Het spelen van bridge in toernooivorm vereist niet alleen een goede beheersing van de basisprincipes, maar ook een diepgaand begrip van de regels, conventies en strategieën die het spelcomplex maken. Dit artikel biedt een overzicht van enkele belangrijke aspecten van bridge boek toernooi regels, met bijzondere aandacht voor biedafspraken, splinterbiedingen en algemene richtlijnen voor een soepel verloop van wedstrijden.
Algemene Regels en Afspraken
In de bridge wereld zijn er diverse soorten regels waar spelers zich aan dienen te houden. In de eerste plaats zijn er de officiele spelregels, vastgesteld door de nationale en internationale bridgebonden. En ja, ook tegen deze regels wordt wel eens gezondigd en dat levert dan een probleem op omdat de spelregels eigenlijk wel ingewikkeld zijn. Alleen iemand met grondige kennis van deze regels kan dit soort problemen oplossen. Het is dus cruciaal om de formele spelregels te kennen, vastgelegd door de nationale en internationale bridgebonden. Bij overtredingen of onduidelijkheden is het raadzaam de wedstrijdleider te raadplegen. Roep bij overtredingen of als er iets raars gebeurt dan ook de wedstrijdleider; het is geen motie van wantrouwen ten opzichte van de tegenstanders.
Daarnaast zijn er de bied- en speelafspraken. Je hebt geleerd dat je met 13 punten de bieding mag open. Het is echter niet verboden om dat met 0 punten te doen. Met samen zoiets van 25 punten ga je een manche spelen, maar je bent niet verplicht dat te doen. Je hebt geleerd dat je bij het uitkomen je met de hoogste van een serie of kleintje-plaatje speelt en na een volgbod van je partner in zijn kleur uitkomt. Het is belangrijk om je te realiseren dat dit bied-regels zijn, maar het zijn eerder bied-afspraken en je mag er van afwijken als je dat per se wilt. Je zult in de praktijk dan ook zien dat andere spelers er andere biedafspraken op na houden. Bij ons wordt de methode vijf-kaart hoog geleerd, met de mogelijkheid dat een 1 opening minimaal een twee-kaart belooft. Bij sommige paren belooft zo'n opening er minstens 0, 1, 3 of meer klaveren. Wij gaan uit van de standaard NBB afspraken. Iedereen is in feite vrij om een eigen biedsysteem te hanteren. Dat geeft in de praktijk allerlei moeilijkheden. Het is in het begin al moeilijk om je eigen biedafspraken goed te hanteren, laat staan om ook nog eens goed te begrijpen wat anderen doen. Het is dan ook verboden (spelregels) om er ‘geheime’ afspraken op na te houden. Aan de bridgetafel moet met open vizier gestreden worden, en er bestaat een verplichting om de tegenstanders op de hoogte te brengen van afspraken binnen het partnerschap als die mogelijk niet zouden worden begrepen. Het is essentieel om open kaart te spelen en alle biedafspraken met de tegenstanders te delen.
Ten slotte zijn er de gewoontes en clubvoorschriften. De derde set ‘regels’ betreft gewoontes en clubvoorschriften, die meestal tot doel hebben wedstrijden soepeltjes te laten verlopen. Voorbeelden van deze regels gaan bijvoorbeeld over het wisselen van tafel, het wegbrengen van spellen, de administratie aan tafel, het op tijd betalen van contributie en meer van die dingen. Deze zijn bedoeld om een vlot verloop van de wedstrijden te garanderen, zoals regels over tafelwisselingen en administratieve procedures.
Het Belang van Partnersteun
Als het even kan, moet je je partner zo snel mogelijk steunen. Een cruciaal aspect van succesvol bridge is het tijdig en adequaat steunen van je partner. Dat kan bijvoorbeeld door 2SA te antwoorden op een opening in een hoge kleur of door steun aan te geven via een sprongbod, na een eerder antwoord van 2-over-1. Dit kan door middel van een 2SA-antwoord op een opening in een hoge kleur, of door steun te geven via een sprongbod na een 2-over-1 antwoord.
