Hockeyclubs in Nederland worstelen vaak met de beperkte beschikbaarheid en hoge kosten van zaalruimte, vooral tijdens het zaalseizoen. Een blaashal kan een aantrekkelijke oplossing zijn, maar de kosten zijn een belangrijke factor om te overwegen. Dit artikel geeft een overzicht van de kosten, financieringsmogelijkheden en belangrijke overwegingen bij de aanschaf van een blaashal voor hockey.
De noodzaak van blaashallen
Steeds meer hockeyclubs kiezen voor een eigen blaashal om aan de groeiende behoefte aan zaalhockey te voldoen. Clubs zoals Berkel en Rodenrijs, Barendrecht en Rotterdam hebben de stap al gezet, of staan op het punt dit te doen. De belangrijkste redenen voor deze keuze zijn:
- Tekort aan zaalruimte: Veel clubs krijgen niet alle zaaluren die ze aanvragen bij de gemeentelijke sporthallen, en moeten uitwijken naar locaties buiten de plaats.
- Hoge huurkosten: Het huren van zaalruimte is een aanzienlijke kostenpost voor veel clubs.
- Behoefte aan flexibiliteit: Met een eigen blaashal kunnen clubs zelf bepalen wanneer en hoe vaak ze trainen en wedstrijden spelen.
Kosten van een blaashal
De kosten van een blaashal zijn afhankelijk van verschillende factoren, zoals de grootte van de hal, de gebruikte materialen en de gekozen installaties. Een ruwe schatting is dat een blaashal al gauw € 350.000,- kost. Hieronder een specificatie van de verschillende kostenposten:
- Aanschaf blaashal: De prijs van de blaashal zelf is afhankelijk van de grootte en de kwaliteit van de materialen. Een blaashal met drie velden kost meer dan een miljoen.
- Sportvloer: Een geschikte sportvloer is essentieel voor zaalhockey. De kosten hiervan zijn afhankelijk van het type vloer en de oppervlakte. De kosten voor aanschaf van de blaashal, de sportvloeren en alle bijkomende kosten, zoals hockeymaterialen en leges zijn begroot op circa 1.050.000 euro.
- Installaties: Denk hierbij aan verwarming, verlichting, ventilatie en eventueel een geluidsinstallatie. De keuze van het type verwarming heeft een grote invloed op de exploitatiekosten.
- Voorbereidende werkzaamheden: Voordat de blaashal kan worden geplaatst, zijn er vaak voorbereidende werkzaamheden nodig, zoals het aanleggen van een fundering en het egaliseren van de ondergrond.
- Vergunningen: Voor het plaatsen van een blaashal zijn diverse vergunningen nodig, zoals een omgevingsvergunning. De doorlooptijden van vergunningsaanvragen kunnen tegenvallen.
- Montage en installatie: De blaashal moet worden gemonteerd en de installaties moeten worden aangesloten. Dit kan door een gespecialiseerd bedrijf worden gedaan, maar veel clubs kiezen ervoor om dit met vrijwilligers te doen om kosten te besparen.
- Bijkomende kosten: Denk hierbij aan kosten voor verzekeringen, onderhoud en energie.
Energie en verwarming
De energiekosten zijn een belangrijke factor om rekening mee te houden bij de aanschaf van een blaashal. Door de huidige energieprijzen is het belangrijk om te kiezen voor een energiezuinige oplossing.
- Aardgas vs. propaangas: Traditioneel werden blaashallen verwarmd met aardgas, maar propaangas is een goedkoper alternatief. Propaan is tachtig procent goedkoper dan aardgas. De branders moeten wel worden aangepast en er moet een propaantank worden geplaatst.
- Warmtepompen en zonnepanelen: Het is ook mogelijk om de blaashal te verwarmen met warmtepompen en zonnepanelen. Daarmee is de vereniging voor negentig procent van het gas af.
Financieringsmogelijkheden
De aanschaf van een blaashal is een grote investering. Gelukkig zijn er verschillende financieringsmogelijkheden:
Lees ook: Wat kost de aanleg van een semi-waterveld?
- Subsidie: Op het realiseren van een zaalhockeyhal is subsidie (20%) mogelijk via de BOSA-subsidie. Het is verstandig deze direct aan te vragen zodra u een offerte heeft, aangezien het jaarlijkse totaalbedrag aan BOSA-subsidies eindig is (87 miljoen). Wellicht zijn aanvullend ook nog gemeentelijke subsidies of borgstellingen (voor hypothecaire financiering) mogelijk. Roomburg krijgt een eigen blaashal, net als eerder bijvoorbeeld LOHC in Oegstgeest ook al kreeg. De gemeente Leiden stelt 300.000 euro subsidie beschikbaar als bijdrage aan een blaashal voor de Leidse Hockey Club Roomburg.
- Hypothecaire financiering: Een hypothecaire financiering zou het makkelijkste zijn, maar is in de meeste gevallen niet mogelijk zonder gemeentegarantie of clubhuis als onderpand.
- Obligatieleningen: Steeds meer clubs wijken uit naar alternatieve financieringsvormen, bijvoorbeeld het uitgeven van obligatieleningen bij leden. Dit zorgt er niet alleen voor dat de plannen haalbaar worden, het levert ook een enorme bijdrage aan de betaalbaarheid. Lenen bij leden is namelijk een stuk goedkoper dan lenen bij de bank, zeker als ook gebruik wordt gemaakt van periodieke schenkingen. Het voordeel is ook dat banken heel blij zijn als een deel van de financiering wordt gedragen door de leden van de club. Banken zijn dan veel eerder bereid om deelfinanciering te verstrekken.
