Deelname van het Nederlands Hockeyteam aan de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn

Het jaar 1936 staat in de geschiedenisboeken bekend om de Olympische Spelen die in Berlijn werden gehouden. Dit evenement was niet alleen een platform voor sportieve prestaties, maar ook een podium voor politieke demonstraties. Te midden van deze complexe context nam het Nederlands hockeyteam deel aan de Spelen, met een prestatie die tot op de dag van vandaag herinnerd wordt.

Historische Context

De Olympische Spelen van 1936 vonden plaats in een tijd waarin de politieke spanningen in Europa snel opliepen. Nazi-Duitsland gebruikte de Spelen om zijn ideologie te propageren en een beeld van superioriteit uit te dragen. Ondanks de internationale kritiek op het regime, besloten veel landen deel te nemen aan de Spelen.

Het Nederlands Hockeyteam in 1936

Het Nederlands hockeyteam, dat naar Berlijn afreisde, was een mix van ervaren spelers en opkomende talenten. De ploeg bestond uit mannen die vastbesloten waren om Nederland op de hockeykaart te zetten. Een van de opvallende figuren in die tijd was Rein de Waal, die een cruciale rol speelde in de ontwikkeling van het Nederlandse hockey.

Rein de Waal: Speler en Vlaggendrager

Rein de Waal was de meest gezichtsbepalende international van voor de Tweede Wereldoorlog, een hockeyer met grote invloed. Hij werd geboren op 24 november 1904 in Amsterdam. De Waal voetbalde bij AFC, maar koos voor hockey na enthousiaste verhalen over de sport in Engeland. Hij ging spelen voor Amsterdam en was ook actief als cricketer. In de jaren twintig en dertig veroverde De Waal met zijn club Amsterdam negen landstitels.

De Waal debuteerde op 6 november 1927 in het duel tegen Duitsland (0-3) en groeide uit tot een vaste waarde in het Nederlands team. Na drie interlands werd hij al verkozen tot aanvoerder. Tijdens de Spelen van 1936 in Berlijn droeg De Waal de Nederlandse vlag tijdens de openingsceremonie, een eer die zijn status als een van de belangrijkste spelers van het team onderstreepte. Na zijn actieve carrière begon hij in 1940 met mede hockeyer Wim van Erven Dorens de verzekeringsmaatschappij Dorens en De Waal Assurantiën.

Lees ook: Olympische basketbaltriomfen van Amerika

Max Westerkamp: Van Linksback tot Arts

Max Westerkamp was een andere belangrijke speler in het team van 1936. Als linksback maakte hij deel uit van de selectie die Nederland vertegenwoordigde. Na zijn sportcarrière werkte Westerkamp als arts. Helaas is er momenteel niet meer informatie beschikbaar over deze arts en Olympiër.

Het Toernooi

Het hockeytoernooi van de Olympische Spelen in 1936 begon met de poulewedstrijden. Nederland werd ingedeeld in een poule met België, Frankrijk en Zwitserland.

Poulewedstrijden

De eerste poulewedstrijd tegen België eindigde in een gelijkspel. Het team wist daarna van Frankrijk en Zwitserland te winnen, waardoor ze eerste van hun poule werden en zich plaatsten voor de halve finale.

Halve Finale en Strijd om het Brons

In de halve finale moest Nederland tegen Duitsland spelen, een wedstrijd die met 0-3 verloren werd. In de wedstrijd om de derde plaats speelde Nederland opnieuw tegen Frankrijk, de nummer 2 uit hun poule. De hockeymannen wisten deze wedstrijd tegen de Fransen te winnen, wat resulteerde in een bronzen medaille.

De Bronzen Medaille

Het winnen van de bronzen medaille was een belangrijke prestatie voor het Nederlands hockeyteam. Het was een erkenning van hun harde werk en toewijding, en het droeg bij aan de groeiende populariteit van hockey in Nederland.

