De Vroomshoopse korfbalgeschiedenis in de zaal: Een diepgaande blik

De geschiedenis van Vroomshoop en korfbal in de zaal is een onderwerp dat door de jaren heen de aandacht heeft getrokken van verschillende schrijvers en onderzoekers. Hoewel sommigen de leeftijd van de naam Vroomshoop in twijfel trekken, is deze aanzienlijk ouder dan het dorp zelf. Een kaart van rond 1855 toont de namen van verschillende complexen boekweitakkers in het gebied waar Vroomshoop later zou ontstaan, evenals de eerste aanzet tot de toekomstige infrastructuur.

De oorsprong van de naam: Boekweitakkers en 'Vrome Hoop'

De complexen van boekweitakkers droegen verschillende namen, waarvan de 'Witte akkers' de grootste waren. Andere namen waren de 'Wilde akkers', de 'Natte akkers' en de 'Flier akkers'. Tussen deze complexen bevonden zich de 'Vroomhoopse akkers', bereikbaar via een zandweg.

Op deze akkers werd een boekweitcultuur bedreven die erg gevoelig was voor weersomstandigheden. Zowel te natte omstandigheden als late nachtvorst konden de oogst decimeren. Boeren uit Linde en Den Ham probeerden hier, onder centraal bestuur van de Marke, boekweit te verbouwen.

De naam 'Vroome hoop' komt voor in een oud woordenboek als een uitdrukking voor ijdele hoop of verwachting, en werd in die tijd normaal gebruikt. 'Vrome' had echter ook de betekenis van iets dat tot gemeenschappelijk voordeel dient en ten algemene nutte is. Gezien de schrale opbrengst van de akkers lijkt de eerstgenoemde verklaring, in relatie tot de weinig hoopvolle akkers, de meest waarschijnlijke oorsprong van de naam. De latere verbasteringen tot Bromershoop en Vromehoop voor monniken zijn romantische spinsels.

Ontsluiting van het veengebied en de eerste bewoners

Het veenlandschap bevatte een schat aan brandstof in de vorm van veen, waar in die tijd grote behoefte aan was. Om dit te ontsluiten en te winnen, werd er onder impuls van de omliggende gemeenten een kanalenplan gemaakt. De Overijsselse kanaalmaatschappij slaagde er in 1853 in om alle grond voor het gehele tracé aan te kopen.

Lees ook: Overzicht Vroomshoop Toernooi

Op 1 augustus 1853 werd het kanaalvak Zwolle naar de Regge geopend. Omstreeks half augustus 1854 was het kanaalvak de Regge, Separatiepunt, Vriezenveen al op diepte en was men bezig met het gedeelte richting Almelo. Het kanaal van Almelo (via Separatiepunt) naar Zwolle werd op 12 juni 1855 feestelijk opengesteld. Het kanaalvak vanaf het Separatiepunt in noordelijke richting tot de Vecht was inmiddels aanbesteed en kwam gereed op 5 september 1856.

Zogenaamde 'polderjongens' werden aangetrokken om deze kanalen te graven. Toen de kanalen gereed waren, hadden deze polderjongens geen uitzicht meer op werk. Een deel van hen bleef in dit inmiddels ontsloten gebied wonen en probeerde er een bestaan op te bouwen. Uit kadastrale leggers en registers blijkt dat deze polderjongens zich als eerste bewoners van dit omvangrijke veengebied vestigden ten oosten van de huidige Nieuwstraat, waar ze grond verwierven en bleven wonen. Namen als Zandbergen, Greveling, Boes en hun kompanen van het eerste uur zijn onmiskenbaar. Dit gebied, genaamd Vroomhoopse-akkers, kreeg hierdoor zijn bewoning. Voor een nauwgezette ambtenaar van de burgerlijke stand was het eenvoudig om de plaats van bewoning exact te preciseren met Vromehoop. De bewoning was primitief. Dat er nadien langs het kanaal en nabij het Separatiepunt, in de volksmond 'het Punt' genoemd, ook langzaam bewoning ontstond, doet niets af aan het feit dat al deze bewoners in het bevolkingsregister van de burgerlijke stand en kadaster allemaal bewoners van Vroomshoop worden genoemd.

Archeologische vondsten: De Vroomshoopse fibula

Een van de oudste archeologische bodemvondsten uit de omgeving is de bronzen mantelspeld die in het Twistveen werd gevonden. Het Twistveen ligt in het oostelijke deel van de oude Gemeente Den Ham. De bodemvondst werd altijd als de Vroomshoopse fibula aangeduid, maar of je het Twistveen tegenwoordig nog tot Vroomshoopse-gebied kunt rekenen valt te betwijfelen. Ook wie de vinder is geweest is onduidelijk, maar het kleinood werd aan het begin van de vorige eeuwwisseling (1909) door de heer A. ten Bruggencate uit Almelo ten geschenke gegeven aan de oudheidkamer van Enschede. Andere bronnen melden dat de vondst is aangekocht uit de belangrijke archeologische collectie van G.J. Eshuis. De fibula is nu te bewonderen in museum de Twentse Welle in Enschede. Over de datum van de vondst bestaat ook onduidelijkheid, maar deze heeft ongeveer tussen 1890 en 1909 plaatsgevonden. De Vroomshoopse fibula behoorde jarenlang tot een van de meest opzienbarende en belangrijkste archeologische vondsten van Nederland.

