De Oorsprong van de Honkbalknuppel

Honkbal is een slagbalspel tussen twee teams van negen spelers, waarbij de teams om beurten "aan slag" en "in het veld" gaan. Het is al ongeveer honderd jaar een nationale sport in Amerika en volgens experts is het een afgeleide van cricket. Hoewel de Amerikanen beweren dat hun nationale sport, honkbal, in 1839 werd bedacht door Abner Doubleday, staat vast dat de sport zijn oorsprong vindt in een oud Engels spel: Rounders. Honkbal is een populaire sport in de Verenigde Staten, Canada, Mexico, de Caraïben en grote delen van Azië, en wordt wereldwijd veel gespeeld. In Europa is het minder populair. In Nederland zijn er ongeveer 25.000 tot 30.000 honkballers. In de Verenigde Staten is honkbal de belangrijkste sport van april tot oktober, met het einde van het reguliere seizoen in september.

Voor het honkbalspel zijn een handschoen, een knuppel (of bat) en een bal nodig. Dit artikel zal zich richten op de oorsprong en evolutie van de honkbalknuppel.

De Evolutie van de Honkbalknuppel

Van Hout naar Aluminium en Terug

Vroeger werden alleen houten knuppels gebruikt. Aluminium knuppels zijn echter eenvoudiger te fabriceren en aanzienlijk gemakkelijker om mee te slaan. Houten knuppels breken snel bij onjuist gebruik. In de Amerikaanse Major League is het verplicht om met houten knuppels te slaan. Sinds enkele jaren worden in internationale wedstrijden, zoals de Haarlemse Honkbalweek, uitsluitend houten knuppels gebruikt. Traditioneel is de regel dat dergelijke knuppels uit één enkel stuk hout vervaardigd moeten zijn.

Aluminium knuppels worden meestal voorzien van een (kunst)leren 'grip', zoals je ook bij tennisrackets en hockeysticks ziet.

Materialen en Constructie van de Bal en Handschoen

Een goede honkbal is gemaakt van paardenleer omdat dit niet rekt. Het gewicht van de bal ligt tussen 141,7 g (5 ounces) en 148,8 g (5 1/4 ounces). Handschoenen werden van oudsher gemaakt van leer met een vulling van wol. De wollen vulling is bij veel handschoenen vervangen door een kunststof vulling. De leren honkbalhandschoenen variëren in afmetingen en gewicht en ook in model; het model en de afmetingen van de handschoen zijn afhankelijk van de positie en persoonlijke voorkeur van de speler in het veld. De 'normale' veldhandschoen herkent men aan de vingers. In het binnenveld worden relatief kleine handschoenen gebruikt en in het buitenveld relatief grote. De eerstehonkman mag een apart model handschoen gebruiken. De achtervanger of catcher ten slotte gebruikt ook een apart model handschoen. Dit model is steviger en speciaal gemaakt om de harde worpen van de werpers goed mee te kunnen vangen. Daarnaast heeft hij een dikke beschermende laag om de hand van de achtervanger te beschermen.

Lees ook: Zaalvoetbalvereniging lidmaatschap

Beschermende Uitrusting en Veiligheid

Bij elke spelersuitrusting behoort ook een toque ter bescherming van de geslachtsdelen voor mannelijke honkballers. Op bepaalde posities of onder bepaalde omstandigheden worden aanvullende materialen gebruikt. De speler aan slag draagt een helm die ten minste één oor beschermt. Speciale slaghandschoentjes zijn niet zozeer voor veiligheid, maar voor een betere grip op het handvat van de knuppel te hebben daar deze de trillingen dempen. De achtervanger of catcher gebruikt de meeste beschermende materialen, omdat hij de gevaarlijkste positie heeft. Hij gebruikt beenbeschermers, die ook de knieën bedekken, en een bodyprotector die het hele bovenlichaam bedekt behalve de armen en de gooischouder, en een speciale helm met een gezichtsmasker en een klepje onderaan dat de keel beschermt. De plaatscheidsrechter gebruikt vrijwel dezelfde set beschermende materialen als de achtervanger, met als extra nog bescherming op de armen en beide schouders.

