Teun Gaartman: Een Levenslange Passie voor Honkbal en Softbal in Haarlem en Enkhuizen

Teun Gaartman, geboren op 28 februari 1928 in Haarlem en overleden op 31 mei op 94-jarige leeftijd, was een prominent figuur in de Nederlandse honkbal- en softbalwereld. Zijn lange carrière omvatte zowel het spelen als het coachen, en hij was een van de eerste coaches van het Nederlands Softbal Team. Gaartman heeft ook negen jaar deel uitgemaakt van het Bondsbestuur van de toenmalige Nederlandse Amateur Softbal Bond en had zitting in verschillende commissies. In 1968 werd hij benoemd tot Lid van Verdienste.

Vroege Honkbaljaren in Haarlem

Gaartman begon op jonge leeftijd te sporten in Haarlem, waarbij honkbal een van zijn favoriete bezigheden was. In 1939, op 11-jarige leeftijd, sloot hij zich aan bij HHC, een van de grootste verenigingen in die tijd met een sterk team in de hoogste afdeling. Enkele jaren later maakte Gaartman zijn debuut in de hoofdmacht van de club, voornamelijk als outfielder. Hoewel hij in zijn beginjaren ook wel eens als werper werd ingezet, toonde Gaartman al snel zijn talent. Hij was niet alleen een solide outfielder, maar ook een snelle honkloper en een effectieve slagman.

Na de Tweede Wereldoorlog, in 1946, maakte Gaartman zijn debuut in het eerste team van HHC. In 1948, toen hij twintig jaar was, werd hij een basisspeler. Tot en met 1955 bleef Gaartman in de hoogste afdeling (de Eerste Klasse) spelen. Hij speelde voor HHC tot en met 1951, waarna hij één seizoen uitkwam voor Schoten (1952) en VVGA (1953), voordat hij weer terugkeerde naar HHC. Na nog twee seizoenen in de hoogste afdeling te hebben gespeeld voor deze Haarlemse ploeg, besloot Gaartman op een lager niveau te gaan spelen. Hij vervolgde zijn loopbaan in het honkbalteam van Bloemendaal, voor wie hij nog eens dertien seizoenen speelde (1956-1968).

Doorbraak en Interlandcarrière

Toen Gaartman in 1948 basisspeler werd, vielen zijn prestaties direct op. In datzelfde jaar speelde hij in zijn eerste Stedenwedstrijd en maakte hij zijn debuut in het Nederlands Team. De Stedenploegen van Haarlem en Amsterdam speelden jaarlijks tegen elkaar, een traditie die lange tijd in stand is gebleven. In juli 1948 stonden deze ploegen opnieuw tegenover elkaar in een bijzondere wedstrijd. Voor aanvang van het duel overhandigde Herman Baruch, de Amerikaanse Ambassadeur in Nederland, honkbalmateriaal aan de Nederlandse Bond. Dit materiaal was ingezameld tijdens een speciale actie in de USA om Nederland te helpen na afloop van de oorlog in 1945. Ambassadeur Baruch gooide ook de ceremoniële eerste bal. Gaartman was de midvelder voor Haarlem, dat met 7-3 won. Met een 1-0 achterstand kwam Haarlem tot een rally van vijf punten in de tweede helft van de eerste inning op de Amsterdamse heuveltroef Han Urbanus. De honken raakten vol dankzij Joop Odenthal (fout), Joop Geurts (honkslag) en Henk Keulemans (vier wijd). Twee punten werden vervolgens gescoord na een honkslag van Gé Hoogenbos. Door een aantal fouten kregen meer honklopers, waaronder Gaartman, die zijn snelle loopkwaliteiten toonde.

