De nacompetitie in het Nederlandse amateurvoetbal is een cruciaal en spannend onderdeel van de competitie, waarin teams strijden om promotie naar een hogere klasse te realiseren of om degradatie te voorkomen. Dit systeem is ontworpen om teams die in de reguliere competitie geen directe promotie of degradatie hebben afgedwongen, een extra kans te bieden. De nacompetitie is een geliefd onderdeel geworden van het Nederlandse voetballandschap, waarin dromen van promotie of degradatie tot de laatste wedstrijd bewaard kunnen blijven!
Historische context van de nacompetitie
De geschiedenis van de nacompetitie gaat terug tot de jaren 50, een periode waarin het Nederlandse amateurvoetbal gekenmerkt werd door verschillende regionale competities. In die tijd was directe promotie naar een hogere klasse voor kampioenen van regionale competities vaak geen optie, bij gebrek aan een landelijke competitie. Om te bepalen welke teams in aanmerking kwamen voor promotie, werd de nacompetitie geïntroduceerd.
In de beginjaren fungeerde de nacompetitie voornamelijk als een systeem waarin kampioenen van verschillende regionale competities tegen elkaar streden. Het winnende team bemachtigde een plek in de hogere klasse. Na verloop van tijd evolueerde het systeem, waardoor er meer mogelijkheden voor promotie ontstonden. Later werden play-offs geïntroduceerd voor teams die net buiten de promotie- of degradatieplaatsen eindigden, waardoor ze via de nacompetitie alsnog konden promoveren of degradatie konden ontlopen.
Daarnaast werden de zogenaamde periodekampioenen geïntroduceerd. In sommige competities werden de reguliere seizoenen opgedeeld in verschillende periodes, bijvoorbeeld een najaars- en voorjaarsperiode. De winnaars van elke periode kwalificeerden zich voor de nacompetitie, samen met de hoogst geëindigde teams in de eindrangschikking.
De competitiestructuur van 2016 en de gevolgen voor de nacompetitie
Met de invoering van de nieuwe competitiestructuur in het Nederlandse amateurvoetbal in 2016 is de opzet van de nacompetitie verder aangepast. Er zijn nu vier divisies, waarbij de kampioenen rechtstreeks promoveren en de teams die als tweede eindigen deelnemen aan de nacompetitie. Daarnaast kunnen de periodekampioenen ook deelnemen aan de nacompetitie, waarbij ze strijden om promotie naar een hogere klasse.
Lees ook: Jeugdvoetbal: Promotie en Degradatie Uitgelegd
Het systeem van periodekampioenen zorgt voor extra spanning gedurende het seizoen, omdat teams zich niet alleen kunnen kwalificeren voor de nacompetitie door hoog in de eindrangschikking te eindigen, maar ook door een periodekampioenschap te behalen. Dit biedt meer mogelijkheden voor clubs om hun doelen na te streven en vergroot de competitiviteit binnen de verschillende competities.
Promotie- en degradatieregeling categorie A
De vastgestelde promotie- en degradatieregeling is van toepassing op de klassen die behoren tot categorie A. Dit houdt in dat in deze klassen sprake is van een verplichte promotie of degradatie, en dat er, met uitzondering van de reserve 2e klasse, geen sprake is van vrije inschrijving. Binnen elke klasse zijn er rechtstreekse degradanten en herkansingselftallen.
Teams die in de eindrangschikking eindigen op een plaats die volgens de reglementen als herkansingsplaats wordt aangemerkt, kwalificeren zich voor de nacompetitie en strijden voor handhaving. De periodekampioenen spelen samen met de periodekampioenen van de andere 1e klassen, evenals de herkansingselftallen van de 4e divisie A t/m D, om acht plaatsen in de 4e divisie.
Lees ook: Regels voor promotie en degradatie in KNVB Zuid 1
Lees ook: Alles wat je moet weten over de KNVB regels betreffende promotie en degradatie.