Lees ook: Een terugblik op de glorieuze Olympische geschiedenis van het Nederlandse dameshockey.

Impact en Erfenis

De prestaties van het Nederlands hockeyteam op de Olympische Spelen van 1936 hebben een blijvende impact gehad op de Nederlandse hockeywereld. Het succes van het team inspireerde nieuwe generaties hockeyers en droeg bij aan de verdere ontwikkeling van de sport in Nederland.

Rein de Waal als Bondscoach

Na zijn actieve carrière werd Rein de Waal bondscoach van de Oranje Heren. In 1952 won hij zilver op de Olympische Spelen in Helsinki. Zowel als speler als coach heeft De Waal het Nederlandse hockey tot in zijn poriën beïnvloed.

De Waal en de Internationale Regels

Rein de Waal speelde een cruciale rol in de overgang naar de internationale spelregels. Tot die tijd hanteerde Nederland eigen regels, wat deelname aan internationale toernooien bemoeilijkte. Dankzij de inzet van De Waal stapte Nederland over op de internationale regels, wat de weg vrijmaakte voor deelname aan de Olympische Spelen en andere internationale toernooien.

De Maccabi Games in Berlijn

In recentere tijden is Berlijn opnieuw het toneel geweest van internationale sportevenementen. De Maccabi Games, ook wel de "Joodse Olympische Spelen" genoemd, werden in 2015 in Berlijn gehouden. Dit evenement, waaraan Joodse atleten en Israëliërs ongeacht hun religieuze achtergrond mogen deelnemen, vond plaats op dezelfde locatie als de Olympische Spelen van 1936.

De hockeydames die namens Nederland meededen aan de Maccabi Games in Berlijn, wonnen hun openingswedstrijd. Een van de speelsters, Saar Trijsburg, blikte terug op de openingswedstrijd en benadrukte hoe bijzonder het was om in het Olympisch Stadion van 1936 te kunnen spelen.

Lees ook: Geschiedenis Olympisch basketbal

Nederlands Mannenhockeyelftal op Internationale Toernooien: Een Chronologisch Overzicht

Nederland ontbrak op de eerste twee Olympische Spelen waar hockey op het programma stond (1908 en 1920), mede doordat er in Nederland lange tijd niet volgens de internationale regels werd gespeeld. Pas op 23 maart 1926 speelde Nederland zijn eerste officiële interland. In 1928 kwam hockey namelijk op de Olympische kalender en Oranje wilde graag deelnemen aan het Olympisch hockey in eigen land. Daarom werd er overgeschakeld op de internationale regels. Tijdens de Olympische Spelen van Amsterdam in 1928 wonnen de Nederlandse heren direct zilver. In 1932 ontbrak Oranje weer, om vervolgens in 1936 weer brons te winnen.

Na de Tweede Wereldoorlog kende Nederland een sterke generatie met Dick Loggere, Han Drijver, Dik Esser en Roepie Kruize. Deze spelers leidden Nederland naar brons in 1948 en zilver in 1952. In 1956 ontbrak het Nederlands hockeyteam op de Olympiade wegens de boycot van Nederland als protest tegen de Russische inval in Boedapest. Tussen 1960 en 1984 was er weinig succes voor de Nederlandse hockeymannen op de Olympische Spelen; er werd geen enkele medaille gewonnen. In 1973 behaalde Nederland echter wel succes op het tweede wereldkampioenschap in Amstelveen, waar de wereldtitel werd gewonnen met sterspeler Ties Kruize (zoon van Roepie Kruize).