Spelregels en Wedstrijdverloop

Een wedstrijd bestaat uit negen innings, elke inning bestaat uit twee speelhelften. In de ene speelhelft wordt door het thuisspelende team in het veld verdedigd en door het bezoekende team "aan slag" aangevallen, in de andere speelhelft zijn de rollen omgedraaid. Er is sprake van drie gemiste slagen door de slagman wanneer deze de toegeworpen slagbal mist, ofwel slaat en mist op een geworpen bal (wijd of slag) of bij een derde gemiste bal de achtervanger die bal reglementair heeft gevangen. Wanneer bij de derde slag de slagman de bal wel schampend raakt maar de achtervanger deze vangt is de slagman ook uit. Een van de aanvallende spelers is uitgebrand als de bal eerder 'op' het honk is dan de loper. Dit geldt alleen als er sprake is van een gedwongen loop, als de loper gedwongen is een honk op te schuiven. Als de slag niet uit is rent de slagman naar het eerste honk. Als hij erin slaagt, de bal over de rand van het veld te slaan kan hij in de regel alle honken doorlopen. Dit wordt een homerun genoemd en levert een punt op. Honklopers die op tussenhonken blijven tot de volgende slag krijgen in de vierde honk (thuishonk) een punt.

Een van de teams verdedigt (staat in het veld) terwijl van het aanvallende team steeds een speler aan slag is. De werper of pitcher gooit de bal vanaf de werpplaat over het vierde honk, de thuisplaat. De bal moet over de plaat gaan, tussen knie- en ellebooghoogte van de slagman (dit heet de 'slagzone'). De worp wordt beoordeeld door de (plaat) scheidsrechter, die achter de catcher en de thuisplaat staat. Is de worp niet in dit vak dan telt dat als een wijd, tenminste als de slagman niet probeert de bal te slaan. Is de worp wel in dit vak dan telt dat als een slag, ook als de slagman niet probeert te slaan. Een worp buiten het vak telt als slag als de slagman toch probeert te slaan. Heeft de werper vier keer wijd gegooid, dan mag de slagman vrij naar het eerste honk lopen. Ook als de slagman geraakt wordt door de werper op het lichaam heeft de slagman een vrije loop naar het eerste honk, de zogenaamde 'hit by pitch'. De slagman zal dus alleen (proberen te) slaan op goede worpen. De werper zal de hoogte, snelheid en het effect van zijn worp variëren om het de slagman te bemoeilijken. De partij met de meeste punten wint.

De Mythen en Realiteit van de Oorsprong

De soms gehoorde veronderstelling dat honkbal in 1839 door Abner Doubleday in Cooperstown (New York) zou zijn bedacht, is een verzinsel. Doubleday was in 1839 niet eens in de buurt van Cooperstown, maar in het zo'n 280 kilometer verderop gelegen West Point. Een spel met de naam "base ball" ontwikkelde zich in de vroege 18e eeuw in Engeland, en het bleef die naam houden tot na 1800. Net als bij vele volksspellen zijn er enorm veel varianten. De regels voor "base ball" verschenen in 1796, in een Duits boek van de schrijver Johann Guts Muths, die het spel "Ball mit Freistätten (oder Das englische Baseball)" noemde. In het door Guts Muths beschreven spel varieert het aantal honken met het aantal spelers. Begin 2004 ontdekte de Amerikaanse historicus John Thom een verwijzing naar een plaatselijke verordening uit 1791, die het eenieder verbood om binnen een afstand van 80 yards van het "new meeting house" in Pittsfield, Massachusetts te baseballen. Een bibliothecaris vond de authentieke verordening vervolgens terug in de Berkshire Athenaeum-bibliotheek. Abner Doubleday heeft dus, hoe mooi de legende ook is, niets te maken gehad met honkbal.

Wat echter wél klopt, is dat de eerste spelregels in 1845 door Alexander Joy Cartwright aan het papier zijn toevertrouwd. Diezelfde Cartwright kwam op het idee om een vereniging op te richten en dat mondde uit in de New Yorkse Knickerbocker Baseball Club. Op 19 juni 1846 werd de eerste honkbalwedstrijd gespeeld in Hoboken, New Jersey. De New York Knickerbockers en de New York Base Ball Club brachten de regels in de praktijk. In 1868 werd door Harry en George Wright de eerste profhonkbalclub (Cincinnati Red Stockings) opgericht.

Lees ook: Een diepgaande blik op de prestaties van het Moldavisch voetbalelftal door de jaren heen.

De Amerikaanse Burgeroorlog betekende een grote stimulans voor honkbal. Een buitensport als honkbal was het tijdverdrijf bij uitstek in de vrije tijd van de soldaten, en er werden competities georganiseerd. In 1865 werd de American Baseball Corporation opgericht. Elf jaar later kwam er een scheiding tussen de amateurs en professionals. In 1902 werd The National League of Professional Baseball Clubs opgericht, gevolgd door de oprichting van The American League. Samen vormen deze organisaties de Major Leagues.

