Honkbal, in het Engels bekend als 'baseball', is een team- en balsport die zijn wortels diep in de geschiedenis heeft. Vooral populair in de Verenigde Staten, Canada, Mexico, de Caraïben en grote delen van Azië, is het een van de meest gespeelde sporten ter wereld. In Europa is het echter een minder bekende sport, hoewel er in Nederland toch een aanzienlijke groep van 25.000 tot 30.000 mensen actief honkbalt.
De Engelse claim: Is honkbal eigenlijk Brits?
De oorsprong van honkbal is onderwerp van discussie. Engelse historici beweren dat Engeland de bakermat is van deze typisch Amerikaanse sport. Hun argument is gebaseerd op een document uit 1755, waarin melding wordt gemaakt van een spel dat in de buurt van Londen werd gespeeld, met regels die sterk lijken op die van honkbal. Dit betreft regels die zijn opgetekend in het dagboek van William Bray (1736-1832). Het regionaal historische centrum van het Engelse graafschap Surrey concludeert hieruit dat "de sport die de Amerikanen aan de wereld schonken, dus eigenlijk Engels van oorsprong is". Dit is niet de eerste keer dat de Engelsen een sport claimen te hebben uitgevonden. Tijdens de Olympische Spelen in Peking beweerde de burgemeester van Londen, Boris Johnson, dat tafeltennis niet door China, maar door Engeland was uitgevonden. Hij vertelde dat Engelsen het spel in de negentiende eeuw voor het eerst speelden op de keukentafel en het "whiff whaff" noemden.
Alternatieve theorieën: Van Engelse volksspelen tot Amerikaanse traditie
Er zijn verschillende theorieën over de oorsprong van het moderne honkbal. Het is waarschijnlijk dat varianten van het spel op verschillende locaties zijn ontstaan. Lange tijd werd gedacht dat honkbal een Amerikaanse adaptatie was van het Britse spel 'rounders'. Echter, historicus David Block suggereert in zijn boek "Baseball before we knew it" (2005) dat het spel uit Engeland komt. Block beweert dat rounders en honkbal beide regionale varianten waren van hetzelfde spel, ontstaan uit het Engelse spel 'stoolball', waarbij een bal met een slaghout werd weggeslagen. Omdat het volksspelen waren, waren er geen officiële, gedocumenteerde regels en ontstonden er regionale varianten. Een spel met de naam "base ball" ontwikkelde zich in de vroege 18e eeuw in Engeland en behield die naam tot na 1800. Zoals bij vele volksspellen zijn er enorm veel varianten. De regels voor "base ball" verschenen in 1796 in een Duits boek van de schrijver Johann Guts Muths, die het spel "Ball mit Freistätten (oder Das englische Baseball)" noemde. In het door Guts Muths beschreven spel varieert het aantal honken met het aantal spelers. Begin 2004 ontdekte de Amerikaanse historicus John Thom een verwijzing naar een plaatselijke verordening uit 1791, die het eenieder verbood om binnen een afstand van 80 yards van het "new meeting house" in Pittsfield, Massachusetts te baseballen.
De rol van Abner Doubleday: Een mythe ontkracht
De soms gehoorde veronderstelling dat honkbal in 1839 door Abner Doubleday in Cooperstown (New York) zou zijn bedacht, is een verzinsel. Doubleday was in 1839 niet eens in de buurt van Cooperstown, maar in het zo'n 280 kilometer verderop gelegen West Point. Toen de generaal in 1893 overleed, was in zijn levensbeschrijving te lezen dat hij geen enkele belangstelling voor sport had gehad. Het verhaal is dan ook uit de duim gezogen en is generaties lang zonder het te checken overgeschreven en herhaald. Het mooie ervan was natuurlijk dat het ‘bewees’ dat baseball een puur Amerikaanse sport was, ‘van vreemde smetten vrij’.
