Zaalhockey Wisselregels: Een Complete Gids

Het zaalseizoen staat weer voor de deur. Tijd om de wisselregels en andere belangrijke spelregels op te frissen! Dit artikel biedt een uitgebreid overzicht van de zaalhockeyregels, inclusief de interpretaties en aandachtspunten voor het komende seizoen.

Algemene Zaalhockey Regels

Zaalhockey is een variant van hockey dat in een sporthal wordt gespeeld. Het vereist specifieke vaardigheden en tactieken vanwege de kleinere ruimte en de aanwezigheid van zijbalken. Zaalhockey is toegankelijk voor iedereen, ook als je geen veldhockey speelt.

Benodigdheden

Zaalhockeyers zijn verplicht om een bitje, scheenbeschermers en zaalschoenen te dragen. Er wordt gespeeld met een zaalstick, die platter is dan een veldstick. Het dragen van een zaalhockeyhandschoen wordt ook aangeraden.

Team Samenstelling

Een team bestaat uit maximaal 12 spelers, waarvan er 6 in het veld staan (meestal 5 veldspelers en een keeper).

Wedstrijdduur

De duur van de wedstrijden is doorgaans 2 x 20 minuten met een rust van maximaal 3 minuten. De tijd wordt niet stilgezet, behalve bij het toekennen van een strafbal. Na de eerste speelhelft wisselen de teams van helft, net als op het veld.

Lees ook: Alles over zaalhockey regels

Belangrijkste Spelregelwijzigingen en Interpretaties

Er zijn geen nieuwe regels opgesteld voor het komende seizoen, maar de spelregelcommissie van de KNHB heeft wel een paar interpretaties gewijzigd.

Beschermde Pass bij Opsluiting in de Hoek ("Trapping")

In de zaalhockeywereld is "trapping" een bekende term, die verwijst naar het opsluiten van een speler in de hoek. Een speler in balbezit mag niet worden opgesloten in de hoek van het veld of aan de balk door tegenstanders met hun stick plat op de grond. Tegenstanders moeten een opening laten waar de bal door kan worden gespeeld.

  • Overtredingen: Aanvallers die verdedigers opsluiten zonder opening krijgen een vrije push tegen. Verdedigers die aanvallers in de cirkel opsluiten riskeren een strafcorner wanneer ze geen opening laten.
  • Nieuwe Interpretatie: De opening die de verdedigers laten, moet daadwerkelijk worden gebruikt. De eerste pass die door deze opening wordt gegeven, is een beschermde pass. Dit betekent dat de tegenstander deze pass/bal niet mag onderscheppen. Na de eerste pass vervolgt het spel zich in vrij spel.
  • Rol van de Scheidsrechter: De scheidsrechter begeleidt de situatie en geeft aan waar de ruimte is, bijvoorbeeld: "zijbalk is vrij" of "achterlijn is vrij". Na twee keer coachen moet de speler handelen naar de aanwijzingen. Gebeurt dit niet, dan begaat de speler een overtreding.
  • Schijnruimte: Het creëren van schijnruimte doordat tegenstanders de opening telkens open en dicht doen (spoorboom-effect) is niet toegestaan.

Voorbeeld: Als de verdedigers een opening laten bij de achterlijn, dan moet de aanvaller deze ruimte gebruiken om de pass te kunnen spelen. Als de bal dan in de cirkel wordt gespeeld, is de pass beschermd en mag deze niet onderschept worden.

Afstand bij Vrije Push Over de Middenlijn

Wanneer een vrije push wordt toegekend vlak over de middenlijn en een verdediger, die zich op de eigen helft bevindt, staat niet op 3 meter afstand en grijpt in nadat de vrije push is genomen, dan kent de scheidsrechter een strafcorner toe. Er zal geen directe persoonlijke straf worden opgelegd (zoals vorig seizoen het geval was). Bij herhaling is dit wel mogelijk.

Management van de Strafcorner

De nieuwe afspraak rondom het management van de strafcorner wordt ook ingevoerd in de zaal. Het uitgangspunt is dat de scheidsrechter zelf de 30 seconden bijhoudt.

