Op woensdagavond vierde Balk dat het dorp 80 jaar geleden werd bevrijd van de Duitse bezetter. De avond, georganiseerd door de Commissie 80 jaar Vrijheid Balk, was een avond waarin herinnering, verbinding en vrijheid samenkwamen. Jong en oud beleefden het verleden opnieuw. Een belangrijk onderdeel van deze vieringen, en van bevrijdingsfeesten in het algemeen, is de Hokey Pokey. Dit artikel duikt in de geschiedenis van de Hokey Pokey en onderzoekt de betekenis ervan in de context van bevrijdingsvieringen, met speciale aandacht voor de rol die het speelde in de bevrijding van Nederland in 1945.
Hokey Pokey: Meer dan een Dansje
De Hokey Pokey is een eenvoudig liedje en dansje dat al generaties lang door kinderen en volwassenen wordt gedaan. Het liedje bestaat uit een reeks instructies waarbij verschillende lichaamsdelen in de kring worden gestoken en weer eruit worden gehaald, gevolgd door het draaien in het rond. De Hokey Pokey is niet alleen leuk en vermakelijk, maar het kan ook een gevoel van gemeenschap en verbondenheid creëren. Dit is vooral belangrijk in tijden van conflict en herdenking, wanneer mensen behoefte hebben aan een manier om samen te komen en hun gedeelde ervaringen te delen.
De Hokey Pokey in Oorlogstijd
Hoewel de Hokey Pokey vaak wordt geassocieerd met kindervermaak, heeft het ook een interessante geschiedenis die teruggaat tot de Tweede Wereldoorlog. Er zijn verschillende verhalen over het ontstaan van de Hokey Pokey, maar een van de meest voorkomende is dat het werd gepopulariseerd door Canadese soldaten tijdens de bevrijding van Nederland in 1945.
De Canadese Link
De Canadezen namen het lied hokey-pokey mee naar Nederland bij de bevrijding in 1945. Trudy Tolsma herinnert zich: Op de Joseph Haydnlaan waar de Canadezen gelegerd waren was het ’s avonds een gezellige boel met muziek en dansen. We dansten in een grote kring een groepsdans die de hokie pokie heette (later toen ik in Canada woonde wist ik dat het hockey-cokey was). Het was een dolle tijd.
Getuigenissen zoals die van Trudy Tolsma suggereren dat de Hokey Pokey een rol speelde in de interactie tussen de Canadese bevrijders en de Nederlandse bevolking. Het was een manier om de spanning te verlichten en een gevoel van normaliteit en vreugde te creëren na jaren van oorlog en onderdrukking.
Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.
Bevrijdingsfeesten in Oog in Al
Ook in Oog in Al volgden er dagenlang bevrijdingsfeesten en werd de Hokey Pokey gedanst en gezongen. Miep Wijnen-van Veenendaal (1938) uit de Franz Schubertstraat 21 weet nog dat haar moeder de slaapkamer aan de voorkant van het huis binnenkwam waar ze met haar broertje lag te slapen. Willem en Miepie, de oorlog is voorbij! Haar moeder vertrekt daarna naar het Beethovenplein om mee te dansen. Om de schuilkelder in het midden van het plein (waar nu het grasveld is) wordt er in een grote kring gedanst door vrolijke en uitgelaten buurtbewoners.
Don Brandsma (1934) uit de Handelstraat 28: elke zaterdag avond na de bevrijding werd er gedanst op het Beethovenplein. Boudewijn van der Vlist: Ik herinner mij nog de feestelijke mensen op straat en gekeurde lampjes in de bomen van het park, terwijl er in de Händelstraat of daar in de buurt gedanst kon worden.
De Hokey Pokey in Balk
Op woensdagavond vierde Balk dat het dorp 80 jaar geleden werd bevrijd van de Duitse bezetter. Uiteindelijk zal iedereen de Hokey-Pokey dansen, de dans die 80 jaar geleden ook gedanst werd bij de intocht van de Canadezen. Er is muziek en er worden oude beelden getoond op de muur van het Raadhuis.
Voordat het zover was, kreeg het publiek eerst een vrolijke dansles. Jong en oud leerden samen de bewegingen: rechterarm erin, linkerarm eruit - en draaien maar! De sfeer zat er direct in, en het hele plein deed enthousiast mee. “We vroegen ons vooraf echt af: zou dat wel lukken, die Hokey Pokey? Maar het slaagde, het slaagde écht!
