Nederland heeft sinds de jaren '70 een prominente plaats op het internationale voetbalpodium verworven, beginnend met een uitzonderlijke generatie die in 1974 tweede werd op het Wereldkampioenschap. Sindsdien zijn er vele talenten blijven opkomen die ook internationaal naam hebben gemaakt. Deze lijst eert de 50 beste Nederlandse voetballers aller tijden, rekening houdend met hun prestaties, internationale erkenning en impact op het voetbal.
Criteria voor Selectie
Het samenstellen van een lijst van de beste Nederlandse voetballers aller tijden is geen gemakkelijke taak. Het hangt immers af van hoe je 'beste' definieert. Natuurlijk hebben voetbalfans uiteenlopende redenen om te denken dat sommigen beter zijn dan anderen. De vergelijking van verschillende posities en periodes in de voetbalgeschiedenis maakt deze taak nog uitdagender. De lijst is gebaseerd op een combinatie van factoren, waaronder:
- Prestaties op clubniveau: Landstitels, bekers en Europese successen.
- Prestaties in het Nederlands elftal: Belangrijke doelpunten, deelname aan toernooien en gewonnen prijzen.
- Individuele erkenning: Prijzen zoals de Gouden Bal, UEFA Player of the Year en andere onderscheidingen.
- Invloed op het spel: Bijdrage aan de ontwikkeling van het voetbal en de impact op teamgenoten en coaches.
- Populariteit en legacy: De mate waarin de speler wordt herinnerd en gewaardeerd door fans en experts.
De Top 50
Het is belangrijk op te merken dat deze lijst subjectief is en dat er ruimte is voor discussie over de exacte rangschikking.
- Johan Cruijff: Algemeen beschouwd als de beste Nederlandse voetballer aller tijden, bekend om zijn uitzonderlijke dribbeltechniek, inzicht en tactisch bewustzijn. Hij was een centrale figuur in de ontwikkeling van het 'Totaalvoetbal'. Johan Cruijff had een schitterende club carrière, vooral bij Ajax en Barcelona, waar hij meerdere landstitels en drie opeenvolgende Europa Cups met Ajax won. Zijn invloed reikte verder dan zijn spelerscarrière, aangezien hij ook als coach een belangrijke impact had, vooral bij Barcelona, waar hij de basis legde voor de moderne filosofie van de club.
- Marco van Basten: Een elegante spits, bekend om zijn technische vaardigheid en klinische afwerking. Hij schitterde vooral tijdens zijn tijd bij AC Milan, waar hij meerdere Serie A-titels en twee Europa Cups won. Van Basten speelde ook een cruciale rol in de overwinning van Nederland op het EK 1988, waar hij een gedenkwaardige volley scoorde in de finale tegen de Sovjet-Unie. Zijn carrière werd tragisch genoeg vroegtijdig beëindigd door blessures, maar hij blijft een symbool van gratie en precisie in het voetbal en behoort dan ook zeker tot de beste Nederlandse voetballer ooit.
- Dennis Bergkamp: Bekend om zijn elegante speelstijl, uitzonderlijke techniek en visie op het veld. Hij had een succesvolle carrière in de Eredivisie bij Ajax en verhuisde later naar Inter Milan en Arsenal. Bij Arsenal werd Bergkamp een clublegende, waar hij het team hielp drie Premier League titels en vier FA Cups te winnen. Zijn vermogen om doelpunten te maken en te creëren met finesse en intelligentie maakte hem een van de meest geliefde spelers in de clubgeschiedenis.
- Arjen Robben: Een vleugelaanvaller die bekend stond om zijn snelheid, dribbelvaardigheden en zijn kenmerkende beweging om van de rechterkant naar binnen te snijden en met zijn linker voet krachtige schoten af te vuren. Hij speelde voor topclubs zoals Chelsea, Real Madrid en Bayern München, waar hij talloze nationale en internationale titels won. Robben speelde ook een belangrijke rol in de tocht van Nederland naar de WK-finale in 2010. Zijn combinatie van vaardigheid en consistentie maakte hem tot een van de beste vleugelspelers van zijn generatie.
- Frank Rijkaard: Een dominante verdedigende middenvelder en later een centrale verdediger, bekend om zijn kalmte en intelligentie op het veld. Hij speelde een cruciale rol in het succes van zowel AC Milan als het Nederlandse Nationale team, waarbij hij meerdere Europa Cups en landstitels won. Als coach leidde Rijkaard Barcelona naar twee La Liga titels en de UEFA Champions League in 2006, wat zijn nalatenschap in het voetbal verder versterkte.