Lees ook: Wat mee te nemen naar zaalhockey

  • Stappenplan:
    1. Fluit voor een SC, tijd loopt gewoon door (dus niet stilzetten!).
    2. Kijk op je horloge naar de tijd.
    3. Tel daar 30 seconden bij op, zodat je weet wanneer het tijd is.
    4. Begeleid de spelers verbaal.
    5. Geef de tijden door: nog 15, 10 en 5 seconden.
    6. Fluit om de strafcorner vrij te geven.

Staat iedereen al eerder klaar, dan mag dat al voor het verstrijken van de 30 seconden. Mochten er spelers zijn die er echt veel te lang over doen om klaar te staan, dan kan de scheidsrechter de desbetreffende speler hiervoor straffen. Net als op het veld volgt eenmaal de waarschuwing, bij een volgende keer volgt een groene kaart.

  • Re-take: Bij een re-take vervallen de 30 seconden en wordt de strafcorner zo snel mogelijk genomen. Het opnieuw bijeenkomen van het aanvallende team op de kop cirkel is niet toegestaan.
  • Stilgelegde Tijd: Wanneer de tijd na het toekennen van een strafcorner wordt stilgezet (bijvoorbeeld bij een blessure of bij het toekennen van een persoonlijke straf), vervallen de 30 seconden en wordt de strafcorner zo snel mogelijk genomen.
  • Einde van de Helft: Wees je ervan bewust dat indien er aan het einde van een helft een strafcorner wordt gegeven de wedstrijdtijd ten einde kan zijn gedurende de strafcorner. De strafcorner gaat echter door totdat volgens regel 13.5 de strafcorner ten einde is. Indien nodig fluit je derhalve de wedstrijd af vlak voor de start van de strafcorner. De wedstrijdtafel toetert aan het einde van de speeltijd af, ongeacht of dan een strafcorner wordt uitgevoerd. Het is niet de bedoeling om de strafcorner vast te houden om zodoende de wedstrijdtijd te laten verstrijken. Waarschuw de spelers dus als je ziet dat tijdens de strafcorner de tijd verstreken zal zijn. Wanneer dit specifieke geval zich voordoet, dan is de wedstrijd ten einde als volgens het spelreglement de strafcorner ten einde is.
  • Verantwoordelijkheid Aanvallende Partij: Van de aanvallende partij wordt ook verwacht dat zij binnen 30 seconden klaarstaat om de strafcorner te nemen. Bij het fluitsignaal van de scheidsrechter moet de aangever de bal direct nemen. Het onnodig vertragen van het nemen van de strafcorner wordt bestraft door de aangever weg te sturen.

Masker bij Strafcorner

Verdedigers mogen uit veiligheid een masker op bij het verdedigen van een strafcorner.

  • Gebruik van het Masker: Het masker moet bij de eerste mogelijkheid dat deze veilig afgezet kan worden (m.u.v. de spelhervatting direct na de strafcorner), worden afgezet.
    • Spelers moeten het masker afdoen zodra de strafcorner is beëindigd. Is er op dat moment geen geschikte mogelijkheid om het masker veilig af te doen, dan mag de speler het masker ophouden, zolang deze zich op de eigen helft bevindt. De speler moet het masker afdoen voordat deze zich op de andere speelhelft begeeft of wanneer deze door de scheidsrechter wordt verzocht om het masker af te doen.
    • Verdedigers met masker op mogen tot aan de middenlijn hun verdedigende actie afmaken. Komen ze met masker over de middenlijn, dan krijgt de aanvallende partij een vrije push op de plek net over de middenlijn, op de eigen verdedigende speelhelft.
    • Wanneer de bal na het nemen van de strafcorner vanaf de achterlijn direct doorschiet tot meer dan 3-meter buiten de cirkel (de strafcorner is nu officieel voorbij) mogen verdedigers hun masker uit veiligheid ophouden. Bij de eerste mogelijkheid om deze veilig af te doen, moet het masker direct worden afgedaan.
  • Spelhervatting na Strafcorner:
    • Een spelhervatting door de verdedigende partij direct na afloop van een strafcorner mag genomen worden met een masker op. Dit mag niet d.m.v. een self-pass. Doet de verdediger dit toch in de cirkel, dan krijgt die partij een strafcorner tegen. Wanneer dit buiten de cirkel gebeurt geef je een vrije push aan de aanvallende partij. Het is een self-pass wanneer de verdediger gaat lopen met de bal. Een tikje + een pass is wel toegestaan.
    • Er ontstaat echter een nieuwe spelsituatie wanneer de verdediger met masker op na het nemen van de spelhervatting een verdedigende actie maakt (op de eigen helft) op een aanvaller in balbezit. Dit is niet toegestaan dan geef je een strafcorner, ongeacht of dit binnen of buiten de cirkel gebeurt. We geven hier in de cirkel dus géén strafbal voor. In beide gevallen volgt alleen een persoonlijke straf als de aard van de overtreding daartoe aanleiding geeft.

