De Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) is de overkoepelende organisatie voor het voetbal in Nederland. Met ruim 1,2 miljoen leden is het de grootste sportbond van het land. De KNVB organiseert competities, leidt scheidsrechters en coaches op, en behartigt de belangen van haar leden. Maar wie betaalt dit alles? Dit artikel duikt in de complexe wereld van de KNVB-financiering, van contributies en wedstrijdgelden tot commerciële partnerships en overheidssteun.
De rijke historie van de KNVB
Om de huidige structuur en financiering van de KNVB te begrijpen, is het belangrijk om even terug te kijken naar de geschiedenis. De KNVB heeft een rijke historie, waarin er meerdere naamswijzigingen zijn geweest. Op 8 december 1889 werd de Nederlandschen Voetbal- en Athletischen Bond (NVAB) opgericht door Pim Mulier. In 1895 veranderde de naam in Nederlandse Voetbalbond (NVB), nadat de atleten zich hadden afgescheiden. Enkele decennia later volgde wederom een naamswijziging. Ter ere van het veertigjarig jubileum kende koningin Wilhelmina de NVB in 1929 het predicaat 'koninklijk' toe. Daarmee was de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond een feit.
Een belangrijke ontwikkeling binnen Nederland Voetballand was de intrede van het betaald voetbal. In de naoorlogse periode hield de KNVB aanvankelijk nog de boot af. Nederlandse topspelers kozen daarom steeds vaker voor een lucratief avontuur in een buitenlandse competitie waar wel betaald werd. Spelers die hun carrière over de grens vervolgden, kwamen niet in aanmerking voor het Nederlands elftal. Begin jaren vijftig werd de roep om de invoering van betaald voetbal in ons land steeds luider. Uit protest werd er zelfs een 'wilde' voetbalbond opgericht. Tien clubs namen sloten zich aan bij deze Nederlandse Beroeps Voetbal Bond (NBVB). Uiteindelijk ging de KNVB overstag.
Andere memorabele momenten uit onze geschiedenis zijn onder meer de eerste interland van het Nederlands elftal in 1905 en de Europese titel in 1988 in West-Duitsland. Het Nederlands vrouwenelftal kroonde zich in 2017 in eigen land eveneens tot het beste team van Europa. Ook 1971 is een historisch jaartal. In dat jaar werd vrouwenvoetbal een officieel onderdeel van de KNVB.
Opmerkelijk is verder de enorme ledengroei door de jaren heen. In 1889 telde de net opgerichte voetbalbond 250 leden. Veertig jaar later - in 1929 - was dit aantal gegroeid tot ruim 65.000. In 1978, bijna een halve eeuw later, passeerden we als eerste sportbond van Nederland de legendarische grens van één miljoen leden. In 2016 stond de teller op 1.231.561 leden. Met dit aantal is de KNVB groter dan ooit. Het aantal vrouwelijke leden passeerde in 2016 voor het eerst de grens van 150.000.
Lees ook: Overzicht Betaalde KNVB Spelers
Inkomstenbronnen van de KNVB
De KNVB genereert inkomsten uit verschillende bronnen:
Contributies: Verenigingen betalen contributie per lid aan de KNVB. De hoogte van de contributie is afhankelijk van de leeftijdscategorie (senioren, junioren, pupillen) en wordt jaarlijks vastgesteld. Ereleden van de KNVB en de districten zijn vrijgesteld van contributie. Contributie wordt berekend voor elk lid dat wordt aangemeld tussen 15 augustus en 15 mei. Ook voor alle leden die al voor 15 augustus lid waren, wordt contributie berekend. Voor het seizoen 2025/'26 zijn de contributiebedragen als volgt:
- Senioren (Vanaf O20): € 13,08
- Junioren (JO14 t/m JO19, MO14 t/m MO19): € 10,38
- Pupillen (JO6 t/m JO13, MO6 t/m MO13): € 9,68
Wedstrijdgelden: Verenigingen betalen wedstrijdgelden per team, per seizoen (of half seizoen bij voorjaar- en najaarsreeks), of per fase (bij 3-fasen en 4-fasenvoetbal). De wedstrijdgelden worden per seizoen vastgesteld. Hieronder de bedragen voor het seizoen 2025/'26.
- Landelijke divisies (incl. O23 competitie): € 166,60
- Standaard: € 166,60
- Reserve: € 148,00
Commerciële partnerships: De KNVB werkt samen met verschillende A-merken die als partner optreden. Deze partnerships genereren inkomsten die gebruikt worden om het voetbal verder te ontwikkelen. De afdeling commercie is eindverantwoordelijk voor de onderdelen partnerships & sales, marketing, evenementen & travel, merchandise & licensing en mediarechten.
Mediarechten: De KNVB verkoopt de mediarechten van wedstrijden van het Nederlands elftal en de KNVB beker.
