Korfbal Team: De Beste Spelers en Teamindeling

Het samenstellen van een korfbalteam is een complex proces waarbij rekening gehouden moet worden met de individuele kwaliteiten van de spelers, hun potentieel en de algehele teamdynamiek. Een belangrijk aspect hierbij is het bepalen van de sterkte van een team, zodat teams van gelijkwaardig niveau tegen elkaar kunnen spelen. Dit artikel gaat in op de methoden die gebruikt worden om de sterkte van korfbalteams te bepalen, de rol van individuele spelers en de impact van correctiepunten op de teamindeling.

Prestatie Indicatie: Een Objectieve Maatstaf

Om teams van gelijkwaardige sterkte in te delen, wordt vaak gebruik gemaakt van een zogenaamde prestatie indicatie. Deze indicatie is een poging om objectief de sterkte van een team te bepalen. De prestatie indicatie wordt opgebouwd uit verschillende factoren, waaronder:

  • Resultaten van vorige competities
  • Correctiepunten
  • Leeftijd van de spelers
  • Reacties van verenigingen (eventueel)

De prestatie indicatie wordt gebruikt om teams in te delen in poules, waarbij de sterkere teams in een poule met andere sterke teams worden geplaatst, en de iets minder sterke teams in een poule met andere minder sterke teams.

Berekening van de Prestatie Indicatie: Een Voorbeeld

Om de berekening van de prestatie indicatie te illustreren, wordt een voorbeeld gegeven van de bepaling van de sterkte van een nieuw team, bijvoorbeeld E1. Om de sterkte van het nieuwe team E1 te bepalen, wordt gekeken naar de sterkte van de oude teams F1 en F2, waaruit de spelers van E1 afkomstig zijn. Het resultaat van die teams in de voorgaande competitie is hierbij cruciaal.

De prestatie indicatie van de teams wordt berekend aan de hand van de volgende gegevens:

Lees ook: Gids voor korfbal posities

  • Berekende prestatie indicatie vooraf: De prestatie indicatie van de teams voordat de competitie begon.
  • Indeling in poules: De poule waarin de teams zijn ingedeeld op basis van de vooraf berekende prestatie indicatie.
  • Aantal gespeelde wedstrijden: Het aantal wedstrijden dat de teams hebben gespeeld.
  • Behaalde winstpunten: Het aantal winstpunten dat de teams hebben behaald.
  • Doelsaldo: Het verschil tussen het aantal gescoorde doelpunten en het aantal tegendoelpunten.

Met behulp van deze gegevens wordt de prestatie indicatie van elk team aan het einde van het seizoen berekend. Deze eindscore is de som van de volgende factoren:

  • Poulesterkte: Het gemiddelde van de punten van alle teams in de poule.
  • Score voor winstpunten: Een score van 0 tot 10 voor het aantal behaalde winstpunten ten opzichte van het maximaal mogelijke aantal winstpunten. De formule hiervoor is: (Behaalde wedstrijd punten / Maximaal te behalen wedstrijd punten) * 10.
  • Score voor doelsaldo: Een score voor het doelsaldo, waarbij de waarde kan verschillen. In het voorbeeld wordt gesteld dat een team met een gemiddeld doelsaldo van 8 of meer 5 punten krijgt.

Het doel is dat de geschatte sterkte vooraf (de berekende prestatie indicatie) overeenkomt met de werkelijke krachtsverhoudingen tussen de teams. Als dit het geval is, zouden de vooraf berekende prestatie indicatie en de prestatie indicatie aan het einde van het seizoen in grote lijnen met elkaar overeen moeten komen.

De Rol van Individuele Spelers en Correctiepunten

De individuele kwaliteiten van de spelers spelen een belangrijke rol bij de sterkte van een team. Bij de samenstelling van nieuwe teams wordt gekeken naar de prestaties van de spelers in hun vorige teams. Spelers die in het verleden goed hebben gepresteerd, dragen punten mee naar hun nieuwe team.