- Ruud Gullit: Een veelzijdige speler die zowel in het middenveld als in de aanval uitblonk. Met zijn krachtige fysiek, technische vaardigheden en tactische intelligentie was Gullit een sleutelspeler voor AC Milan tijdens hun dominante periode in de late jaren '80 en vroege jaren '90. Hij won meerdere Serie A-titels en twee Europa Cups met de club. Gullit was ook de aanvoerder van Nederland bij hun eerste grote internationale trofee, het EK 1988.
- Clarence Seedorf: Een van de meest succesvolle Nederlandse spelers aller tijden, bekend om zijn kracht, intelligentie en veelzijdigheid op het middenveld. Hij is de enige speler die de UEFA Champions League heeft gewonnen met drie verschillende clubs: Ajax, Real Madrid en AC Milan. Seedorf stond bekend om zijn leiderschapskwaliteiten en zijn vermogen om wedstrijden vanuit het middenveld te controleren.
- Robin van Persie: Een productieve spits, bekend om zijn uitstekende techniek, doelpuntenvermogen en veelzijdigheid. Hij begon zijn carrière bij Feyenoord voordat hij naar Arsenal vertrok, waar hij een van de topscorers in de Premier League werd. Van Persie speelde later voor Manchester United, waar hij hen hielp de Premier League titel te winnen in het seizoen 2012-2013. Hij is ook de topscorer aller tijden van het Nederlands elftal, bekend om zijn iconische zweefkopbal tegen Spanje op het WK 2014. Robin van Persie scoorde 50 doelpunten in 102 interlands.
- Lieke Martens: Een van de meest getalenteerde Nederlandse voetballers, bekend om haar techniek, creativiteit en scorend vermogen. Heeft gespeeld voor topclubs zoals FC Barcelona en Paris Saint-Germain, waar ze talloze landstitels en de UEFA Women's Champions League heeft gewonnen. Martens werd in 2017 verkozen tot UEFA Women's Player of the Year en speelde een sleutelrol in de overwinning van Nederland op het EK 2017 en hun tweede plaats op het WK 2019.
- Vivianne Miedema: Wordt beschouwd als een van de beste spitsen in het vrouwenvoetbal vandaag. Ze begon haar carrière in de Eredivisie voordat ze naar Bayern München en later Arsenal verhuisde, waar ze een productieve doelpuntenmaker werd. Miedema is de topscorer aller tijden voor het Nederlands vrouwenelftal en heeft talloze records gebroken in de Women's Super League.
De lijst gaat verder met andere legendarische namen zoals:
- Willem van Hanegem: Een speler met een ijzersterke mentaliteit, een vergaand tactisch inzicht en een magisch schot. Hij werd beroemd door zijn kromme passes, wat zorgde voor de bekende bijnaam ‘De Kromme’. Tussen 1968 en 1979 kwam hij 52 keer uit voor Oranje. Hij speelde de verloren WK-finale van 1974 tegen West-Duitsland.
- Johan Neeskens: Onvermoeibaar heroverde de spijkerharde middenvelder Neeskens bal na bal. Zijn meest memorabele optreden was de beslissende wedstrijd tegen Brazilië waarbij Neeskens met keiharde ingrepen Oranje de wedstrijd in vocht.
- Ruud Krol
- Wesley Sneijder
- Frank de Boer
- Ronald de Boer
- Edwin van der Sar
- Arjen Robben
- Rafael van der Vaart
- Giovanni van Bronckhorst
- Dirk Kuijt
- Abe Lenstra: Maakte als 15-jarige voetballer zijn debuut bij Heerenveen, de Friese club die hij gedurende veertien jaar lang trouw zou blijven. Zijn meest memorabele wedstrijd is waarschijnlijk de wedstrijd tegen Ajax in 1950 waarbij hij Heerenveen de aanzet gaf om een 1-5 achterstand om te buigen tot een uiteindelijke 6-5 overwinning. Dankzij zijn talent, inzicht en doelgerichtheid groeide hij uit tot een ware legende. In 730 wedstrijden maakte hij een ongekend aantal van maar liefst 700 goals. Op 19-jarige leeftijd maakte Abe Lenstra zijn debuut voor het Nederlands Elftal. Gedurende deze periode maakte hij 33 doelpunten in 47 gespeelde interlands.
