Hockey is een dynamische sport die wordt gespeeld door twee teams van elk elf spelers. Het doel is om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander, waarbij de bal met een stick in het doel van de tegenstander moet worden gespeeld. De sport kent een aantal specifieke regels, waaronder regels met betrekking tot "hoog spelen". Dit artikel geeft een overzicht van de regels en richtlijnen rondom hoog spelen in hockey.
Basisprincipes van het Spel
Hockey wordt gespeeld met een stick, waarmee spelers de bal slaan, pushen of stoppen. De bal mag alleen met de platte kant van de stick worden gespeeld, en het spel vindt meestal plaats op een kunstgrasveld. Een team bestaat uit elf spelers, inclusief een keeper.
De Keeper en de Vliegende Keep
Elk team moet een keeper in het veld hebben, die beschermende uitrusting draagt zoals een helm, beenbeschermers (legguards), klompen en een shirt in een andere kleur. Een keeper mag ook extra bescherming dragen voor de armen, borst, bovenbenen en handen. Het is ook mogelijk om met een ‘vliegende keep’ te spelen, die meestal alleen een helm draagt (verplicht bij een strafcorner en strafbal) en een afwijkend shirt.
Teamkleding en Uitrusting
Alle spelers van een team dragen dezelfde clubkleding, bestaande uit een shirt, broek/rok en sokken in de clubkleuren. Scheenbeschermers en een mondbeschermer zijn verplicht. Bij een strafcorner mogen verdedigers een masker dragen.
Spelverloop
Een hockeywedstrijd bestaat uit twee helften van 35 minuten, met een pauze van 5 minuten tussen de helften. De wedstrijd begint met een toss om te bepalen welk team mag beginnen of de speelrichting mag kiezen. De beginslag wordt genomen vanaf het midden van de middenlijn, waarbij de bal in elke richting mag worden gespeeld.
Lees ook: Hockey spelregels: Belangrijke aspecten
Scheidsrechters en Hun Taken
Tijdens een wedstrijd zijn er twee scheidsrechters, elk verantwoordelijk voor een helft van het veld. Zij leggen de wedstrijd stil bij ongelukken of onweer. Een "bully" wordt gebruikt om het spel te hervatten na een onderbreking waarbij de bal tussen twee spelers wordt geplaatst die om de beurt met hun stick tegen de stick van de tegenstander tikken voordat ze proberen de bal te spelen.
Scoren en Buitenspel
Een doelpunt wordt gescoord als de bal binnen de cirkel wordt gespeeld en volledig over de doellijn gaat. Het team met de meeste doelpunten wint de wedstrijd. Als de bal over de zij- of achterlijn gaat, zijn er specifieke regels voor de hervatting van het spel, zoals een inslag, lange corner of uitslaan.
Wisselen van Spelers
Teams mogen onbeperkt spelers wisselen, behalve tijdens een strafcorner. De wissel moet plaatsvinden binnen 3 meter van de middenlijn, tenzij het een keeper betreft, die vlakbij het doel mag wisselen.
Overtredingen en Strafslagen
Het is belangrijk om sportief te spelen en overtredingen te vermijden. Spelers mogen hun stick niet gevaarlijk gebruiken, de bal niet opzettelijk boven kniehoogte slaan (behalve bij een schot op doel), en tegenstanders niet hinderen. Keepers hebben specifieke regels over het spelen van de bal buiten de cirkel.
Vrije Slag
Bij een overtreding kan een vrije slag worden toegekend. De bal moet stil liggen en tegenstanders moeten 5 meter afstand houden. Binnen het 23-metergebied van de tegenstander moet de bal eerst naar een teamgenoot worden gespeeld of 5 meter worden verplaatst voordat deze de cirkel in mag worden gespeeld.
Lees ook: Regels en uitvoering van de strafcorner
Strafcorner
Een strafcorner wordt toegekend bij een overtreding binnen het 23-metergebied, maar buiten de cirkel, of bij een opzettelijke overtreding binnen de cirkel. Bij een strafcorner mogen maximaal vijf verdedigers achter de achterlijn staan. Het eerste schot op doel mag niet hoger zijn dan de achterplank van het doel.
Strafbal
Een strafbal wordt toegekend bij een zware overtreding die een scoringskans ontnomen heeft. De strafbal wordt genomen vanaf een stip voor het doel, waarbij de speler eenmaal op doel mag pushen.