Een fibula is een soort veiligheidsspeld die werd gebruikt om mantels dicht te maken voordat het knoopsgat werd uitgevonden. Het Vroomshoopse exemplaar is van brons en is uit één draad getrokken met 6 windingen in de spiraal of veer, 1 knobbel op de beugel en 2 op de teruggeslagen voet, met een lange, brede speldhouder. De omslag tussen speldhouder en voet, alsmede het beugelklemmetje zijn versierd met een paar groeflijntjes.

De La Tène-periode, geassocieerd met de Kelten, liep tijdens de late ijzertijd (vanaf 450 v.Chr.). Overijsselse La Tène fibulae zijn afkomstig uit venen en dalen, wat volgens kenners wijst op offergaven.

Lees ook: Korfbalstatistieken: Ruben Zwaan

De komst van veenarbeiders en de eerste Vroomshopers

Rond 1850, nadat de markegronden verdeeld waren, kwam langzaam, door ontsluiting van het gebied door (zand)wegen en kanalen, de vervening op grote schaal van de grond, waardoor veenarbeiders, door armoede gedreven, in deze omgeving een bestaan probeerden te vinden. De eerste pioniers troffen een woest en ledig landschap aan, met in de grond het veen waar het hun allemaal om begonnen was. Veel van de eerste bewoners kwamen uit de kop van Overijssel (Steenwijk, Vollenhove, Zwartsluis etc.), waaronder van geboorte veel Friezen, die van vader op zoon in de vervening en ontginning hun brood probeerden te verdienen. Als de veencampagne ergens ten einde liep, trok men naar elders om brood op de plank te houden. Zo voegden zich bij hen die reeds begonnen waren in Vroomshoop ook veenarbeiders uit de omgeving van Dedemsvaart en Hardenberg; echter ook van verder uit Drente kwam men de gelederen versterken.

Wie waren de allereersten? Moeten we kijken naar wie het eerst ging wonen in het gebied, of moeten we kijken naar wie er het eerst geboren werd? Tellen individuele tijdelijke vestigingen mee, of is het eerste complete gezin dat blijft wonen als eerstelingen aan te merken?

Op 30 september 1853 vestigde zich vanuit Zwolle een zekere Derk Schouten, geboren op 18 december 1811 te Gouda, met zijn vrouw Antonia Bakker, geboren in 1826 te Zwolle, in het uitgestrekte gebied dat we tot Vroomshoop rekenen. Het echtpaar is kinderloos op dat moment. Bij hen op hetzelfde adres komt ook Hendrikus ter Wolde wonen. Hij is metselaar van beroep en geboren in 1831 te Steenwijk. Op 5 november van hetzelfde jaar 1853 wordt Willem Zandbergen als eerste in Vroomshoop geboren. ’s Middags om 3 uur aanschouwde hij het levenslicht, “in het Linderveld”. Zijn vader is Jan Zandbergen, geboren op 13 september 1808 te Vollenhove in Barsbeek, die hetzelfde jaar vanuit Vollenhove “’t Land van Veno” naar Vroomshoop kwam. Hij kwam mee met de polderjongen, welke de kanalen groeven en die hij als bijverdienste van tabak en jenever voorzag, naar Vroomshoop. Willem z’n moeder is Rensje Schuit, geboren 25 oktober 1812 te Sint Johannesga (Friesland). Verder bestaat het gezin uit Hendrik 5 jaar, Annegje, Seuntje en Anna respectievelijk tien, acht en twee jaar oud. Ze wonen aanvankelijk in een houten optrekje en later in een hut-woninkje ten westen van het oude kerkhof aan de wat nu Hammerweg heet. Op 8 april van het jaar 1855, er hebben zich inmiddels al meer “Vroomshopers” gevestigd, wordt er s’middags om 12 uur een dochtertje geboren. Jan Zandbergen doet zelf nog aangifte, maar diezelfde middag om 3 uur sterft zijn vrouw Rensje “in een huis staande bij sluis V”. In augustus van hetzelfde speelt zich zich opnieuw een tragedie af in het gezin Zandbergen. Op 2 augustus, ’s morgens om 6 uur, sterft Willem Zandbergen (de eerste Vroomshoper). Hij is een jaar en acht maanden oud geworden.