- Faas Wilkes: Maakte in 1940 zijn debuut voor Xerxes, de club waar hij negen jaar lang voor speelde. In deze periode was hij nog officieel amateur voetballer, maar een voorstander van de professionalisering van het Nederlandse voetbal. Om deze reden vertrok hij in 1949 naar Inter Milan. Door deze transfer legde de KNVB hem een schorsing op voor Oranje, waarvoor hij in 1946 zijn debuut had gemaakt. Bij Inter Milaan werd hij als tweebenige speler dankzij zijn fabuleuze dribbeltechniek en lange rushes, al snel de belangrijkste speler van het elftal. De behendige aanvaller speelde in totaal 38 keer voor het Nederlands elftal waarin hij 35 keer scoorde.
- Bennie Muller: Vormde jarenlang met Sjaak Swart het echte Amsterdamse gezicht van Ajax. Hij won met Ajax vier landstitels, twee KNVB bekers en in 1962 de International Football Cup. Veelvuldig kwam hij uit voor het Nederlands elftal (43 keer), waarin hij tweemaal het doel trof. Hij was dertien jaar lang vaste keuze bij Ajax, waar hij 341 competitiewedstrijden speelde.
- Kees Kuijs: De linksback kwam tussen 1955 en 1962 ook 43 maal uit voor het Nederlands voetbalelftal. Johan Cruijff nomineerde Kees Kuijs op het lijstje met spelers voor het Oranje van de Eeuw. Samen met Cor Veldhoen, Ruud Krol, Adri van Tiggelen en Frank de Boer wordt hij gerekend tot de beste Nederlandse linksbacks aller tijden.
- Sjaak Swart
- Dolf van Kol: In de jaren twintig van de twintigste eeuw is Dolf van Kol acht seizoenen lang een vaste waarde bij Ajax. Hij begint zijn loopbaan in Amsterdam als midvoor, maar al snel schuift hij door naar de verdediging. Als linksback neemt hij de plaats in van Coen Delsen, en juist in die rol komt zijn veelzijdigheid volledig tot zijn recht. Van Kol staat bekend als een slimme, betrouwbare speler die zich moeiteloos aanpast aan de behoeften van het team, waardoor hij uitgroeit tot een steunpilaar in de verdediging. In totaal speelt Van Kol 174 officiële wedstrijden voor Ajax, waarin hij 25 keer het net weet te vinden. Opmerkelijk is dat een aanzienlijk deel van die doelpunten uit strafschoppen voortkomt. Van Kol geldt in zijn tijd als een echte penalty-specialist. Voor het Nederlands elftal komt Van Kol uit in 33 interlands. Vier keer scoort hij voor Oranje, telkens via een strafschop, waarmee hij zijn reputatie als koelbloedige specialist bevestigt. Bovendien draagt hij in zeven interlands de aanvoerdersband, een teken van het vertrouwen dat zijn medespelers en bondscoaches in hem stellen.
- Gerrie Mühren: In totaal speelt Gerrie Mühren 298 wedstrijden voor Ajax, waarin hij 72 doelpunten maakt. Daarnaast komt hij uit voor het Nederlands elftal in 10 interlands. Zijn debuut voor Oranje maakt hij in 1969 tijdens een wedstrijd tegen Engeland, en zijn laatste interland speelt hij in 1973 tegen België. Mühren staat bekend om zijn technische finesse, ongeëvenaarde balbeheersing en gevoel voor spelinzicht. Zijn tijd bij Ajax is bijzonder succesvol; hij speelt een cruciale rol in het team dat drie keer op rij de Europa Cup I wint (1971-1973).
- Khalid Boulahrouz: Tussen 2004 en 2012 speelt Boulahrouz 35 interlands voor het Nederlands elftal. Hij maakt deel uit van de selecties voor twee wereldkampioenschappen (2006 en 2010) en twee Europese kampioenschappen (2008 en 2012). Vooral tijdens het EK 2008 valt hij op door zijn sterke verdedigende spel en zijn emotionele betrokkenheid, wat hem populair maakt bij zowel fans als teamgenoten. Boulahrouz krijgt de bijnaam “Khalid the Cannibal” vanwege zijn agressieve speelstijl en de manier waarop hij tegenstanders “opvreet” in duels. Zijn deelname aan het WK 2010, waar Nederland de finale bereikt, markeert een hoogtepunt in zijn internationale loopbaan.
- Ben Wijnstekers: Tussen 7 juni 1976 (Feyenoord-De Graafschap 8-0) en 4 september 1988 (FC Utrecht-Feyenoord 3-1) speelt Ben Wijnstekers maar liefst 419 competitiewedstrijden voor Feyenoord, waarin hij 17 doelpunten maakt. Met dit indrukwekkende aantal wedstrijden neemt hij de vijfde plaats in op de ranglijst van Feyenoorders met de meeste competitiewedstrijden achter hun naam. Wijnstekers wordt geroemd om zijn betrouwbaarheid en leiderschap op het veld. Naast zijn club carrière speelt Wijnstekers 36 interlands voor het Nederlands elftal, waarin hij regelmatig de aanvoerdersband draagt.