Honkbal in Nederland

Na 1900 raakte honkbal in Nederland bekend. Er gaan verhalen over de Amsterdammer J.C.G. Grasé die tijdens een vakantie in de Verenigde Staten enkele honkbalwedstrijden had gezien en daar hevig van onder de indruk was geraakt. In 1911 werden de eerste Nederlandse wedstrijden georganiseerd. Op 12 maart 1912 richtte Grasé de Nederlandse Honkbal Bond op. Een jaar later speelde de honkbaltak van de sportclub Excelsior onder de naam AHC Quick. De eerste officiële competitie begon in 1922. Ajax, Blauw Wit, Hercules en Quick vormden de hoogste divisie. Lange tijd was de Amsterdamse voetbalclub 'Ajax' ook actief op het gebied van honkbal. Die honkbalafdeling behaalde vier keer het landskampioenschap van Nederland.

Eindhoven heeft ook een belangrijke rol gespeeld in de Nederlandse honkbalgeschiedenis. Na het geweldige succes van het eerste Europese Kampioenschap op Nederlandse bodem (1958) werd het honkbalveld aan de Kruislaan in Amsterdam weer afgebroken. In 1959 werd in Eindhoven het eerste permanente honkbalveld in Nederland aangelegd, met 10.000 gulden sponsorgeld van Philips. Een jaar later kon de eerste Amerikaanse coach worden aangetrokken: Ron Fraser. Toch is Haarlem onbetwist Nederlands' honkbalhoofdstad geworden. Er schijnt al een foto uit 1912 te zijn, waarop al een aardige klap wordt geslagen. In 1923 is er een honkbaldemonstratie waar ene Kuling als ongeveer enige toeschouwer een kijkje gaat nemen. Enige maanden later richt hij de HC Haarlem op. Haarlem volgde in 1959 het voorbeeld van Eindhoven, met de aanleg van een permanent honkbalveld.

De Koninklijke Nederlandsche Honkbalbond (KNHB) werd op 12 maart 1912 in Amsterdam opgericht op initiatief van honkbalpioniers Grasé, Bleesing en Baggelaar. In 1934 werd de eerste officiële internationale wedstrijd gespeeld, in Haarlem tegen België. In Europa maken Nederland (mede door een deelname van een groot aantal spelers geboren op de Antillen en Aruba) en Italië (mede door deelname van 'Amerikaanse' Italianen) al geruime tijd de dienst uit op honkbalgebied. De laatste tien jaar kan Nederland zich mondiaal meten met de sterkere honkballanden uit Noord- en Midden-Amerika en Azië, zoals Cuba, VS, Zuid-Korea, Japan. Hoogtepunt in de nationale honkbalhistorie was de overwinning op Cuba bij de Olympische Spelen in 2000 (de eerste Olympische nederlaag ooit van veelvoudig Olympisch en wereldkampioen Cuba). Bij het WK 2005, dat werd gespeeld in Nederland, behaalde Nederland een historisch hoogste vierde plaats. Bij het WK 2011 in Panama schreef Nederland historie door als eerste Europese land in 73 jaar (Groot-Brittannië was wereldkampioen in 1938) wereldkampioen te worden. In de finale werd met 2-1 gewonnen van Cuba. Eerder in het toernooi werd in de finalegroep al van de VS en Cuba gewonnen.

De Samenstelling van een Honkbalteam

Het is al tientallen jaren gebruikelijk dat tijdens de seventh-inning stretch (halverwege de zevende inning) het honkballied Take Me Out to the Ball Game gezongen wordt. Een honkbalteam bestaat uit negen spelers: een werper, een achtervanger, vier infielders (eerste honkman, tweede honkman, derde honkman en korte stop) en drie buitenvelders (linksvelder, rechtsvelder en midvelder). Een selectie bestaat uit maximaal 24 spelers (meestal zestien), want vooral meerdere werpers zijn benodigd en tijdens een wedstrijd mag er vrijelijk worden gewisseld. Tijdens de wedstrijden zijn er diverse coaches actief: een hoofdcoach die meestal vanuit de dug-out aanwijzingen geeft, een eerste honkcoach die lopers aanwijzingen geeft, een derde honkcoach voor de lopers op het derde honk, een pitchingcoach die de pitchers laat ingooien en soms nog een benchcoach. Een team wordt getraind door diverse trainers die de verschillende aspecten van de sport bijbrengen, het fielden, slaan, pitchen en catchen.