Beschermende Kleding in het Speelveld

  • Tijdens het Spel: Wanneer de bal beschermende kleding raakt die in het speelveld ligt, dan wordt er doorgespeeld. Uitzondering hierop is wanneer hierdoor het waarschijnlijk maken van een doelpunt wordt voorkomen, dan kan een strafbal worden toegekend.
  • Tijdens een Strafcorner: Wanneer de bal een los stuk beschermende kleding van een verdediger (bijv. een kniebeschermer of een masker) raakt dat in het speelveld ligt, dan wordt het spel hervat met een vrije push als dit buiten de cirkel gebeurt en met een strafcorner als dit binnen de cirkel gebeurt. Wanneer het waarschijnlijk maken van een doelpunt wordt voorkomen, dan kan een strafbal worden toegekend.

Overige Belangrijke Spelregels

Spelen van de Bal in de Lucht

Volgens regel 9.10 mogen spelers de bal niet spelen wanneer deze in de lucht is. Spelers van het team dat de bal niet omhoog bracht mogen de bal wel stoppen. In het verleden werd het gedoogd wanneer een speler de bal in een vloeiende beweging naar de grond bracht. Dit is niet meer toegestaan en wordt afgefloten. Onder het stoppen van de bal wordt verstaan, het tegenhouden van de bal zonder voorwaartse (of neerwaartse etc.) beweging.

"In het Blok" Spelen

Er is alleen sprake van ‘in het blok spelen’ wanneer een tegenstander al laag zit met de stick voor de voeten en de speler de bal hard/gevaarlijk tegen de stick speelt. Mocht dit het geval zijn dan moet je een persoonlijke straf geven. Ligt de stick niet op de grond of gaat de speler met de stick naar de bal, dan is er geen sprake van ‘in het blok spelen’. Het is dus ook geen overtreding als de bal langs een speler gespeeld wordt of zonder gevaar in een liggende stick gespeeld wordt (bijv. een zacht rollende bal tegen de stick). Wanneer een verdediger de bal in de cirkel ‘in het blok’ speelt dan geef je een strafcorner, geen strafbal. Als een verdediger de bal ‘in het blok speelt’ van buiten de cirkel maar op de eigen helft, dan is het altijd een vrije push en geen strafcorner.

Hoogte van de Bal

In de basis moet de bal in de zaal over de grond gespeeld worden (m.u.v. een schot op doel), maar de bal mag max 10cm omhoog, mits de tegenstander er geen last van heeft. Wanneer de bal bij het stoppen opspringt kan men door laten spelen als het niet van invloed is op het spel en/of de tegenstander daar geen hinder van ondervindt.

Lees ook: Zaalhockey: wedstrijdduur uitgelegd

Regels voor de Doelverdediger

Als de bal in de cirkel is mag de doelverdediger de bal staand en liggend spelen. Is de bal of de doelverdediger buiten de cirkel dan mag de doelverdediger de bal niet liggend spelen. Gebeurt dit toch, dan wordt deze overtreding bestraft met een strafcorner.

  • Bal richting de doelverdediger:
    • Bal gaat laag naar de doelverdediger, bal gaat laag weg van de doelverdediger→ doorspelen.
    • Bal gaat laag naar de doelverdediger, bal gaat hoog weg van de doelverdediger → doorspelen als het niet van invloed is op het spel en/of de tegenstander daar geen hinder van ondervindt, anders een strafcorner.
    • Bal gaat hoog naar de doelverdediger, bal gaat hoog weg van de doelverdediger → beoordelen op gevaar, is er geen gevaar dan spelen we door, is er wel gevaar dan geef je een strafcorner.