- Frank Wels: Wels speelde voor Unitas uit Gorinchem en kwam 36 keer uit voor het Nederlands elftal. Hij was een rechtsbuiten. Wels maakte in 1931 zijn debuut als international in een met 2-0 gewonnen wedstrijd tegen Denemarken. Hij was tot in 1938 een vaste waarde voor het Nederlands elftal en speelde op het wereldkampioenschap van 1934 en 1938. Zelf scoorde Wels vijf keer voor Nederland.
- Stefan de Vrij: Hij debuteerde in 2012 in het Nederlands voetbalelftal en speelde inmiddels ruim 40 interlands.
- Wilfred Bouma: In september 2000 debuteerde hij in het Nederlands voetbalelftal, waarvoor hij 37 interlands speelde.
- Denny Landzaat: Voor het Nederlands elftal speelt Landzaat 38 interlands, waarin hij één keer scoort. Hij maakt deel uit van de selecties voor het WK 2006 in Duitsland en het EK 2008 in Oostenrijk/Zwitserland.
- Henk Groot: In 1959 stapten de beide broers over naar Ajax. Bij zijn debuut, tegen NAC, wist Henk Groot het net te vinden. Ajax won de wedstrijd met 3-0 en Henk nam alle treffers voor zijn rekening. Hij bleef scoren en werd dat seizoen 1959/60 topscorer van de competitie met 38 doelpunten. Een seizoen later vestigde Groot een nog steeds ongeëvenaard record binnen Ajax door 41 doelpunten te maken in de competitie 1960/61. In totaal maakte hij dat seizoen 1960/61 zelfs 65 goals.
- Piet van der Kuil: Van der Kuil maakte op 19-jarige leeftijd reeds zijn debuut in het Nederlands elftal, in een wedstrijd op 6 april 1952 tegen België. Hij was meteen een vaste waarde in Oranje en behoorde ook tot de selectie voor de Olympische Zomerspelen 1952.
- John van 't Schip: Voor Ajax en Genoa speelde hij in totaal 380 competitiewedstrijden, waarin hij veertig keer scoorde. Daarnaast speelde hij 41 interlands (twee doelpunten).
- Quincy Promes: Promes speelt 50 interlands voor het Nederlands elftal, waarin hij zeven keer scoort. Hij maakt deel uit van de selectie voor het EK 2016-kwalificatietoernooi, het WK 2018-kwalificatietoernooi en het EK 2020.
- Wim Kieft: Daarnaast kwam hij 43 keer uit voor het Nederlands voetbalelftal, waarvoor hij elf keer scoorde. Kieft maakte op 18 juni 1988 een van zijn belangrijkste doelpunten als international, in de laatste groepswedstrijd op het EK 1988 tegen Ierland. Hij kopte die wedstrijd acht minuten voor tijd het enige doelpunt binnen. Hierdoor ging het Nederlands elftal door naar de halve finale en kon het later het toernooi winnen.
- Memphis Depay: Met 44 doelpunten de nummer twee in dit rijtje van topscorers aller tijden voor het Nederlands elftal.
- Klaas-Jan Huntelaar: Hij maakte er namelijk 42 in 76 wedstrijden, waarvan 33 invalbeurten waren.
- Patrick Kluivert: 40 goals.
- Arjen Robben: 37 doelpunten.
- Dennis Bergkamp: 37 doelpunten.
- Ruud van Nistelrooy: 35 doelpunten.
- Wesley Sneijder: 31 doelpunten.
- Beb Bakhuys: 28 doelpunten.
- Georginio Wijnaldum: 26 doelpunten.
- Kick Smit: 26 doelpunten.
- Rafael van der Vaart: 25 doelpunten.
Topscorers aller tijden van het Nederlands elftal
- Robin van Persie: 50 doelpunten
- Memphis Depay: 44 doelpunten
- Klaas-Jan Huntelaar: 42 doelpunten
- Patrick Kluivert: 40 doelpunten
- Arjen Robben: 37 doelpunten
- Dennis Bergkamp: 37 doelpunten
- Ruud van Nistelrooy: 35 doelpunten
- Faas Wilkes: 35 doelpunten
- Johan Cruijff: 33 doelpunten
- Abe Lenstra: 33 doelpunten
Lees ook: Nederlandse voetballegendes
Lees ook: Wat maakt een voetbalelftal het beste ooit?
Lees ook: Voetbalcoach analyse
tags: #top #50 #beste #nederlandse #voetballers #aller