De eerste officiële regels en de opkomst van clubs
Wat echter wel klopt, is dat de eerste spelregels in 1845 door Alexander Joy Cartwright aan het papier zijn toevertrouwd. Diezelfde Cartwright kwam op het idee om een vereniging op te richten en dat mondde uit in de New Yorkse Knickerbocker Baseball Club. Op 19 juni 1846 werd de eerste honkbalwedstrijd gespeeld in Hoboken, New Jersey. De New York Knickerbockers en de New York Base Ball Club brachten de regels in de praktijk. In 1868 werd door Harry en George Wright de eerste profhonkbalclub (Cincinnati Red Stockings) opgericht. De Amerikaanse Burgeroorlog betekende een grote stimulans voor honkbal. Een buitensport als honkbal was het tijdverdrijf bij uitstek in de vrije tijd van de soldaten, en er werden competities georganiseerd. In 1865 werd de American Baseball Corporation opgericht. Elf jaar later kwam er een scheiding tussen de amateurs en professionals. In 1902 werd The National League of Professional Baseball Clubs opgericht, gevolgd door de oprichting van The American League. Samen vormen deze organisaties de Major Leagues.
Lees ook: Zaalvoetbalvereniging lidmaatschap
Honkbal in Nederland: Van Amsterdam naar wereldkampioen
Na 1900 raakte honkbal in Nederland bekend. Er gaan verhalen over de Amsterdammer J.C.G. Grasé die tijdens een vakantie in de Verenigde Staten enkele honkbalwedstrijden had gezien en daar hevig van onder de indruk was geraakt. In 1911 werden de eerste Nederlandse wedstrijden georganiseerd. Op 12 maart 1912 richtte Grasé de Nederlandse Honkbal Bond op. Een jaar later speelde de honkbaltak van de sportclub Excelsior onder de naam AHC Quick. De eerste officiële competitie begon in 1922. Ajax, Blauw Wit, Hercules en Quick vormden de hoogste divisie. Lange tijd was de Amsterdamse voetbalclub 'Ajax' ook actief op het gebied van honkbal. Die honkbalafdeling behaalde vier keer het landskampioenschap van Nederland. Eindhoven heeft ook een belangrijke rol gespeeld in de Nederlandse honkbalgeschiedenis. Na het geweldige succes van het eerste Europese Kampioenschap op Nederlandse bodem (1958) werd het honkbalveld aan de Kruislaan in Amsterdam weer afgebroken. In 1959 werd in Eindhoven het eerste permanente honkbalveld in Nederland aangelegd, met 10.000 gulden sponsorgeld van Philips. Een jaar later kon de eerste Amerikaanse coach worden aangetrokken: Ron Fraser. Toch is Haarlem onbetwist Nederlands' honkbalhoofdstad geworden. Er schijnt al een foto uit 1912 te zijn, waarop al een aardige klap wordt geslagen. In 1923 is er een honkbaldemonstratie waar ene Kuling als ongeveer enige toeschouwer een kijkje gaat nemen. Enige maanden later richt hij de HC Haarlem op. Haarlem volgde in 1959 het voorbeeld van Eindhoven, met de aanleg van een permanent honkbalveld. De Koninklijke Nederlandsche Honkbalbond (KNHB) werd op 12 maart 1912 in Amsterdam opgericht op initiatief van honkbalpioniers Grasé, Bleesing en Baggelaar. In 1934 werd de eerste officiële internationale wedstrijd gespeeld, in Haarlem tegen België. In Europa maken Nederland (mede door een deelname van een groot aantal spelers geboren op de Antillen en Aruba) en Italië (mede door deelname van 'Amerikaanse' Italianen) al geruime tijd de dienst uit op honkbalgebied. De laatste tien jaar kan Nederland zich mondiaal meten met de sterkere honkballanden uit Noord- en Midden-Amerika en Azië, zoals Cuba, VS, Zuid-Korea, Japan. Hoogtepunt in de nationale honkbalhistorie was de overwinning op Cuba bij de Olympische Spelen in 2000 (de eerste Olympische nederlaag ooit van veelvoudig Olympisch en wereldkampioen Cuba). Bij het WK 2005, dat werd gespeeld in Nederland, behaalde Nederland een historisch hoogste vierde plaats. Bij het WK 2011 in Panama schreef Nederland historie door als eerste Europese land in 73 jaar (Groot-Brittannië was wereldkampioen in 1938) wereldkampioen te worden. In de finale werd met 2-1 gewonnen van Cuba. Eerder in het toernooi werd in de finalegroep al van de VS en Cuba gewonnen.
