Zaalhockey Regels: Stick Spelen en Meer

Zaalhockey is een dynamische en snelle variant van veldhockey, gespeeld in een zaal met aangepaste regels en uitrusting. Het vereist andere vaardigheden en tactieken dan veldhockey. Dit artikel geeft een overzicht van de belangrijkste zaalhockeyregels, met speciale aandacht voor stickgebruik en andere essentiële aspecten van het spel.

Uitrusting voor Zaalhockey

De juiste uitrusting is cruciaal voor veiligheid en prestaties in zaalhockey. Spelers gebruiken een speciale zaal hockeystick, die dunner is dan een veld hockeystick. Zaalschoenen zijn ook vereist voor goede grip op de gladde ondergrond. Een zaalhockeyhandschoen is verplicht om de hand te beschermen tegen harde ballen en contact met de vloer. Scheenbeschermers en een bitje zijn ook essentieel voor de veiligheid. Keepers moeten speciale riempjes om de klompen dragen, omdat de metalen gespjes van hun legguards schade kunnen maken aan de zaalvloer.

Algemene Spelregels

Een team bestaat uit maximaal zes spelers, inclusief de keeper. Er mogen maximaal 6 spelers op de bank zitten. Wedstrijden duren 2 x 20 minuten met een korte pauze, waarbij de tijd niet wordt stilgezet, behalve bij een strafbal. Na de eerste helft wisselen de teams van speelhelft.

Spelhervattingen

  • Inpush: Als de bal over de zijbalk gaat, hervat het team dat de bal niet als laatste aanraakte het spel met een inpush vanaf een punt binnen het veld, maximaal 1 meter van de plek waar de bal over de balk ging.
  • Uitpush: Als een aanvaller de bal als laatste aanraakt voordat deze over de achterlijn gaat, krijgt de verdedigende partij een uitpush.
  • Lange Corner: Als een verdediger of de keeper de bal onbedoeld over de eigen achterlijn speelt, krijgt de aanvallende partij een lange corner op de middenlijn, recht tegenover de plek waar de bal over de achterlijn ging.
  • Vrije Push: Na een overtreding krijgt het andere team een vrije push. De bal moet stilstaan en mag niet omhoog worden gespeeld. Tegenstanders moeten minimaal 3 meter afstand houden. Een vrije push dichtbij de cirkelrand wordt genomen op de plaats van de overtreding.

Stickgebruik en Spelregels

  • Push: De bal moet worden verplaatst met een push, waarbij de stick dicht bij de bal wordt geplaatst en de bal over de grond wordt geduwd. Een slapshot is niet toegestaan. Wanneer de speelbeweging wordt ingezet van dichterbij de bal dan 50 cm, is er geen sprake van een slapshot.
  • Hoog Spel: De bal mag niet van de grond omhoog worden gespeeld, behalve bij een schot op doel. In principe moet de bal over de grond worden gespeeld, maar de bal mag maximaal 10 cm omhoog, mits de tegenstander er geen last van heeft.
  • Blokkeren: Het is verboden om een harde pass van dichtbij in de richting van een tegenstander te spelen die met zijn stick een blok zet. Een verdediger die met zijn stick en/of lichaam een pass of looplijn bij de balk "dichtzet", moet worden beschermd als een aanvaller de bal hier doorheen wil spelen.
  • In het Blok Spelen: Er is alleen sprake van ‘in het blok spelen’ wanneer een tegenstander al laag zit met de stick voor de voeten en de speler de bal hard/gevaarlijk tegen de stick speelt. Ligt de stick niet op de grond of gaat de speler met de stick naar de bal, dan is er geen sprake van ‘in het blok spelen’.

Scoren

Er kan niet gescoord worden voordat de bal buiten de cirkel is geweest. Alleen een direct schot of een tip-in laag over de grond zijn toegestaan. Het is niet toegestaan om liggend de bal erin te tikken of een bal die hoog naast wordt geschoten erin te tippen.

