Tsjechië heeft een rijke voetbalgeschiedenis, met iconische spelers die het internationale toneel hebben betreden en hun stempel hebben gedrukt op het spel. Van de legendarische Josef Bican tot de moderne helden zoals Pavel Nedvěd, dit artikel duikt in de carrières en prestaties van enkele van de meest opmerkelijke Tsjechische voetballers.
De gloriejaren van het Tsjechische voetbal
De laatste keer dat Tsjechië hoge ogen gooide op een eindtoernooi was alweer twaalf jaar geleden. Het elftal dat werd gedragen door Pavel Nedved, Milan Baros en Jan Koller bereikte destijds de halve finales op het EK in Portugal, mede dankzij een 3-2 zege op Nederland in de poulefase. Na een reeks van mislukte kwalificaties en teleurstellende eindtoernooien willen de Tsjechen met een nieuwe visie nu eindelijk oogsten.
Josef Bican: Een vergeten legende
In de glinsterende annalen van het voetbal, waar legendes als Pelé, Cruijff, Maradona, Ronaldo en Messi schitteren als onbetwiste grootheden, blijft de naam van Josef Bican vaak onopgemerkt. Toch was deze Tsjechische voetballer een pionier, een pilaar van het spel die zijn tijd ver vooruit was.
Geboren in 1913 en overleden in 2001, maakte Bican furore in de jaren '30 en '40. De aanvaller groeide op in armoede en zou volgens de overlevering vaak blootsvoets op straat tegen een balletje trappen. Ondanks deze erbarmelijke omstandigheden kon zijn immense talent op het veld niet worden ontkend. Op 19-jarige leeftijd maakte hij zijn debuut voor Rapid Wien, waar hij al snel de harten van de fans veroverde met zijn ongeëvenaarde snelheid en dodelijke doelgerichtheid.
Bican was niet zomaar een speler - hij was een doelpuntenmachine van ongekende proporties. Zijn statistieken en prestaties spreken boekdelen over zijn talent. Alleen Ronaldo heeft hem in 2022 ingehaald op de wereldranglijst van topscorers aller tijden. Zijn statistieken zijn nog steeds indrukwekkend, zelfs in de moderne context. Zijn hoogtepunt bereikte hij tijdens zijn periode bij Slavia Praag, waar hij meer dan 500 doelpunten wist te maken in minder dan 250 wedstrijden. Maar het ging niet alleen om zijn doelpunten; het was de manier waarop hij ze maakte die indruk maakte. Hij scoorde met perfect geplaatste schoten, was snel, een uitstekende kopbal en kon trappen met zowel zijn linker- als rechtervoet.
Lees ook: Tsjechische voetballegendes
Met Slavia won hij als topscorer in 1938 de toen meest prestigieuze internationale clubcompetitie, de Mitropa Cup. Clubs als Inter Milaan en Genua werden verslagen en in de finale trok Slavia Praag aan het langste eind tegen het Hongaarse Ferencváros, destijds een van de topclubs in Europa. Na de oorlog waren enkele Italiaanse clubs serieus in hem geïnteresseerd. Juventus zou 6 miljoen kronen hebben geboden alleen al voor het tekenen van een contract. Een functionaris van Slavia waarschuwde mevrouw Bican: "Praat Pepi uit die stap naar Italië! Het lijkt erop dat de communisten daar aan de macht zullen komen - en geloof me, dat wordt niet prettig!" Het waarschuwingssignaal sloeg aan, en de Bicans bleven in Praag.
Na het revolutionaire jaar 1948 veranderde zijn leven enorm, de communisten zagen hem als een klassenvijand en in Slavia een burgerlijke club. In 1949 ging hij naar Vítkovice. De ploegen van de hoogste divisie wilden hem niet inlijven, om de communistische autoriteiten niet van streek te maken. Alleen de tweede divisie club Hradec Králové vond de moed. Toen Hradec en Bican naar het Praagse Letná gingen voor een bekerwedstrijd tegen ATK, de voorganger van Army Dukla, scandeerde het twaalfduizend man sterke publiek zijn bijnaam: "Pepi, Pepi." Toen de omroeper even later meldde dat de minister Čepiček ook naar de wedstrijd keek, was het akelig stil in het stadion. Bican 'bespotte' dus de communistische leider.
Op de tweede dag ontsloeg het bestuur van Škoda de beroemde voetballer genadeloos wegens "provocatie tegen het regime". Het ‘burgerlijke idool’ was nog steeds een doorn in het oog van de communisten. Na het einde van zijn carrière moest Bican de kost verdienen als arbeider, chauffeur of dierentuinvoeder. Daarnaast werkte hij als (minder succesvolle) trainer/coach voor Slavia Praag , Liberec , Brno en Kladno .
