die honkloper geen contact heeft met een honk, is hij uit. Als er sprake is van een gedwongen loop dan is het voldoende als de honkman met zijn voet het honk aantikt voordat de loper dat honk bereikt. Daarbij moet die honkman wel de bal in zijn hand of handschoen hebben. De honkloper die op het eerste honk staat op het moment dat de volgende speler uit zijn team de bal het veld in slaat moet van het eerste naar het tweede honk lopen. Er is dan sprake van een gedwongen loop van het eerste naar het tweede honk. De honkmannen staan niet alleen in het veld om hun honk te bewaken. Ze moeten net als alle andere veldspelers proberen de bal te pakken zodra de tegenpartij die het veld inslaat. De honkmannen staan daarom een eindje van hun honk vandaan als de tegenpartij gaat slaan. positie tussen het eerste en tweede honk. De eerste en derde honkman nemen niet meer dan een paar meter afstand van hun honk. De honkloper die op het eerste of tweede honk staat zal proberen “een honk te stelen” als het volgende honk niet bezet is. Anders dan bij honkbal mag de honkloper bij softbal het honk pas verlaten als de bal de hand van de pitcher verlaten heeft. Hij wacht totdat de pitcher de bal naar de catcher gooit en sprint dan naar het volgende honk. De pitcher zal soms proberen de honkloper te verrassen. Net voordat hij de bal naar de catcher gaat gooien draait hij zich razendsnel om en gooit de bal naar de honkman (dit heet een ‘pickoff’).
Korte Stop
De korte stop is de veldspeler die staat tussen het tweede en derde honk. Hij moet proberen de lage ballen die tussen het tweede en derde honk geslagen worden te stoppen en liefst te vangen. Hij moet heel snel en niet bang voor de bal zijn. Hij moet tegen een stootje kunnen omdat de ballen vaak hard en laag zijn kant op komen. Als een bal hard over de grond geslagen wordt is het heel moeilijk om de bal tegen te houden omdat hij door oneffenheden in het veld alle kanten op kan springen. Houdt de korte stop de bal tegen dan kan hij vrijwel zeker de bal op tijd naar de eerste honkman gooien waardoor deze de slagman, die dat honk probeert te bereiken, kan uitmaken.
Verre Velders
De verre velders of outfielders zijn de spelers die in het buitenveld staan. Zij moeten de ballen pakken die over het infield geslagen worden. Hoge ballen moeten zij proberen rechtstreeks te vangen. Elke geslagen bal die gevangen wordt door een veldspeler betekent een nul voor de tegenstander. Als de veldspeler de bal te pakken heeft moet hij hem zo snel mogelijk naar één van de honken gooien om te voorkomen dat de honklopers een honk opschuiven. Als er geen sprake is van een gedwongen loop, moet de honkloper worden uitgetikt als hij geen contact heeft met een honk. Als hij wel in een gedwongen loop situatie is kan hij natuurlijk uitgetikt worden maar dat hoeft niet persé. Het is voldoende als een speler van de tegenpartij met de bal in de hand of handschoen met zijn voet het honk aantikt voordat de loper dat honk bereikt. Als de slagman, nadat hij de bal geslagen heeft, naar het eerste honk rent verkeert hij altijd in een gedwongen loop situatie. Hij kan niet anders dan naar het eerste honk lopen. De eerste honkman, met één voet op het honk en met de handschoen open, staat klaar om de bal te vangen die bijvoorbeeld door de korte stop naar hem wordt toegegooid. Heeft hij de bal gevangen voordat de slagman het eerste honk kan aantikken dan is die slagman uit. Overigens mag de loper in die situatie op het eerste honk doorlopen. Dat wil zeggen dat de honkloper die probeert het eerste honk te bereiken een eindje mag doorlopen. Als hij het honk maar heeft aangeraakt. Hij kan bij het uitlopen niet worden uitgetikt terwijl hij toch het honk niet vast heeft. Dit mag echter alleen op het eerste honk. Als de veldspeler bij het uittikken de bal verliest dan betekent dat dat hij de bal niet echt goed vast had. Het dubbelspel is altijd heel spectaculair. Een voorbeeld: Het eerste honk is bezet en de slagman slaat een lage bal richting korte stop. De loper op het eerste honk moet van het eerste naar het tweede honk. Hij zit dus in een gedwongen loop situatie. De korte stop pakt de geslagen bal en gooit die naar de tweede honkman. honkman. Vangt die de bal terwijl hij contact heeft met het honk voordat de slagman daar aankomt dan is ook de slagman uit. Alleen de aanvallende partij, de partij aan slag, kan punten scoren. Een slagman die, nadat hij de bal het veld heeft ingeslagen, moet altijd proberen veilig het eerste honk te bereiken. Daarna moet hij proberen via het tweede en derde honk de thuisplaat te bereiken….
