In Nederland is voetbal een diepgewortelde sport met een rijke historie. De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond (KNVB) speelt een cruciale rol in de organisatie en ontwikkeling van het voetbal in het land, van de Eredivisie tot de amateurvoetbalcompetities. Dit artikel geeft een overzicht van de geschiedenis van de KNVB-klasse, de competitie structuur en de ontwikkelingen in het amateurvoetbal.
Huidige situatie van het amateurvoetbal
Momenteel zijn er in Nederland 2.341 veldvoetbalclubs actief in verschillende competities, met in totaal 2.219 teams in een standaardcompetitie. Er zijn fusies geweest die hebben geleid tot nieuwe clubs, maar ook clubs die zich niet meer hebben ingeschreven voor een standaardcompetitie. Een opvallende trend is de verschuiving van zondag naar zaterdag, waardoor het aantal clubs dat op zaterdag speelt nu in de meerderheid is.
De unieke voetbalpiramide
Nederland kent een unieke voetbalpiramide met een scheiding tussen zaterdag- en zondagcompetities. Deze scheiding is ontstaan na de fusie van de KNVB met verschillende levensbeschouwelijke voetbalbonden in 1940. De protestants-christelijke CNVB bedong het recht om niet op zondag te hoeven spelen, een recht dat tot op heden gerespecteerd wordt. De spreiding van zaterdagclubs is geconcentreerd in de zogenaamde bijbelgordel, terwijl de zondagclubs meer langs traditionele historische lijnen liggen.
De competitie structuur door de jaren heen
Vanaf 1888 wordt er in Nederland in competitieverband gespeeld. In die periode is de competitiestructuur voortdurend veranderd, met zeven verschillende periodes die te onderscheiden zijn.
1. De basis van de piramide (1888-1916)
In de beginjaren was er slechts één competitie, een eerste klasse met clubs uit de grote steden. In 1890 werd een tweede klasse ingesteld, gevolgd door competities in Oost- en Noord-Nederland. In 1894 ontstond de eerste afdelingsbond in Amsterdam, die regionale competities organiseerde onder de vlag van de KNVB. In 1913 kwam er een landelijke dekking van eerste klassen, met de promotie van de hoogste afdeling in Zuid-Nederland tot eerste klasse.
Lees ook: Maatschappelijke betrokkenheid in het amateurvoetbal: een onderzoek.
2. Uitbreiding en verzuiling (1917-1939)
Na de Eerste Wereldoorlog groeide het voetbal uit tot een volkssport, wat leidde tot de uitbreiding van de piramide. De verzuiling had steeds meer invloed op het voetballandschap, met de oprichting van katholieke, socialistische en protestants-christelijke voetbalbonden. In 1917 kwam er een tweede westelijke eerste klasse, maar de oude eerste klassers voorkwamen dat de clubs gemixt werden.
3. Fusie en herstructurering (1940-1954)
Gedwongen door de oorlogsomstandigheden vond er in 1940 een fusie plaats tussen de KNVB en de bonden van de verschillende zuilen. De katholieken en protestanten behielden hun wensenlijstje, waardoor de scheiding tussen zaterdag- en zondagvoetbal bleef bestaan. Na de oorlog werd de competitie weer opgepakt en werd het aantal districten verhoogd naar zes.
4. De intrede van het profvoetbal (1954-1971)
In 1954 stapte Nederland over op het profvoetbal. Na een korte periode met een wilde profbond (NBVB) werd de competitie opnieuw gestart met vier eerste klassen die het betaalde voetbal vormden. Het aantal clubs dat voor profvoetbal koos, bleef groeien, waardoor er vijf profafdelingen ontstonden. In 1956 werd ook voor het eerst gespeeld om het amateurkampioenschap.
5. Formalisering van de scheiding (1971-1996)
De scheiding tussen profs en amateurs, die al vanaf begin jaren zestig bestond, werd in 1971 geformaliseerd. Het aantal profclubs werd verder teruggebracht en de Tweede Divisie verdween. De amateurkampioen had niet meer automatisch het recht om te promoveren. In 1974 werd op zondag de hoofdklasse ingevoerd boven de eerste klasse.
6. Samenvoeging en vernieuwing (1996-heden)
In 1996 gingen alle regionale afdelingsbonden op in de KNVB. Het papieren niveauverschil tussen zaterdag- en zondagvoetbal werd geschrapt. De piramide moest opnieuw vorm krijgen. Met de invoering van de nieuwe competitiestructuur in 2016 is de opzet van de nacompetitie verder aangepast. Er zijn nu vier divisies, waarbij de kampioenen rechtstreeks promoveren en de teams die als tweede eindigen deelnemen aan de nacompetitie.
Lees ook: KNVB-overschrijvingen: Een complete gids
Het amateurvoetbal vandaag
Het Nederlandse amateurvoetbal kent een lange en rijke geschiedenis. De huidige voetbalpiramide biedt tal van mogelijkheden voor clubs op verschillende niveaus om zich te meten en te groeien. Recente aanpassingen, zoals de introductie van de Tweede, Derde Divisie en Vierde Divisie, hebben de competitieve structuur versterkt en de kwaliteit van het amateurvoetbal bevorderd.
De rol van de KNVB
De KNVB speelt een cruciale rol in het amateurvoetbal. De bond organiseert competities en bekertoernooien, en biedt ondersteuning aan de verenigingen. Daarnaast zet de KNVB zich in voor de ontwikkeling van het meiden- en vrouwenvoetbal, het G-voetbal en het futsal.
Indeling van de competities
De KNVB hanteert een gestructureerd districtsysteem voor het indelen van competities in Nederland. Buiten het landelijke voetbal is Nederland verdeeld in zes districten: Noord, Oost, West I, West II, Zuid I en Zuid II. Elk district heeft zijn eigen competitieorganisatie, bestuursleden en competitieaanpak.
Nacompetitie
De nacompetitie is een spannend onderdeel van het Nederlandse amateurvoetbal, waarbij teams strijden om te promoveren naar een hogere klasse of om degradatie te voorkomen. Het is een systeem dat is ontwikkeld om teams die in de reguliere competitie niet automatisch kunnen promoveren of degraderen, een extra kans te geven.
Lees ook: Scheidsrechter niet aanwezig? Dit zijn de stappen
tags: #knvb #klasse #geschiedenis #overzicht