Pavel Nedvěd: De gouden generatie
Pavel Nedvěd (30 augustus 1972) wordt door velen beschouwd als één van de beste Tsjechische voetballers ooit. Kreeg na zijn actieve carrière een levenslang contract bij Juventus en kreeg daar de functie als sportief directeur. Nedvěd stond vooral bekend om zijn goede schot met zowel rechts als links en zijn geniale passing waarmee hij de tegenstander zo nu en dan volledig het bos in stuurde.
Nedvěd begon zijn carrière bij het Tsjechische Dukla Praag, maar al snel verhuisde hij naar stadsbuur en topclub Sparta Praag, waar hij helemaal opbloeide. Na het EK 1996, waar hij de ultieme uitblinker was, trokken veel Europese topclubs aan hem. Nedvěd had voor het EK een overeenkomst met PSV bereikt, maar kwam hier later toch nog op terug. Dit vanwege de vele andere aanbiedingen. Uiteindelijk stapte hij over naar Lazio Roma.
Lees ook: Wie is de beste voetballer?
Met Juve was Nedvěd dichtbij de Champions League in 2003, maar in de slotminuut van de gewonnen halve finale tegen Real Madrid, kreeg Nedvěd een gele kaart. Hierdoor was hij geschorst voor de finale, die verloren werd op penalty’s van AC Milan op Old Trafford in Manchester. Zelfs de fans van Milan gaven toe dat de wedstrijd waarschijnlijk heel anders was gelopen als Nedvěd (op dat moment één van de beste voetballers ter wereld) mee had gedaan.
In het seizoen 2006/07 speelde Nedvěd met Juventus in de Serie B vanwege het Calciopoli omkoopschandaal. Aanvankelijk probeerde hij een transfer te forceren, maar tevergeefs. Nedvěd besloot uiteindelijk toch zijn club trouw te blijven ondanks interesse van vele topclubs. Door dit ultieme gebaar van clubliefde en trouw heeft Nedvěd net als clublegende Alessandro Del Piero een levenslang contract aangeboden gekregen. Pavel Nedvěd maakte deel uit van de technische staf toen Ciro Ferrara de hoofdverantwoordelijke bij Juventus was.
De generatie van Nedvěd, met spelers als Milan Baroš, Jan Koller, Tomáš Rosický, Petr Čech en Jaroslav Plašil, bereikte de halve finales van het EK 2004. Op dat toernooi versloegen ze Nederland in de poulefase met 3-2. Van die sterke generatie van ruim tien jaar geleden zijn nog drie spelers over: Petr Cech, Tomás Rosicky en Jaroslav Plasil. Maar alle drie zijn ze al ver in de dertig en niet meer van het niveau van tien jaar geleden. Tomás Rosicky was bovendien lang geblesseerd, hij kwam dit seizoen slechts twintig minuten in actie voor Arsenal. Een spierscheuring en een knieblessure hielden hem lang aan de kant. Toch is hij nog altijd de aanvoerder van de Tsjechen.
De nieuwe generatie
Na een reeks van mislukte kwalificaties en teleurstellende eindtoernooien willen de Tsjechen met een nieuwe visie nu eindelijk oogsten. Bondscoach Pavel Vrba wil na de verrassing in de kwalificatie ook stunten op het eindtoernooi. De kwalificatiereeks begon fortuinlijk voor Tsjechië. Dankzij de mislukte kopbal van Daryl Janmaat kregen de Tsjechen in hun eerste wedstrijd, tegen Oranje, de zege (2-1) in de schoot geworpen. "Niemand had hoge verwachtingen", zegt Ladislav Krejci, een van de nieuwe steunpilaren van Tsjechië. "Maar na die overwinning op Nederland wonnen we ook van Turkije. Daardoor groeiden het zelfvertrouwen en de teamgeest." Van de tien wedstrijden werden er zeven gewonnen door de Tsjechen, die als winnaar van poule A naar Frankrijk afreisden.
De combinatie van ervaren krachten aangevuld met jong talent zou weleens zijn vruchten kunnen afwerpen. Met Ladislav Krejci en Pavel Kaderabek neemt bondscoach Vrba twee 23-jarige talenten mee, die kunnen rekenen op een basisplaats. Het twee jaar oudere loopwonder Vladimir Darida van Hertha BSC is de belangrijkste speler in het nieuwe Tsjechië.