Zoals gezegd speelde Teun Gaartman de meeste van zijn seizoenen in de hoogste afdeling voor HHC. Onder zijn teamgenoten in het seizoen 1948 waren veteranen Jan Baas, Martin Mulder en Frits van den Heuvel Rijnders (als speler/coach), die ook al voor de oorlog voor de ploeg speelden. Tijdens het seizoen 1948 onderstreepte Gaartman ook zijn verdedigende capaciteiten in een wedstrijd tegen VVGA als hij als midvelder zes vangballen maakte. De meeste van deze vangballen kwamen in de laatste vier slagbeurten als HHC een achterstand omdraaide in een 9-8 overwinning.

Lees ook: Eenvoudige softbalregels voor kinderen

In juli werd Teun Gaartman geselecteerd voor zijn eerste wedstrijd voor het Nederlands Honkbal Team als startende midvelder. Op 1 augustus, in Antwerpen (België), speelde Nederland de eerste interlandwedstrijd na de oorlog en stond voor het eerst sinds 1939 tegenover België. Andere Nederlands Team-spelers in dit duel waren pitcher Wim Geestman Sr. (Ajax), catcher Joop Geurts (Schoten), eerste honkman Gé Hoogenbos (HHC), tweede honkman Henk Keulemans (Schoten), derde honkman Jan Smidt (SC Haarlem), korte stop Joop Odenthal (EDO), linksvelder Trinus Holewijn (VVGA) en rechtsvelder Wim Prins (Ajax). Oranje won met 15-1.

In 1949 kreeg HHC versterking van sterke werper Jan Smidt, die overkwam van SC Haarlem. In dit seizoen was de ploeg titelkandidaat, samen met het Amsterdamse OVVO. In het voorgaande seizoen had Teun Gaartman al aangetoond dat hij verdedigend en als honkloper zijn mannetje stond. Dit seizoen ontwikkelde hij zichzelf ook tot een solide slagman. Dat liet hij zien in de tweede wedstrijd van het seizoen tegen SC Haarlem als hij een homerun sloeg, net als teamgenoot Ben Vrenegoor. In de eerste weken van het seizoen behoorde Gaartman tot de beste slagmensen in de competitie, samen met Wim Ottolander (SC Haarlem), Charles Urbanus, Han Urbanus, Theo van der Walle (allen OVVO) en Herre Kok (Ajax). Maar uiteindelijk was het Blauw-Wit speler Ed van Opzeeland, die de beste slagman van het seizoen werd.

In 1949 speelde Teun Gaartman ook weer in twee wedstrijden voor het Nederlands Team tegen België. In juni, wederom in Antwerpen, won Nederland met 6-4. Startende werper Han Urbanus domineerde en schakelde 22 slagmensen met drie slag uit. Twee maanden later stonden de twee nationale ploegen opnieuw tegenover elkaar. Dit keer in Rotterdam. Door voor Rotterdam als speellocatie te kiezen nam de Bond een grote gok, omdat honkbal daar nog in de kinderschoenen stond. Tot in de jaren veertig waren Amsterdam en Haarlem de voornaamste honkbalsteden in het land. De wedstrijd werd gespeeld in het voetbalstadion van Sparta, Het Kasteel in de wijk Spangen. De wedstrijd werd een succes en werd bijgewoond door zo'n 3.000 toeschouwers. Zij zagen Nederland met 14-0 winnen en Han Urbanus een No-Hitter gooien.

In de volgende twee seizoenen (1950, 1951) behoorde HHC wederom tot de toonaangevende ploegen in de Eerste Klasse. In 1950 kwam Gaartman ook weer uit voor het Nederlands Team tegen België. Aanvankelijk werd hij niet gekozen voor het duel dat weer in Antwerpen werd gespeeld.

Na het seizoen 1951 besloot Gaartman te gaan spelen voor Schoten, eveneens in Haarlem. Tijdens het seizoen 1952 was Gaartman één van de beste slagmensen van Schoten. En met Keulemans behoorde hij tot de snelste honklopers. In een thuiswedstrijd tegen VVGA onderstreepte Gaartman wederom dat hij een allround speler was. Met een 2-1 achterstand scoorde Schoten driemaal in de zevende inning. De eerste twee punten kwamen tot stand na een uithaal van Gaartman. De snelle Gaartman bleef doorrennen en sloeg een inside-the-park-homerun.