Vanaf 1988 bereikte Nederland steevast de laatste vier op de Olympische Spelen en ook de prestaties op de WK's werden constanter. In 1990 werd de tweede wereldtitel veroverd, de enige buiten Nederland. In 1998 volgde de derde wereldtitel, behaald in Utrecht. In 1996 en 2000 wonnen de Oranje-mannen de Olympische titel, wat een ongekend succes was. De basisploeg wisselde tijdens de toernooien van 1996-1998-2000 wel eens van samenstelling, maar de volgende spelers maakten al die jaren deel uit van de selectie: Jacques Brinkman, Jeroen Delmee, Ronald Jansen, Erik Jazet, Bram Lomans, Wouter van Pelt, Stephan Veen, Remco van Wijk en Teun de Nooijer. Enkele andere toppers zoals Floris Jan Bovenlander, Marc Delissen en Taco van den Honert waren na de gouden medaille van 1996 afgezwaaid als international.

Belangrijkste Prijzen van het Nederlands Mannenhockeyteam

  • Olympisch goud: 1996, 2000
  • Olympisch zilver: 1928, 1952, 2004, 2012
  • Olympisch brons: 1936, 1948, 1988
  • Wereldkampioen: 1973, 1990, 1998
  • Europees kampioen: 1983, 1987, 2007, 2015
  • Champions Trophy/World Hockey League: 1981, 1982, 1996, 1998, 2000, 2002, 2003, 2006, 2013

Ranglijsten met de Beste Nederlandse Hockeyers

Hockey Top 50

In 2009 publiceerden Rim Voorhaar en Philip Kooke het boek "Hockey Top 50", waarin de beste 50 mannelijke en 50 vrouwelijke hockeyers aller tijden van Nederland werden opgenomen. Hoewel hun keuzes subjectief waren, biedt dit boek een overzicht van de beste hockeyers van Nederland tot medio 2009.

De lijst bevat onder meer:

  • Teun de Nooijer
  • Ties Kruize
  • Stephan Veen
  • Floris Jan Bovelander
  • Wouter Leefers
  • Dick Loggere
  • Taco van den Honert
  • Han Drijver
  • Maarten Sikking
  • Marc Delissen
  • Roepie Kruize
  • André Bolhuis
  • Aat de Roos
  • Tom van 't Hek
  • Dik Esser
  • Paul Litjens
  • Jeroen Delmee
  • Ronald Jansen
  • Arie de Keyzer
  • Jacques Brinkman
  • Ernst van den Berg
  • Frans Spits
  • Erik Jazet
  • Eddy Tiel
  • Hans Schnigter
  • Marten Eikelboom
  • Nico Spits
  • Ronald Jan Heijn
  • Jeroen Zweerts
  • Wim van Heel
  • Cees Jan Diepeveen
  • Ron Steens
  • Rein de Waal
  • Wouter van Pelt
  • Henk Bouwman
  • Taeke Taekema
  • Jan Piet Fokker
  • Piet Bromberg
  • Thom van Dijck
  • Robert van der Horst
  • Maarten van Grimbergen
  • René Klaassen
  • Theo van Vroonhoven
  • Theodoor Doyer
  • Pieter Weemers
  • Emile Duson
  • Guus Vogels
  • Remco van Wijk
  • Bart Taminiau
  • Erik Parlevliet

Top 500

In het boek "Top 500" (1999) werden in alfabetische volgorde de beste 500 Nederlandse sporters van de twintigste eeuw beschreven. De volgende hockeyers stonden in de "Top 500":

  • André Bolhuis
  • Floris Jan Bovelander
  • Jacques Brinkman
  • Marc Delissen
  • Cees Jan Diepeveen
  • Han Drijver
  • Dik Esser
  • Tom van 't Hek
  • Taco van den Honert
  • Roepie Kruize
  • Ties Kruize
  • Wouter Leefers
  • Paul Litjens
  • Dick Loggere
  • Maarten Sikking
  • Stephan Veen
  • Rein de Waal

Het ontbreken van Teun de Nooijer in die lijst is niet verwonderlijk, omdat het grootste deel van de loopbaan van de Nooijer nog voor zich lag toen het boek "Top 500" verscheen.

