Zaalhockey is een populaire variant van veldhockey dat indoor wordt gespeeld, voornamelijk tijdens de winterstop. Deze periode biedt hockeyers de mogelijkheid om hun vaardigheden te onderhouden en te verbeteren in een andere, snellere omgeving. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de duur van een zaalhockeywedstrijd en de regels die van toepassing zijn.
Wat is Zaalhockey?
Zaalhockey is een hockeyvariant die in een sportzaal wordt gespeeld. Het is een vorm van veldhockey die indoor wordt gespeeld. De trainingen en wedstrijden vinden plaats in een sportzaal. Zaalhockey is voor iedereen die graag in de winterperiode wil hockeyen. Je hoeft niet veldhockey te spelen om te mogen zaalhockeyen. Zaalhockey kan worden gespeeld door alle leeftijden.
De competities en trainingen van zaalhockey vinden altijd plaats tijdens de winterstop. De winterstop is altijd tussen het herfstseizoen en het voorjaarsseizoen. Vaak is dit van begin december tot eind februari, maar dat is natuurlijk afhankelijk van de speeldagenkalender van de KNHB.
Zaalhockeycommissaris
Wil je meer weten over de zaalhockeycompetitie bij jou in de buurt? Neem dan contact op met de zaalhockeycommissaris van de vereniging waar je wilt zaalhockeyen. Zaalhockeyen doe je bij hockeyverenigingen. De meeste verenigingen werken samen met een sporthal in de buurt. Hun teams spelen daar de wedstrijden.
Verschillen tussen Veldhockey en Zaalhockey
Er zijn verschillende opvallende verschillen tussen veldhockey en zaalhockey:
Lees ook: Zaalhockey: wedstrijdduur uitgelegd
Ondergrond en balken
Het belangrijkste verschil met zaalhockey is dat de wedstrijden binnen zijn, en er dus op een andere ondergrond wordt gespeeld. Daarbij komt ook kijken dat er geen zijlijnen zijn bij zaalhockey, daar liggen namelijk balken. De balken kunnen worden gebruikt om de bal tegenaan te spelen en zorgen ervoor dat de bal niet buiten het veld kan komen aan de zijkanten (tenzij de bal er overheen wordt gespeeld). Balken liggen dus niet op de achterlijn van een zaalhockeyveld. Balken zijn een van de factoren die ervoor zorgen dat zaalhockey een heel erg snel spel is. Een blaashal is een tijdelijke hal op bijvoorbeeld een veld op de vereniging. Het is een tent waar een speciale vloer wordt ingelegd. Blaashallen bieden ruimte voor 1 of 2 hockeyvelden en hebben meestal geen bar of kleedkamer.
Speelwijze
Bij zaalhockey mag de bal alleen worden gepusht. Dit is een bepaalde manier van spelen waarbij de bal geduwd wordt. De bal flatsen of slaan mag dus niet in de zaal. Daarnaast mag de bal niet van de grond afkomen, tenzij er op doel wordt geschoten. De bal mag in de zaal niet hoger dan 10 cm van de grond af komen. Dit geldt bij zowel aannames als passes. Bij het ontvangen van de bal, moet deze dus ook op de grond blijven. Als de bal hoog gaat, is dit een overtreding en krijgt de tegenpartij de bal. Kaatsen of tippen mag wel! Kaatsen is de bal doorspelen zonder een slaande beweging te maken. Tippen is je stick als helling gebruiken waardoor de bal omhoog komt of van richting wordt veranderd. Tippen mag alleen als schot op doel.
Teams
Zaalhockey wordt gespeeld in een 6-tegen-6 vorm, waarbij er over het algemeen 5 veldspelers en 1 keeper per team in het veld staan. In totaal mogen er maar 12 personen op het wedstrijdformulier. Dat betekent dat er naast de 6 veldspelers ook nog maximaal 6 wissels mee mogen naar de wedstrijd. Bij zaalhockey komt het veel voor dat de keeper wordt gewisseld met een veldspeler. Er staat dan 6 man in het veld, wat ervoor zorgt dat er een overtal aan veldspelers is. Dit wordt vaak gedaan als teams achter staan of gelijk staan. De speler die wisselt met de keeper krijgt niet de rechten van de keeper, en mag de bal dus net als alle andere veldspelers enkel spelen met de stick.
