Deze uitgebreide analyse duikt in de rijke geschiedenis van de Pockets Wedstrijd, waarbij we de evolutie, de memorabele momenten en de invloedrijke figuren belichten die dit unieke evenement hebben gevormd. Van de culthelden tot de moderne atleten, we verkennen de verhalen die de Pockets Wedstrijd tot een icoon in de sportwereld hebben gemaakt.
Cultheld Steve Prefontaine: Een Onstuimige Legende
In de eerste editie van de Pockets Wedstrijd werd de cultheld Steve Prefontaine op fantastische wijze beschreven door Wiep Idzenga. Idzenga, een ervaren schrijver voor diverse voetbal- en reismagazines, heeft ook voetbalboeken en een wielerboek op zijn naam staan, waarvan er drie de top drie bereikten bij de Nico Scheepmaker Beker, de prijs voor het beste sportboek van het jaar. Zijn meest recente boek belicht de relatie/rivaliteit tussen Wout van Aert en Mathieu van der Poel.
Idzenga's beschrijving van Prefontaine vangt de essentie van deze legendarische atleet:
"The best pace, is a suicide pace, and today is a good day to die"
"Wat hij aan techniek ontbeerde, compenseerde Prefontaine ruimschoots met energie en hartstocht. Hij liep onstuimig, met hart en ziel. Door zijn kortere linkerbeen helde hij een beetje over naar het middenterrein. Als een schaatser hing hij in de bochten, altijd met zijn sprekende, wijdgeopende ogen strijdlustig naar voren gericht, verlangend naar wat komen ging. Zijn tegenstanders keken plichtmatig naar het stukje tartan voor hun voeten, alsof ze geen plezier hadden in lopen. Prefontaine verafschuwde dat. Hij liep omdat hij niets liever deed. Hij zag zichzelf als een artiest die de toeschouwers iets moois en creatiefs wilde voorschotelen. Iets dat ze nog nooit hadden gezien en ook nooit zouden vergeten. ‘Some people create with words or with music or with a brush and paints. I like to make something beautiful when I run.’"
Lees ook: Oefeningen voor jonge volleyballers
Prefontaine's onstuimige stijl en zijn vermogen om met hart en ziel te lopen, maakten hem tot een unieke figuur in de atletiekwereld. Zijn passie en toewijding inspireerden velen en zijn nalatenschap leeft voort in de Pockets Wedstrijd.
Robert-Jan Rietveld: Van Barbier tot Mateloos Hardloper
Leon Verdonschot interviewde Robert-Jan Rietveld, ook bekend als Bertus, een van de oprichters van Schorem Haarsnijders & Barbier in Rotterdam. Rietveld en zijn partner Leen begonnen de barbier-trend in Nederland en reisden de wereld over om hun kennis en stijl te verspreiden. Dit leverde hen roem en aandacht op, maar Rietveld gebruikte het leven ook intensief, wat niet altijd goed voor hem was. Tegenwoordig is hij clean, eet hij plantaardig en rent hij mateloos.
Rietveld vertelt:
“Hij is 46 nu, na jaren van het tegenovergestelde nu volledig clean, eet alleen nog plantaardig (‘terwijl ik niet eens zo’n achterlijke dierenliefhebber ben, ik vind koeien nog steeds vieze beesten, maar ik vind niet dat ik het recht heb om het finale oordeel over hun welzijn te vellen’), hij vast zestien uur per dag (‘en dan is zo’n eerste maaltijd van de dag om 12 uur lékker, man!’), en is zeer sportief. Tot zijn eigen verbazing, eigenlijk, dat laatste. ‘Ik ben zo ontzettend niet-sportief geweest, mijn hele leven. Of nou ja: ánders sportief. Het was jarenlang voor mij alleen maar skateboarden, en ik heb sowieso nooit iets gehad met competitie, of met sporten waar jurering aan te pas komt. Ik kom best wel uit een - hij zet een geaffecteerd accent op - gegoed gezin. Vooral mijn moeder vond dat ik moest leren tennissen, zodat ik later een ‘balletje kon opslaan met een collega’ - zo’n nest, weet je wel. Een blauwe maandag heb ik inderdaad op tennisles gezeten, maar dat vond ik kut. En sporten op school vond ik ook de hel. En dan helemaal de coopertest: als een zoutzak liep ik helemaal achterin. Ik was ook dik, kon niet touwklimmen en had een dikke bril. En dus werd ik gepest. Dus vond ik de kleedkamer ook een kutplek. Als ik nou nog een lul tot op mijn knieën had, had ik in ieder geval breed kunnen staan onder de douche, maar die had ik ook niet. Ik was nergens voor te porren op sportgebied, tot skateboarden in mijn leven kwam. Daar is al mijn zakgeld in gaan zitten, en tegelijk heb ik daar mijn middelbare schoolcarrière mee verneukt, want tien uur per dag was ik buiten. Ik vond dat zó gaaf. Later heb ik die liefde alleen nog een tijdje gehad voor bowlen, toen ik ontdekte dat je dat ook vaker kunt doen dan eens per jaar op je verjaardag. En dat je daar mag sporten met bier en bittergarnituur hielp ook wel - that’s my kind of sport! Die liefde was opeens ook weer over; volgens mij liggen mijn bowlingballen nog steeds in het kluisje van dat bowlingcentrum. Hardlopen had ik vroeger wel eens gedaan, maar serieus werd het pas in de Schoremtijd. De eerste keer was letterlijk tot de hoek van de straat, en toen moest ik bijna kotsen.’”