Een Moment van Saamhorigheid
Terwijl het publiek de Hokey Pokey danste, keek Marten Steegenga toe. Stilletjes deed hij de armbewegingen mee vanaf de zijkant van het plein. Marten sprak na afloop een speciaal dankwoord uit aan de organisatie: “Ik heb enorm genoten. Van jong tot oud, allemaal met elkaar. Dit was een saamhorig feest.
Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse
Andere Vormen van Feest
Naast de Hokey Pokey waren er ook andere manieren waarop de bevrijding werd gevierd. Jacob Waterborg van de Dantelaan 53 maakt feestliederen op de melodie van Lili Marleen en Jamboree en laat dit op oranje papier drukken bij de rooms-katholieke drukkerij Lumax aan het Ondiep, waar hij commissaris is. Feestliederen gemaakt door Jacob Waterborg van de Dantelaan, 8 mei 1945.
De piano van de familie Waterborg wordt op een handkar gezet en zo trekken ze door heel Oog in Al. Zoon Harm Waterborg speelt op de piano. Vader zingt. De verloofde van Harm, Ruth Wijburg deelt de teksten uit. Trudy Tolsma herinnert zich deze uitbundige taferelen en dat ook haar vader deelnam aan de festiviteiten rond de feestliederen van Waterborg.
En: er werden 2 liedjes verspreid, gedrukt op oranje papier en op de wijs van ‘Lili Marlene’ en ‘Jamboree’, deze waren bij iedereen bekend en werden met veel enthousiasme gezongen. En Trudy kan nog steeds de teksten van enkele coupletten van de liederen van Jacob Waterborg uit haar hoofd opzeggen!
De Bevrijding in Utrecht en Oog in Al
Op 7 mei 1945 kunnen eindelijk de vlaggen uit in Oog in Al en Utrecht. Een BBC-correspondent die meerijdt op één van de eerste pantserwagens noemt het onthaal onbeschrijfelijk. Het enthousiasme van de Utrechtse bevolking overtreft volgens hem die van Parijs. Boudewijn van der Vlist die destijds op Mozartlaan 31 woonde: Ik herinner me dat we naar het Stationsplein gingen om de Canadezen in hun militaire voertuigen te verwelkomen.
Na de zegetocht door de binnenstad rijden er ook tanks en pantserwagens via de Leidseweg naar Oog in Al. De vader van Ed.Schulte, de architect H.E. In de Johan de Wittschool op het Beethovenplein wordt er een commandopost ingericht door de politie samen met de BS. Ze vormen een arrestatieteam om ‘foute’ Nederlanders te arresteren. Er bestaat een lange lijst met namen van mensen die gearresteerd moeten worden. Maar de politie en de BS hoeven die eerste dagen niet zelf op pad. Dat doen de buurtbewoners wel voor hen. Buren van NSB’ers komen ze zelf brengen en dit gaat gepaard met een hoop lawaai. Je hoort zo’n stoet al van verre aankomen. Stoet van bewoners en BS uit Oog in Al die NSB’ers aanbrengen bij de Johan de Wittschool, foto J.G.
Lees ook: Een overzicht van de carrière van Chloe Hockey en haar bijdrage aan het Nederlandse hockey.
Don Brandsma: Met leedvermaak zagen wij hoe de NSB-ers en de moffenmeiden werden opgepikt of kaalgeschoren. August Agasi (1941) van de Dantelaan: En er was na de oorlog hier een mevrouw met een kaalgeschoren hoofd in de straat, maar dat heb ik uit de overlevering. Het bord Voor Joden verboden in Park Oog in Al wordt Voor NSB’ers verboden, foto J.G. Daarna is het feest! Er wordt veel gedanst en gezongen in de straten van Oog in Al. Het Beethovenplein en de tuin bij Rhijnlust- de operatuin- zijn de centrale feestplekken. Overal hangen de vlaggen uit. De bevrijdingsfeesten barsten los.