Veldhockey en zaalhockey staan los van elkaar
Iets wat ook opvallend is, is dat je bij een andere hockeyclub kan zaalhockeyen dan dat je op het veld doet. Zaalhockey en veldhockey staan dus helemaal los van elkaar, er wordt zelfs apart contributie voor gerekend!
Duur van een Zaalhockeywedstrijd
Een zaalhockeywedstrijd bestaat doorgaans uit twee helften met een korte pauze ertussen. De exacte duur kan variëren, maar er zijn enkele standaardformaten:
Lees ook: Hoe lang duurt het echt? Extra tijd in voetbal
Standaard wedstrijdduur
Een zaalhockeywedstrijd heeft twee helften van 20 minuten, met een pauze van 5 minuten. In totaal duurt een zaalhockeywedstrijd dus 40 minuten. Dit is gebruikelijk voor senioren topklasse standaard, subtopklasse standaard, 1e klasse standaard en topklasse reserve, alsook jeugd topklasse O18, O16 en O14.
Kortere wedstrijden
Soms kan het ook zo zijn dat zaalhockeywedstrijden 35 minuten duren zonder pauze. Dit wordt soms besloten omdat er een tekort aan zalen is of omdat er uitloop is in bepaalde zalen. Soms komt het zelfs voor dat een zaalhockeywedstrijd maar 30 minuten duurt. Ook dit is in verband met de beschikbaarheid van de zalen.
Verantwoordelijkheid van de zaalleiding
De zaalleiding is verantwoordelijk voor het bewaken van de tijd en het aanhouden van de speeltijden en rusttijden om uitloop te voorkomen. De tijd wordt in principe nooit stilgezet, behalve in de Hoofd- en Topklasse.
Speeltijden Jongste Jeugd
Voor de jongste jeugd gelden afwijkende speeltijden:
- O8: De O8 spelen in een 5 tegen 5 vorm. Een wedstrijd duurt 2x 10 minuten met 3 minuten rust.
- O9: Een wedstrijd duurt 2x 15 minuten met 3 minuten rust.
- O10: Een wedstrijd duurt 2x 15 minuten met 3 minuten rust.
Belangrijke Spelregels en Overtredingen
Naast de specifieke regels over de speelwijze, zijn er ook andere belangrijke regels en overtredingen bij zaalhockey:
Lees ook: Duur handbalwedstrijd
Scoren
Scoren mag bij zaalhockey, net als bij veldhockey, enkel binnen de cirkel. Schoten op doel mogen wel hoog. maar aannames of passes binnen de cirkel moeten net als buiten de cirkel over de grond. Ook bij zaalhockey zijn er strafcorners en strafballen.
Wisselen
Wisselen bij zaalhockey werkt hetzelfde als bij veldhockey. De wissel moet plaatsvinden op de middellijn, of tijdens een dood spelmoment (een vrije bal). Omdat zaalhockey gespeeld wordt met 6 tegen 6 spelers en er maximaal 12 spelers mee mogen naar een zaalhockeywedstrijd volgens het wedstrijdformulier, worden teams vaak in zijn geheel gewisseld. Dit betekent dat de 5 veldspelers dan vaak gewisseld worden voor de 5 spelers op de bank. De twee verschillende teams binnen een team wisselen elkaar zo af! Bij een foute wissel (een speler loopt het veld al in als de gewisselde spelers het veld nog niet heeft verlaten) wordt bestraft met een strafcorner.
Liggend spelen
In de zaal is het verboden om 'liggend te spelen'. Je speelt liggend wanneer er meer dan 3 verschillende steunpunten de grond raken. Naast je twee voeten kan je dus met de hand aan je stick op de grond, maar je andere hand mag dan niet. Je knie ook op de grond is dan ook verboden. Dit geldt niet voor de keeper, die mag wel liggend spelen.
Door het blok spelen
Iemand zet een blok bij zaalhockey als deze zijn linkerhand op de grond heeft waar de stick in zit en deze stevig staat. Het is voor een tegenstander verboden om in het blok te spelen van een tegenstander, de risico's voor het oplopen van blessures is dan namelijk erg groot. De ballen kunnen heel erg hard van dichtbij in het blok gespeeld worden waardoor de kans groot is dat deze omhoog komt. Vaak volgt er een groene kaart als de bal opzettelijk in een blok wordt gespeeld.