Om de prestatie indicatie van een team nauwkeuriger te bepalen, kunnen correctiepunten worden toegekend. Correctiepunten zijn bedoeld om rekening te houden met factoren die niet direct uit de resultaten van vorige competities blijken, zoals de potentie van een speler of de teamdynamiek.

Stel dat de spelers die naar een nieuw team (bijvoorbeeld E1) gaan, de betere spelers zijn van de oude teams (bijvoorbeeld F1 en F2). In dat geval zou het nieuwe team E1 sterker moeten zijn dan de nieuwe teams F1 en F2. Om dit verschil tot uitdrukking te brengen, kunnen de spelers van de oude teams die naar het nieuwe team gaan correctiepunten krijgen.

Lees ook: Korfbalstatistieken: Ruben Zwaan

De spelers van de oude F1, die naar de E1 gaan, kunnen bijvoorbeeld +5 correctiepunten krijgen, terwijl de spelers die naar de nieuwe F1 gaan -5 correctiepunten krijgen. Als de beste spelers veel beter zijn dan de anderen, dan worden hen +5 punten gegeven en de anderen -5 punten. Is het sterkteverschil minder groot dan kan men bijvoorbeeld +3 en -3 punten geven. De gemiddelde correctiescore voor een team wordt zo berekend.

Belangrijk hierbij is dat de gezamenlijke correctiepunten van een oud team op nul uitkomen. Individuele spelers kunnen tussen de -5 en +5 correctiepunten krijgen. De correctie voor de prestatie indicatie van het team is het totale aantal correctiepunten van de individuele spelers gedeeld door het aantal spelers in die ploeg. Krijgt dus in een ploeg van 5 leden één speler 5 correctiepunten dan is het effect op de prestatie indicatie voor de ploeg maar 5 correctiepunten / 5 spelers = 1 punt. Correctiepunten hebben dus meer effect bij 4-tallen dan bij 8-tallen, omdat het totale aantal correctiepunten dan door minder spelers gedeeld hoeven te worden. Men moet dus ook goed bedenken of het toekennen van maar 1 of -1 correctiepunten aan spelers het beoogde effect zal hebben namelijk een zoveel hogere of lagere prestatie indicatie dat dit voor de indeling zeker gevolgen zal hebben.

Nieuwe Spelers en Leeftijdscorrectie

Bij nieuwe spelers wordt ook gekeken naar hun leeftijd. De aanname is dat een gemiddelde nieuwe F-speler van 7 jaar beter zal zijn dan die van 5 jaar. Daarom krijgen de nieuwe spelers op basis van hun leeftijd nog enkele leeftijdscorrectiepunten.

Grote clubs geven vaak meerdere geheel nieuwe E- en F-teams op, die in principe allemaal vrijwel dezelfde prestatie indicatie krijgen, omdat ze allen bestaan uit allemaal spelers die voor het eerst gaan spelen. In de praktijk geven clubs dan meestal toch de naar hun idee sterkste ploeg het laagste nummer, dus E3 is beter dan E4 en E4 is beter dan E5 etc. Ten tweede merkt men dat bijvoorbeeld eerstejaars E-teams in het najaar soms een te hoge score krijgen ten opzichte van de verwachtingen.

Feedback van Verenigingen en Vergelijking met Andere Teams

De berekende prestatie indicatie wordt gepubliceerd en clubs worden gevraagd om hiernaar te kijken en beargumenteerd te reageren als men van mening is dat deze de werkelijke sterkte van de nieuwe ploeg niet goed weergeeft. Daarbij moeten clubs vooral goed kijken of de prestatie indicatie van de eigen teams (per leeftijdscategorie) ongeveer overeenkomen met de eigen verwachtingen. Heeft de sterkste ploeg inderdaad de hoogste punten?