Lees ook: Diepgaande analyse van de KNVB Betaald Voetbal Reglementen
Evenementen: De KNVB organiseert evenementen, zoals interlands en bekerfinales, die inkomsten genereren.
Overige inkomsten: De KNVB heeft ook inkomsten uit bijvoorbeeld overschrijvingen, periodieken en abonnementen op digitale informatie voor verenigingen. De kosten voor de overschrijvingen en de intrekking van de overschrijvingen bedragen 10,60 euro. Elke vereniging heeft een digitaal informatie abonnement. Met dit abonnement kunnen verenigingen bijvoorbeeld gebruik maken van Sportlink Club. De hoogte van het abonneebedrag is afhankelijk van het ledenaantal van de vereniging en varieert van 193,70 euro voor kleine tot 1450,- euro voor de grotere clubs.
Uitgaven van de KNVB
De KNVB besteedt haar inkomsten aan verschillende zaken:
- Organisatie van competities: De KNVB is verantwoordelijk voor de organisatie van alle voetbalcompetities in Nederland, van de Eredivisie tot de amateurcompetities.
- Opleidingen: De KNVB leidt scheidsrechters, trainers en coaches op.
- Belangenbehartiging: De KNVB behartigt de belangen van haar leden bij onder meer de overheid en andere organisaties.
- Nationale teams: De KNVB is verantwoordelijk voor de nationale teams, zowel mannen als vrouwen.
- Voetbalontwikkeling: De KNVB investeert in de ontwikkeling van het voetbal, bijvoorbeeld door nieuwe wedstrijdvormen te ontwikkelen en het vrouwenvoetbal te stimuleren. Lennard van Ruiven is sinds 2022 directeur voetbalontwikkeling bij de KNVB. Hij houdt zich bezig met het ontwikkelen en naar een hoger niveau brengen van het voetbal. Zowel voor het betaald - als amateurvoetbal. En van de pupillen tot en met de A-teams.
Herziening van vergoedingen in het amateurvoetbal
Sinds het seizoen 2022/’23 zijn de regels omtrent vergoedingen voor spelers in het amateurvoetbal veranderd. Amateurvoetballers mogen geen andere vergoeding meer ontvangen dan een daadwerkelijke onkostenvergoeding of een vrijwilligersvergoeding volgens de vrijwilligersregeling. Onder een onkostenvergoeding worden de volgende aan een amateurspeler werkelijk gemaakte kosten gerekend:
- Reiskosten
- Verblijfkosten
- Het afkopen van wachten of diensten
- Vergoeding van werkverzuim
- Noodzakelijke extra kosten in verband met studie
Onder deze regelgeving blijft het betalen van amateurspelers door verenigingen of derden mogelijk. Wil men meer dan een onkostenvergoeding of vrijwilligersregeling betalen, dan moet dit via een spelerscontract en wordt de speler contractspeler. Een spelerscontract kan alleen met een speler worden gesloten door een amateurvereniging of een aan de amateurvereniging gelieerde stichting die is erkend en geregistreerd door de KNVB.
Lees ook: Alles over schorsingen KNVB
Door deze wijziging van de regels bestaan er twee categorieën spelers: amateurspelers en contractspelers. De overeenkomst tussen een speler en de vereniging of de aan de vereniging gelieerde stichting wordt ook wel spelerscontract genoemd. Om een spelerscontract te mogen aangaan met een speler, moet een gelieerde stichting zijn erkend en geregistreerd door de KNVB.
Belangrijke punten met betrekking tot de nieuwe regels:
- Sinds 1 januari 2022 mag een amateurspeler voor (zijn/haar deelname aan) wedstrijden en/of trainingen van niemand meer een hogere vergoeding ontvangen dan de onkostenvergoeding uit het Reglement Amateurbepalingen óf een (wettelijke) vrijwilligersvergoeding.
- Ook lopende contracten tussen clubs en spelers moeten per het seizoen 2022/’23 aan de nieuwe regels voldoen.
- Met ingang van het seizoen 2022/’23 moeten alle contracten bij de KNVB zijn geregistreerd.
- Een speler mag alleen een hogere vergoeding ontvangen als hij/zij een contractspeler is in de zin van de reglementen van de KNVB.
Welke vergoedingen mogen wel worden betaald aan een amateurspeler?
- Een vrijwilligersvergoeding volgens de (fiscale) vrijwilligersregeling; of
- Een vergoeding voor de door deze amateurspeler daadwerkelijk gemaakte onkosten, te weten: reiskosten, verblijfkosten, het afkopen van wachten of diensten, vergoeding van werkverzuim, noodzakelijke extra kosten in verband met studie.
De rol van gelieerde stichtingen
Binnen het amateurvoetbal mogen alleen een amateurvereniging of een aan de amateurvereniging gelieerde stichting met een speler een spelerscontract sluiten. Als de aan de amateurvereniging gelieerde stichting een spelerscontract met een speler wenst te sluiten, moeten de stichting en de amateurvereniging vóóraf de stichting door de KNVB laten erkennen.