Lees ook: Van talent tot televisie: Andy van der Meijde
Huidige selectie en speelstijl
Anno nu lijkt Tsjechië nog lang niet op het team van toen. Toch hebben de Tsjechen eindelijk weer een selectie waar ze trots op mogen zijn. Dat is mede te danken aan de 59-jarige bondscoach van de Tsjechen: Jaroslav Šilhavý. Als speler was Šilhavý redelijk succesvol. Hij schopte het tot vier interlands en speelde meer dan 400 wedstrijden in de Tsjechische competitie. Op veertigjarige leeftijd besloot hij trainer te worden. Hij deed dat in eerste instantie als assistent bij de Tsjechische nationale ploeg. Overigens heeft Šilhavý een bekende assistent, oud-speler van Willem II en Ajax Tomás Galásek.
De trainer doet het behoorlijk bij de Tsjechische ploeg. Šilhavý staat inmiddels 29 wedstrijden aan het roer en won 16 van die 29 wedstrijden. Hij won onder andere met 2-1 van Engeland tijdens de kwalificatie voor dit EK. Ook leidde hij de Tsjechen naar een 1-1 gelijkspel tegen de Belgen in het kader van de kwalificatie voor het wereldkampioenschappen in Qatar. Geen slechte ploeg dus, maar van een sterrenensemble is absoluut geen sprake.
Eén blik op het wedstrijdformulier bij de Tsjechen doet vermoeden dat de ploeg niet beschikt over wereldsterren. Tien man spelen in de eigen Liga en de overige zestien man spelen verdeeld over de Engelse, Duitse, Poolse, Spaanse en Griekse competities. Vedettes zijn er niet. Vladimir Coufal en Tomas Soucek, beide spelend voor West Ham United, komen het meest in de buurt. Vooral Soucek kende dit jaar een ijzersterk seizoen, hij speelde 41 wedstrijden voor The Hammers en scoorde daarin tien maal. Ook beschikken de Tsjechen over de spits die het mooiste doelpunt maakte van het EK: Patrik Schick. De spits van Leverkusen scoorde dit seizoen negen keer in de Bundesliga, maar loopt voorlopig één op één tijdens het EK. Tot slot beschikt Tsjechië nog over een supertalent. Adam Hložek is achttien jaar, maar heeft een groot deel van de wereldtop achter zich aan zitten.
Daar houdt het echter een beetje op bij de Tsjechen, die het dus niet van hun individuele kwaliteiten moeten hebben. Nee, Tsjechië vertrouwt vooral op het collectief. Trainer Šilhavý speelt steevast in een 4-2-3-1 opstelling. Daarbij is strakke discipline het toverwoord. Tsjechië laat zijn tegenstander veelvuldig aan de bal en loert op de counter en dode spelmomenten. Het lijkt te werken dit EK. Tsjechië kreeg maar twee doelpunten tegen tot nu toe, hetzelfde aantal als Nederland. Die cijfers geven ook meteen de zwakte weer van de Tsjechische elftal, want ze scoorden zelf maar driemaal. Niet echt een aanvallend ploegje dus.
Sparta Praag: Een kweekvijver voor talent
De huidige equipe van Zelezna Sparta (IJzeren Sparta) bestaat nog altijd voor het leeuwendeel uit Tsjechische voetballers. Van hen zijn alleen de routiniers Jarosik, Tomas Zapotocny (ex-Besiktas) en aanvoerder Marek Matejovski enigszins bekend op de Europese velden. Ook de aanvallers Vaclav Kadlec en de Kameroener Leonard Kweuke genieten al enige naamsbekendheid. De laatste prijs dateert echter alweer van het seizoen 2009/10, toen Sparta Praag voor het laatst landskampioen werd. Veelzeggend is bovendien dat de nummer twee van afgelopen jaargang geen enkele speler hoefde af te vaardigen voor de Tsjechische EK-selectie, die afgelopen zomer tot de kwartfinales reikte in Oekraïne en Polen.
Josef Masopust: Een icoon van het Tsjechische voetbal
JOSEF MASOPUST is overleden. Eén van de grootste Tsjechische voetballers blies in zijn huis in Praag zijn laatste adem uit. Masopust verwierf mondiale bekendheid met het scoren van het openingsdoelpunt in de WK-finale van 1962 in Chili tegen Brazilië. Ook al waren het de Seleçao die uiteindelijk met 3-1 wonnen. In dat jaar werd de creatieve spelmaker ook uitgeroepen tot Europees Voetballer van het Jaar. Masopust werd met de Tsjechoslowaakse ploeg derde op het EK van 1960. Als speler was hij vooral beroemd vanwege zijn slalom. Als hij begon te dribbelen was hij mede door zijn tweebenigheid voor de tegenstander nauwelijks te houden. Voor Dukla Praag scoorde hij 79 doelpunten in 386 wedstrijden. Ook was hij nog twee seizoenen actief in België voor Crossing Molenbeek. Na zijn spelersloopbaan was hij 1983 tot 1987 bondscoach van Tsjechië.
tags: #oude #Tsjechische #voetballers