Lees ook: Overzicht van de Hoofdklasse Bridge in Utrecht
Splinterbiedingen: Een Krachtige Tool
Een bijzondere manier om partner te steunen in zijn hoge kleur is een splinterbod, meestal kortweg splinter genoemd. Een van de meest effectieve manieren om steun te betuigen, is via een splinterbod. Het gaat hier om een ‘splinterbod’. Daar moet je wel de juiste kaart voor hebben. Het bod belooft een uitstekende verhoging (zeker een vierkaart mee, ten minste de kracht van een 1-opening) en een singleton of renonce in een zijkleur. Door een sprongbod te doen in deze zijkleur, geven we de korte kleur en de troefsteun aan. Het sprongbod is één niveau hoger dan een enkele sprong in een zijkleur. Meestal is het de antwoordende hand die ‘splintert’, maar we zullen ook andere voorbeelden zien. We zien hier een ideale hand voor een splinter: goede troefsteun en eerste controles in de twee ongeboden zijkleuren. Dit bod belooft een sterke verhoging, minstens een vierkaart en de kracht van een 1-opening, in combinatie met een singleton of renonce in een zijkleur. Door een sprongbod in deze zijkleur te doen, communiceer je de korte kleur en troefsteun.
Hoog tijd voor enkele voorbeelden van zo’n bijzonder sprongbod. West toont hier met een (dubbele) sprong naar 4♦ respectievelijk 4♣ zijn splinter. Straks meer over het vervolg van de bieding. Vanwege de dubbele sprong kom je al snel met de bieding op vierhoogte terecht. Een splinter toont een singleton of renonce in de geboden kleur; een bod dat één hoger is dan een sterk sprongantwoord (bijvoorbeeld 1♥ pas 4♦ of 1♠ pas 4♣). Het is dus een dubbel sprongbod. West toont hier met een (dubbele) sprong naar 4♦ respectievelijk 4♣ zijn splinter. Vanwege de dubbele sprong kom je al snel met de bieding op vierhoogte terecht. Een splinter toont een singleton of renonce in de geboden kleur; een bod dat één hoger is dan een sterk sprongantwoord (bijvoorbeeld 1♥ pas 4♦ of 1♠ pas 4♣). Het is dus een dubbel sprongbod. Een splinter is een bod dat één niveau hoger is dan een sterk sprongantwoord, bijvoorbeeld van 1♥ naar 4♦ of van 1♠ naar 4♣. Het is dus een dubbel sprongbod.
Na een splinter kun je goed nagaan of de handen mooi tegenover elkaar passen. Een aas tegenover een splinter is mooi. Gek genoeg is een hand met alleen kleine kaarten tegenover een splinter ook niet onaardig. In deze zijkleur zitten dan geen ‘verspilde punten’: een splinter tegenover bijvoorbeeld H V x x of H B x x is ‘lelijk’, terwijl een splinter tegenover A x x x of x x x x relatief mooi is. Een splinter kan ook met een renonce in de kleur van het sprongbod. Alleen een klein aantal experts weet verschil te maken tussen het aangeven van een singleton en een renonce. Na een splinter is het belangrijk te evalueren hoe de handen op elkaar aansluiten. Een aas tegenover een splinter is gunstig, evenals een hand met alleen kleine kaarten. Vermijd een splinter tegenover bijvoorbeeld H V x x of H B x x, maar prefereer A x x x of x x x x. Het is ook mogelijk om een splinter aan te geven met een renonce in de kleur van het sprongbod, hoewel slechts een klein aantal experts onderscheid maakt tussen een singleton en een renonce.
Als deze hand ideaal is, wat doen we dan met nog sterkere handen? Voeg (in schoppen, harten of klaveren) een heer toe aan deze voorbeeldige hand. Wat doen we dan? Veel experts verzinnen een ‘truc’ voor een hand die ‘te sterk’ is voor een splinter. Ze gebruiken een 2SA-antwoord op 1♥ of 1♠ niet alleen als limietbod met steun, maar ook voor handen die veel sterker zijn met (zeer) goede steun in de hoge kleur. Wat te doen met nog sterkere handen dan de ideale hand voor een splinter? Veel experts gebruiken een 2SA-antwoord op 1♥ of 1♠ niet alleen als limietbod met steun, maar ook voor handen die veel sterker zijn met (zeer) goede steun in de hoge kleur.
