De eerste vrouwelijke keeper in de voetbalgeschiedenis

Vrouwenvoetbal heeft een lange en vaak over het hoofd geziene geschiedenis. Hoewel het vandaag de dag steeds meer erkenning krijgt, begon het allemaal met pioniers die tegen de stroom in roeiden. Dit artikel belicht de eerste vrouwelijke keepers in de voetbalgeschiedenis, met een focus op Nederland.

Vroege pogingen en tegenwerking

Al in 1895 waren er pogingen om vrouwenvoetbal in Nederland te introduceren. De British Ladies' Football Club benaderde Sparta Rotterdam voor een wedstrijd, maar de Nederlandsche Voetbalbond (NVB), de voorloper van de KNVB, stak hier een stokje voor. De bond was van mening dat wedstrijden tegen de Ladies' Club "den goeden naam van het voetbalspel zouden schaden".

Hoewel er in de jaren daarna sporadisch meldingen waren van vrouwenvoetbalclubs, kwam het pas echt van de grond na de Tweede Wereldoorlog. Op 11 januari 1955 schreef het Utrechts Nieuwsblad over de oprichting van een vrouwenvoetbalclub, waarvoor grote belangstelling was. Wel zestig meisjes reageerden op de oproep. De dag erna, op woensdagavond 12 januari 1955 kwamen ze allemaal bij elkaar in café-restaurant ’t Kalfje, en werd de eerste vrouwenvoetbalclub Herbido (vernoemd naar de clubs Hercules, Bilthoven en DOS) officieel opgericht.

Lenie van der Jagt: Een pionier

Een van de belangrijkste figuren in de vroege geschiedenis van het Nederlandse vrouwenvoetbal is Lenie van der Jagt (nu Van Wensveen). Op 23 september 1956 speelde ze op 14-jarige leeftijd de allereerste interland voor vrouwen tegen West-Duitsland. Dat moest buiten de KNVB om, want de bond erkende vrouwenvoetbal toen nog niet. Van der Jagt was pas 14 jaar oud tijdens haar debuut in het Nederlands elftal. Ze speelde op haar vaders voetbalschoenen met kranten erin. In de eerste interland stond ze in de basis en maakte ze als jongste international de enige goal.

"Ik was wel een beetje nerveus", zegt Van Wensveen bescheiden. Er waren 15.000 toeschouwers, onder wie haar trotse vader, herinnert ze zich. "Na afloop moest ik handtekeningen uitdelen."

Lees ook: Humphrey Mijnals in Oranje

Gien van Maanen: De eerste keepster

In diezelfde wedstrijd stond Gien van Maanen in het doel. Van Maanen begon in 1950 haar sportieve loopbaan bij het veldhandbal, bij de Spoorweg Sportvereniging SSVU. Twee jaar later stapte ze over naar Athleta. Ondertussen organiseerde ze internationale handbalreizen. Begin 1955 raakte Van Maanen steeds meer geïnteresseerd in het voetbal. Ze las een advertentie in het Utrechts Nieuwsblad van Wil van Bruggen. Het was een oproep aan vrouwen om een eigen voetbalclub op te richten. Ook Clazien Verhoef en Joke van de Groenekan kwamen van deze Utrechtse club.

Van Maanen keepte voor het elftal. Twee pronkstukken in de expositie komen bij haar vandaan. Het eerste is een plakboek dat ze had gemaakt, met plaatjes van voetballers erin. Waar jongens al veel voorbeelden hadden - 'ik wil net zo goed worden als Abe Lenstra' - had Gien van Maanen niemand om naar op te kijken. "Ze had in haar plakboek allemaal mannetjes geplakt. De hoofden heeft ze vervangen door vrouwenhoofden en op deze manier creëerde ze haar eigen voorbeelden", vertelt sporthistoricus Jurryt van de Vooren. Hij hielp mee met het samenstellen van de expositie. Het tweede is het paar voetbalschoenen van een andere speelster, die Van Maanen ook heeft bewaard. Het opvallende aan deze schoenen? Ze zijn van plastic, omdat zij geen geld had voor leren schoenen.