De Voedseldroppings
Op 2 mei 1945 lijkt de bevrijding aanstaande. Er vliegen bommenwerpers van de United States Army Air Force (USAAF) laag over die op Lageweide, het stapelterrein van de Nederlandse Spoorwegen, voedsel droppen. Op de foto’s zien we de bommenwerpers overkomen op de Leidsekade met onder de J.P Coenbrug en Abel Tasmanbrug. Het gaat om pakketten met suiker, stamppotten, sigaretten, melk, biscuit, rundvlees, chocola en corned beef. De Amerikanen noemen deze droppings ‘Operatie Chowhound’. Die naam is afgeleid van ‘chow’, dat eten of maaltijd betekent. Een ‘chowhound’ is iemand die graag en veel eet. In andere delen van het land zijn er voedseldroppings die door de Britten worden verzorgd onder de naam operatie ‘Manna’.
Bewoners in Oog in Al rennen bij het horen van de Amerikaanse bommenwerpers naar buiten, zwaaien uit het raam of klimmen op het dak om te kijken. Een enkeling zwaait zelfs met een wit laken en dat is best gedurfd want de Duitsers lopen nog rond. De dag erna kunnen bewoners met voedselbonnen een gratis pakket ophalen. De inhoud van een voedselpakket van operatie Chowhound met het zoontje van de fotograaf Nico Haagen ernaast. Foto: IJ.A. Haagen.
Onrust in Oog in Al
Terwijl een groot deel van Nederland is bevrijd zit op 5 mei in Utrecht de NSB-burgemeester Van Ravenswaay nog stevig in het zadel. Die dag is het onrustig in Oog in Al. De mannen van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) van gewest III (Oog in Al) denken dat de oorlog is afgelopen en verzamelen zich in de Johan de Wittschool om daar een commandopost in te richten. De school is inmiddels verlaten door de mannen van de Duitse Kriegsmarine die vanaf 1942 in de school hebben gebivakkeerd. De school is behoorlijk uitgewoond. Enkele van de BS’ers halen wapens op uit hun depot in Oudenrijn en brengen deze met twee bakkerskarren naar het Beethovenplein. Ze worden omringd door juichende kinderen.
Wijkcommandant Van Veenendaal van de BS vindt de actie niet verantwoord, er is nog geen enkele geallieerde soldaat gesignaleerd en deze actie trekt de aandacht. Rond het middaguur komen er opeens enkele Landwachters van de NSB op het Beethovenplein die beginnen te schieten. Er vallen geen slachtoffers want ze schieten in de lucht. Dan komt er Duitse militaire versterking, soldaten op de fiets met mitrailleurs en twee kanonnen. De BS’ers worden gevangengenomen. In de gymzaal van de school worden getrouwde en ongetrouwde mannen gescheiden. Vijftig ongetrouwde mannen worden meegenomen naar de gevangenis op het Wolvenplein. De politieke gevangenen op het Wolvenplein worden om 16.30 uur vrijgelaten waaronder de 50 man uit Oog in Al. Familieleden staan klaar om hen te verwelkomen.
Het Verzet
Een verzetsgroep uit de omgeving van Balk had in de Tweede Wereldoorlog het gebied langs de Luts vanaf het Slotermeer als ‘werkgebied’. Vanaf het Slotermeer varen we de Luts in. Na korte tijd zien we rechts deze boerderij. Achter deze boerderij ligt nog steeds een open ruimte waar in de oorlog vliegtuigen wapens konden droppen. Er was tweemaal een poging en beide keren ging het mis. De ene keer vanwege een verkeerd sein vanaf de grond.
Op het terrein van de huidige machinefabriek Spaans Babcock boorde op maandag 24 juli 1944 een drie persoons Messerschmitt zich met de neus in de grond. Het vliegtuig was neergeschoten door een Mosquito van de Royal Air Force. Een daar gelegen loods vloog in brand, maar de brandweer van Balk kon de brand snel blussen. De 25-jarige Duitse piloot Heinrich Karl Lahmann kwam met een parachute hard neer in een weiland en brak zijn been. Hij had wel kans gezien om enkele lichtkogels af te schieten. Mensen uit Balk gingen naar hem op zoek, omdat ze dachten dat het ging om een Engels vliegtuig. Geschrokken van de verwensingen in het Duits die ze te horen kregen, deed besloten ze om weer naar huis te gaan. De piloot werd later opgehaald door militairen uit het radarstation Eisbär in SondelDe cockpitkap van het Duitse toestel werd nog dezelfde dag gevonden bij Trophorne. Het 2e bemanningslid onderofficier Günther Bouda - 21 jaar - werd gezond en wel aangetroffen in Balk. Hij verklaarde dat het toestel niet door Engelsen was neergeschoten, maar dat de oorzaak lag in een technisch mankement. Bouda liet verder weten dat dit zijn vierde parachutelanding was. De radiotelegrafist en onderofficier Willi Huxsohl, 21 jaar, was bij het neerkomen door de voorruit naar buiten geslingerd en met zijn hoofd tegen een muur geslagen, waardoor hij dodelijk werd geraakt.