Lees ook: KNVB e-mail bekijken: Hoe doe je dat?

Honkbal op de Olympische Spelen

Honkbal was eerst een demonstratiesport en van 1992 tot en met 2008 een volwaardige medaillesport op de Olympische Spelen. Het verdween op de edities van 2012 en 2016 van het programma. Hoofdredenen voor het schrappen van de sport waren dat er internationaal gezien geen vrouwencompetitie was van enige betekenis en de sport nog in ontwikkeling was bij de vrouwen. Ook het structurele gebruik van vooral anabole steroïden en groeihormonen dat decennialang binnen de Amerikaanse professionele organisaties als de Major League Baseball (MLB) voorkwam en de minieme bereidheid om dit structureel met een goed controlesysteem aan te pakken, speelde een grote rol. Nog een reden was de onwilligheid van de MLB om topspelers vrijaf te geven voor de Spelen. Onbedoeld werd het softbal medeslachtoffer van het schrappen. Deze sport stond enkel voor vrouwen op de agenda. Hier was de dopingproblematiek in mindere mate een factor, maar er was wereldwijd geen grote mannencompetitie aanwezig. Het IOC ging in augustus 2016 akkoord met plannen om honkbal in 2020 weer op te nemen in het programma van de Olympische Spelen.

Honkbal in Nederland na de Tweede Wereldoorlog

Honkbal wordt in Nederland al vanaf het begin van de 20e eeuw gespeeld. Het land is in Europa toonaangevend in de sport. Na de Tweede Wereldoorlog verkreeg men zelfs speciale marshallhulp van de Amerikanen om de competities weer mogelijk te maken. Er werden kratten verscheept met honkbalmateriaal. De meest succesvolle club in de Nederlandse honkbalhistorie was Haarlem Nicols uit de jaren 70 en -'80, die de meeste landstitels (12) behaalde. Deze vereniging bestaat niet meer. Zij zijn qua landstitels voorbijgestreefd door het Rotterdamse Neptunus. Zij zijn de laatste 20 jaar veelal de sterkste ploeg in de Nederlandse competitie met inmiddels negentien landstitels. Ook de Amsterdam Pirates, Kinheim en HCAW uit Bussum hebben meermalen de landstitel gewonnen. De topsportcompetitie bestaat uit acht teams in de hoofdklasse en zestien teams in de overgangsklasse.

Beroemde Nederlandse Honkballers

Beroemde historische Nederlandse honkballers zijn onder anderen Bert Blijleven, Herman Beidschat, Robert Eenhoorn, Joop Geurts, Henk Keulemans, André Kraan, Roel de Mon, Win Remmerswaal, Simon Arrindell, Hudson John, Hamilton Richardson, Han Urbanus, Charles Urbanus sr., Charles Urbanus jr. en Cor Wilders.

De Huidige Status van Honkbal in Nederland

De Nederlandse hoofdklassecompetitie bij de mannen is een competitie op redelijk hoog niveau waar voornamelijk amateurs aan deelnemen. De meeste teams beschikken over enkele buitenlandse spelers die worden betaald. De bond hanteert in samenspraak met de Nederlandse Dopingautoriteit een zero-policy met whereabout-controles op doping waardoor in tegenstelling tot Amerika de sport redelijk dopingvrij is hoewel het na gewichtheffen op de tweede plaatst staand in de statistieken. Een logische consequentie is wel dat hoewel de Nederlanders tot de langste en sterkste mensen ter wereld behoren en er een redelijke trainingsintensiteit is, de gemiddelde Nederlandse werper slechts tussen de 75 en 85 mijl per uur behaalt met zijn worpen terwijl de top in Amerika tussen de 85 en 95 gooit met uitschieters tot honderd. Ook het aantal homeruns is beperkter hierdoor. Elk jaar worden er enkele spelers positief bevonden op doping. In geval van groeihormonen of testosteron/corticosteroiden of doping maskerende vochtafdrijvers volgt een schorsing van vier jaar. Hoewel Nederland al een aantal malen deel heeft genomen aan het Wereldkampioenschap honkbal voor vrouwen ontbreekt een competitie v…

De "Torpedoknuppel" Innovatie

De New York Yankees en hun Nieuwe Knuppel

De Amerikanen zijn in de ban van de nieuwe knuppel van de New York Yankees. Hun nieuwe knuppel, waarmee het bekende team uit New York afgelopen weekend record na record verbrak, is het gesprek van de dag onder Amerikaanse honkbalfans. Ook de spelers van de Yankees en andere teams in de MLB waren verbaasd toen ze hun nieuwe knuppels zagen.

