Voetbal, een wereldwijd geliefde sport, biedt een uitstekend onderwerp voor een spreekbeurt in groep 7. Het is een spel dat door velen wordt begrepen en beoefend, waardoor het gemakkelijk is om een boeiende en informatieve presentatie te geven. Dit artikel is bedoeld om je te helpen bij de voorbereiding van je spreekbeurt, van het verzamelen van informatie tot het presenteren ervan.
Wat is voetbal?
Voetbal is een teamsport waarbij twee ploegen van elk elf spelers proberen een bal in het doel van de tegenstander te krijgen. De bal mag met elk lichaamsdeel worden aangeraakt, behalve met de handen en armen (uitzondering: de keeper). Een wedstrijd duurt normaal gesproken twee keer 45 minuten, met een pauze van 15 minuten in het midden.
Basisbegrippen
- Doelpunt: Een doelpunt wordt gescoord wanneer de bal in zijn geheel de doellijn tussen de doelpalen en onder de lat passeert.
- Inworp: Wanneer de bal over de zijlijn gaat, wordt het spel hervat met een inworp door een speler van de partij die de bal niet over de lijn heeft geschoten.
- Hoekschop (corner): Een hoekschop wordt toegekend aan de aanvallende partij wanneer de bal over de achterlijn gaat en het laatst is aangeraakt door een speler van de verdedigende partij.
- Doeltrap: Een doeltrap wordt toegekend aan de verdedigende partij wanneer de bal over de achterlijn gaat en het laatst is aangeraakt door een speler van de aanvallende partij.
- Vrije trap: Een vrije trap wordt toegekend na een overtreding. Afhankelijk van de overtreding kan dit een directe of indirecte vrije trap zijn.
- Strafschop (penalty): Een strafschop wordt toegekend wanneer een speler een overtreding begaat binnen het eigen strafschopgebied.
- Gele kaart: Een waarschuwing voor een speler na een overtreding of onsportief gedrag. Twee gele kaarten in dezelfde wedstrijd leiden tot een rode kaart.
- Rode kaart: Een speler die een rode kaart krijgt, moet direct het veld verlaten en mag niet verder deelnemen aan de wedstrijd.
De Geschiedenis van Voetbal
De geschiedenis van voetbal is rijk en divers, met wortels die teruggaan tot oude beschavingen.
Vroege vormen van voetbal
Al eeuwenlang spelen mensen spelletjes die op voetbal lijken. Meer dan 2000 jaar geleden hadden ze in China 'Tsu Chu', wat 'Schop Bal' betekent. Als doelpalen prikten ze een paar hoge bamboestokken in de grond. Iets later had Griekenland het spel 'pheninda'. Een soort voetbalspel, maar je mocht de bal ook met je handen aanraken. De Romeinen hadden in die tijd net zo een spel. Ze noemden het 'hapastum'. Twee teams speelden op een rechthoekig veld. Je moest de bal over de achterlijn van de tegenstander krijgen. Maar ook dit was nog niet het echte voetbal van nu, want de aanvallers mochten de bal alleen maar overgooien. De verdedigers mochten de bal ook trappen.
De ontwikkeling in Engeland
Het voetbal zoals wij dat kennen, is ongeveer 150 jaar oud. Het ontstond op de kostscholen en universiteiten in Engeland. Daar speelden studenten steeds meer 'football'. Iedere school had zijn eigen regels. Lastig dus als de scholen tegen elkaar speelden. Een groep studenten uit Cambridge begon daarom in 1848 vaste regels op papier te zetten. Die stuurden ze op naar andere scholen. Niet iedereen was het er meteen mee eens, maar vanaf 1877 speelde toch iedereen in Engeland volgens dezelfde regels. Toen was dus het moderne voetbal geboren! In 1863 werd de 'Football Association' opgericht, het echte begin van het voetbal zoals wij dat nu kennen. De FIFA werd in 1904 opgericht, óók in Engeland opgericht.
Lees ook: Ontdek de wereld van korfbal met deze informatieve spreekbeurt.
