Handbal is een snelle en dynamische sport die wereldwijd gespeeld wordt. Twee teams van zeven spelers (zes veldspelers en een doelman) strijden om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander. Dit artikel behandelt de belangrijkste regels van het handbal, met speciale aandacht voor het wisselen en de regels rondom doelpunten.
Het Doel van het Spel
Het primaire doel in handbal is simpel: de bal in het doel van de tegenstander werpen en zo punten scoren. Het team dat aan het einde van de wedstrijd de meeste doelpunten heeft gemaakt, wint.
Speeltijd
Een standaard handbalwedstrijd bestaat uit twee helften van elk 30 minuten, met een pauze van 10 tot 15 minuten tussen de helften. Voor jeugdteams kunnen de speeltijden korter zijn.
Het Speelveld
Handbal wordt meestal binnenshuis gespeeld, behalve bij beachhandbal. Het speelveld is een rechthoek van 40 meter lang en 20 meter breed, inclusief een speelveld en twee doelgebieden. De lengtelijnen worden zijlijnen genoemd, terwijl de breedtelijnen achterlijnen heten, en de lijn tussen de doelpalen is de doellijn. Een veiligheidszone van minimaal 1 meter naast de zijlijn en 2 meter achter de achterlijn is vereist.
Aan beide uiteinden van het veld bevinden zich de doelen. Het gebied voor het doel wordt de "doelgebied" of "zesmeterzone" genoemd. Alleen de doelman mag dit gebied betreden. De doelen zelf zijn stevig verankerd aan de grond of muur en hebben een opening van 2 meter hoog en 3 meter breed. De doelpalen zijn verbonden door een dwarslat en moeten vierkant zijn (8 cm). De voorste zijden zijn geverfd in twee contrasterende kleuren. Elk doel is voorzien van een net.
Lees ook: Korfbalregels: Wat is er nieuw?
Alle lijnen op het speelveld zijn onderdeel van het vlak dat ze begrenzen. De doellijnen tussen de doelpalen zijn 8 cm breed, terwijl alle andere lijnen 5 cm breed zijn. Voor elk doel bevindt zich het doelgebied. De vrijeworplijn (9-meterlijn) bevindt zich op 3 meter afstand van de doelgebiedlijn. De 7-meterlijn is een lijn van 1 meter lang voor het doel, en de doelverdedigersgrenslijn (4-meterlijn) is een lijn van 15 cm lang voor het doel.
Spelverloop
Begin van het Spel
De wedstrijd begint met een afworp in het midden van het veld.
Acties tijdens het Spel
Spelers mogen de bal passen, vangen, dribbelen en schieten om doelpunten te maken. Spelers mogen maximaal drie stappen zetten met de bal in hun bezit voordat ze moeten passen, dribbelen of schieten. Dubbel dribbelen (de bal laten stuiteren, stoppen en dan opnieuw laten stuiteren) is niet toegestaan; dit resulteert in balverlies voor de tegenstander.
Als een speler de bal vangt, mag hij daarna onbeperkt tippen. Het tellen van de passen begint wanneer de speler de bal vangt terwijl hij op de grond staat. Als een speler de bal in de lucht vangt en vervolgens op twee voeten landt, heeft hij volgens de regels nog geen pas gemaakt. Er is ook een 3-secondenregel: een speler mag de bal maximaal 3 seconden vasthouden.
Doelpunt Scoren
Een doelpunt wordt gescoord wanneer de bal volledig de doellijn passeert. Alleen veldspelers mogen doelpunten maken, terwijl de doelman probeert doelpogingen van de tegenstander te stoppen. Een doelpunt is geldig als de bal de gehele doellijn in volle omvang gepasseerd is, tenzij er voor of tijdens de worp een overtreding is gemaakt door de werper, een medespeler of een teamofficial. Als de bal het doel in gaat ondanks een overtreding van een speler van het verdedigende team, wordt het doelpunt toch toegekend.
Lees ook: Wisselen tijdens beslissende momenten
Verdediging
Verdedigers proberen de bal te onderscheppen, schoten te blokkeren en aanvallers te hinderen. Verdedigen mag niet meer met zijn allen op de cirkel. Op de eigen speelhelft wordt er offensief verdedigd. Als een team niet offensief verdedigt en met alle kinderen aan de cirkel staat, volgt na een time-out een waarschuwing aan de coach. Die krijgt de kans de verdediging om te zetten.
Vrije Worp
Bij overtredingen krijgt het andere team een vrije worp vanaf de plaats van de overtreding. De speler die de vrije worp neemt, moet stilstaan en mag niet dribbelen. Als het aanvallende team een vrije worp krijgt, moet deze op de juiste plaats worden gehouden.
Zevenmeterworp
Bij ernstige overtredingen die een duidelijke doelkans verhinderen, krijgt het benadeelde team een zevenmeterworp vanaf de zevenmeterlijn. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een veldspeler van het verdedigende team het doelgebied betreedt en daardoor een vrije doelkans verhindert. De werpende speler staat achter de strafworplijn, en alle spelers van de tegenstander moeten op 3 meter afstand zijn. Zolang de speler de bal vasthoudt, mag hij de 7-meter lijn niet aanraken of overschrijden.