Liggend Spelen

Liggend spelen, oftewel 3 of meer steunpunten hebben, is niet toegestaan in de zaal. Voorbeelden van een extra steunpunt zijn: een knie op de grond, hand op de grond (niet zijnde de stickhand).

Manier van Spelen

Spelers mogen de bal voortbewegen door de bal te pushen, slaan mag niet in de zaal. Wanneer er bij de voorafgaande beweging meer dan 50cm tussen de bal en de stick zit zien we dat als slaan en dus als overtreding.

3 Meter Regel

Voordat de bal door een aanvaller de cirkel in gespeeld mag worden moet deze 3m zijn verplaatst of geraakt zijn door een tegenstander. De bal mag via de balk de cirkel in, maar dan moet de bal eerst 3m hebben gerold, voordat hij de balk raakt.

Bescherming Verdediger bij de Balk

Een verdediger die duidelijk met zijn stick en/of lichaam een pass of looplijn bij de balk dichtzet, moet worden beschermd wanneer een aanvaller de bal hier doorheen wil drukken of spelen. De aanvaller zal een andere weg moeten kiezen, want de weg langs de balk is door de verdediger reglementair afgesloten.

Bully

Ontstaat er een situatie waarbij spelers de bal samen tussen hun beide sticks blijven klemmen, geven we een bully als dit te lang duurt. Echter, een proactieve begeleidende rol van scheidsrechters kan hier helpen om het spel levend te houden.

Pirouette

Een pirouette die door een speler goed wordt uitgevoerd is prachtig zaalhockey en toegestaan. Echter, de pirouette waarbij de speler een halve of hele draai maakt en dan van dichtbij hard op zijn tegenstander (in het blok) speelt is potentieel gevaarlijk en moet wel worden afgefloten (vrije push + persoonlijke straf)! Komt de bal echter ongevaarlijk op de voet van de verdediger dan is dit “gewoon” shoot.

Wisselregels

De wedstrijd wordt niet stilgelegd voor wissels. Let op: dit betekent dat we de tijd ook niet stilzetten voor een keeperswissel.

Keeper Wissel

Een team mag maximaal 2x per wedstrijd zijn volledig uitgeruste doelverdediger (‘keeper’) van het speelveld wisselen voor een zaalspeler. Het uit het speelveld gaan van de keeper telt als wisselmoment. Het is dus ook een wisselmoment wanneer er een aangeklede keeper het speelveld in komt om de strafbal te verdedigen en na de strafbal het speelveld weer verlaat, ondanks het feit dat de tijd hier stil staat. Een keeper wisselen voor een andere keeper telt niet als wisselmoment. Heeft een team zijn aantal wisselmomenten al gebruikt en raakt een in het speelveld staande keeper geblesseerd of wordt deze uit de wedstrijd gestuurd dan is de oplossing deze te vervangen door een andere keeper. Zit deze niet op de bank dan wordt eerst een zaalspeler ingebracht, terwijl buiten het speelveld een vervangende keeper wordt ‘aangekleed’. Zodra deze klaar is, wordt de zaalspeler van het speelveld gehaald en komt de keeper permanent in de wedstrijd. Let op dat het team met een speler minder speelt als het gaat om een persoonlijke straf.

Rol van de Scheidsrechter en Zaalleiding

Scheidsrechters

De zaal leent zich er uitstekend voor om veel interactie te hebben vóór, tijdens en na de wedstrijd met zowel spelers als begeleiding. Blijf investeren in de ‘relatie’ met de teams en deel elkaars visie over het (zaal)spelletje. Sta open voor andere meningen! In de zaal kun je je verbale managementskills uitstekend gebruiken. Je staat dicht bij de spelers en dicht op het spel, dus gebruik dat in je voordeel. Mocht je willen ingrijpen bij een spelhervatting, zorg er dan voor dat je dit doet vóórdat deze genomen is. Dit voorkomt vertraging en ergernis bij de spelers, dus let op je timing!

Zaalleiding

De zaalleiding is verantwoordelijk voor de speellocatie, het wedstrijdverloop en het toezien op het invullen van het Digitaal Wedstrijdformulier (DWF). Ieder team heeft 1 of 2 keer zaalleiding. De data staan in de MHC Bennebroek-app en de hockey.nl-app.