De basis van het spel: Regels en uitrusting
Een honkbalteam bestaat uit negen spelers: een werper, een achtervanger, vier infielders (eerste honkman, tweede honkman, derde honkman en korte stop) en drie buitenvelders (linksvelder, rechtsvelder en midvelder). Een selectie bestaat uit maximaal 24 spelers (meestal zestien), omdat vooral meerdere werpers benodigd zijn en er tijdens een wedstrijd vrijelijk gewisseld mag worden. Tijdens de wedstrijden zijn er diverse coaches actief, waaronder een hoofdcoach, een eerste honkcoach, een derde honkcoach en een pitchingcoach. Een team wordt getraind door diverse trainers die de verschillende aspecten van de sport bijbrengen, zoals het fielden, slaan, pitchen en catchen.
Voor het honkbalspel zijn een handschoen, een knuppel (of bat) en een bal nodig. Vroeger werden alleen houten knuppels gebruikt. Aluminium knuppels zijn echter eenvoudiger te fabriceren en zijn aanzienlijk gemakkelijker om (ver) mee te slaan. Houten knuppels breken snel bij onjuist gebruik. In de Amerikaanse Major League is het voorgeschreven met houten knuppels te slaan. Sinds enige jaren worden in internationale wedstrijden zoals de Haarlemse Honkbalweek nog uitsluitend houten knuppels gebruikt. Traditioneel is de regel dat dergelijke knuppels uit één enkel stuk hout vervaardigd moeten zijn. Aluminium knuppels worden meestal voorzien van een (kunst)leren 'grip', zoals je ook bij tennisrackets en hockeysticks ziet. Een goede honkbal is gemaakt van paardenleer omdat dit niet rekt. Het gewicht van de bal ligt tussen 141,7 g (5 ounces) en 148,8 g (5 1/4 ounces). Handschoenen werden van oudsher gemaakt van leer met een vulling van wol. De wollen vulling is bij veel handschoenen vervangen door een kunststof vulling. De leren honkbalhandschoenen variëren in afmetingen en gewicht en ook in model; het model en de afmetingen van de handschoen zijn afhankelijk van de positie en persoonlijke voorkeur van de speler in het veld. De 'normale' veldhandschoen herkent men aan de vingers. In het binnenveld worden relatief kleine handschoenen gebruikt en in het buitenveld relatief grote. De eerstehonkman mag een apart model handschoen gebruiken. De achtervanger of catcher ten slotte gebruikt ook een apart model handschoen. Dit model is steviger en speciaal gemaakt om de harde worpen van de werpers goed mee te kunnen vangen. Daarnaast heeft hij een dikke beschermende laag om de hand van de achtervanger te beschermen.
Bij elke spelersuitrusting behoort ook een toque ter bescherming van de geslachtsdelen voor mannelijke honkballers. Op bepaalde posities of onder bepaalde omstandigheden worden aanvullende materialen gebruikt. De speler aan slag draagt een helm die ten minste één oor beschermt. Speciale slaghandschoentjes zijn niet zozeer voor veiligheid, maar voor een betere grip op het handvat van de knuppel te hebben daar deze de trillingen dempen. De achtervanger of catcher gebruikt de meeste beschermende materialen. Hij heeft dan ook de gevaarlijkste positie. Hij gebruikt beenbeschermers, die ook de knieën bedekken. Verder gebruikt hij een bodyprotector die het hele bovenlichaam bedekt behalve de armen en de gooischouder (dus wel de vangschouder) en een speciale helm met een gezichtsmasker en een klepje onderaan dat de keel beschermt. De plaatscheidsrechter gebruikt vrijwel dezelfde set beschermende materialen als de achtervanger, met als extra nog bescherming op de armen en beide schouders.