Jan van der Heide was Watergeus en ook elektricien. Hij verstopte wapens achter de elektriciteitskabels. Benjamin H. Steegenga was eigenaar van deze nog steeds bestaande kledingzaak. Hij speelde een belangrijke rol als verzetsstrijder in de oorlog. Van 1942 tot aan het einde van de oorlog was hij dagelijks bezig met verzetsactiviteiten. Hij gaf Joden en tewerkgestelden een onderduikadres. Zelfs een Duitse deserteur wist hij een onderduikadres te geven. Hij zorgde voor bonkaarten voor deze mensen. Hij coördineerde het verzet in Gaasterland. De verzetsgroep Watergeuzen plaatste ’s avonds in de laatste jaren van de oorlog spijkers tussen het wegdek van de brug waar u onderdoor bent gevaren. Het militaire verkeer dat ’s avonds en ’s nachts over de brug reed kreeg lekke banden. ’s Morgens vroeg werden de spijkers weer weggehaald.
Zijn zoon Joop Schweitzer was secretarieambtenaar. Hij weigerde mee te werken aan enkele opdrachten als ambtenaar, zoals de Winterhulpcollecte. Hij dook onder bij zijn ouders. Nadat Balk op 2 augustus 1944 door plm. 130 Duitsers geheel was omsingeld, vluchtte hij naar Elahuizen, naar een collega van zijn ouders. Toen op 4 augustus 1944 daar een patrouilleauto van de Duitsers met Landwachters naderde, vluchtte hij maar hij werd daarbij dodelijk geraakt door een schot van een landwachter.
Siemen de Jong was beroepsmilitair. In de oorlog was hij commandant van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten in de zuidwesthoek van Friesland. Op de Bevrijdingsdag van Gaasterland op 17 april 1945 bracht de bevolking van Balk hem en zijn vrouw een aubade voor hun huis door het zingen van het Wilhelmus.
Al vrij snel na de Duitse inval kwam de Rooms-Katholieke Kerk in Balk (op de linkeroever) in verzet. Er werd bekendgemaakt dat het lidmaatschap van de Nationaal Socialistische Beweging (N.S.B.) niet was toegestaan. Dat zou in de praktijk betekenen dat NSB’ers uitgesloten werden van de Sacramentsviering. In Balk werd vanaf augustus 1941 op zondagen en “door de week” met de collecteschaal rondgegaan tijdens alle Heilige Missen. De opbrengst was voor de zogenaamde ‘Bijzondere Noden van het Episcopaat’. Dit was een actie van verzetsstrijder Jan de Vries uit Ruigahuizen, die daarvoor toestemming had gekregen van de pastoor.
De Watergeuzen staken daar in 1944 de hooi- en roggebulten in brand. De betrouwbare politiecommandant was een dag eerder al op de hoogte gebracht. De brand werd aangestoken met fosfor dat uit neergestorte geallieerde vliegtuigen werd gehaald. De fosforvaten dienden als brandbommen.De vaten met fosfor werden wel eens uit de vliegtuigen gegooid als zij snelheid moesten maken, omdat ze werden achtervolgd door Duitse vliegtuigen. De commandant - Wietze Hoving - sprak de Duitsers toe: “Das sind ja Terroristen. Schade, die schöne Gaben Gottes”. Duitse “sleepkevers” verzamelden ieder jaar de rogge en het hooi en vervoerden alles naar Duitsland.