Jan Zandbergen trouwt op 31 oktober van dat zelfde jaar 1855 opnieuw en wel met Gerritdina Miskotte. Ze is achtendertig jaar en weduwe van Adolf Bosch. Ze komt uit Den Ham en trekt bij hem in met de kinderen Hermannus, Lucas en Fennigje. Een jaar later op 20 september 1856 wordt uit dit huwelijk Hendrika Zandbergen geboren. De vreugde is van korte duur want op 30 april 1857 overlijdt ook Anna, 6 jaar oud, nog geboren in Vollenhove. Jan Zandbergen is opnieuw weduwnaar. Jan is niet gebroken. Op 23 januari 1860 trouwt hij opnieuw met de 29 jaar jongere Fennigje Jansen, z’n vierde vrouw dus. Hij verhuist, en het gaat hem beter. Dit ook kinderrijke huwelijk brengt onder anderen jongens voort die later als brugwachter door het leven gaan.

Cafés in Vroomshoop: Meer dan alleen een drankje

Vroomshoop dat vanaf haar ontstaan een snelle groei door maakte, heeft door de tijd heen heel wat cafés gekend, die inmiddels weer verdwenen zijn. Cafés hadden vroeger een veel grotere sociale functie dan tegenwoordig; men hoorde er de laatste nieuwtjes, je kon er voor vertier een kaartje leggen en het was tevens een trefpunt voor het ondernemen van gezamenlijke activiteiten. Stamtafels en later de biljarts waren onmiskenbare attributen welke dan ook in geen enkel café ontbraken. Kortom een café bood een welkome afwisseling op de sleur van het dagelijkse bestaan. Verstokte vrijgezellen, of diegene die het thuis niet konden vinden, maar ook vermaak zoekers waren veelal de vaste stamgasten.

Lees ook: Homoseksualiteit en korfbal

Café Vos, later Tebberman, op het punt van separatie, was een pleisterplaats voor scheepsjagers en beurtschippers. Naast het café bedrijf dreef Arend Tebberman, maar later ook zoon Mans, een logement en tevens werden er rijtuigen verhuurd voor uiteenlopende doeleinden. Zelfs lang is er de Vroomshoopse lijkkoets gestationeerd geweest. Over de brug, aan het begin van de Vriezenveenseweg had men vroeger café Radstaak, voordien in handen van respectievelijk de Vries en Schoenmaker. Toen de laatste kastelein Ab Radstaak hartklachten kreeg, ging dit café in 1977 dicht. Even zuidelijker aan de Vriezenveenseweg bevond zich café Elerveld later café Evers. In de zeventiger jaren was er nog een jongerenbar gevestigd genaamd ”het praathuis”. Aan het eind van de Stationslaan, links, bevond zich vroeger het “stations koffiehuis”. Het werd geëxploiteerd door Geert Schuringa, van oorsprong uit Friesland afkomstig. Later kwam dit café in handen van Herman Khulmann, een corpulente cafébaas die voordien aan de Geerdijk het beroep van (hoef)smid had uitgeoefend. Ook Veerkamp en Donderwinkel hebben er de scepter gezwaaid. Bij Sluis V bezat vroeger Albert Lanting ook een verlof. Café Gerrits stond op de plaats waar nu het winkel- en wooncomplex “Boegstate” is gevestigd. Centraal in Vroomshoop op de kruising Hammerstraat - Hoofdst…

De korfbalgeschiedenis in de zaal: Een zoektocht

Hoewel de bovenstaande tekst een uitgebreide historische context van Vroomshoop schetst, ontbreekt specifieke informatie over de korfbalgeschiedenis in de zaal. Om dit aspect van de geschiedenis van Vroomshoop te belichten, is verder onderzoek nodig. Dit onderzoek zou zich kunnen richten op:

  • Archiefonderzoek: Het raadplegen van lokale archieven, zoals die van sportverenigingen, de gemeente en historische verenigingen, kan waardevolle informatie opleveren over de beginjaren van korfbal in Vroomshoop en de ontwikkeling van zaalkorfbal.
  • Interviews: Gesprekken met oud-korfballers, trainers en bestuursleden kunnen persoonlijke verhalen en anekdotes opleveren die een levendig beeld schetsen van de korfbalgeschiedenis in Vroomshoop.
  • Krantenartikelen: Het doorzoeken van oude kranten en tijdschriften kan informatie opleveren over wedstrijden, toernooien en andere belangrijke gebeurtenissen in de Vroomshoopse korfbalgeschiedenis.
  • Foto's en ander beeldmateriaal: Het verzamelen van foto's, video's en ander beeldmateriaal kan een visueel beeld geven van de korfbalgeschiedenis in Vroomshoop.

Door deze verschillende onderzoeksmethoden te combineren, kan een completer en gedetailleerder beeld worden geschetst van de korfbalgeschiedenis in Vroomshoop, met speciale aandacht voor de ontwikkeling van zaalkorfbal.

tags: #vroomshoop #korfbal #zaal #geschiedenis