Lees ook: Honkbal en softbal in Hoofddorp: Een overzicht

In juni speelde Gaartman in zijn vijfde en laatste interlandwedstrijd voor het Nederlands Team. Ter viering van het 40-jarig bestaan van de Nederlandse Honkbal Bond werd een wedstrijd georganiseerd tegen België, maar ook de eerste wedstrijd tegen Engeland. In 'De Meer' in Amsterdam, het stadion van voetbalclub Ajax, speelde Gaartman voor Oranje tegen Engeland in een 5-3 overwinning. Een paar weken later kwam Gaartman in actie voor het Nederlands B-Team tijdens een bijzondere wedstrijd. Tegenstander was de B-ploeg van België in wat de eerste internationale wedstrijd was die werd gespeeld in het zuiden van het land.

In 1953 speelde Teun Gaartman voor het Amsterdamse VVGA. In 1954 speelde Gaartman weer voor HHC in Haarlem.

Betrokkenheid bij Vrouwensoftbal

Na halverwege de jaren vijftig te zijn gestopt met het spelen in de hoogste afdeling raakte Teun Gaartman ook nauwer betrokken bij het vrouwensoftbal. In 1951 was de Nederlandse Dames Softbal Bond (NDSB) opgericht, later werd de naam gewijzigd in Nederlandse Amateur Softbal Bond (NASB). In maart 1958 werd Gaartman gekozen tot vice-voorzitter van de Softbal Bond, een functie die hij vijf jaar vervulde in het Bondsbestuur, dat onder voorzitterschap stond van Gé Hoff Sr..

Op 29 mei 1960 was Teun Gaartman wederom betrokken bij een bijzondere wedstrijd. Op die dag, op het veld van EDO in Haarlem (Noordersportpark), speelde het Nederlands Softbal Team de allereerste interlandwedstrijd in de bijna tienjarige geschiedenis van de Nederlandse Softbal Bond. Tegenstander was Italië. In voorgaande jaren speelde de Nationale ploeg al een aantal wedstrijden, maar dat was tegen Amerikaanse militaire teams afkomstig uit het toenmalige West-Duitsland, Frankrijk of Engeland. Tijdens deze eerste interlandwedstrijd werd Oranje gecoached door Gaartman en Dries de Zwaan. Besloten werd een wedstrijd van negen innings te spelen en ruim 1.000 toeschouwers zagen Nederland met 4-3 winnen.

In maart 1963 werd Gaartman als vice-voorzitter opgevolgd door Piet Gabes. Maar in maart 1963 keerde Teun Gaartman weer terug in het Softbalbestuur als vice-voorzitter. Hij volgde toen Gabes op, die vervolgens de nieuwe tweede penningmeester werd. Bij de terugkeer van Gaartman in het bestuur was er ook een nieuwe voorzitter en secretaris. Wim Oosterhof volgde Hoff op als voorzitter en Puck Bosch werd de nieuwe secretaris. Ander bestuursleden in 1964 waren ondermeer Dries de Zwaan, die een jaar eerder de nieuwe penningmeester was geworden, en Janke Nijdam en Gé Hogenbirk.

Lees ook: Softbal scheidsrechter tekens uitgelegd

Tijdens de bestuursverkiezing in maart 1966 ruilden Gaartman en Hogenbirk van functie. De laatste werd de nieuwe vice-voorzitter, terwijl Gaartman lid werd. Een nieuwkomer in 1966 was Line Klein-Desta als de nieuwe tweede secretaris. Net als Puck Bosch was ook zij een softbal-pionier en samen ontwikkelden ze veel promotionele activiteiten voor de ontwikkeling van softbal in ons land. In maart 1968 was Teun Gaartman niet herkiesbaar voor een nieuwe termijn, waarna hij werd benoemd tot Lid van Verdienste.