Op zaterdag sloeg het team van sterspeler Aaron Judge maar liefst negen homeruns, een record in de MLB. Op zondag ging het feestje door, toen tegen de Milwaukee Brewers de 15e home run in drie wedstrijden werd geslagen, wat ook een record is. Al die records zijn geslagen met een nieuwe knuppel, waarbij een deel van het hout lager op de barrel is geplaatst, waardoor er meer massa komt op het gebied dat de bal daadwerkelijk raakt. Het zorgt er in feite voor dat het uiteinde van de knuppel meer op een bowlingpin of een torpedo lijkt.

De Wetenschap Achter de Innovatie

Volgens de reglementen van de MLB mag een honkbalknuppel 2,61 inch (zo'n 6,63 centimeter) breed zijn op het breedste punt, maar wáár dat punt zit, maakt niet uit. Toen kreeg de voormalig MIT-natuurkundige Aaron Leanhardt een idee. Leanhardt werkt intussen bij de Yankees en zag dat een aantal spelers de bal vaak niet op het dikste punt van de normale knuppel raakten. Hij ontwierp op basis van spelersdata persoonsgerichte knuppels, zodat de honkballers beter overweg konden met hun materiaal. Met succes: vijf Yankees sloegen een homerun met hun gloednieuwe torpedoknuppel. Dat ze dat deden tegen oud Yankees-pitcher Nestor Cortes maakte het record extra pikant.

Reacties op de Nieuwe Knuppel

"Leanhardt heeft een maas in de wet gevonden", legt Van der Meer uit. "Ik vraag me ook af of de MLB rekening hield met dit soort innovaties." Oud-Yankees-speler Robert Eenhoorn onderstreept daarom de opmerking van Van der Meer. "Ik vraag me af of de regels blijven zoals ze zijn, misschien is dat afhankelijk van de impact van deze knuppels op langere termijn." "Verder vind ik het alleen maar mooi", vervolgt Eenhoorn. "In elke sport zoek je naar een voordeel op je tegenstander. Je kunt je daarom ook afvragen waarom dit nu pas gebeurt." Van der Meer was lang overtuigd van die gedachte. "Een knuppel is heel persoonlijk, maar ik heb nooit aan dit soort innovaties gedacht. Blijkbaar hebben een aantal heel slimme mensen het onderzocht en ik ben benieuwd of meer teams het gaan overnemen." Hij denkt alleen niet dat het beslissend gaat worden voor de competitie. "Andere teams gaan hier sowieso naar kijken en hun spel op aanpassen.

Niet elke Yankee gebruikt de nieuwe knuppel echter. Aaron Judge, die dit weekend vier homeruns sloeg, gebruikt nog steeds een traditionele knuppel. Maar de 'torpedoknuppels', gebruikt door onder anderen Anthony Volpe, Cody Bellinger en Jazz Chisholm Jr., lijken zeker een factor te zijn in de historische start van de Yankees.

"Ik dacht eerst dat het een grap was," zei op Aruba geboren Nederlander Xander Bogaerts (San Diego Padres) over de nieuwe slagzwaarden van de Yankees. "Je weet hoe je tegenwoordig foto’s kunt bewerken. Maar ik zag dat Jazz Chisholm een ​​homerun had geslagen. Ik dacht dat ze de foto hadden bewerkt, want zoiets heb ik nog nooit gezien." Diezelfde Chisholm, infielder van de Yankees, wist al vroeg dat deze nieuwe knuppel succes ging opleveren. "Ik begon hiermee te slaan in de lente of daarvoor, vrij vroeg, en ik dacht: Oh, dit voelt goed. Hij was een ons lichter dan de bal die ik sloeg, maar ik denk dat de manier waarop het gewicht verdeeld was, echt goed aanvoelde." Trevor McGill, reliever van Milwaukee Brewers, stond gisteren aan de andere kant van de medaille en was minder te spreken over de nieuwe troeven van de New Yorkers. "Ik vind het verschrikkelijk. We zullen zien wat de data zegt. Ik heb nog nooit zoiets gezien."

tags: #oorsprong #van #de #knuppel #honkbal