Rietveld's transformatie van een levensgenieter naar een toegewijde hardloper is een inspirerend verhaal van verandering en toewijding. Zijn deelname aan de Pockets Wedstrijd toont aan dat sport een positieve kracht kan zijn in iemands leven.
Lees ook: FIFA Keeper van het Jaar: Wat maakt een winnaar?
Inneke Albers: Op Zoek naar Verlichting in de Japanse Bergen
Inneke Albers beschrijft haar ervaring met de kaihōgyōmonniken in Japan. Deze monniken leggen een pelgrimage af langs heilige plaatsen op een berg, een esoterisch en geheim ritueel. Albers kreeg de unieke kans om dit van dichtbij mee te maken.
Albers beschrijft:
"Na een lange reis over de wereld en door de instituties ben ik eindelijk waar ik wilde zijn: in de duisternis, de verblindende duisternis, van half 3 ’s nachts op een Japanse berg. Tussen de dicht opeenstaande dennenbomen zie ik het zwakke licht van de grote tempel, verder is alles zwart. In de verte klinkt herhaaldelijk een typisch geluid. Klap, klap … klap, klap … klap, klap. Steeds weer drie keer twee klapjes, met tussenpozen herhaald, de ene keer zwak en heel ver weg, dan weer lijkt het heel dichtbij. Het is geen nachtdier, maar het handgeklap van vier monniken en ik sta op ze te wachten."
De kaihōgyō is een zware beproeving, waarbij monniken nachtenlang wandelen over steile hellingen, mantra's reciteren en rituelen uitvoeren. Albers benadrukt dat het geen wedstrijd is, maar een zoektocht naar verlichting van de geest.
"Marathonmonniken werden ze door John Stevens genoemd in het enige boek in het Engels dat over hen is verschenen. Dat is enerzijds misleidend, want bij het woord marathon stellen wij ons rennende atleten voor, die met een gemiddelde snelheid van ergens tussen de 10 en de 20 kilometer per uur een parcours van 42 kilometer over een min of meer vlak terrein afleggen, enkele keren per jaar en in wedstrijdverband. De kaihōgyōmonniken op de berg Hiei bij Kyoto rennen niet, maar houden een straf wandeltempo aan en dat kan ook niet anders, want het terrein waarop ze lopen bestaat uit hellingen die voor een deel te steil zijn om te rennen. De afstand die ze afleggen, is ongeveer 35 kilometer, niet enkele keren per jaar, maar honderd nachten achtereen. Ze vertrekken om een uur of een ‘s nachts, en rond acht uur ’s morgens zijn ze weer thuis. Dan nemen ze een bad en eten ze een ontbijt, om dan te beginnen aan hun dagtaak, want het is niet zo dat wie ’s nachts 35 kilometer over de berg heeft gelopen, overdag zou mogen slapen. Pas tegen een uur of zes ’s avonds eindigt de dag en kunnen de monniken van een paar uur rust genieten. Om middernacht moeten ze weer in de tempel zijn om te bidden tot Fudō Myō-ō, de godheid van de kaihōgyō en daarna gaan ze weer op weg. Dat gaat zo van eind maart tot begin juli, nacht na nacht, en op een heel sober en strikt vegetarisch dieet. Van competitie is geen sprake, hier wordt gelopen voor verlichting van de geest. Onderweg moeten ze bovendien op ruim 250 plaatsen voorgeschreven rituelen verrichten."
