Dit artikel werpt een blik op de keepers van PSV in de periode van 1970 tot 1979, een tijdperk waarin de club grote successen boekte. We duiken in de namen die het doel verdedigden en de prestaties die ze leverden. Daarnaast plaatsen we deze periode in de bredere context van de beste Nederlandse keepers aller tijden en de rijke historie van PSV.
De Beste Nederlandse Keepers Aller Tijden: Een Context
Voordat we ons specifiek richten op de PSV-keepers van de jaren '70, is het goed om een beeld te hebben van de keepers die in Nederland als de absolute top worden beschouwd. Namen als Jan van Beveren, Edwin van der Sar en Hans van Breukelen duiken vaak op in discussies over de beste Nederlandse keepers aller tijden.
Jan van Beveren, door velen beschouwd als de beste keeper die Nederland ooit heeft voortgebracht, is een legende. Zijn stijlvolle duiken en reflexen maakten hem tot een publiekslieveling. Hij was een maatstaf voor vele andere keepers. Willem van Hanegem noemde hem "qua aanleg één van de besten van de wereld". Van Beveren speelde van 1970 tot 1980 voor PSV.
Andere keepers die in overweging genomen moeten worden in deze discussie zijn onder andere:
- Edwin van der Sar: Met 130 interlands is hij recordinternational. Hij speelde voor Ajax, Juventus, Fulham en Manchester United en won tweemaal de UEFA Champions League en eenmaal de UEFA Cup.
- Hans van Breukelen: Hij speelde 73 keer voor het Nederlands elftal en won met PSV zes keer het Nederlands landskampioenschap en in het seizoen 1987/88 de Europacup I. Met het Nederlands elftal werd hij in 1988 Europees kampioen.
- Gejus van der Meulen: Hij was in de jaren '20 en '30 van de twintigste eeuw één van de populairste sportmensen van Nederland.
Deze keepers hebben niet alleen op clubniveau gepresteerd, maar hebben ook een belangrijke rol gespeeld in het Nederlands elftal.
Lees ook: Essentiële keepersuitrusting
PSV Keepers in de Spotlight: 1970-1979
De jaren 1970-1979 waren een succesvolle periode voor PSV, met landstitels en zelfs een UEFA Cup-winst in 1978. De keepers die in deze periode het doel verdedigden, waren cruciaal voor deze successen.
In deze periode was Jan van Beveren de onbetwiste nummer één onder de lat bij PSV. Hij kwam in het seizoen 1970-1971 bij PSV terecht. Voor een recordbedrag van 1 miljoen gulden ging hij van Sparta naar PSV. Hij werd als het ware geruild met Pim Doesburg, die terugkeerde naar Sparta. In die tijd waren zijn trainers achtereenvolgens Kurt Linder en Kees Rijvers. Onder trainer Kees Rijvers was Jan van Beveren zeer succesvol.
Ton van Engelen was een ervaren en geduldige bankzitter. Toen Feyenoord in 1979 vertrekkend doelman Treytel moest vervangen, werd Van Engelen naar Rotterdam gehaald. Tijdens zijn jaren bij Feyenoord is Van Engelen, in het seizoen 1982-1983, ook nog een tijdje aan Go Ahead Eagles verhuurd.
De Jaren '70 in Context: PSV's Opkomst
Om de prestaties van de keepers in deze periode te waarderen, is het belangrijk om de context van PSV's opkomst in de jaren '70 te begrijpen.
Trainer Kees Rijvers bouwde gestaag aan een sterke selectie, met namen als André van Gerven, Gerrie Deijkers, Peter Kemper, Kees Krijgh jr, Björn Nordqvist, Wim van den Dungen, Noud van Esdonk, Adrie van Kraaij, Pleun Strik, Ralf Edström, Harry Lubse, Eef Mulders, Paul Postuma, Bent Schmidt Hansen, René van de Kerkhof, Willy van de Kerkhof, Willy van der Kuijlen, Jan Poortvliet, Bertus Quaars, Geo de Leeuw, Huub Stevens, Peter Dahlqvist, Nick Deacy, Guy François, Ton van Engelen, Willy Janssen, Ton Wouters, Arthur Hoyer, Tom Smits, Torbjörn Nilsson, Jean Willrich, Ernie Brandts en Toine van Mierlo.
Lees ook: Humphrey Mijnals in Oranje
Jan van Beveren zou 46 wedstrijden in Europees verband voor PSV uitkomen. In de seizoenen 1970-1971 en 1974-1975 bereikte Jan van Beveren met PSV de halve finales van het Europacup ll toernooi. In het seizoen 1975-1976 bereikte Jan van Beveren met PSV de halve finale van het Europacup l toernooi. In 1978 veroverd Jan van Beveren met PSV de UEFA Cup ten koste van SC Bastia.
PSV in Vogelvlucht: Van Philips Elftal tot Europese Glorie
De geschiedenis van PSV begint al voor de officiële oprichting in 1913. In 1910 werd de basis gelegd voor de club die zou uitgroeien tot de huidige voetbalclub PSV. Op 15 januari 1911 speelde het elftal haar eerste wedstrijd, tegen Hollandia uit Woensel. Het veld was een stuk braakliggend terrein aan de Frederiklaan dat geschonken was door Philips aan het elftal. Die locatie is dezelfde plaats waar nu het Philips Stadion staat.
De officiële oprichting vond plaats op 31 augustus 1913, als vereniging voor en door medewerkers van Philips. De clubkleuren werden bepaald op rood en wit. Anton Philips onderkende het belang van het sporten en steunde de vereniging volledig.
In de beginjaren was PSV een club voor personeelsleden van de N.V. Philips’ Gloeilampenfabrieken. Pas in 1928 mochten mensen van buiten het bedrijf bij de vereniging aansluiten.
Het eerste kampioenschap van de Zuidelijke 1e klasse werd door PSV behaald in de periode 1928/1929. In de nacompetitie werden Feijenoord, Go Ahead en Sparta verslagen. Vervolgens werd Velocitas verslagen en werd PSV voor de eerste keer landskampioen.
Lees ook: De nasleep van het ongeluk: een analyse
In 1935 werd het landskampioenschap van 1929 geëvenaard. In de kampioenscompetitie bleek Go-Ahead de grootste rivaal.
Tijdens de oorlog stond Philips onder druk van de Duitsers en gebruikten de bezetters het sportpark voor militaire trainingen. De voetbalcompetitie moest van de Duitse bezetter gewoon doorgaan ondanks de oorlogssituatie.
Na de oorlog bouwde PSV gestaag verder aan haar succes. Onder leiding van trainers als Kees Rijvers en met spelers als Jan van Beveren beleefde de club in de jaren '70 een periode van grote successen.