Persoonlijke Straffen
Scheidsrechters kunnen persoonlijke straffen geven in de vorm van groene, gele of rode kaarten. Een groene kaart is een waarschuwing en resulteert in een tijdelijke uitsluiting van 2 minuten. Een gele kaart betekent een uitsluiting van minimaal 5 minuten, en een rode kaart betekent definitieve uitsluiting van de wedstrijd.
Regels omtrent Hoge Ballen
Een belangrijk aspect van de hockeyregels betreft het spelen van hoge ballen. Hoge ballen mogen alleen op het doel worden gespeeld of in het veld als er geen gevaarlijke situatie ontstaat. Een bal die per ongeluk omhoog gaat zonder opzet en zonder gevaar is geen overtreding. Spelers mogen de bal omhoog spelen met een flick of scoop, mits dit geen gevaar oplevert.
Definitie van Gevaarlijk Spel
Een scoop is een pass in de vrije ruimte, niet naar een groep spelers. Een flick of scoop in de richting van een tegenstander binnen 5 meter wordt als gevaarlijk beschouwd. De speler die de bal ontvangt, heeft recht op de bal, en de tegenstander moet 5 meter afstand houden. Als de bal te laag wordt gespeeld en een tegenstander zich moet beschermen, wordt dit ook als gevaarlijk spel gezien.
Lees ook: Talent en keuzes: Het verhaal van Ellen Hoog
Beoordeling door de Scheidsrechter
De scheidsrechter beoordeelt of een hoge bal gevaarlijk is. Hierbij wordt gekeken naar de afstand tot de tegenstander, de hoogte van de bal en of de tegenstander zich moet beschermen. Ook ballen die per ongeluk omhoog worden gespeeld, moeten worden beoordeeld op basis van deze criteria.
Situaties met Hoge Ballen
- Aannemen van een Hoge Bal: Bij het aannemen van een hoge bal moet de tegenstander op 5 meter afstand staan. Te vroeg inlopen resulteert in een vrije slag voor de speler die de bal wil aannemen.
- Hoge Bal in de Kluts: Ook ballen die per ongeluk in de kluts omhoog worden gespeeld, moeten worden beoordeeld op basis van de criteria voor het aannemen van een hoge bal. De speler die de bal omhoog speelt met een andere speler in de buurt, maakt gevaarlijk spel en krijgt de vrije slag tegen.
Andere Vormen van Hockey
Naast het traditionele veldhockey zijn er ook andere varianten, zoals zaalhockey en zestalhockey, met aangepaste regels.
Zaalhockey
Zaalhockey wordt gespeeld in een sporthal met een kleiner veld en andere belijningen. Een team bestaat uit maximaal zes spelers, inclusief een keeper. Er zijn specifieke regels voor het spelen van de bal, en "shoot" en "afhouden" worden soepel gehanteerd.
Zestalhockey
Zestalhockey kan op verschillende velden worden gespeeld, afhankelijk van de beschikbare ruimte. De regels variëren afhankelijk van de grootte van het veld en het aantal spelers per team. In sommige varianten is het niet toegestaan om met een ‘vliegende keep’ te spelen.
Recente Regelwijzigingen
De regels van hockey worden regelmatig herzien om het spel aantrekkelijker en veiliger te maken. Recente wijzigingen omvatten onder meer de mogelijkheid om een hoge bal binnen vijf meter afstand te onderscheppen, mits dit veilig gebeurt en buiten speelafstand. Ook mogen verdedigers bij een strafcorner hun beschermende kleding aanhouden om de bal buiten de cirkel te spelen.
Blessureregel in de Hoofdklasse
In de Hoofdklasse is een blessureregel ingevoerd, waarbij een speler die binnen de lijnen van het veld wordt behandeld, het veld voor twee minuten moet verlaten.
Rol van de Scheidsrechter en Spelbegeleiding
De scheidsrechters spelen een cruciale rol bij het handhaven van de regels en het waarborgen van een eerlijk spelverloop. Zij beoordelen situaties, leggen het spel stil bij overtredingen en blessures, en geven straffen uit. In sommige competities zijn er ook spelbegeleiders die de scheidsrechters ondersteunen en ervoor zorgen dat de regels correct worden toegepast.
Video-referral
Tijdens wedstrijden van het Nederlands elftal en in de Hoofdklasse is er soms een videoscheidsrechter aanwezig. Teams mogen een video-referral aanvragen voor situaties in het 23-metergebied die leiden tot een strafcorner, strafbal of een doelpunt.