De Turkse dame op de stoel van west vond dat ze net genoeg had om een steunbod in harten aan te geven via een splinter. We hebben hier inderdaad een minimum voor een splinter. West kan het doen vanwege de heren in de twee niet geboden zijkleuren; vanwege de gepaste hand voorkom je dat oost zich een overdreven voorstelling maakt van jouw hand. Ondanks de twee minimale handen tegenover elkaar is 4♥ een aardig contract. Een voorbeeld: een speler met een minimum hand voor een splinter kan toch een steunbod in harten aangeven vanwege de heren in de twee niet-geboden zijkleuren.
Lees ook: Internationale Wedstrijdpunten in Bridge: Een Uitleg
Splinter in Partners Kleur
Meestal is een splinter een bijzondere sprong in een ongeboden zijkleur; in speciale gevallen is het zelfs mogelijk om een splinter aan te geven in een door partner geboden kleur. Hier belooft het 4♦-bod geen ruitensteun, maar een hand die steun belooft in schoppen. In de meeste gevallen is een splinter een sprong in een niet-geboden kleur, maar soms kan het ook in een door de partner geboden kleur. Hier belooft het 4♦-bod geen ruitensteun, maar een hand die steun belooft in schoppen.
ReBo’s Biedboek voor Gevorderde Bridgers
ReBo’s Biedboek voor Gevorderde Bridgers (264 pagina’s) bevat de biedtheorieën en samenvattingen van biedtheorieën en meer dan 150 biedfiguren volgens de moderne systeemkaart voor gevorderde bridgers "Standaard Hoog voor clubspelers" zoals aanbevolen door de Nederlandse Bridge Bond. Verder 160 praktijkgerichte spellen in de vorm van 10 bridgetoernooien. Bij ieder spel is het biedverloop tot in detail beschreven. In de spellen zijn alle biedtheorieën en conventies uit dit boek verwerkt. Trefwoorden van theorieën en/of biedfiguren en conventies in dit boek zijn: # vijfkaart hoog - sterke openingen - zwakke twee - volgbod - slembieden inclusief controlebiedingen, RKC Blackwood en Berry’s Jacoby 2SA - Truscott - informatiedoublet - negatief doublet - support doublet - competitief doublet - heropeningsdoublet - herhaald doublet - teruggekaatst doublet - uitkomstdoublet - De Wet van Larry Cohen - balancen - de regels van 20 en 15 - de vierde kleur - Checkback Stayman - upper cuebid - unusual 2SA - Landy - Lavinthal signaal # Zie Fragment voor een aantal pagina's uit dit boek. Onder Productinformatie kan Fragment gedownload worden. Voor gevorderde bridgers is "ReBo’s Biedboek voor Gevorderde Bridgers" een waardevolle bron, met biedtheorieën, samenvattingen en meer dan 150 biedfiguren volgens de moderne systeemkaart "Standaard Hoog". Het boek bevat 160 praktijkgerichte spellen in de vorm van 10 bridgetoernooien, waarbij het biedverloop tot in detail beschreven is en alle biedtheorieën en conventies uit het boek verwerkt zijn. Belangrijke trefwoorden zijn: vijfkaart hoog, sterke openingen, zwakke twee, volgbod, slembieden, RKC Blackwood, Berry’s Jacoby 2SA, Truscott, informatiedoublet, negatief doublet, support doublet, competitief doublet, heropeningsdoublet, teruggekaatst doublet, uitkomstdoublet, De Wet van Larry Cohen, balancen, de regels van 20 en 15, de vierde kleur, Checkback Stayman, upper cuebid, unusual 2SA, Landy en Lavinthal signaal.