Top 100 van de Nederlandse Sport

In het boek "Top 100 van de Nederlandse Sport" uit 2012 worden drie hockeyers genoemd, namelijk Teun de Nooijer (op nummer 14), Ties Kruize (op nummer 52) en Stephan Veen (op nummer 60). Overigens werd de mannenhockeyploeg uit de jaren 1996-2000 (tweemaal Olympisch kampioen, eenmaal wereldkampioen) in hetzelfde boek opgenomen bij de beste tien sportteams uit de Nederlandse geschiedenis.

Belangrijke Nederlandse Hockeyers uit de Geschiedenis

Hoewel hockey een teamsport is, zijn er in elk team spelers met extra kwaliteiten. Hieronder volgt een chronologisch overzicht van bijzondere hockeyers uit de Nederlandse geschiedenis. Elke succesvolle generatie is in dit overzicht vertegenwoordigd met één of meerdere bijzondere spelers.

Dick Loggere (1921-), Leider en Winnaar

Dick Loggere, geboren 6 mei 1921 (85 interlands, 3 doelpunten), was een geboren leider. Hij speelde hockey niet alleen voor de lol, maar wilde vooral winnen en had daar veel voor over. Loggere trainde hard, lette goed op zijn voeding en dacht voortdurend na over het hockeyspel. Tien jaar lang was Loggere aanvoerder van het Nederlands team.

Roepie Kruize (1925-), De Goalgetter

Roepie Kruize, geboren 18 januari 1925 (69 interlands, 56 doelpunten), is de "stamhouder" van de bekendste hockeyfamilie uit Nederland. Zijn zussen Els en Sieke waren ook international, zijn broer Gerrit "Ekkie" speelde op de Olympische Spelen van 1956 voor de Verenigde Staten. Zijn zoons Hans, Jan-Jidde en Ties speelden allemaal voor het Nederlands elftal. Kruize was een echte goalgetter. Hij liep bijna "één op één".

Ties Kruize (1952-), De Alleskunner

Ties Kruize, geboren 17 november 1952 (202 interlands, 167 doelpunten), wordt door velen beschouwd als de beste Nederlandse hockeyer ooit, al kan daar over gediscussieerd worden. Kruize is in ieder geval een van de meest complete hockeyers die in Oranje heeft gespeeld. Hij begon zijn loopbaan als aanvaller, maar kwam in de loop der jaren ook wel eens op het middenveld terecht om het spel te verdelen. In 1973 bereikte hij grote hoogte en was hij de beste speler en topscoorder van het gewonnen wereldkampioenschap in Amstelveen. Na een zwaar auto-ongeluk twee jaar later leek zijn carrière voorbij. Anderhalf jaar later stond hij terug op het hockeyveld. In zijn laatste jaren als tophockeyer liet Kruize zien dat hij ook een uitstekende ausputzer was. Kruize werd gevreesd om zijn keiharde en loepzuivere strafcorner. Kortom, Ties Kruize was een alleskunner.

Wouter Leefers (1953-), De Technisch Begaafde Middenvelder

Wouter Leefers, geboren 12 januari 1953 (156 interlands, 28 goals), was een technisch begaafde middenvelder. Zijn assists of uitgelokte strafcorners zijn ontelbaar. Een Olympische medaille ontbreekt weliswaar op zijn palmares, maar de wereldtitel van 1973 in eigen land maakt veel goed.

Tom van 't Hek (1958-), De Nummer Veertien

Tom van 't Hek, geboren 1 april 1958 (221 interlands, 106 doelpunten), was de eerste hockeyspeler die vaak met nummer veertien speelde. Van 't Hek heeft weliswaar niet de absolute klasse zoals de Nooijer om als de "Johan Cruijff van het hockey" door het leven te gaan, maar technisch deed hij maar weinig onder voor anderen. Het was voor eigenzinnige Tom van 't Hek geen probleem om vanaf links te spelen, vooral door zijn uitstekende backhand. Bovendien scoorde hij opvallend veel velddoelpunten, want hij nam zelden strafcorners.