Lees ook: Homoseksualiteit en korfbal

Vervolgens kijkt men als club naar de scores van de eigen teams in vergelijking met die van andere teams waar de club mogelijk tegen zou kunnen spelen, dus teams in de omgeving. In principe kunnen die teams gewoon op score gesorteerd worden en dan kan men kijken waar in de rangorde de eigen teams staan en of dat overeenkomt met de eigen inschatting van de sterkte.

De prestatie indicatie is het resultaat van een objectieve berekening, maar een juiste uitkomst staat of valt met de input.

Rekening houden met Resultaten in de Voorgaande Competities

Bij de prestatie indicatie berekening wordt rekening gehouden met de resultaten in de voorgaande drie competities, waarbij de resultaten in de recentste competitie het zwaarst wegen. Bij de zaal- en voorjaarsveldindeling is die meest recente competitie de dan nog lopende najaarsveld- c.q. zaalcompetitie. De prestatie indicatie waarop de eerste indelingen worden gemaakt, zijn dan gebaseerd op de resultaten halverwege die competitie.

Op het veld hebben teams in poules van 4 dan idealiter 3 van de 6 wedstrijden gespeeld en tegen elke ploeg éénmaal en in de zaal dan 6 van 12 wedstrijden en eveneens tegen elke ploeg éénmaal. De praktijk is voor sommige teams echter anders. Op het veld worden veel wedstrijd verzet naar later, waardoor teams pas 1 of 2 wedstrijden hebben gespeeld. In de zaal spelen maar weinig BK-teams volgens schema, waardoor aantal gespeelde wedstrijden per team nogal verschilt en tegen sommige teams al 2x is gespeeld en tegen andere nog helemaal niet. Als een team dan toevallig alleen tegen de zwakste tegenstanders heeft gespeeld zal het sterker lijken dan het in werkelijkheid is. In zo’n geval zou de berekende prestatie indicatie iets aangepast moeten worden. Het is voor de planners echter niet mogelijk om voor elk van de duizenden in te delen teams na te gaan of de berekende score aanpassing behoeft.

De eerste prestatie indicatie voor de zaal- en voorjaarsteams zijn dus gebaseerd op de resultaten in de voorgaande competitie tot op dat moment. Elke week erna wordt de prestatie indicatie opnieuw berekend en gekeken of die nieuwe scores aanleiding zijn om teams in de indeling hoger of lager in te delen en als dat dan qua planning nog mogelijk is, zal dat ook gedaan worden.

Veelgemaakte Fouten en Correctiepunten

Wanneer men kijkt naar ontvangen reacties op de prestatie indicatie dan blijkt in meer dan de helft van de gevallen, dat die niet nodig was geweest als een club (beter) gebruik had gemaakt van correctiepunten of alle spelers had opgegeven.

Iets wat vaak voorkomt is het volgende. Een club heeft een F1-team bestaande uit 6 spelers. In de loop van de competitie komen er kinderen bij, waardoor ze de volgende competitie met 2 F-teams kunnen spelen. De oude en nieuwe spelers worden vervolgens op sterkte verdeeld over beide nieuwe F-teams. Van de oude F1-ploeg gaan er 3 kinderen naar de nieuwe F1 en 3 naar de nieuwe F2 en in beide teams worden één of meer nieuwe spelers ingedeeld. Beide teams zijn dan min of meer identiek samengesteld, dus krijgen beide een vergelijkbare prestatie indicatie. Voor de F2 vindt de club die dan vervolgens te hoog. Had de club echter de oude F1 spelers +5 en -5 correctiepunten gegeven, dan was er een duidelijk verschil ontstaan in score tussen F1 en F2, net zoals in eerder voorbeeld bij E2 en F1.

Er zijn teams die het hele seizoen in dezelfde samenstelling spelen. Doen ze het dan in de lopende competitie slecht, dan willen clubs graag alle spelers negatieve correctiepunten geven om er maar voor te zorgen dat ze in de volgende competitie laag genoeg ingedeeld worden. Maar zoals al eerder gemeld: dat kan niet.