Beschermde pass
Verplicht gebruiken van de beschermde pass bij opsluiting in de hoek. In de zaal kennen we de term “trapping” als opsluiten in de hoek. Een speler in balbezit mag niet opgesloten worden in de hoek van het veld of aan de balk door tegenstanders met hun stick plat op de grond. Tegenstanders moeten een opening laten waar de bal door kan worden gespeeld. Aanvallers die verdedigers opsluiten zonder opening krijgen een vrije push tegen. Verdedigers die aanvallers in de cirkel opsluiten riskeren een strafcorner wanneer ze geen opening laten. Manage deze situaties door de spelers verbaal te helpen door te benadrukken dat ze voldoende ruimte moeten laten. Nieuw dit seizoen is dat de opening ook daadwerkelijk moet worden gebruikt. De eerste pass die wordt gegeven door deze opening is een beschermde pass. Dat betekent dat de tegenstander deze pass/bal niet mag onderscheppen. Na de eerste pass vervolgt het spel zich in vrij spel.
Heel belangrijk bij deze nieuwe interpretatie is dat de scheidsrechter de situatie begeleid. De scheidsrechter begeleidt de spelers om aan te geven waar de ruimte is. Bijvoorbeeld: “zijbalk is vrij” of “achterlijn is vrij”. Echter, na twee keer coachen moet de speler ook handelen naar de aanwijzingen. Gebeurt dit niet, dan begaat de speler een overtreding.
Samenvattend:
- Spelers die een tegenstander opsluiten begaan een overtreding (vrije push/ strafcorner)
- Spelers die de gegeven ruimte niet benutten begaan ook een overtreding (vrije push/ strafcorner)
- Schijnruimte creëren doordat tegenstanders de opening telkens open en dicht doen (spoorboom-effect) is niet toegestaan.
Strafcorner Management
Bij een strafcorner zijn er specifieke regels voor het management:
- De tijd loopt door bij het toekennen van een strafcorner (niet stilzetten).
- Er is maximaal 30 seconden voor het nemen van de strafcorner.
- Verdedigers mogen een masker dragen, maar moeten dit afdoen zodra de strafcorner is beëindigd en ze zich op de eigen helft bevinden.
- Als de bal na de strafcorner direct doorschiet tot meer dan 3 meter buiten de cirkel, mogen verdedigers hun masker ophouden tot de eerste veilige mogelijkheid om het af te doen.
Benodigdheden voor Zaalhockey
Net als bij veldhockey heb je verschillende spullen nodig om zaalhockey te kunnen spelen! Hieronder worden alle dingen die je nodig hebt om zaalhockey te spelen uitgelegd!
Zaalhockeystick
Net als bij veldhockey, is de zaalhockeystick het belangrijkst, zonder kan je immers niet spelen! Een zaalhockeystick is een stuk dunner dan een veldhockeystick. Daarnaast zijn de zaalhockeysticks ook een stuk lichter dan veldhockeysticks. Zaalhockey is een stuk technischer dan veldhockey omdat de bal een stuk sneller gaat door de gladde ondergrond en omdat het speelveld veel kleiner is dan bij veldhockey. Doordat de zaalhockeysticks dunner en lichter zijn, zijn deze beter geschikt om snelle bewegingen te maken en komt dit dus de behendigheid voor het spelen van de bal ten goede!
Zaalhockeysticks zijn net als veldhockeysticks gemaakt van glasvezel, carbon of hout. Houten sticks zijn relatief goedkoop en worden aangeraden voor beginners. Met een houten stick is controle over de bal wat makkelijker, hout is namelijk minder stijf dan carbon of kunststof wat ervoor zorgt dat de bal niet hard van de stick afstuitert. Vooral bij het aannemen van de bal is een houten stick makkelijker. Carbon- en glasvezelsticks zijn duurder dan de houten sticks. Deze sticks zijn stugger en stijver waardoor de bal harder kan worden gespeeld. Meer gevorderde spelers kiezen daarom vaak voor een (gedeeltelijke) zaalhockeystick van carbon.