Voetbal in Nederland
In Engeland doen ze het al, maar het is Jan Bernard van Heek die de voetbal in 1885 naar Nederland haalt. Samen met zijn vrienden organiseert hij de allereerste Nederlandse voetbalwedstrijd en ze stichten de voorloper van FC Twente.
De Spelregels
De spelregels van voetbal zijn uitgebreid, maar de basis is relatief eenvoudig. Het doel is om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander, binnen de vastgestelde tijd en volgens de regels van het spel.
Belangrijke spelregels
- De duur van het spel is 90 minuten, verdeeld in twee helften van 45 minuten.
- De leiding van de wedstrijd is in handen van een scheidsrechter, die wordt bijgestaan door twee grensrechters.
- De scheidsrechter moet de spelregels handhaven en dienovereenkomstig straffen opleggen.
- Hij kan spelers het verder meespelen ontzeggen (door middel van een ‘rode kaart’) indien zij zich ernstig misdragen of indien hun spel ruw of gemeen is.
- Verder kan hij de spelers voor allerlei vergrijpen, die men onder de betiteling onbehoorlijk gedrag samenvat, door middel van een ‘gele kaart’ een waarschuwing geven en ze bij een nieuw vergrijp dat een waarschuwing nodig zou maken, van het veld sturen.
- Belangrijk is verder de buitenspelregel.
- Het vasthouden met hand of arm van een tegenstander, het duwen met hand of arm, het met de hand of arm spelen van de bal is verboden.
- Al deze overtredingen worden - echter alleen als ze opzettelijk gebeuren - bestraft met een directe vrije schop, dat is een vrije schop waaruit rechtstreeks kan worden gescoord en waarbij de tegenstanders ten minste 9,15 m afstand moeten nemen van de bal.
- Gebeuren deze overtredingen binnen het strafschopgebied door spelers van de verdedigende partij, dan wordt een strafschop (penalty) toegekend.
- Een hoekschop (corner) wordt toegekend aan de aanvallende partij indien de bal het laatst door een speler van de verdedigende partij is aangeraakt en de bal de achterlijn overschrijdt.
- Indien een speler van de aanvallende partij de bal over de vijandelijke achterlijn plaatst, wordt het spel hervat met een doelschop.
- Plaatst een speler de bal over de zijlijn, dan neemt de tegenpartij een inworp.
- Volgens een recente spelregel (1992) mag de keeper de bal niet in de handen nemen als deze door een teamgenoot met de voet wordt teruggespeeld.
De rol van de scheidsrechter
Tijdens een voetbalwedstrijd is de scheidsrechter de baas over de wedstrijd. Hij/zij zorgt ervoor dat de spelregels van het voetbal worden nagekomen en kan overtredingen van deze spelregels straffen met een rode of gele kaart. De scheidsrechter wordt bij voetbal door 2 lijnrechters ondersteund. Deze tonen de scheidsrechter aan, of een bal de zij-, achter- of de doellijn overschreden heeft of dat een speler buitenspel staat.
Kaarten
- Gele kaart: Met de gele kaart waarschuwt de scheidsrechter bij voetbal een speler, b.v. wegens ruwspel, hands, spelverhindering, belediging etc.). Een tweede gele kaart binnen heeft de onmiddellijke uitsluiting van de speler ten gevolge evenals een automatische schorsing voor de volgende wedstrijd: de zogenaamde geel-rode kaart).
- Rode kaart: De rode kaart betekent bij voetbal de onmiddellijke uitsluiting van de speler. De scheidsrechter reageert met deze maatregel op brutaal of grof spel, revanche nemen, beledigingen of handtastelijkheden tegen de scheidsrechter, hands op de eigen doellijn, ruw spel tegen de aanvaller voor het doel evenals het langs achter tackelen van leden van de tegenpartij.
Het Speelveld
Het voetbalveld is een rechthoekig terrein met specifieke afmetingen en markeringen.
Afmetingen en Markeringen
Het voetbalveld mag niet korter zijn dan 90 meter. Trouwens ook niet langer dan 120 meter. En niet breder dan 90 meter, of smaller dan 45 meter. Dat maakt de wereld-voetbalbond uit, de FIFA. Maar eigenlijk heb je dus nog heel wat te kiezen, want een veld van 45 meter breed of 90 meter, dat scheelt nogal. Vooral een heleboel lopen! En je mag van de FIFA dus ook op een vierkant veld spelen (90 meter breed en 90 meter lang).