Soms laten verenigingen in een zwak team geregeld spelers uit hogere ploegen meedoen, bijvoorbeeld bij afzeggingen, waardoor het team beter presteert dan het op eigen kracht had gedaan. Daardoor lijkt de ploeg dus beter dan die eigenlijk is en krijgt die dus een hogere score. Spelen in de volgende competitie die betere invallers weer mee dan is die hogere score niet onterecht, maar wordt dan de ploeg juist steeds aangevuld met invallers uit zwakkere teams dan zal de ploeg misschien te hoog ingedeeld zijn. Een en ander is niet goed in te vullen op het A2-formulier.

Vergelijken van Prestatie Indicaties Tussen Competities

Voor iedere in te delen competitie wordt de prestatie indicatie berekend, maar men kan niet de berekende prestatie indicatie voor de ene competitie één op één vergelijken met die van de volgende competitie. Men kan wel kijken hoe de score van twee teams nu is ten opzichte van elkaar en hoe dat was bij de vorige competitie, maar naar de absolute getallen moet men niet kijken.

Stel twee teams hadden beide 50 punten bij berekening prestatie indicatie in september ten behoeve van indeling zaalcompetitie en bij berekening prestatie indicatie in februari ten behoeve van indeling voorjaarsveldcompetitie is dat 60 om 70 punten. Dan wordt de ene ploeg in februari sterker ingeschat dan de andere terwijl we in september nog dachten dat ze even sterk waren, maar dat ze eerst 50 punten hadden en later 60 en 70 betekent niet dat ze beide sterker zijn in februari dan in september. Het zou in theorie zelfs kunnen dat 75 punten in februari gelijk is aan 50 punten in september en dan worden beide teams dus eigenlijk zwakker ingeschat worden ten opzichte van de overige teams.

Tot op zekere hoogte klopt 75 om 50 ook, want met elke nieuwe competitie komen er geheel nieuwe teams bij aan de onderkant. Als we die steeds zeg maar 0 punten willen geven, maar ze zijn zwakker dan de teams die bij berekening voor de vorige competitie 0 punten kregen, dan moet daarvan de score dus iets omhoog gaan. Men kan wel scores vergelijken die we voor dezelfde competitie op achtereenvolgende weken uitrekenen. Elke week worden dan weer de uitslagen van een week meer meegenomen in de berekening, waardoor de score wat wijzigt.

Competitie 2.0

Competitie 2.0 wordt met ingang van het seizoen 2025-2026 ingevoerd. Dat betekent dat er dingen veranderen. Plezier, uitdaging en ontwikkeling staan hierbij centraal. De bond helpt de verenigingen graag om de veranderingen soepel te laten verlopen. Zodat de technische commissies geïnformeerd aan de slag kunnen met de teamindeling voor het nieuwe seizoen. In het voorjaar wordt het competitieschema voor het daaropvolgende seizoen gepubliceerd. In het competitieschema staat aangegeven welke weekenden als competitieweekenden zijn aangemerkt, welke als inhaal- en welke als vrije weekenden.

Nieuwe Competitieopzet voor de Jeugd

Met ingang van het nieuwe seizoen komt er een nieuwe competitieopzet voor de jeugd. Geen letters ABCDEF meer, maar U19, U17 en U15 voor de selectieteams. En team J1 t/m J22 met kleuren voor alle overige jeugdteams die vallen onder breedtesport (startend met J1 als oudste jeugdteam). Ook behoren hele harde leeftijdsgrenzen tot het verleden. De bond geeft nog wel richtlijnen en spreekt van bandbreedtes; het maximale leeftijdsverschil binnen een team. Bij de 4-tallen is het leeftijdsverschil uitgebreid naar twee jaar en bij 8-tallen naar drie jaar.

tags: #korfbal #team #beste #spelers