- Crowdfunding: Daarvoor wordt onder meer crowdfunding ingezet.
- Sponsoring: Door sponsoring kunnen inkomsten worden gegenereerd. Rotterdam heeft voor de blaashal een financieringsplan gelanceerd, waarbij leden/bedrijven zelf vierkante meters zaal konden kopen en leningen (obligaties) konden verstrekken.
Belangrijke overwegingen
Naast de kosten en financiering zijn er nog een aantal andere belangrijke overwegingen:
- Draagvlak binnen de club: Het is belangrijk om te inventariseren of er voldoende draagvlak is binnen de club voor de aanschaf van een blaashal. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een enquête. Als onderdeel van de dienstverlening van Obligatieplan.nl hebben wij een enquête ontwikkeld waarmee zowel het animo voor de zaalhockeyhal, het draagvlak voor het verhogen van de contributie, als voor het verstrekken van obligatieleningen aan de club wordt gepeild.
- Locatie: De locatie van de blaashal is belangrijk. Er moet voldoende ruimte zijn en de locatie moet goed bereikbaar zijn. Later wil Roomburg de blaashal liever op het eigen terrein in het Roomburgerpark plaatsen, maar dat lukt nu nog niet vanwege een aantal technische uitdagingen.
- Leveranciers: Er zijn diverse leveranciers van blaashallen. Het is verstandig om offertes van verschillende leveranciers te vergelijken. Vraag ook niet één offerte aan. Het is verstandig om alternatieven naast elkaar te leggen en zo een goede afweging te kunnen maken. Er zijn diverse leveranciers, bij ons zijn Opencover, Duol en Poly-Ned bekend. De laatste is de meest gebruikte zaalhockeyhal (zie: www.polyned.nl). Veel van onze relaties maken hier inmiddels gebruik van. Tip: U kunt binnenkort een kijkje in de keuken nemen. Poly-Ned, de enige Nederlandse fabrikant, organiseert op 9 mei tussen 12 en 20 uur een open dag in de fabriek in Steenwijk. Hier krijgt u een goed beeld van wat een zaalhockeyhal en de productie hiervan inhoudt.
- Vergunningen: Zorg ervoor dat alle benodigde vergunningen zijn aangevraagd voordat de blaashal wordt geplaatst. Voor een zaalhockeyhal zijn vaak diverse (omgevings)vergunningen nodig i.v.m. verstoring van zichtlijnen en lichtvervuiling. Doorlooptijden van vergunningsaanvragen vallen vaak tegen.
- ALV-goedkeuring: Als er een duidelijk beeld is van de haalbaarheid, financiering en vergunningen en de gevolgen voor de vereniging (zaalcontributieverhoging, financieringslast) kan de ALV om goedkeuring worden gevraagd. Juist de financiële consequenties zijn hierbij van groot belang. Vandaar dat veel verenigingen tegenwoordig al voor de goedkeuring van de ALV de offertes opvragen en de subsidie en (obligatie)financiering organiseren.
- Hulp van leden: Om kosten te besparen, kunnen leden helpen bij de opbouw van de blaashal. Dit levert een besparing op van duizenden euro's en niet onbelangrijk, het gaat hierdoor echt leven binnen de club. Bovendien levert het mooie filmpjes op.
Alternatief: Tweedehands blaashal?
Een opmerkelijke opblaasbare sporthal uit Almere Poort stond afgelopen zomer voor een schijntje van de originele aanschafprijs te koop. Maar ondanks de ogenschijnlijk grote interesse en een speciale kijkdag kwam er geen enkel bod binnen bij de gemeente Almere. En die kon geen duidelijke reden geven voor het uitblijven van biedingen. Een collegebesluit van de gemeente Urk, die ook belangstelling had voor de hal, biedt een inkijkje in de afweging van een potentiële koper.
Urk heeft op korte termijn namelijk te weinig gymzaalcapaciteit. De opblaasbare hal lijkt een snelle oplossing. Maar volgens het document moet het laten weghalen en opnieuw opbouwen van de opblaassportzaal wel héél veel geld kosten. De totale kosten voor aanschaf, demontage en het opnieuw opbouwen schat de gemeente op een goede 204.000 euro. De duurste component zou het verankeren van de hal aan de grond zijn, denken ambtenaren. Dit zou bijna 70.000 euro moeten kosten.
En dan is de gemeente Urk er nog lang niet, want wat heb je aan een hal waar geen stroom en water is, en waar mensen ook nog bij moeten kunnen komen. Beveiliging, een hekwerk om de hal, een parkeerterrein, nieuwe nutsvoorzieningen en het neerleggen van betonplaten. Het zijn allemaal posten waar je rekening mee moet houden voordat je zo'n hal in gebruik kunt nemen. Het geschatte eindbedrag van bijna zeven ton is de gemeente Urk veel te gortig. En dat is dan nog exclusief de kosten om de opblaasbare hal in bedrijf te houden als die eenmaal staat. Andere geïnteresseerde partijen hebben hoogstwaarschijnlijk eenzelfde gedachtegang gehad.
Lees ook: Een diepgaande blik op de historische prestaties van het Duitse Dames Hockeyteam.
Lees ook: De evolutie van hockey: een gedetailleerde analyse