De vrijwilligersvergoeding
In 2023 bedraagt de vrijwilligersvergoeding maximaal € 190,- per maand én tevens maximaal € 1.900,- per jaar. Daarnaast mag geen sprake zijn van beroepswerkzaamheden. Om praktische redenen heeft de Belastingdienst in het Handboek Loonheffingen maximumbedragen vermeld welke in ieder geval als niet-marktconform worden beschouwd. In 2023 is dat een uurvergoeding van maximaal € 2,75 voor vrijwilligers jonger dan 21 jaar, en € 5,00 voor vrijwilligers vanaf 21 jaar.
Collectieve kosten
Een club mag de volgende collectieve kosten voor zijn rekening nemen:
- Reis- en verblijfkosten in verband met wedstrijden;
- Zakgeld tijdens een meerdaags verblijf in binnen- of buitenland voor het spelen van wedstrijden, volgens jaarlijks door het bestuur amateurvoetbal vast te stellen normen;
- De aanschaffingskosten van aan spelers in bruikleen te geven en aan de club in eigendom toebehorende voetbalschoenen, kleding en trainingsuitrusting.
Sancties bij overtreding
Als een club aan een amateurspeler toch een hogere vergoeding betaalt dan de toegestane maximale vergoedingen, handelen de club en de speler in strijd met de reglementen van de KNVB. Zowel aan de club als aan de speler kunnen dan tuchtrechtelijke sancties worden opgelegd.
Staatssteun en gemeentelijke betrokkenheid
Het achterhalen hoeveel belastinggeld er naar het betaald voetbal is gesluisd, is een lastige exercitie. Staatssteun aan clubs is sinds 2002 verboden volgens Europese mededingingsregels. Dat heeft geleid tot een breed scala van omwegen en constructies om toch gemeenschapsgeld in noodlijdende voetbalclubs te steken. De besluitvorming is exemplarisch voor het opportunisme, de emotie en het amateurisme waarmee politici voetbalclubs behandelen. In Doetinchem waren ze de banden met het noodlijdende De Graafschap zo zat dat een ‘ontvlechtingsoperatie’ volgde die dertien jaar duurde en meer dan dertien miljoen euro kostte. Op papier althans, want in de praktijk vloeien er nog steeds euro’s van stadhuis naar voetbalclub. En Veendam. Ach, Veendam. De club die in 1954 toetrad tot het betaald voetbal en in 1958 voor het eerst gered moest worden. Keer op keer legde de gemeenschap geld bij op de voetbalactiviteiten in stadion De Langeleegte.
Professionalisering van het vrouwenvoetbal
Een mooie stap in het professionaliseren van het vrouwenvoetbal. De eredivisie voor vrouwen werd in 2007 opgericht, en sindsdien viel het onder de amateurtak; onbetaald dus. Spee: “Als je het vrouwenvoetbal wilt laten groeien, dan moet je de mensen die dit kunnen beïnvloeden daarvoor verantwoordelijk maken. In zijn ogen past deze stap bij de groei die het vrouwenvoetbal doormaakt in Nederland. Op dit moment zijn er 135.000 actieve speelsters, van wie het merendeel onder de vijftien jaar. De verandering van onbetaald naar betaald voetbal is ook vanwege Europese regels. De Uefa verplicht voetbalclubs die willen meedoen aan Europese toernooien in de toekomst te investeren in vrouwenvoetbal. “De Uefa duwt die kant op, wij doen dat ook, met één doel: om het vrouwenvoetbal op een hoger niveau te krijgen,” zegt Marianne van Leeuwen, directeur betaald voetbal van de KNVB, tegen de Volkskrant.
De rol van Sportiviteit en Respect
De KNVB draagt een grote verantwoordelijkheid om sportiviteit en respect op en rond de velden te waarborgen en te stimuleren. Om te bereiken dat er op de velden een gevoel ontstaat van ‘voetbal om van te houden’, heeft de KNVB een meervoudige aanpak ontwikkeld. De KNVB ondersteunt en stimuleert verenigingen op dit gebied met positieve initiatieven en opleidingen voor trainers, bestuurders en scheidsrechters. Daarnaast werkt de bond hard om ongewenst gedrag te voorkomen met bijvoorbeeld de invoering van het spelregelbewijs en worden individuen, teams en verenigingen gestraft als de situatie dat vereist.
Bestuur en Directie
De directie van de KNVB bestaat uit zeven directeuren. Marianne van Leeuwen is directeur-bestuurder betaald voetbal. Jan Dirk van der Zee is directeur-bestuurder amateurvoetbal van de KNVB. Dave Dekker is commercieel directeur bij de KNVB. Nigel de Jong is directeur Topvoetbal. Pascal Peer is CFO bij de KNVB. Meta Römers is directeur Operations. Lennard van Ruiven is directeur voetbalontwikkeling bij de KNVB.