Coach in de Hoofdklasse

In 1969 begon Teun Gaartman aan een nieuwe loopbaan, want hij debuteerde als Hoofd Coach van een honkbalteam in de hoogste afdeling, die nu luisterde naar de naam Hoofdklasse. Hoewel hij in een paar voorgaande seizoenen al coach was geweest van het team van Bloemendaal, debuteerde hij nu dus op het hoogste niveau. In dit jaar was Gaartman de coach van het Haagse Storks. Onder de spelers in deze ploeg waren Jim Bell, Harrie Blijden, Roy Blijden, Ton Bodaan, Rudi Dom, Roy van den Dungen Gronovius, Ref Gibbs, Ton de Jager, Fokke Jelsma, Kor John, Ron van Lummel en Ron Renooy. Gaartman stond er om bekend dat hij altijd correct gekleed ging als coach en voor aanvang van een wedstrijd poetste hij ook altijd zijn schoenen. Hierdoor werd hij bekend als één van de 'gentleman-coaches' in die jaren.

Toen Gaartman coach werd bij Storks in 1969 was hij daar de opvolger van Max Rietbergen, die vervolgens de nieuwe coach werd bij Rap. In 1970 voegden twee powerhitters zich bij Storks, dat de thuiswedstrijden toen speelde op hetzelfde complex als ADO. Deze twee spelers waren de van Sparta afkomstige Simon Arrindell en Hudson John. In een wedstrijd tegen Sparta baarde Gaartman opzien als hij zijn werpers opdracht gaf om powerhitter Hamilton Richardson viermaal in dezelfde wedstrijd opzettelijk vier wijd te geven. Later in het seizoen zorgde Storks voor nog twee opmerkelijke momenten. Eerst deelde de ploeg een 2-game series met Sparta, dat daardoor alleen nog maar een theoretische kans had om kampioen te worden. Twee weken later won Storks met 7-1 tegen koploper Haarlem Nicols, dat voor later op de avond een kampioensfeestje had gepland, maar dat nu dus moest uitstellen.

In 1971 begon Teun Gaartman aan zijn derde seizoen als coach van Storks, maar dat werd een jaar vol problemen. Het seizoen begon met een verschillende nederlagen en dat zorgde voor onderlinge frustraties bij een aantal spelers. In plaats van te coachen bij het derde honk, zoals hij in de voorgaande twee seizoenen had gedaan, vervulde Gaartman dit seizoen de rol van Manager en coachte vanuit de dug-out. Daarmee probeerde hij ook meer controle en overzicht over zijn spelers te houden. Een paar weken in het seizoen 1971, half mei, verloor Storks met 13-5 bij HCAW op een zaterdagmiddag. Na afloop riep Gaartman zijn spelers bij elkaar en vertelde hen dat hij ermee stopte. Gaartman's assistent Wim van Sorge was de rest van het seizoen de waarnemend coach. De volgende dag verloor Storks met 3-2. Gaartman lichtte zijn beslissing toe in de na het weekeinde verschijnende maandag-editie van De Telegraaf.

Lid van de Reglementscommissie

In 1971, na de fusie tussen de Honkbal en Softbal Bonden, werd Teun Gaartman lid van de reglements-commissie van de nieuwe KNBSB. Hij had tot en met 1973 zitting in deze commissie, die aanvankelijk onder voorzitterschap stond van Martin Bremer en vervolgens geleid werd door Guus van der Heijden. Andere leden in deze jaren waren Marga de Ruiter, Maarten Vrij en Gé Hogenbirk. In september van dat jaar werd Gaartman ook lid van een speciale adviescommissie die zich ging buigen over verschillende aspecten van zowel honkbal als softbal op het hoogste niveau, maar ook de vertegenwoordigende teams. De commissie zou een rapport opstellen en overhandigen aan het Bondsbestuur. Voorzitter van de commissie was Piet van Engelen, de voormalige voorzitter van de Nederlandse Biljart Bond. Andere leden waren Janke Nijdam.

tags: #softbal #enkhuizen #geschiedenis