De kaihōgyōmonniken belichamen uithoudingsvermogen en toewijding. Hun pelgrimage is een inspiratiebron voor de Pockets Wedstrijd, die ook draait om het overwinnen van fysieke en mentale grenzen.
Sporttandheelkunde: Voeding, Speeksel en Ademhaling
Het congres Sporttandheelkunde van ACTA ging dieper in op de relatie tussen sport, voeding en mondgezondheid. Debby van Etten-Roem, Sergio Bizzarro en Maria Hopman deelden hun expertise over koolhydraten, speeksel en ademhaling.
Van Etten-Roem benadrukte het belang van koolhydraten voor sporters:
"Stel we hebben een sportende man van 75 kilo. Hij heeft gemiddeld 10g koolhydraten per kilo lichaamsgewicht nodig. Dus hij zal 750 gram koolhydraten per dag moeten eten. Dat verdeelt hij gedurende de hele dag. Hij start daarmee in de ochtend voor de fysieke activiteit maar ook na de activiteit zal hij de glycogeenvoorraad weer moeten aanvullen. Dat is best veel."
Ze waarschuwde ook voor de risico's van energiegels en sportdranken:
"In hypotone drank, zoals sommige hypotone AA-drankjes, zit minder opgeloste deeltjes koolhydraten dan dat wij in ons bloed hebben. Dit is onder de 40 gram. Als we kijken naar de isotone drank dan zitten evenveel deeltjes in opgelost als dat we in ons bloed hebben. Er zitten 40-60 gram koolhydraten in. Dat kunnen we gelijkmatig opnemen en dat is dus goed voor het herstellen van het vocht maar ook zeker voor het herstel van de koolhydraten. Als we kijken naar de hypertone drank dan zijn de opgeloste deeltjes veel hoger dan wij in het bloed hebben. Hier zit meer dan 80 gram koolhydraten in. Dat betekent dat het in het lichaam eerst verdunt moet worden, hierdoor kan vertraagde maaglediging ontstaan en kan leiden tot buikklachten zoals diarree. De hypertone drank is de welbekende oranje AA maar ook een glas sinaasappelsap is hypertoon. Deze kun je onder de energydranken plaatsen."
Bizzarro legde de focus op speeksel als een indicator van de conditie van een sporter:
"Speeksel bezit verschillende markers (bijvoorbeeld cortisol, eiwitconcentratie, amylase) die informatie zouden kunnen bieden over hoe het nu gaat met de sporter."
Hopman sprak over het belang van ademhaling:
"CO2 is de trigger om (dieper) adem te halen. CO2 stijgt door verbranding in de spier en komt in het bloed,het lichaam wil de CO2 en de pH stabiel wil houden. Het slagvolume en de hartfrequentie gaan bij inspanning ook omhoog zodat er meer bloed en zuurstof naar de spier gaat."
Deze inzichten uit de sporttandheelkunde zijn relevant voor de Pockets Wedstrijd, waar atleten hun lichaam tot het uiterste drijven en het optimaliseren van voeding, speeksel en ademhaling cruciaal is voor prestaties en gezondheid.
De Impact van Echtscheidingen op de Mondgezondheid
Het symposium Complexe omgangsrelaties na echtscheiding belichtte de impact van echtscheidingen op zowel ouders als kinderen, inclusief de gevolgen voor de mondgezondheid. Stress en depressieve gevoelens kunnen leiden tot zelfverwaarlozing en een slechtere mondhygiëne.
Het symposium benadrukte dat kinderen vaak de dupe zijn van scheidingen:
"Natuurlijk wil je als ouders de kinderen zo min mogelijk belasten maar ze worden weldegelijk hierdoor beïnvloedt. Het geheim is dat je samensmelt en tegelijkertijd opkomt voor jezelf zodat je jezelf niet verliest."
Conflicten tussen ouders kunnen leiden tot gevoelens van onveiligheid bij kinderen:
"Dus het is niet per definitie de scheiding die van alles kan veroorzaken maar het gevoel van onveiligheid. Niet alleen de mate maar ook de vorm van het conflict telt mee. Hierbij maken we onderscheid tussen een destructief en constructief conflict."
Een constructief conflict, waarbij een positieve oplossing wordt gevonden, is minder schadelijk dan een destructief conflict, waarbij kritiek en beledigingen de boventoon voeren.
De impact van echtscheidingen op de mondgezondheid is een belangrijk aandachtspunt, ook in de context van de Pockets Wedstrijd, waar atleten en hun families te maken kunnen krijgen met deze uitdagingen.
tags: #25 #jaar #pockets #wedstrijd #geschiedenis