Voetbal is een dynamische en intensieve sport, waarbij de spelers constant in beweging zijn. Rustmomenten zijn cruciaal voor herstel en het behouden van focus. De hoeveelheid rust tijdens een voetbalwedstrijd varieert afhankelijk van de leeftijdscategorie en het type wedstrijd. Dit artikel geeft een gedetailleerd overzicht van de rusttijden en andere relevante regels binnen de voetbalsport, van de jongste jeugd tot de senioren.
Rustperiodes tijdens een voetbalwedstrijd
De rust, ook wel de "halftime" genoemd, is een pauze tussen de twee helften van een voetbalwedstrijd. Deze periode biedt spelers de kans om te herstellen, tactieken te bespreken en zich voor te bereiden op de tweede helft.
Standaard rusttijd
Bij standaard voetbalwedstrijden voor volwassenen duurt de rust meestal 15 minuten. Deze tijd kan echter variëren afhankelijk van de specifieke regels van de competitie of het toernooi.
Rusttijden in jeugdvoetbal
Voor jonge spelers zijn de wedstrijden vaak korter en gelden er aangepaste regels betreffende de rusttijden. Hieronder een overzicht:
- O6 en O7: De KNVB geeft voor deze leeftijdscategorieën slechts een advies, aangezien er geen competities worden georganiseerd. Er worden toernooivormen geadviseerd, waarbij de kinderen bijvoorbeeld 8 keer 5 minuten tegen elkaar spelen zonder keeper. Er is geen sprake van een aparte rustperiode, maar eerder korte pauzes tussen de speelmomenten.
- JO8 t/m JO12: Voor deze leeftijdscategorieën mag per speelhelft een time-out van maximaal 2 minuten worden gehouden. Deze time-out vindt plaats tijdens een neutrale spelsituatie, zoals een achterbal of uitbal. De trainer kan deze momenten gebruiken om kort terug te blikken, tips te geven en de spelers te stimuleren.
Andere relevante regels en onderbrekingen
Naast de rust zijn er andere momenten waarop het spel wordt onderbroken. Deze onderbrekingen kunnen ook invloed hebben op het herstel van de spelers.
Lees ook: Hoeveel calorieën verbrand je met korfbal?
Time-outs
Zoals eerder vermeld, mogen teams in de leeftijdscategorieën JO8 t/m JO12 per speelhelft een time-out van maximaal 2 minuten nemen. Deze time-out biedt een korte onderbreking van het spel en de mogelijkheid voor de trainer om met het team te overleggen.
Blessurebehandeling
Wanneer een speler geblesseerd raakt, wordt het spel stilgelegd zodat de speler behandeld kan worden. De duur van deze onderbreking is afhankelijk van de ernst van de blessure.
Wissels
Het wisselen van spelers kan ook leiden tot korte onderbrekingen van het spel. De regels voor het wisselen van spelers variëren afhankelijk van de leeftijdscategorie en de competitie. In sommige competities mag er onbeperkt gewisseld worden, terwijl er in andere competities een maximum aantal wissels per wedstrijd geldt.
- O13, O14 categorie A en gehele categorie B: Hier mag onbeperkt gewisseld worden met maximaal 7 wisselspelers. In de O13 en O14 wordt vliegend wisselen toegepast, wat betekent dat spelers gewisseld kunnen worden zonder dat het spel hiervoor hoeft te worden onderbroken.
- O15 en ouder: In deze categorieën vindt het wisselen op de traditionele manier plaats, waarbij het spel wel wordt onderbroken.
- O19 en ouder categorie A: Vanaf de leeftijdscategorie Onder 19 (O19) geldt dat er tijdens een wedstrijd 4 wisselmomenten zijn toegestaan: 3 momenten tijdens de speeltijd en 1 moment in de rust. Binnen deze wisselmomenten mogen in totaal 5 spelers gewisseld worden gedurende de hele wedstrijd.