Lees ook: Leer over waterpolo
Doelpalen en doellat vormen tezamen het doel. De doelen bevinden zich op het midden van de korte zijden van het rechthoekige speelveld. Bij beide doelen bevindt zich een doelgebied, begrensd door twee lijnen, loodrecht op de doellijn en deze snijdend op een afstand van 51 m van elke doelpaal; deze lijnen zijn 51 m lang en aan de uiteinden verbonden door een lijn evenwijdig aan de doellijn. Verder bevindt zich op beide helften van het veld een strafschopgebied, begrensd door twee lijnen, loodrecht op de doellijn en deze snijdend op een afstand van 161 m van elke doelpaal; deze lijnen zijn 161 m lang en aan de uiteinden verbonden door een lijn evenwijdig aan de doellijn.
Op 11 m afstand van elk doel bevindt zich, tegenover het midden van het doel, een penalty-stip (officieel: strafschoppunt). Met dit punt als middelpunt is buiten het strafschopgebied een cirkelboog getrokken met een straal van 9,15 m (Engelse maat: 10 yards). Op de hoeken van het speelveld staan vlaggenstokken, die ten minste 11 m boven de grond moeten uitsteken. Met elk hoekpunt als middelpunt is een kwartcirkel getrokken met een straal van 90 cm, waardoor het hoekschopgebied wordt gevormd. Verder zijn er de middenlijn en de middencirkel.
De 16-meter-ruimte
De 16-meter-ruimte bevindt zich centraal voor de beide doelen. Deze, als strafruimte geziene zone, strekt zich van de doellijn 16,5 meter naar voren uit, resp. van de palen 16,5 meter naar de kant. Wordt in dit veld een een fout begaan door de verdedigende ploeg, dan geeft de scheidsrechter een penalty.
Het doel
Het doel bij voetbal meet 7,32 m in de breedte en 2,44 m in de hoogte. De posten en latten bestaan tegenwoordig uit aluminium en zijn afgerond. Om een geldig doelpunt te verkrijgen, moet de bal de doellijn met volle omvang overschreden hebben.
De Uitrusting
De voetbaluitrusting is essentieel voor de veiligheid en prestaties van de spelers.
Lees ook: Alles over hockey: een spreekbeurt voor de jeugd
Basisuitrusting
De voetbaluitrusting bestaat uit een voetbalshirt van de voetbalclub (met of zonder rugnummer), een korte voetbalbroek, lange kniekousen met daaronder scheenbeschermers en voetbalschoenen. De keeper draagt hetzelfde, al is zijn kleding meestal wel in een andere kleur dan de kleding van de rest van het team.
Voetbalschoenen
Voetbalschoenen zijn de belangrijkste onderdelen uit je tenue. De schoenen zijn meestal gemaakt van leer en plastic en moeten lekker zitten, dus zacht zijn, maar ook stevig genoeg zijn om je voet te beschermen. Er zijn allerlei modellen, maar kies altijd wat lekker zit. De noppen voor modderige en zachte velden zijn meestal van plastic met metalen punten en hebben verschillende lengtes. De noppen voor stevig- en kunstgras zijn van rubber ze zijn korter en breder.
Overige benodigdheden
- Een officiële bal is van leer met een plastic beschermlaag.
- Keepershandschoenen zijn licht maar erg stevig. Dankzij de stroeve rubberen handpalm kun je bal beter vasthouden. Die moet je altijd gebruiken ze zijn aan de buitenkant van hard plastic en van binnen zacht.
Bekende Voetballers
Nederland heeft een rijke voetbalgeschiedenis met vele bekende voetballers.
Nederlandse legendes
Nederlandse voetballers zijn wereldbekend. Niet alleen de voetballers die nu spelen, maar ook van vroeger. Misschien heb je vast wel van ze gehoord. Denk aan: Johan Cruijff, Marco van Basten en Ruud Gullit. Jij kent vast een aantal super bekende voetballers voor je spreekbeurt. Voetbal zie je namelijk tegenwoordig overal in het nieuws en op internet.