  • Taken van de Zaalleiding:
    • Zorgen dat de balken en doelen op tijd klaar staan.
    • Controleren de zaal, kleedkamers en gangen op ongeregeldheden.
    • Zorgen dat de wedstrijdtafel klaarstaat en het scorebord werkt.
    • Bewaken de tijd (niet de scheidsrechters).
    • Aangeven wanneer een speler na een kaart mag terugkeren in het veld.
    • Invullen van het DWF.

De speeltijden en rusttijden worden strak aangehouden om uitloop van de wedstrijden te voorkomen. De tijd staat nooit stil, ook niet bij bijvoorbeeld een blessure of overleg tussen scheidsrechters (uitzonderingen gelden voor de Hoofd- en Topklasse). Bij uitloop van de tijd verkort de zaalleiding de pauzes of de wedstrijden.

Speelbegeleiding (Jongste Jeugd)

De begeleiding in de zaal verschilt niet met die van het veld. De speelbegeleider heeft de fluit bij voorkeur zoveel mogelijk in de zak, bewaakt de voortgang van het spel, begeleidt de spelers en zorgt voor een sportief verloop van de wedstrijd. Zorg voor spelplezier tijdens de wedstrijd voor beide teams. Zorg voor een veilig verloop van de wedstrijd. Onderbreek het spel zo min mogelijk; alleen vanwege de veiligheid en hoofdregels. Gevaarlijk spel wordt direct afgefloten. De indeling van de speelbegeleiding wordt via de manager door het team geregeld. Er zijn dit jaar wijzigingen in het aantal speelminuten aangebracht.

Specifieke Regels voor Jongste Jeugd (O8, O9, O10)

O8

De O8 spelen in een 5 tegen 5 vorm over de gehele zaal (20 bij 40) met aan de zijkanten balken. Op de achterlijn worden 2 goals gevormd met pionnen en zal er een doelgebied zijn over de gehele breedte, 5 meter van de achterlijn. Een wedstrijd duurt 2x 10 minuten met 3 minuten rust. De speelbegeleider heeft de fluit bij voorkeur zoveel mogelijk in de zak, bewaakt de voortgang van het spel, begeleidt de spelers en zorgt voor een sportief verloop van de wedstrijd.

O9 en O10

Er zal gespeeld worden in een 6 tegen 6 over de gehele zaal (20 bij 40) met aan de zijkanten balken. Een wedstrijd duurt 2x 15 minuten met 3 minuten rust.

Overige Informatie

Trainingen

Het aantal beschikbare zaaluren voor trainingen is in de regio vaak beperkt. De trainingscoördinatie doet ieder jaar zijn best om de trainingsdagen en -tijden zo goed mogelijk in te vullen en te verdelen over de opgegeven teams. Er wordt gestreefd naar minimaal hetzelfde aantal zaaltrainingen als wedstrijddagen. Het is belangrijk om tijdens het zaalhockeyseizoen regelmatig de MHCB- app te checken, omdat locatie, dagen, tijden en trainers per training kunnen variëren.

Kleding

Alle spelers van een team moeten dezelfde kleding dragen: het clubtenue. Als de clubkleuren van beide teams te veel op elkaar lijken, passen de spelers van het bezoekende team hun kleding aan.

Sancties

Algemeen: invallen om een team te versterken is onwenselijk en wordt aangemerkt en behandeld als ‘onsportief gedrag’. Consequenties bij het niet naleven van de speelgerechtigdheidsregels: 3 wedstrijdpunten in mindering en een boete.

Combiteams

Combiteams zijn teams bestaande uit een combinatie van 2 veldhockeyteams van dezelfde vereniging en worden aangeduid met een C’. Een speler uit een 1e lijns team mag ongelimiteerd invallen bij het combiteam; Een speler uit een tweede team mag ongelimiteerd invallen bij het combiteam en het 1e lijns team; Een speler uit een combiteam mag ongelimiteerd invallen bij 1e lijnsteams mits de speler de juiste leeftijd heeft; Een speler uit een combiteam mag niet invallen bij een op een lager niveau spelend team dan het team van herkomst veld én dat team van herkomst veld mag niet meer dan één klasse lager spelen dan het combiteam.

tags: #zaalhockey #wisselregels