Strafcorner

Een opzettelijke overtreding door een verdediger buiten de cirkel en op eigen helft wordt bestraft met een strafcorner. Voordat uit een strafcorner een doelpunt gemaakt kan worden, moet de bal na het aangeven buiten de cirkel zijn geweest. Alle spelers (aanvallers en verdedigers) dienen ook in de cirkel op 3 meter afstand te staan. Bij een strafcorner mogen maximaal 5 verdedigers met voeten en sticks achter de doellijn/achterlijn staan op minimaal 5m afstand van de bal. De bal moet eerst buiten het 15m doelgebied zijn gespeeld voordat van binnen het 15m doelgebied kan worden gescoord.

Lees ook: Alles over zaalhockey regels

Verboden Acties

  • Spelers mogen geen voorwerpen of uitrustingsstukken naar de bal of naar een andere persoon gooien.
  • Spelers mogen de bal niet opzettelijk tegen de balk duwen of klemmen.
  • Een speler die in balbezit is, mag niet opgesloten worden in de hoek van het veld of aan de zijbalk door tegenstanders met hun stick plat op de grond.
  • Het is niet toegestaan een tegenstander van de bal af te houden door tussen hem en de bal te draaien waardoor de tegenstander de bal niet kan spelen.
  • Liggend spelen is niet toegestaan.

Specifieke Regels en Interpretaties

Beschermde Pass bij Opsluiting in de Hoek

Een speler in balbezit mag niet opgesloten worden in de hoek van het veld of aan de balk door tegenstanders met hun stick plat op de grond. Tegenstanders moeten een opening laten waar de bal door kan worden gespeeld. Nieuw dit seizoen is dat de opening ook daadwerkelijk moet worden gebruikt. De eerste pass die wordt gegeven door deze opening is een beschermde pass. Dat betekent dat de tegenstander deze pass/bal niet mag onderscheppen. Na de eerste pass vervolgt het spel zich in vrij spel.

Afstand bij Vrije Push over de Middenlijn

Wanneer een vrije push wordt toegekend vlak over de middenlijn en een verdediger, die zich op de eigen helft bevindt, staat niet op 3 meter afstand en grijpt in nadat de vrije push is genomen, dan betekent dit dat de scheidsrechter een strafcorner toekent.

Management van de Strafcorner

De scheidsrechter houdt de tijd bij (30 seconden) en begeleidt de spelers verbaal. Van de aanvallende partij wordt ook verwacht dat zij binnen 30 seconden klaarstaat om de strafcorner te nemen. Bij het fluitsignaal van de scheidsrechter moet de aangever de bal direct nemen. Het onnodig vertragen van het nemen van de strafcorner wordt bestraft door de aangever weg te sturen.

Maskers bij Strafcorners

Verdedigers mogen uit veiligheid een masker op bij het verdedigen van een strafcorner. Spelers moeten het masker afdoen zodra de strafcorner is beëindigd. Is er op dat moment geen geschikte mogelijkheid om het masker veilig af te doen, dan mag de speler het masker ophouden, zolang deze zich op de eigen helft bevindt.

Spelen van de Bal in de Lucht

Spelen van de bal in de lucht is niet toegestaan! Volgens regel 9.10 mogen spelers de bal niet spelen wanneer deze in de lucht is. Spelers van het team dat de bal niet omhoog bracht mogen de bal wel stoppen.

Lees ook: Wat mee te nemen naar zaalhockey

Wissels

Een team mag maximaal 2x per wedstrijd zijn volledig uitgeruste doelverdediger (‘keeper’) van het speelveld wisselen voor een zaalspeler. Het uit het speelveld gaan van de keeper telt als wisselmoment.

Rolverdeling en Gedrag

Elk team dient een aanvoerder te hebben, voorzien van een aanvoerdersband. De aanvoerder mag zich in zowel in het veld als op de bank ophouden. Het is goed om een team via de aanvoerder aan te spreken op zijn gedrag. Scheidsrechters dienen alert op te treden tegen ruw spel. Wanneer spelers merken dat ruw spel wordt getolereerd, voelen ze zich onveilig en hebben ze soms de neiging om voor eigen rechter te gaan spelen.

Lees ook: Zaalhockey: wedstrijdduur uitgelegd

tags: #zaalhockey #regels #stick #spelen