De Duitse Bezetting
Op de kade voor de huidige machinefabriek was tijdens de oorlog een laad- en loswal. Op 9 december 1940 werd daar voor het eerst hooi gevorderd door de Duitsers. De Duitse Wehrmacht was aanwezig, want het dreigde danig uit de hand te lopen vanwege de woedende boeren. De boeren kregen wel een vergoeding voor hun hooi.Een rustend veehouder en tevens oud-wethouder was ingezet als bemiddelaar tussen de boeren en de Duitsers. De boeren waren ook woedend omdat hun tegelijkertijd was meegedeeld dat er uiterlijk 28 februari 1941 een vordering van vee zou komen door de Duitsers. De Duitsers waren bij iedere hooivordering aanwezig. Op de loswal stond een hooipers voor het ingeleverde hooi.
Van 29 juni tot half september 1944 zat hier een groep van ongeveer 30 landwachters. Van 25 september tot 20 oktober 1944 zaten er Duitse soldaten die betrokken waren bij de V2-lanceringen vanuit het Rijsterbos.
De rol van de burgemeester
Baron Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg was van 1934 tot 1964 burgemeester van Gaasterland. Hij woonde aan de Raadhuisstraat rechts naast het raadhuis. Van 17 april 1945 tot 1 mei 1946 was hij tijdelijk uit zijn ambt gezet om zijn oorlogsactiviteiten te controleren. Dat gebeurde bij alle burgemeesters die tijdens de oorlogsjaren onafgebroken burgemeester waren geweest. De Gaasterlandse bevolking stuurde 1200 adhesiebetuigingen naar de Commissaris van de Koningin. Schwartzenberg kon terugkeren.
De kerk
In de Nederlands Hervormde Kerk van Balk naast de bakkerij werd op woensdag 9 mei 1945 een speciale dankdienst gehouden door de ‘opgedoken’ Joden voor alle Gaasterlanders. Alle Balkster predikanten verleenden hun medewerking aan deze op Joodse leest geschoeide dienst.Aan het slot werd in het Hebreeuws een bede gehouden voor het welzijn van H.M. Koningin Wilhelmina, haar huis en de Nederlandse Regering.
Op zondag 13 mei 1945 werd om 11 uur in de Doopsgezinde kerk een speciale godsdienstoefening gehouden, die geheel op Anglicaans Episcopale leest was geschoeid. De dienst was in de eerste plaats bedoeld voor de Engelse soldaten die Gaasterland hadden bevrijd. De Engelse soldaten bezochten de dienst in groepsverband.
De V2-raketten
Vanuit de straat links van het hotel werden V2-raketten aangevoerd. Ze moesten met een korte draai rechtsaf. Het raam werd provisorisch dichtgemaakt. De V2-raketten werden naar Kippenburg vervoerd (daar komen we straks) en daar klaargemaakt om te worden afgeschoten in het Rijsterbos.
Vanuit Balk werden de V2-raketten over de brug bij Kippenburg gereden. De enorme raketten beschadigden soms de brug. Enkele beschadigingen zijn nog zichtbaar.
De Arbeidsdienst
Rechts daarvan was vanaf 1942 tot eind 1944 het kamp van de Nederlandse Arbeidsdienst. De Arbeidsdienst was voor werkloze Nederlanders, aanvankelijk op vrijwillige basis. Op 1 april 1942 werd dienstneming verplicht gesteld voor toekomstig overheidspersoneel, voor aankomende studenten en aanstaande onderwijzers aan scholen voor bijzonder onderwijs. Ook wie al ambtenaar, onderwijzer of student was en tussen 18 en 22 jaar oud, moest een jaar in de Arbeidsdienst.In het Wyldemerkkamp verbleven gemiddeld 150 werkloze mannen. In eerste instantie werd men aan het werk gezet, maar later veranderde dat in een Duitse opvoeding. Aanhangers van de NSB - die op het kamp als leiding werden aangesteld- waren hiervoor verantwoordelijk. In de werkkampen moest de eed op Hitler worden afgelegd en marcheerde men met een schop over de schouder. Er werden werkzaamheden uitgevoerd in het Rijsterbos en zij boden hulp in Drenthe bij het rooien van aardappelen en bij oogstwerkzaamheden.
Canadese bezetting
Bewoners die denken dat ze na de bevrijding weer in hun eigen (tot voor kort door de Duitse Kriegsmarine gevorderde) huis kunnen wonen hebben het goed mis. Naast de gebouwen worden er ruim vijftig huizen van particulieren in Oog in Al door de geallieerde militairen gevorderd. En als je het er niet mee eens bent moet je bij de Town Major zijn op het Janskerkhof want die bepaalt welke huizen in beslag genomen blijven. Vorderingspapieren worden door hem afgegeven.