Ronald Jansen (1963-), De Beslissende Keeper

Ronald Jansen, geboren 30 december 1963 (183 interlands, 0 doelpunten), was de keeper tijdens de gouden periode 1996-2000. Hij was destijds van doorslaggevende betekenis.

Floris Jan Bovelander (1966-), De Strafcornerspecialist

Floris Jan Bovelander, geboren 19 januari 1966 (241 interlands, 215 doelpunten), kwam soms nonchalant over, maar stond er wel op de momenten als het er echt toe deed. Zo scoorde hij zowel in de WK-finale van 1990 als in de finale van de Olympische Spelen van 1996 tweemaal uit een strafcorner. De aanvallende linksback (die ook wel eens op het middenveld speelde) kwam zijn hele leven uit voor Bloemendaal.

Jacques Brinkman (1966-), De Fanatieke Teamspeler

Jacques Brinkman, geboren 26 augustus 1966 (337 interlands, 84 doelpunten), speelde een groot deel van zijn loopbaan als (rechter)middenvelder. Maar bondscoach Roeland Oltmans zette hem op de Olympische Spelen van 1996 op de rechtsachterplaats. Op die positie speelde hij diverse interlands, al was het wel met frisse tegenzin. Met zijn fanatisme was hij echter altijd waardevol, of hij nu speelde als aanvaller, middenvelder of verdediger.

Stephan Veen (1970-), De Leider

Stephan Veen, geboren 27 juli 1970 (275 interlands, 116 doelpunten), begon als talentvolle rechterspits en brak al snel door. Toen een aantal dragende spelers stopte na de gouden medaille in 1996, werd Veen de nieuwe leider van Oranje. Hij werd teruggehaald naar het middenveld en werd de nieuwe aanvoerder. Op de Olympische Spelen van 2000 stak Veen boven alles en iedereen uit. In de finale tegen Zuid-Korea (3-3) scoorde hij alle Nederlandse doelpunten. In de strafballenserie maakte Veen de beslissende strafbal. Een mooier afscheid als international is niet denkbaar.

Teun de Nooijer (1976-), De Maestro

Teun de Nooijer, geboren 22 maart 1976 (453 interlands, 214 doelpunten), heeft een groots carrière achter de rug. Ontelbare prijzen, ontelbare doelpunten, ontelbare geslaagde acties en passes. Hij werd driemaal uitgeroepen tot beste hockeyer ter wereld en won vier Olympische medailles, waarmee hij de meest succesvolle Olympische teamsporter uit Nederland is. Hij begon als talentvolle linkerspits en groeide daarna uit tot aanvallende linkshalf van wereldklasse. Er is geen twijfel mogelijk dat De Nooijer een van de beste hockeyers is die Nederland heeft voortgebracht.

Taeke Taekema (1980-), De Strafcornerspecialist

Taeke Taekema, geboren 14 januari 1980 (242 interlands, 221 doelpunten), kende een onbevredigend einde van zijn loopbaan toen hij geheel onverwacht de definitieve selectie voor de Olympische Spelen van 2012 niet haalde. De cijfers van de strafcornerspecialist zijn overweldigend: 242 interlands en 221 doelpunten. Hiermee heeft de verdediger een ongekend gemiddelde van bijna 1 op 1.

De Keepersclub: Ondersteuning en Training voor Hockeykeepers

De Keepersclub is er voor alle keepers van Schaerweijde, van de jongste keepers in de O9 tot en met de senioren. Het doel is om alle keepers, naast hun teamtraining, nog een uur individueel te trainen en keepersvaardigheden bij te brengen, en om deze groep hockeyspelers te ondersteunen en te stimuleren.