Een wedstrijd bestaat uit negen innings, elke inning bestaat uit twee speelhelften. In de ene speelhelft wordt door het thuisspelende team in het veld verdedigd en door het bezoekende team "aan slag" aangevallen, in de andere speelhelft zijn de rollen omgedraaid. Er is sprake van drie gemiste slagen door de slagman; wanneer deze de toegeworpen slagbal mist, ofwel slaat en mist op een geworpen bal (wijd of slag) of bij een derde gemiste bal de achtervanger die bal reglementair heeft gevangen. Wanneer bij de derde slag de slagman de bal wel schampend raakt maar de achtervanger deze vangt is de slagman ook uit. Een van de aanvallende spelers uitgebrand wordt; de bal is dan eerder 'op' het honk dan de loper. Dit geldt alleen als er sprake is van een gedwongen loop, als de loper gedwongen is een honk op te schuiven. Als de slag niet uit is rent de slagman naar de eerste van vier honken. Als hij erin slaagt, de bal over de rand van het veld te slaan kan hij in de regel alle honken doorlopen. Dit wordt een homerun genoemd en levert een punt op. Honklopers die op tussenhonken blijven tot de volgende slag krijgen in de vierde honk (thuishonk) een punt. Een van de teams verdedigt (staat in het veld) terwijl van het aanvallende team steeds een speler aan slag is. De werper of pitcher gooit de bal vanaf de werpplaat over het vierde honk, de thuisplaat. De bal moet over de plaat gaan, tussen knie- en ellebooghoogte van de slagman (dit heet de 'slagzone'). De worp wordt beoordeeld door de (plaat) scheidsrechter, die achter de catcher en de thuisplaat staat. Is de worp niet in dit vak dan telt dat als een wijd, tenminste als de slagman niet probeert de bal te slaan. Is de worp wel in dit vak dan telt dat als een slag, ook als de slagman niet probeert te slaan. Een worp buiten het vak telt als slag als de slagman toch probeert te slaan. Heeft de werper vier keer wijd gegooid, dan mag de slagman vrij naar het eerste honk lopen. Ook als de slagman geraakt wordt door de werper op het lichaam heeft de slagman een vrije loop naar het eerste honk, de zogenaamde 'hit by pitch'. De slagman zal dus alleen (proberen te) slaan op goede worpen. De werper zal de hoogte, snelheid en het effect van zijn worp variëren om het de slagman te bemoeilijken. De partij met de meeste punten wint.
Lees ook: Een diepgaande blik op de prestaties van het Moldavisch voetbalelftal door de jaren heen.
Honkbal op de Olympische Spelen: Een wisselend succes
Honkbal was eerst een demonstratiesport en van 1992 tot en met 2008 een volwaardige medaillesport op de Olympische Spelen. Het verdween op de edities van 2012 en 2016 van het programma. Hoofdredenen voor het schrappen van de sport waren dat er internationaal gezien geen vrouwencompetitie was van enige betekenis en de sport nog in ontwikkeling was bij de vrouwen. Ook het structurele gebruik van vooral anabole steroïden en groeihormonen dat decennialang binnen de Amerikaanse professionele organisaties als de Major League Baseball (MLB) voorkwam en de minieme bereidheid om dit structureel met een goed controlesysteem aan te pakken, speelde een grote rol. Nog een reden was de onwilligheid van de MLB om topspelers vrijaf te geven voor de Spelen. Onbedoeld werd het softbal medeslachtoffer van het schrappen. Deze sport stond enkel voor vrouwen op de agenda. Hier was de dopingproblematiek in mindere mate een factor, maar er was wereldwijd geen grote mannencompetitie aanwezig. Het IOC ging in augustus 2016 akkoord met plannen om honkbal in 2020 weer op te nemen in het programma van de Olympische Spelen.
Softbal: Een verwante sport met eigen regels
Het verhaal gaat dat softbal is ontstaan in Chicago op Thanksgiving Day 1887. Leden van de Farragut Boat club zaten in het boothuis bij elkaar in afwachting van de uitslag van de American Football wedstrijd tussen de universiteitsteams van Yale en Harvard. Toen bekend werd dat Yale had gewonnen gooide een fan van dat team ballorig een samengebonden bokshandschoen in de richting van een Harvard supporter, die het ding met een stok terug sloeg. Het spel ontwikkelde zich in eerste instantie als een indoor variant van baseball. Het werd ook "indoor baseball" of "kitten baseball" genoemd. Pas in 1926 bedacht ene Walter Hakanson de term "Softball". Gaandeweg ontwikkelde softbal zich van een indoor sport tot een volwassen buitensport met op veel punten een sterke gelijkenis met honkbal. Softbal is een sport voor zowel mannen als vrouwen. Internationaal gezien staat het damessoftbal echter in hoger aanzien. In Europa zijn sportief gezien Nederland en Italië bij het damessoftbal de toonaangevende landen. In Nederland worden de softbalcompetities gespeeld onder auspiciën van de Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond (KNBSB). De bond telt ca. HCAW doet zowel met dames- als herenteams mee aan de competitie. Bij softbal moet de pitcher onderhands gooien. Veel mensen denken daarom dat het bij softbal veel makkelijker is om te slaan dan bij honkbal.
Lees ook: KNVB e-mail bekijken: Hoe doe je dat?
tags: #waar #komt #honkbal #vandaan #geschiedenis