Dansen is een activiteit die al sinds mensenheugenis door mensen wordt beoefend. Van religieuze processies tot dorpsfeesten, dansen is altijd een manier geweest om vreugde, cultuur en gemeenschap te vieren. In Nederland is dit niet anders. Hoewel de focus vaak ligt op sporten zoals voetbal, schaatsen en wielrennen, heeft ook dansen een belangrijke plaats in de Nederlandse cultuur, met name in steden als Enschede.
De Opkomst van Sport en Beweging in Nederland
Om de geschiedenis van de hoofdklasse dansen in Enschede te begrijpen, is het belangrijk om eerst de bredere context van sport en beweging in Nederland te schetsen. Al sinds mensenheugenis geniet men in Nederland van activiteiten waarbij men in beweging is, al dan niet in competitief verband. Denk aan jagen, vissen & verzamelen, zwemmen & zeilen, activiteiten met paarden (riddertoernooien, draverijen, ringsteken etc.), speerwerpen, boogschieten, hardlopen, touwtrekken, en dorp- en stadsfeesten met muziek & dans. Kinderen waren vroeger veel meer buiten dan nu, hielpen mee op het land, maar speelden ook veel buiten, bijvoorbeeld met balspel, hoepelen en tollen.
Meer specifiek is de oudste informatie over glijdijzers voor schaatsen & sleeën van rond 1250. Rond 1400 werd al veel gekaatst en gekolfd (een voorloper van golf; veel te zien op geschilderde ijstaferelen uit de gouden eeuw) en aan klootschieten (een soort van kogelstoten) gedaan. Kaatsen was een variant op versies uit andere Europese landen en is als tennis zonder racket tevens voorloper van tennis. Het Friese veldkaatsten van nu is in de 16e eeuw geïntroduceerd. Anders dan kaatsen is de kolfsport wellicht een Nederlandse uitvinding.
Toen in 1815 het koninkrijk der Nederlanden werd ingesteld, golden in met name Holland en Friesland (paarden)drafsport en schaatsen naast zeilen & roeien als nationale vermaken. Dit was echter voordat het concept 'sport' in de huidige zin van het woord in zwang raakte.
De Invloed van Engelse Elitejeugd en de Opkomst van Sportclubs
De term 'sport' kreeg pas echt voet aan de grond in Nederland door de invloed van de Engelse elitejeugd cultuur. Deze cultuur sloeg over naar de jeugd uit de elite van Nederland. De decadente elite kon zich als eerste veroorloven om voor het plezier bewegen op die wijze te cultiveren. In 1865 werd een eerste voetbalwedstrijd gespeeld (in Enschede tussen 2 Britse teams).
Lees ook: Diepgaande Blik op de Korfbalwereld via KZ
Pim Mulier (1865-1954) werd de voornaamste pionier op dit gebied. Hij maakte in Engeland onder meer kennis met voetbal, atletiek en bandy en in Nederland sloeg vanuit de laatste sport met name veldhockey aan. Schaatsen kende Mulier al van huis uit. Er werden naar Engels voorbeeld in Nederland clubs opgericht en later in de 19e eeuw mondde dat geleidelijk aan uit in sportbonden. In die tijd waren sportclubs erg elitair. Wie bij een sportclub wilde, moest eerst een ballotagecommissie passeren. Om de sport zuiver te houden, vond de elite de amateurstatus erg belangrijk.
De Rol van Gymnastiek en de Popularisering van Sport
Min of meer buiten de elite om kreeg na 1852 vanuit Duitsland & Zweden (school)gym/ turnen geleidelijk voet aan de grond. Alras werd sport onderdeel van de jongerencultuur. Menige sportclub werd opgezet door tieners (sommigen van nog geen 15) uit verzet tegen ouders & docenten die sport als onfatsoenlijk of onchristelijk bestempelden. Voetbal & wielrennen werden van de nieuwkomers het snelst volkssport. Toen na de eerste wereldoorlog jongens er via de diensplicht mee in aanraking kwamen drongen ook andere sporten tot het volk door. De invoering van de 8-urige werkdag en de vrije zaterdagmiddag vormden een verdere stimulans.
De Eerste Sportclubs en Bonden
Qua georganiseerde sport is onduidelijk wanneer de eerste sportclub in NL het levenslicht mocht aanschouwen (de term sport raakte pas na 1850 in zwang). Als oudste is wel het Haags departement van het Hollands schaakgenootschap uit 1803 genoemd dat in 1808 weer ter ziele ging. Daarna zijn soms studentenclubs opgericht rond fysieke activiteiten anders dan “het glas heffen”. Van studenten gym & scherm vereniging Olympia uit Utrecht is bijv. bekend dat zulks in 1840 gebeurde (turnen). In 1848 volgde Amsterdam met handboog schutterij Concordia en in 1855 Rotterdam met de Anglo-Dutch “tannis” club (al is de laatste datering omstreden). Vast staat wel dat de oudste bond, die van zeil en roeiverenigingen, van 1847 is.
Het in 1879 in Haarlem door Pim Mulier opgerichte HFC geldt als oudste zuivere voetbalclub (er kwamen al eerder 2 clubs voor meerdere veldsporten). In 2013 vierde de Amsterdamse turnclub Olympia van Epke Zonderland haar 150jarig jubileum en de Amsterdamse zwemclub uit 1870 is naar verluidt eerste in zijn soort van Europa. Veel bonden van sporten waarin Nederlanders excelleerden zijn opgericht na 1880. Ze verwierven meestal verderop in hun bestaan het predicaat koninklijk.
Verzuiling en Sport
Typisch Nederlands was de sterke verzuiling van samenleving & sport, met name tussen de eerste wereldoorlog en de jaren '60. Calvinisten, katholieken en socialisten leefden in gescheiden werelden. Dit had zijn weerslag op clubs & bonden. Vanaf de jaren '70 fuseerden de eerste verzuilde bonden.
Lees ook: Complete Gids: JO11 District Beker Regels
Dansen in de 20e Eeuw en de Opkomst van de Hoofdklasse
Hoewel de exacte details over de opkomst van de hoofdklasse dansen in Enschede ontbreken in de verstrekte informatie, kunnen we aannemen dat de ontwikkeling parallel liep met de algemene trends in sport en beweging in Nederland. Naarmate de populariteit van sport en beweging toenam, groeide ook de interesse in dansen als een serieuze activiteit. Dansscholen werden opgericht, competities georganiseerd en uiteindelijk ontstond er een hoofdklasse waarin de beste dansers streden om de titel.
De Huidige Status van Sport in Nederland
Anno 2014 is het verantwoordelijke ministerie dat van VWS (volksgezondheid, welzijn en sport) met minister Edith Schippers als bewindspersoon voor sportbeleid. De sportsector in Nederland is in hoge mate zelfregulerend en zelf organiserend waarbij het ministerie haar rol omschrijft als stimulerend en faciliterend. Hoofdspelers in de sector zijn het NOC*NSF met haar netwerk van 76 aangesloten sportbonden die samen 27.700 clubs tellen en de gemeenten die verantwoordelijk zijn voor hun eigen sport, beweeg & voorzieningenbeleid.
Lees ook: Hockey Hoofdklasse Heren
tags: #hoofdklasse #dansen #ellie #gerrit #enschede #geschiedenis