- Mannen en vrouwen (incl. O15 t/m O17 en MO20 categorie A): Per wedstrijd staan maximaal 18 spelers op het wedstrijdformulier. Hiervan beginnen 11 spelers in het veld en zitten maximaal 7 wisselspelers op de bank. Bij elk wisselmoment mogen 7 spelers tegelijk gewisseld worden. Dit betekent dat er iedere keer maximaal 7 spelers tegelijk in en uit het veld gaan.
Overige spelonderbrekingen
Het spel kan ook worden onderbroken voor andere situaties, zoals een overtreding, een achterbal, een hoekschop of een uitbal. Deze onderbrekingen zijn meestal van korte duur, maar geven de spelers wel de gelegenheid om even op adem te komen.
- Aftrap: Na een doelpunt of aan het begin van de wedstrijd vindt er een aftrap plaats door één van de teams in het midden van het veld. Beide teams starten vanaf eigen helft.
- Terugspeelbal: Een terugspeelbal (gespeeld via een voet) mag niet door de keeper worden opgepakt. Wanneer dit wel gedaan wordt, wordt een waarschuwing gegeven. Bij herhaling van de overtreding volgt een indirecte vrije trap op negen meter afstand van de achterlijn.
- Achterbal: De achterbal wordt vanaf de grond genomen binnen het keepersgebied door de bal te passen of te schieten.
- Hoekschop: Hoekschoppen worden vanaf de hoekpunten van het speelveld genomen door de bal in te dribbelen of te passen. Na indribbelen of inpassen, mag er direct worden gescoord door de speler die de hoekschop neemt.
- Uitbal: Bij een uitbal wordt het spel hervat door in te dribbelen.
- Overtreding / scoringkans: Bij een overtreding wordt een vrije bal door de tegenpartij genomen. Een strafschop (9 meter) wordt alleen gegeven bij het ontnemen van een duidelijke scoringskans.
Het belang van de juiste bal en het speelveld
Naast de rusttijden en spelregels zijn ook de kwaliteit van de bal en het speelveld van belang voor een eerlijk en prettig spel.
Lees ook: Wat verdient een derde keeper?
De juiste bal
Een goede voetbal heeft een constante druk, het juiste gewicht en de juiste afmetingen. Daarnaast is het fijn als de bal goed zichtbaar is en deze geen vocht opneemt zodat het gewicht constant blijft. De KNVB hanteert hiervoor strikte richtlijnen. Voor junioren en pupillen gelden afwijkende regels voor wat betreft de maat en het gewicht van de voetbal. Zeker voor de kleinere junioren zorgt een lichtere bal voor meer vaart in het spel en voorkomt het overbelasting en blessures.
Het speelveld
Het voetbalveld is een groot grasveld met witte lijnen. Aan beide kanten staat een doel. Het is belangrijk dat het veld goed onderhouden is en dat de lijnen duidelijk zichtbaar zijn. Het advies luidt om het keepersgebied te markeren op de zijlijn - ter hoogte van de zijkant van de 16 meter - met twee afwijkende kleur pionnen.
Andere belangrijke voetbalregels
Voetbal is een leuk spel, maar het is belangrijk om de regels te kennen. Als je de regels snapt, kun je beter spelen en meer plezier hebben.
- Hoe begin je een wedstrijd? Een wedstrijd begint met de aftrap in het midden van het veld. Eén team mag de bal als eerste aanraken. De andere spelers moeten wachten tot de bal beweegt.
- Wat mag wel en niet bij voetbalregels kinderen? Je mag de bal schoppen, koppen en gooien bij een inworp. Maar je mag de bal niet met je handen aanraken, behalve als je de keeper bent.
- De scheidsrechter en de straffen: De scheidsrechter let op of iedereen zich aan de regels houdt. Als iemand een fout maakt, kan de scheidsrechter fluiten voor een overtreding. Dan krijgt het andere team een vrije trap.
- Buitenspel, wat is dat nou? Buitenspel is een lastige regel, zelfs voor grote mensen. Bij kinderen wordt deze regel vaak nog niet gebruikt. Maar als je ouder wordt, is het goed om te weten.
Lees ook: Hoeveel vlakken heeft een voetbal?