Lees ook: Eenvoudige softbalregels voor kinderen
Opzet van een softbalwedstrijd
Softbal wordt gespeeld tussen twee teams van elk negen spelers. Tijdens een wedstrijd worden (in principe*) 7 innings gespeeld. Een inning bestaat uit twee helften. Een helft van een inning is afgelopen als het veldteam drie spelers van het slagteam uit heeft gemaakt. Als de slagvrouw de bal goed raakt, probeert zij naar het eerste honk of, als mogelijk, verder te rennen. Het doel is om als honkloper langs het eerste, tweede en derde honk te lopen, zonder dat de veldspelers je ‘uit’ maken. De winnaar van de softbalwedstrijd is het team met de meeste runs aan het einde van de laatste inning. Elke speelster die veilig de thuisplaat passeert, scoort een punt. *) In principe omdat in het geval dat het verschil in punten vrijwel niet te overbruggen is, de mercy rule wordt toegepast. Dat geldt wanneer er sprake is van 15 punten verschil in de derde inning, 10 in de vierde inning of 7 in de vijfde inning. In dat geval wordt de wedstrijd gestopt. Je kunt meerdere punten in één keer scoren wanneer er al speelsters op de honken staan, op het moment dat iemand een goede slag maakt.
Hoe word je ‘uit’ gemaakt?
In softbal draait het niet alleen om punten scoren, maar ook om de tegenstander uitschakelen, oftewel: iemand ‘uit’ maken.
- Drie slag (strikeout): Als de slagvrouw drie keer niet - of misslaat op goede worpen (slag/ strikes), ben je uit. Het is een slag wanneer de bal over het gebied van de thuisplaat en tussen de knie en oksel van de slagvrouw wordt gegooid en de speelster niet slaat. Wanneer de slagvrouw de bal fout raakt en deze niet binnen de lijnen van het veld belandt. Een worp die geen slag is en niet door de batter wordt ‘geslagen’, wordt een wijdbal (ball) genoemd. Als de pitcher 4 wijd gooit, mag de slagvrouw doorgaan naar het eerste honk.
- Vangbal (catch): als de slagvrouw de bal slaat en een veldspeler de bal direct uit de lucht vangt (zonder dat deze de grond raakt), is ze uit.
- Tik uit (tag out): als een veldspeelster een loper met de bal aanraakt terwijl die tussen de honken loopt en niet op een honk staat, is de loper uit.
- Te ver van het honk af staan/ honk stelen: als een honkloper een honk probeert te stelen of te ver van het honk staat, kan de werper of catcher ze mogelijk uitgooien.
Spelregels in detail
Voor buitenstaanders is softbal een moeilijke sport. De spelregels zijn niet zo duidelijk als bij een sport als voetbal. Dat maakt het honkbal niet alleen een stuk unieker, maar ook mooier. Softbal is een veldsport, gespeeld door twee ploegen van elk negen spelers die om beurten als slag- en veldpartij fungeren. Het veld bestaat uit een vierkant met ruimte eromheen. Op de hoekpunten liggen de honken: drie platte witte kussens en als vierde, een vijfhoekige witte rubberplaat als thuishonk. Naast dit thuishonk zijn de slagperken uitgezet. Links van het honk een perk voor rechtshandige, rechts ervan een voor linkshandige slaglieden. Een wedstrijd bestaat uit negen innings. Per inning is elk van beide ploegen eenmaal slagpartij en eenmaal veldpartij. Alleen de slagpartij kan punten behalen. De leden van de veldpartij hebben allen een veldpositie ingenomen. De werper gooit de bal onderhands in de richting van de slagman. Deze slaat hem met het slaghout (knuppel) het veld in en rent vervolgens naar het eerste honk, vandaar naar het tweede, derde en thuishonk. De werper moet de bal steeds zodanig gooien dat deze het thuishonk passeert op een hoogte die wordt begrensd door de breedte van de slagplaat en de schouders en knieën van de slagman (‘strike-zone’). Als drie spelers van de slagpartij ‘uit’ zijn, wisselen veld- en slagpartij. De ploeg die na negen innings de meeste punten heeft, is winnaar. Bij gelijke stand na negen innings wordt steeds een slagbeurt voor beide ploegen verder gespeeld.