Wisselen
Spelers kunnen onbeperkt wisselen met hun teamgenoten, maar dit moet plaatsvinden bij de middenlijn. De wisselspelers bevinden zich in de wisselzone, die zich aan de langszijde van het speelveld bevindt en 4,5 meter naar links en rechts van de middenlijn loopt. Het verlaten en betreden van het speelveld mag alleen via de eigen wissellijn. Dit geldt ook voor het wisselen van de doelverdediger. Als een speler ongeoorloofd de wissellijn overschrijdt, begaat hij een wisselfout, wat bestraft wordt met een vrije worp voor de tegenpartij en een tijdelijke uitsluiting van de overtredende speler.
Straftijd
Bij ernstige overtredingen kan een speler een tijdstraf krijgen, waardoor het team tijdelijk met een speler minder moet spelen. Een speler kan een gele kaart krijgen als waarschuwing, maar bij een tweede overtreding volgt een 2-minuten uitsluiting. Bij een tweede 2-minuten uitsluiting volgt een diskwalificatie met een rode kaart, waarna de speler niet meer mag worden ingewisseld.
Lees ook: Wissels in het voetbal: Wat je moet weten
Einde van het Spel
Het team met de meeste doelpunten aan het einde van de speeltijd wint. Soms eindigt een wedstrijd gelijk, bijvoorbeeld bij een kampioenswedstrijd. In dat geval nemen de teams om en om 5 strafworpen. Als er dan nog geen winnaar is, nemen de teams weer om en om strafworpen tot er een beslissing valt. Uitgesloten, gediskwalificeerde spelers en spelers die van het veld zijn gestuurd, mogen hieraan niet deelnemen. Ieder team wijst 5 spelers aan die beurtelings een doelworp uitvoeren.
Beginworp na Doelpunt
Na een doelpunt krijgt het team dat het doelpunt tegen kreeg een beginworp. De spelers van dit team moeten op hun eigen helft blijven totdat de scheidsrechter fluit. De beginworp moet worden genomen in het midden van de middenlijn, met één voet op de middenlijn. Het is toegestaan de beginworp 1,50 meter links en 1,50 meter rechts van het midden te nemen.
Overige Regels en Bepalingen
Materiaal en Uitrusting
De bal is gemaakt van leer of kunststof en moet rond zijn. Het buitenmateriaal mag niet glanzend of glad zijn. De diameter van de bal varieert afhankelijk van het geslacht en de leeftijd van de teams. Vaak wordt de bal behandeld met hars zodat de spelers hem beter met één hand kunnen vangen en vasthouden.
Alle veldspelers van een team dienen gelijke speelkleding te dragen, zodat de teams duidelijk te onderscheiden zijn. Alle doelverdedigers van een team moeten een shirt dragen van dezelfde kleur, die duidelijk afsteekt tegen de kleuren van beide teams en de doelverdediger(s) van het andere team.
Een team bestaat uit maximaal 14 spelers, waarvan er maximaal 7 tegelijkertijd op het speelveld mogen staan. De overige spelers zijn wisselspelers. Gedurende de gehele wedstrijd moet één speler van het team zich als doelverdediger op het speeloppervlak bevinden.
Spelregels
- Staande mogen de spelers de bal slechts drie seconden vasthouden.
- Met de bal in de hand mogen zij slechts drie stappen doen.
- De bal mag met de handen, armen, hoofd, romp, bovenbeen of knie worden geworpen, opgevangen, gestopt en met hand of vuist worden geslagen. Contact met onderbenen en voeten is niet toegestaan.
- Een speler kan in balbezit komen als het hem lukt de bal op de tegenspeler met open hand te veroveren.
- Als een speler er door vastgrijpen, omklemmen, stoten en vasthouden op een onsportieve manier aan wordt gehinderd de bal te werpen, wordt dit gezien als een foul en wordt doorgaans bestraft met een vrije worp.
Passief Spel
Spelers moeten een duidelijke poging doen om aan te vallen of een doelpunt te maken. Het is niet toegestaan de bal in het team te houden zonder een duidelijke intentie om aan te vallen. Als de scheidsrechter passief spel constateert, geeft hij een waarschuwingsteken. Het aanvallende team moet dan actie ondernemen.
Overtredingen en Veiligheid
Overtredingen met gering lichaamscontact kunnen ernstige gevolgen hebben en tot blessures leiden, vooral als een speler in een sprong is of in de loop. Dit geldt ook als een keeper uit zijn doelgebied komt om een bal te onderscheppen. De verantwoordelijkheid voor een botsing ligt bij de keeper.
Handbal voor de Jeugd
Voor verschillende leeftijdscategorieën worden verschillende balmaten gebruikt:
- F-jeugd: zachte bal
- E-jeugd: harde bal
- D-jeugd: bal nr. 0
- C-jeugd: bal nr. 1
- B-jeugd: bal nr. 2
- A-jeugd en Dames: bal nr. 2
- Recreanten: bal nr. 3
Ter afsluiting van een wedstrijd (ook in de zaal!) zijn er shoot-outs: elk kind mag vanaf de middellijn richting cirkel tippen en op doel gooien. Elk team heeft 4 spelers op het veld (3 + wisselende keeper). Na afloop van een wedstrijd zijn er shoot-outs. Elk kind start vanuit het midden, tipt richting doel en probeert te scoren. Wordt de bal onderweg verloren dan mag de speler vanaf die plaats verder gaan. Per wedstrijd wordt de score bijgehouden. Uitslagen worden alleen gebruikt om de sterkte van de teams te bepalen. Coaches mogen eventueel ook in het speelveld lopen om het spel te begeleiden. Uiteraard wel volgens de regels van Fairplay. Geef de kinderen hierbij de kans om het spel zelf te ontdekken. Hoe lastig ook…