Huidige sterren
We noemen hier een aantal voetbalsterren voor je spreekbeurt over voetbal. Cristiano Ronaldo. Andere bekende voetballers zijn bijvoorbeeld Missi en Ronaldo!
Voetbal in Nederland
Voetbal is in Nederland een heel populaire sport. Er bestaan eigenlijk geen mensen die nog nooit een potje voetbal hebben gespeeld! Denk zelf maar na, zelfs de mensen die niet op een voetbalvereniging zitten ‘trappen wel eens een balletje’. Als je puur kijkt naar de echte cijfers van de KNVB (Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond), dan zijn er in Nederland ongeveer een miljoen ‘echte’ voetballers. En ja, dat is heel veel voor een klein landje als Nederland! De Nederlandse competitie is bekend over de hele wereld met teams als Ajax, PSV en Feyenoord. Ohja, nu we het daar toch over hebben. Vergeet bij jouw spreekbeurt niet te vermelden voor welk team jij bent, en waarom! Het hoeft natuurlijk niet een Nederlands team te zijn, het mag bijvoorbeeld ook Chelsea, Barcelona of Arsenal zijn!
De Eredivisie
In Nederland is de eredivisie de hoogste divisie waarin je kunt spelen.
Tips voor je Spreekbeurt
Een goede spreekbeurt vereist een goede voorbereiding en presentatie.
Voorbereiding
- Kies een onderwerp dat je interesseert: Het is leuk en makkelijk om een spreekbeurt te houden over een jouw hobby of over iets waar je passie voor hebt!
- Verzamel informatie: Nadat je een onderwerp hebt gevonden ga je bedenken wat je erover gaat vertellen. Je maakt dan een lijst van brede deelonderwerpen die je gaat behandelen in je spreekbeurt. Stel dat je jouw spreekbeurt gaat houden over Parijs. In stap 3 ga je informatie verzamelen en je verdiepen in het onderwerp van je spreekbeurt. Je kunt boeken lezen, filmpjes kijken op YouTube en informatie zoeken online.
- Maak een presentatie: Om een presentatie te maken heb je een computer, laptop, of tablet nodig. Vraag aan je ouders of je hun apparaat kunnen gebruiken voor je spreekbeurt. Bij een spreekbeurt maak je verschillende “dia’s” (pagina’s) aan in je presentatie. Op elke die ga je iets vertellen. De voorpagina is de eerste dia van je PowerPoint, Google Presentatie, of je Prezi. Op de eerste dia moet gelijk duidelijk zijn waarover je je spreekbeurt houdt.
- Oefen, oefen, oefen: De laatste stap is natuurlijk om hard te gaan oefenen zodat je je spreekbeurt goed kent. Loop een paar keer je spreekbeurt door. Verbeter het als er fouten zijn. Oefen ook een paar keer je spreekbeurt voor je ouders of je vrienden. Zorg dat je genoeg om te vertellen hebt.
Presentatie
- Spreek rustig en duidelijk: Wanneer je een spreekbeurt houdt ga je meestal zonder dat je het merkt sneller praten. Dat komt doordat je onbewust snel door je spreekbeurt heen wilt komen. Als je zo snel praat ben je moeilijk te verstaan, dus let er bewust op dat je extra rustig spreekt en goed articuleert. Zorg voor een korte pauze tussen je zinnen. Probeer langzamer te praten dan wat je een “normale” tempo zou noemen.
- Maak oogcontact: Toch moet je echt best doen om de klas in te kijken. Kijk niet de hele tijd naar het plafond, of naar de vloer of naar je presentatie. Kies een paar mensen uit die achteraan de klaslokaal zitten. Probeer tegen hen te praten.
- Wees jezelf: Een spreekbeurt is niet om jou te pesten! Het is de bedoeling dat je plezier hebt van je spreekbeurt, zeker in groep 6, groep 7 en groep 8. Probeer een beetje lol te hebben, ook als je het spannend vindt.
tags: #spreekbeurt #voetbal #groep #7 #tips