Publicaties van de auteur zijn: - ReBo’s Bridgeboek (ISBN 978-90-828556-1-6) - ReBo’s Biedoefeningen (ISBN 978-90-828556-3-0) - ReBo’s Biedboek voor Gevorderde Bridgers (ISBN 978-90-828556-2-3) - ReBo’s Competitief Bridgen (ISBN 978-90-828556-9-2) - ReBo's Complete Biedtheorie (ISBN 978-90-828556-8-5)……….publicatie juli 2021 ReBo’s Bridgeboeken zijn geschikt voor halfgevorderde en gevorderde bridgers. Voor informatie over deze boeken zie boekenbestellen.nl of googel de titels. De boeken zijn te koop bij boekenbestellen.nl, alle (online) boekhandels, Alpha Bridge en de boekenwinkels van de Nederlandse Bridge Bond en de Vlaamse Bridge Liga. ReBo’s Bridgeboeken zijn zeer geschikt voor zelfstudie en als naslagwerk. Voor bridgedocenten is het een compleet geheel voor het geven van cursussen. De auteur, Rens Bousardt, heeft diverse publicaties op zijn naam staan, waaronder ReBo’s Bridgeboek, ReBo’s Biedoefeningen, ReBo’s Biedboek voor Gevorderde Bridgers, ReBo’s Competitief Bridgen en ReBo's Complete Biedtheorie. Deze boeken zijn geschikt voor halfgevorderde en gevorderde bridgers en zijn te koop bij diverse (online) boekhandels. Ze zijn ideaal voor zelfstudie, naslagwerk en als lesmateriaal voor bridgedocenten.
Rens Bousardt is in 1976 cum laude afgestudeerd aan de TU Eindhoven waarbij hij tevens de eerstegraads lesbevoegdheden wiskunde en natuurkunde heeft behaald. Zijn boeken zijn gebaseerd op door hem gegeven bridgecursussen en themabijeenkomsten waarvoor hij de lesstof zelf geschreven heeft. Hij heeft voor het bridgemagazine BridgeKontakt van de Vlaamse Bridge Liga een reeks artikelen over biedtheorieën geschreven. Rens Bousardt is cum laude afgestudeerd aan de TU Eindhoven en heeft eerstegraads lesbevoegdheden wiskunde en natuurkunde. Zijn boeken zijn gebaseerd op zijn bridgecursussen en themabijeenkomsten, en hij heeft artikelen over biedtheorieën geschreven voor BridgeKontakt.
Speel Thuis Wedstrijdbridge
Dankzij Speel thuis wedstrijdbridge kunt u in uw eigen huiskamer meedoen aan een groot bridgetoernooi. Alles wat u nodig hebt, zijn vier spelers, vier spellen kaarten en dit boek. Het concept is eenvoudig; u speelt een spel eerst zelf en vergelijkt daarna uw score met de in de praktijk behaalde scores. In het boek staat tevens beschreven wat het beste bied- en spelverloop is. De commentaren zijn van oud-wereldkampioen Berry Westra. Speel thuis wedstrijdbridge bevat 96 spellen, verdeeld over zes zittingen van 16 spellen. Er zijn drie series, ieder met een eigen moeilijkheidsgraad. De C-serie bevat spellen die met name leerzaam zijn voor gevorderde bridgers. Met "Speel thuis wedstrijdbridge" kan men thuis deelnemen aan een bridgetoernooi. Benodigdheden: vier spelers, vier spellen kaarten en het boek. Het concept is eenvoudig: speel een spel, vergelijk de score met behaalde scores en lees het beste bied- en spelverloop, becommentarieerd door Berry Westra. Het boek bevat 96 spellen, verdeeld over zes zittingen van 16 spellen, met drie series van verschillende moeilijkheidsgraden. De C-serie is leerzaam voor gevorderde bridgers.
Lees ook: Alles over de regels van het Viertallen Bridge Toernooi
Speel thuis wedstrijdbridge A1 (art.nr. 5850)Speel thuis wedstrijdbridge A2 (art.nr. 5851)Speel thuis wedstrijdbridge A3 (art.nr. 5852)Speel thuis wedstrijdbridge B1 (art.nr. 5855)Speel thuis wedstrijdbridge B2 (art.nr. 5856)Speel thuis wedstrijdbridge B3 (art.nr. 5857)Speel thuis wedstrijdbridge C1 (art.nr. 5860)Speel thuis wedstrijdbridge C2 (art.nr. Er zijn verschillende edities beschikbaar, zoals A1 (art.nr. 5850), A2 (art.nr. 5851), A3 (art.nr. 5852), B1 (art.nr. 5855), B2 (art.nr. 5856), B3 (art.nr. 5857), C1 (art.nr. 5860) en C2.