Training en Ondersteuning

Bij de O9 staat er voor het eerst een keeper in de goal. Iedere speler speelt twee wedstrijden als keeper en volgt dus twee keeperstrainingen, zodat iedereen kennis kan maken met het hockeykeeper zijn. In de O10 komen de spelers nog steeds afwisselend naar de keeperstraining en verdedigen ze het doel tijdens de wedstrijden. Spelers die het superleuk vinden om te keepen en erover denken om vaste keeper te worden, mogen iedere week naar de keeperstraining komen, naast de teamgenoten die elkaar afwisselen. Vanaf dat moment is het tijd voor een eigen tas met een keeperspak. Bij de junioren, G-hockey en de senioren is het streven dat elk team een vaste keeper heeft, die dan iedere week, naast de teamtrainingen, één keer per week keeperstraining krijgt. Als een team geen vaste keeper heeft, kan de wisselkeeper deelnemen aan de keeperstraining.

Tijdens de trainingen wordt aandacht besteed aan een goede basishouding, het goed leren beheersen van de technische bewegingen, een goede timing en de juiste manier van ballen wegwerken. De Keepersclub wordt geleid door enthousiaste vrijwilligers en een professionele keeperstrainer. Op 25 woensdagen (22 keer op het veld en 3 keer in de zaal) krijgen alle keepers op veld 5 onder de leiding van Arek Matuszak, oud-keeper van Schaerweijde Heren 1 en voormalig keeper van het Pools Nationale hockeyteam. De O9 en O10 jeugd krijgt training van Arek in samenwerking met jeugdtrainers uit de O12- en O14-lijn van Schaerweijde. De junioren en parahockey keepers krijgen training van Arek in samenwerking met jeugdtrainers uit de O16- en O18-lijn van Schaerweijde en de keeperstrainers van GoalieWorks. De senioren krijgen training van Arek eventueel in samenwerking met ervaren jeugdtrainers uit de O18-lijn van Schaerweijde.

GoalieWorks

GoalieWorks, opgericht door Pirmin Blaak, oud-keeper van het Nederlands Elftal, wil goede keeperstraining mogelijk maken voor iedere keeper die beter wil leren keepen. Om dit te bereiken hebben zij regionale keepersscholen opgericht waar iedere keeper welkom is. GoalieWorks levert keepertrainers van het hoogste niveau, waardoor elke training een mooi leermoment is.

Materiaal en Clinics

Samen met de materiaalcommissie zorgt de Keepersclub ervoor dat iedere keeper over de juiste spullen beschikt om iedere week weer het doel te verdedigen. Een uitrusting voor een nieuwe keeper, materiaal dat te klein is of onverhoopt kapot is gegaan, wordt samen met de materiaalcommissie opgelost.

Er worden regelmatig keepersclinics op Schaerweijde georganiseerd, onder andere door GoalieWorks. Deze clinics zijn erg populair omdat het voor keepers ontzettend leuk is om met keepers van andere clubs ervaringen uit te wisselen. Gedurende 2 uur wordt er op hoog niveau getraind.

Belang van de Keeper

De keeper heeft een andere positie in het veld, een solo positie, en een hele belangrijke want een keeper kan beslissend zijn in een wedstrijd. Het is belangrijk om daar aandacht voor te hebben. Aan het begin van het seizoen geeft de Keepersclub uitleg aan de coaches en managers van de jeugd hoe de keeper het beste begeleid kan worden tijdens wedstrijden en trainingen. Door een keepersmaatje aan te stellen, af te spreken dat als er een doelpunt door het team wordt maakt, ook gevierd wordt met de keeper, pas het veld af te gaan als een keeper het pak uit heeft en samen de tas op te ruimen. De Keepersclub geeft informatie hoe de trainingen voor het team én de keeper uitdagend kunnen zijn. Daarnaast worden met keepers die dit willen twee keer per jaar een (evaluatie)gesprek gevoerd en wordt aan het begin van het seizoen een bijeenkomst georganiseerd met alle keepers en de keeper van Heren 1 of Dames 1.

Keepers: De Moedigste Spelers op het Veld

Keepers in het hockey zijn vaak mensen met een hoge pijngrens, veel incasseringsvermogen en rust in het oog van de orkaan. De hockeybal …

tags: #olympische #spelen #1936 #hockey #nederlands #team