"Ze regelden alles zelf - van het veld tot materialen tot tegenstanders. Het laat zien hoe moeilijk het toen was, maar voor mij staat het vooral ook symbool voor het doorzettingsvermogen en de wil om te voetballen", vertelt Van de Vooren.

Als keeper had Van Maanen een katachtig reactievermogen, waarmee ze internationaal veel aandacht trok, zowel in het voetbal als in het handbal. In 1959 viel de definitieve beslissing. “Ik werd gekozen voor het nationale handbalteam. Ik moest kiezen tussen voetbal en handbal. Eén van de laatste meldingen van de voetballer Van Maanen is uit augustus 1959 tijdens een serie wedstrijden van Nederlandse clubs tegen de Manchester Corinthian Ladies. Ze speelde grandioos, zoals Limburgs Dagblad op 15 augustus 1959 schreef. ‘Keeper van Maanen redde in de meest dolgevaarlijke situaties.’ Vooral door haar spel slaagden de Nederlanders erin om gelijk te spelen.

Erkenning en groei

Ondanks deze vroege inspanningen duurde het nog tot 1971 voordat de KNVB het vrouwenvoetbal officieel erkende. Vanaf dat jaar maakte vrouwenvoetbal officieel deel uit van de KNVB. In dat jaar waren er ongeveer 5.500 actieve vrouwelijke voetballers. Een halfjaar later groeide dat aantal al tot 8.000.

Lees ook: Complete Gids voor Waterpolo Regels

In 1986 werd gemengd voetbal geïntroduceerd, waardoor jongens en meiden tot en met 12 jaar met en tegen elkaar konden spelen. Deze maatregel zorgde ervoor dat meiden in ieder dorp en in iedere wijk van een stad in staat waren om zich aan te sluiten bij een voetbalclub.

De groei van het aantal vrouwelijke speelsters is enorm. In 1985 telde de voetbalbond 36.000 vrouwelijke leden, onder wie zo’n 12.000 meiden. In 1998 stond de teller op ruim 65.000 leden, van wie 30.000 speelsters onder de 18 jaar. Dit totaal is inmiddels ruim verdubbeld, tot 146.090 vrouwelijke leden in 2015.

Internationale erkenning

De internationale overkoepelende organisaties UEFA en FIFA erkennen de positie van het vrouwenvoetbal door kampioenschappen te organiseren op Europees en wereldniveau. Noorwegen organiseerde in 1987 het eerste Europees kampioenschap voetbal voor vrouwen, met vier deelnemende landen. In 2017 was Nederland het decor voor het EK voor vrouwen. Voor het eerst in de geschiedenis namen zestien landen deel aan het toernooi.

Het Nederlands vrouwenelftal speelde in 1973 voor het eerst een interland. Eveneens memorabel is het jaar 2009, waarin Nederland zich voor het eerst in de geschiedenis plaatste voor de Europese eindronde. In Finland imponeerde de debutant door direct een plaats in de halve eindstrijd af te dwingen.

Culturele invloed en de toekomst

De culturele invloed van het voetbal is steeds groter geworden. Zo zijn er straatnamen voor voetballers (sinds 1957), koninklijke onderscheidingen (sinds 1962) en standbeelden (sinds 1967). Er is zelfs een oproep gedaan voor een Rijksmuseum van het Nederlandse Voetbal, waar de helden en de hoogtepunten kunnen worden getoond.

Lees ook: Terugblik Daley Blind

Een van de museumzalen zou de Aafje de Boerzaal moeten zijn, waar vrouwelijke voetballers worden belicht, die al meer dan honderd jaar actief zijn. Ook Maartje Krijger, die begin jaren 60 tot de eerste groep van vrouwelijke scheidsrechters in het Nederlandse voetbal behoorde, verdient een plek in de geschiedenis.

Voetballende meiden en vrouwen zijn niet meer weg te denken uit het Nederlandse voetballandschap. Binnen de KNVB zijn meiden en vrouwen de snelst groeiende doelgroep als het gaat om ledenaantallen. Tegenwoordig kunnen vrouwen bij bijna elke vereniging in Nederland terecht. Het succes van de Nederlandse voetbalvrouwen komt niet uit de lucht vallen, zo is te zien in een tentoonstelling in het Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid in Hilversum.

tags: #eerste #vrouwelijke #keeper #voetbal #geschiedenis