Zaalhockeybal
Hockeyballen die gebruikt worden bij zaalhockey worden ook wel zaalhockeyballen of zaalballen genoemd. Zaalhockeyballen zijn iets lichter dan veldhockeyballen, maar niet zo licht dat deze heel erg stuiteren op de zaalgrond. Zaalhockeyballen zijn een stuk gladder dan veldhockeyballen, waardoor deze minder weerstand hebben op de zaalondergrond. Doordat zaalballen lichter en gladder zijn, kunnen ze heel hard worden gespeeld!
Zaalhockey-handschoentje
Anders dan bij veldhockey zijn handschoentjes in de zaal wel verplicht, en ook zeker aan te raden! In de zaal is het nog belangrijker om een handschoentje te dragen dan bij veldhockey. Bij zaalhockey zit je namelijk heel erg veel laag, met je hand op de grond. De kans om een hockeybal op je hand te krijgen is daarom een stuk groter bij zaalhockey!
Bij zaalhockey is het dragen van een handschoentje daarom zeker aan te raden. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen 'hele handschoentjes' en 'halve handschoentjes'. Hele handschoentjes bedekken, zoals de naam al suggereert, de hele hand. Halve handschoentjes dekken vaak alleen de onderste helft van de vingers, en soms is de duim ook nog vrij. Wij raden aan om een hele handschoen te nemen die de vingers als de duim volledig bedekt. Ook is het raadzaam om een handschoentje aan te doen bij beide handen.
Zaalschoenen
Net zoals bij veldhockey, zijn er voor zaalhockey ook speciale schoenen. In principe kan je al zaalhockeyen met elke zaalschoen, maar zaalhockeyschoenen zijn wel anders dan bijvoorbeeld zaalvoetbalschoenen. Zaalhockeyschoenen zijn stevige schoenen zonder noppen. De opzet van de zaalhockeyschoenen zijn wel het zelfde als veldhockeyschoenen. Het zijn stevige schoenen die ervoor gemaakt zijn om makkelijk en snel te kunnen afzetten op een gladde ondergrond (de zaal) en de buitenkant van de schoen is van dikke stof. Dit is zo gemaakt dat een eventuele bal die tegen je voet komt minder pijn doet.
Bitje
Een bitje bij zaalhockey is niet anders dan een bitje bij veldhockey. Een bitje dragen is net zoals bij veldhockey verplicht. Dit geldt voor alle leeftijden: van de jongste jeugd tot de veteranenteams.
Scheenbeschermers
Scheenbeschermers bij zaalhockey zijn net zoals bij veldhockey verplicht. De scheenbeschermers die hockeyers dragen op het veld, kunnen ook prima in de zaal worden gedragen. Hiervoor hoeven hockeyers dus geen nieuwe scheenbeschermers aan te schaffen.
De Rol van de Zaalleiding
De zaalleiding is een cruciaal onderdeel van een zaalhockeywedstrijd en is verantwoordelijk voor:
- De speellocatie.
- Het wedstrijdverloop.
- Het toezien op het invullen van het Digitaal Wedstrijdformulier (DWF).
- Het neerleggen van de balken en plaatsen van de doelen (indien hun team als eerste in de zaal start).
- Het controleren van de zaal, kleedkamers en gangen op ongeregeldheden.
- Het klaarzetten van de wedstrijdtafel en het scorebord.
- Het bewaken van de tijd en aangeven wanneer een speler na een kaart mag terugkeren in het veld.
- Het verkorten van pauzes of wedstrijden bij uitloop van de tijd.
Zij houden de wedstrijdtijd bij en geven aan wanneer een speler na een kaart mag terugkeren in het veld.
De Zaalhockeycommissie
Veel verenigingen hebben een zaalhockeycommissie die zich richt op de volledige organisatie van het zaalhockeyseizoen. De leden van deze commissie hebben contact met de bond, de zaalbeheerders, plannen de trainingen en zetten de trainers in, uiteraard in samenwerking met de Technisch Commissie van de club. De communicatie en voorlichting richting spelers/teams gaat voornamelijk via de coaches van de teams. Tijdens de competitie wordt ook de arbitrage georganiseerd. Ook voor de zaal is het arbitragebeleid uitgangspunt voor het inzetten van de scheidsrechters. Voor seniorenteams geldt dat zij hun eigen scheidsrechter meenemen naar de wedstrijden in de zaal.