Punten scoren: Homeruns en meer
Meestal zal de slagman proberen de bal zover mogelijk het veld in te slaan. Het mooiste is natuurlijk om de bal zo ver weg te slaan dat hij buiten het veld terechtkomt. De bal gaat dan over het outfieldhek heen en is dus buiten bereik van de veldspelers. De slagman kan dan ongehinderd een rondje lopen over het eerste, tweede, derde honk en tenslotte via de thuisplaat een punt scoren. Dat wordt dan een homerun genoemd. Wordt de bal wel hoog en ver, maar niet over het hek geslagen dan is de kans groot dat de bal wordt gevangen. Bij een vangbal is de slagman uit. Als de pitcher drie slagballen gooit en de slagman heeft geen kans gezien de bal het veld in te slaan dan is hij uit. Gooit de pitcher vier wijdballen dan heeft de slagman een vrije loop. Hij mag dan naar het eerste honk lopen, waarbij hij niet uitgetikt mag worden. Meestal gooit de pitcher niet drie slagballen of vier wijdballen achter elkaar. Als er twee slagballen en drie wijdballen zijn gegooid dan wordt er gesproken van een ‘volle bak’. Elke volgende bal geeft dan een beslissing. Als dat een slagbal is, zou er geslagen moeten worden waarbij vanzelfsprekend ook mis geslagen kan worden. In beide gevallen komt daarna de volgende slagman aan de beurt. Wordt er bij een volle bak een wijdbal gegooid dan heeft de slagman een vrije loop en komt ook de volgende slagman aan de beurt. Wordt die derde slagbal wel geraakt door de slagman maar is het een foutslag dan mag hij blijven staan om het nogmaals te proberen. Een foutslag is een slagbal die buiten de lijnen van het veld komt. Als een team aan een slagbeurt begint staan er nog geen spelers op de honken. Bereikt de eerste slagman het eerste honk na een goede slag of omdat de pitcher vier wijd gegooid heeft, dan moet hij naar het tweede honk lopen als de tweede slagman de bal het veld in slaat. Als hij zou blijven staan dan zouden er twee spelers op het eerste honk staan en dat mag niet. In zo’n situatie heeft de honkloper dus geen keuze maar moet hij lopen en wordt er gesproken over een gedwongen loop. Als alle honken bezet zijn op het moment dat de volgende slagman aan slag is, dan is er voor alle honklopers sprake van een gedwongen loop situatie. Wordt er een homerun geslagen met drie honken bezet dan heet dat een grandslam. De slagman die de bal het veld uit slaat geeft drie honklopers de kans om een punt te scoren. Als de bal door de slagman het veld in wordt geslagen en de slagman vervolgens één van de honken bereikt dan is dat een honkslag. Bereikt de slagman het eerste honk dan is het een één honkslag. Ziet hij kans om het tweede honk te bereiken dan is het een tweehonkslag. Komt hij direct op het derde honk, dan is dat een driehonkslag.
Internationale aspecten
Softbal is een teamsport die wereldwijd wordt gespeeld op competitief en recreatief niveau. De Verenigde Staten, Japan, verschillende landen in Latijns-Amerika, Australië, en in Europa Italië, Tsjechië en natuurlijk Nederland zijn grote namen in het softbal en landen waar op verschillende niveaus competities worden gespeeld. Honkbal en softbal is in Nederland een vrij bekende sport. Niet in de eerste plaats omdat iedereen de sport weleens op school heeft beoefend. Het is vooral een tactische, strategische sport en vrijwel geen contactsport. Hoe hoger je speelt, hoe belangrijker conditie en krachttraining wordt. In de laagste klassen is conditie weer minder belangrijk. In Nederland zijn we erg goed in het honkballen. Al sinds tientallen jaren zijn wij zelfs het beste land van Europa. Onze grootste concurrent in Europa? Dat is Italië, maar landen als Spanje, Duitsland, en Tsjechië komen eraan! Mondiaal behoren we tot de top tien en dat is natuurlijk indrukwekkend. We staan in een rijtje met Amerika, Japan, Cuba, Taiwan en Korea. Nederland brak mondiaal echt door in 2011 toen ze wereldkampioen werden. Met vierde plekken tijdens de World Baseball Classics in 2013 en 2017 heeft Nederland laten zien definitief tot de mondiale top te behoren. De prestigieuze World Baseball Classics is de opvolger van de wereldkampioenschappen. Het toernooi heeft ervoor gezorgd dat nu ook spelers uit de hoogste klasse van Amerika, de Major League, kunnen deelnemen aan dit toernooi. Nederland komt internationaal uit als Kingdom of the Netherlands, omdat ook spelers van onder meer Aruba en Curaçao uitkomen voor ons nationale team. Wil je het Nederlandse team in actie zien? Bezoek dan eens een wedstrijd tijdens de Haarlemse Honkbalweek, of het Rotterdamse World Port Tournament. Ben je benieuwd naar meer informatie over de hoofdklasse en het Nederlandse honk - en softbalteam? Kijk dan op www.honkbalsite.com of www.softbalsite.com.