Bij een verbouwing een kleine 50 jaar later vinden de bewoners Cees en Els van de Joseph Haydnlaan 47 tussen de vloerplanken allerlei materiaal dat herinnert aan de aanwezigheid van Canadese bevrijders in hun huis. Waaronder een opgepropte en gehavende krant The Maple Leaf for Canadian Forces in Europe, uit juli 1945. Bijzonder is dat juist in deze krant aandacht wordt besteed aan the New ‘Frat’ Problem in Utrecht. Nederlandse jongens zijn jaloers op de Canadezen die er met ‘hun meisjes’ vandoor gaan. En veel chocoladewikkels, lucifers en lege sigarettendoosjes, not for resale. Waaronder het gewilde merk Sweet Caporal.
August Agasi (1941) van de Dantelaan herinnert zich: Het was op de Lessinglaan een komen en gaan: Duitsers eruit, Canadezen erin. Er stonden toen gewéldige grote wasserij-auto’s daar voor de deur. En ik kwam weleens trots thuis met een halve cake…. maar die werd afgepakt door Bernard Verhoeven, zoon van de architect.
Canadezen blijven er tot 3 juni. Op 26 mei worden Rusthuis de Wartburg, vanaf nu: The Alms House en Huize Welgelegen aan de Leidseweg gevorderd. Het Militair Hospitaal ondergaat een zelfde lot (zonder vorderingsbewijs). Brandsma uit de Händelstraat: Er kwamen Amerikaanse en Engelse soldaten (waarschijnlijk Canadese soldaten, AW) in het Militair Hospitaal. Er kwam er ook één regelmatig bij ons thuis, dat was Victor. En als we in het Amsterdam-Rijnkanaal gingen zwemmen lieten de soldaten ons onderwater zwemmen: wie het verst kwam kreeg een sigaret of een pakje kauwgom. Op het perkje op de Joseph Haydnlaan gingen de soldaten vaak sporten en toen zagen wij voor het eerst Volleybal.
Tini Ferwerda uit de Mendelssohnstraat: Bij het Militair Hospitaal kregen wij bij de keuken krentenbollen van de Canadezen. Tini Ferwerda aan de hand van een Canadese militair op de Joseph Haydnlaan met op de achtergrond Het Militiar Hospitaal. Tini herinnert zich de krentenbol die ze toen kreeg! Ook de door de Duitsers aangelegde barakken op de Joseph Haydnlaan worden door de Canadezen overgenomen, the Hutted Camp.
Het Theehuis in Park Oog in Al, omgedoopt in Restaurant The Tea Garden wordt per half mei in beslag genomen door de Canadezen tot 12 juni. Hierna maakt de Kaderschool van de Binnenlandse Strijdkrachten gebruik van het Theehuis (van 20 juni tot 6 oktober). In Hotel-Café Restaurant Den Hommel wordt per 8 mei een Canadees legeronderdeel ondergebracht tot 31 oktober. Over deze periode hoeft de huurster geen huur te betalen aan de gemeente. De huur voor een jaar wordt geschat op 3453 gulden.
De Johan de Wittschool op het Beethovenplein wordt van 7 mei tot 7 augustus eerst door de Binnenlandse Strijdkrachten en de politie gebruikt waarna alsnog Canadezen er tot 20 oktober 1945 intrekken. De ouders van de leerlingen vinden het ondertussen wel welletjes. Eerst zit de Duitse Kriegsmarine in de school en dan nu weer de B.S. en daarna de Canadezen. De kinderen moeten al die jaren buiten de wijk elders naar school. De oudercommissie stuurt een brief naar de gemeente met het verzoek de school weer vrij te geven. Als de Canadezen op 20 oktober 1945 de school verlaten blijkt het gebouw na al die jaren volledig uitgewoond. Een maand later wordt de school weer in gebruik genomen. De van oorsprong Duitse barakken op de Joseph Haydnlaan doen nog een tijdje dienst als noodopvang voor de kleuters. De ouders zijn verontwaardigd. Die vunzige vochtige keten zijn geen geschikte plek voor kleuters.
tags: #hockey #pockey #geschiedenis